De Spartapiet is
internationaal
een beziens
waardigheid
1
TM
Afvallige,.?
-Vï LyH^
1
1
spuitgast
ZATERDAG 2D MEI 1972
c In vol ornaat met vaandel en kooi in de Kuip.
Vlaardingen „Sparta Is kam
pioen.,.!"
In de bar waar deze kreet de
stilte verstoort, kijken enkele
mannen verbaasd om.
„Wat krijgen we nou, Sparta
kampioen...?" Men ziet de
verbazing op hun gezichten,
wanneer zij hun blik richten
op de kleine grijze heer, die
deze kreet heeft geslaakt. Al
leen de barkeeper glimlacht.
Hij kent hem wel, deze bezoe
ker, maar onder een andere
naam, waaronder duizenden
hem kennen: de Spartapiefc-
Een naam, die hem zo op het
lijf Is geschreven, dat hij dik
wijls met Piet wordt aange
sproken, hoewel hij Frans
heet, Frans Heyster. En dat
kampioenschap van Sparta?
Dat dateert uit andere, voor
Frans Heyster betere tijden,
toen Sparta nog niet door „die
ander" uit de gunst van de
Rotterdammers was verdre
ven. Maar al zou het Sparta
nog veel slechter vergaan en
Frans Heyster met zijn spar-
tapietje een „anachronisme"
in de Maasstad zijn geworden,
dan nog zal hij de roodwitte
kleuren van zijn club trouw
zijn, want „rood en wit" zijn
nu eenmaal, zoals het clublied
togt, „onze kleuren".
NIET EENKENNIG
En toch is Frans Heyster niet
eenkennig en wordt hij niet
gesiemgd zodra hij met zijn.
kooitje het Feyenoordstadion
betreedt. Dat wil zeggen: nu
niet meer. Er was een tijd,
dat de kleine Spartapiet benen
moest maken als hij het
waagde naar de „overkant"
te komen, in de tijd dat de
Maasbrug nog de grens was
van twee voetbalwerelden.
Dat is een beetje voorbij.
Toen Frans Heyster zich voor
de wedstrijd Feyenoord—-Ben-
fica bij de voorzitter van
Feyenoord beklaagde dat hij
geen kaartje had, wenkte
Guus Couwenberg hem, hem
naar het toilet te volgen, waar
hij de Spartapiet aan een toe
gangsbewijs hielp. „Sommi
gen. hebben me dat kwalijk
genomen clubverraad
maar dat is toch onzin?"
Ernst Happel had hem in.
een. andere gelegenheid
zelfs een reis naar Lissabon
aangeboden, onder de voor
waarde dat hij z'n roodwitte
.-.VilM
Frans in z'n element
Frans Heyster tussen de
slaatjes.
paraplu en z'n kooitje mee
nam. Maar dat heelt Frans
Heyster geweigerd.
ANDERS
Het is wel eens anders geweest
Bij Feyenoord, maar ook bij
andere clubs. Frans Heyster
herinnert zich een voorwed
strijd die hij met de sup
porters tegen een combina
tie van NAC 3 en NAC 4 in
Breda heeft gespeeld- „Ik
stond rechtshalf, tegen een
lange linksbuiten. Die vent
was zo mirakels snel, dat ik
een keer m'n been uitstak en
hem voetje-tekkelde. Had je
het volk tekeer moeten horen
gaan, maar Bok de Korver
was ook kwaad en ik moest
van hem m'n excuses aanbie
den. Toen NAC tot overmaat
van ramp tegen Sparta gelijk
speelde door een doelpunt
van Cas Ruffelse vlogen
ons de stoelen om de oren en
moesten we onder politie-be-
geleiding naar de trein wor
den gebracht. In Dordt bij
DFC was het ook altijd
feest. Daar vlogen de keiste
nen om je oren, maar we
maakten het er ook naar.
Voor we Dordt binnenkwamen
was het al: „bè...!" Je weet
toch hoe de Dordtenaren ge
noemd werden...1 De schape
koppen!
DEFTIG
Bij HVV ook zo'n lieverdje
uit die jaren was het an
ders. Daar brauwden Frans
Heyster en z'n kornuiten de
Hagenaars wel na: „Hup
HVV", maar daarop werd
hoogsten gereageerd met een
minachtend: „plebs". En wat
zij niet eens wisten was, dat
Frans toen nog Fransje
en zijn kornuiten van Rotter
dam naar "Wassenaar waren
komen lopen, omdat ze geen
geld hadden gekregen voor de
trein. En als Fransje pas
•s nachts in de ouderlijke wo
ning terugkeerde, kreeg hij
nog een pak slaag op de koop
toe. En tot overmaat van
ramp had Sparta verloren
nee, was Sparta gedegra
deerd. Dan kon je wel grie
nen..."
SCHOENEN
VERBRAND
Fransje kwam niet alleen niet
uit 'n Sparta-gezin, hij mocht
niet eens voetballen van thuis.
Toen hij het stiekum toch
deed werden de voetbalschoe
nen door zijn moeder in het
fornuis verbrand- „Omdat ik
een keer een bal op mijn oog
had gehad en de dokter had
.gezegd: een centimeter lager
en je had geen oog meer ge
had. Mijn moeder schrok zich
een ongeluk. Maar voetballen
deed ik natuurlijk toch. Op de
Groote Markt waar ik nog
eens een keer aan het prikkel
draad ben blijven hangen, bij
een balletje in de tuin halen.
Bloeden als een rund. Ik heb
toen maar thuis gezegd, dat ik
in het glas was gevallen,
maar in de haak was het niet
voor een katholiek jongetje.
GEIN
De Groote Markt alleen de
oude Rotterdammers kunnen
zich nog voor de geest halen
wat dat was". Als ik aan die
ouwe tijd terugdenk, samen
met Tonny van Zwieteren uit
de Stijgexse kerk op de Hoog
straat naar Spangen. Samen
met Tonny Kolf in de oude
Pijp aan de Wolfs hoek, die, als
de kellner niet gauw genoeg
kwam, zijn glas tegen de
muur gooide en dan met een
olijk gezicht dertig glazen
bier bestelde."
„Ik ben nog eens Zwarte Piet
geweest in de Bierbron. Ieder
een was er, het hele elftal,
met Engelgoor, de eerste
door
Bart in 't Hout
prof. Onderweg naar een an
dere tent met spiegels werd ik
effe door een bakkersruit ge
drukt.
En in het café, waar we toen
kwamen, gingen door een on
gelukje veertig glazen bier
over de grond. „Rustig he
ren...."zei de eigenaar en toen
kwam de politie. Tonny Kolf
betaalde de ruit, maar we
moesten toch mee, naar het
bero." Op het toilet waste ik
me schoon, werd ik van Zwar
te weer Spartapiet en hup
met taxi's verderop naar
een volgende spiegeltent. Wat
'n sinterklaasavond.
POPPETJE
„Hoe ben je nouw Spartapiet
geworden?"
„Ben ik niet geworden, ben ik
altijd geweest. Toen ik twaalf
jaar was liep ik al met een
rood-wit poppetje."
„En het kooitje?"
„Hoho dat was een idee van
Doe Hans- Heb je toch wel
eens van gehoord? Een reuze
Spartaan. In de overgangspe
riode had Kees Roem het al in
z'n kool hangen. Het kooitje."
„Wanneer kwam jij er mee?"
„Toen Nico Boot dat doelpunt
maakte tegen Excelsior en we
kampioen werden zo'n
achttien jaar geleden. Toen
dacht ik: verrek, we hebben
nog altijd zo'n kooitje."
HET KOOITJE
Het idee van Doe Hans Spar
tapiet in. een kooitje - begon
een nieuw leven, onder de
patriarchale zorg van Frans
Heyster. Hij bevestigde het
kooitje niet alleen op een
fraaie rood-witte paraplu,
maar bracht er ook een lampje
in, zodat het kon branden.
Baas en vogeltje trokken al-
lerwege grote belangstelling.
„Toen we kampioen werden in
Amsterdam, tegen DWS,
kwam er een gepensioneerde
journalist naar me toe, die
zei: dat vind ik zo allemachtig
aardig en sympathiek tegen
over m'n oude collega Doe
Hans, hier heb je mijn kaart
je, ga maar naar café-restau
rant Polen en daar kun je
eten en drinken wat je wil."
„Hoe heette die journalist?"
„Zijn naam weet ik niet meer.
Een allemachtig aardige
man. Ik ben ook niet naar dat
restaurant gegaan, maar
met de spelersbus terug naar
Rotterdam. Man, dat feest
mocht ik toch niet missen-"
DIEREN
MISHANDELING
bij restaurant Coomans en
had late dienst. Toen de von
kenregen in de Houttuin neer
kwam, riep Bart van der
Laan, de chefkok: „Heyster,
ga maar blussenWat
vele mensen ook niet weten, is
dat Frans Heyster enkele ja
ren van de oorlog gedwongen
in Duitsland heeft doorge
bracht, waar niet veel te la
chen viel. „Toen heb ik wel
eens gedacht in de nacht
dat Kassei van de aardbodem
verdween zal ik mijn ge
liefd Sparta ooit nog terug
zien
OLIFANT
Het kanariepietje in het kooitje
van Frans Heyster is zo be- Zal Heyster ooit nog eens wat
driegelijk echt, dat hij eens in
Chèvremont (L) werd aange
houden door twee heren, die
zeiden dat zij van de dieren
bescherming waren. „We
gaan u bekeuren," zeiden zij,
„Want eerstens heeft uw vo
geltje geen zaadbakje. Twce-
dens geen voerbakje. Meneer,
dit is dierenmishandeling."
De geschiedenis verzwijgt of
dit incident zich afspeelde
vóór of na de wedstrijd in
ernst om een verloren wed
strijd of in luim onder het ge
not van koel Limburgs nat
maar het doet er ook niet
toe).
Over „nat" gesproken: toen
Frans Heyster met Sparta in
Glasgow aankwam, voor het
spelen van de Europa Cup
wedstrijd tegen de Glasgow
Rangers, schoten de Schotten
op het vliegveld reeds op hem
af en zij vonden Frans met
z'n kooitie zo leuk, dat hij in
een mum van tijd enige gla
zen whiskey kreeg aangebo
den. „Ik had nog nooit van
m'n leven whiskey gedronken.
Koppig spul hoor." En in het
restaurant waar de Spartanen
's avonds gingen eten, riep de
eigenaar, „die meneer met
dat vogeltje hoeft niet te beta
len
SOFIA
Overal waar de twee Spartapie-
ten verschenen was het: als
het kindje binnenkomt juicht
heel het huisgezin. De film, de
televisie hebben zich ervan
meester gemaakt en daarom
viel het Frans Heyster vorig
jaar, toen hij met Sparta in
Sofia was, zo rauw op het lijf,
dat de Bulgaren hem in het
stadion zijn kooitje afnamen.
„Ik wist niet wat me ovpr-
kwam. Of er een bom in
zat
Dan waren de Joegoslaven in
Belgrado weer heel wat
vriendelijker- De Joegoslavi
sche ambassadeur in Rotter
dam haalde zelfs spontaan
zijn rode ster van de revers
om deze Frans Heyster op te
spelden.
Wat vele mensen niet weten is
dat Frans Heyster ook jaren
lang een verwoede spuitgast
is geweest bij de Rotterdamse
vrijwillige brandweer. Dat hij
onder andere nog heeft mee
geholpen de roemruchte
brand bij Piet van Reeuwijk
te blussen. Hij werkte als kok
aijn wens is met zijn kooi
tje op een olifant door Rotter
dam. rijden, ten teken dat zijn
geliefd Sparta kampioen is ge
worden?
Heyster ziet het somber in
„Feyenoord heeft Sparta
overvleugeld. Soms denken
we van niet, worden we over
moedig, om dan rillend wak
ker te worden, met onze blote
pootjes op het koude zeil.
Ende Rotterdammers
lusten het Kasteel niet meer.
Is ze zeker te deftig. Kom nou
moet je zien als er een fles-
sie pils is gedronken. Dan
plassen ze godbetert in de
isbakken
Vlaardingen In Vlaardingen
ziet men hem nog wel eens
„stekkeren", de kleine man,
die onder de naam „Sparta
piet" grote bekendheid heeft
verworven. Bij enkel<_ mensen
is daardoor reeds de vraag
gerezen: is de Spartapiet zijn
club ontrouw geworden, heeft
hij zijn hart verloren aan For-
tunaDat kan, zelfs op la
tere leeftijd: de Spartapiet is
al 66. Wij kunnen echter de
Spartanen en hun aanhang ge
rust stellen. Van afvalligheid
is geen sprake, sterker nog:
Sparta en zijn Spartapiet zul
len elkaar trouw blijven, tot
de dood hen scheidt.
Spartapiet vindt Frans Heys
ter, zoals de burgerlijke stand
hem kent. dat wel niet eens
een eh minder prettige
benaming? Moet je net den
ken Hij is er trots op m*
nog en nog altijd^ haantje
de voorste, met z'n pietje, als
er wat te beleven valt. Talloze
foto's getuigen hiervan.
Voetbalmannen, maar ook am
bassadeurs en ministers heb
ben zijn kooitje bewonderd.
Bijna is hij vorig jaar, na.de
bekerfinale Sparta-Ajax, op de
foto gegaan met Prins Claus.
Ajacieden aon de prins wer
den voorgesteld. Hij zoekt nu
maar z'n troost in de »»r0^e
ster", die de Joegoslavische
ambassadeur hem spontaan
opspeldde, na 'n wedstrijd van
Sparta, uit respect voor to n
bewijs van clubliefde.