EEN
ECHTE
5-
d
De Merel of de Zoete Inval
Piet Burik;
loor Bart in 't Hout
ZATERDAG 8 JULI 1972,
Sft&vtaöa
t stadsbestuur. „Den^l.
riepen ze daar. „La&v ?|l
binnenkomen... I" Errijn
bekendheid, die popu- S
betekende, heeft Burik J|j
er ook ervaren. Hij be-;^|
t gaan kan, getuft
allemaal hebben.
Hack van Holland Links van de Dirk v. d.
Burgweg in Hoek van Holland, op weg naar
het strand, ligt een huisje, bijna v'erscholen
achter hoog opklimmend struikgewas. Boi-
ven de toppen van het groen is nog juist de
naam zichtbaar: De Merel. Men zou het
ook De Zoete Inval kunnen noemen. Want
menigeen pleegt hier zijn auto aan de kant
van de weg te z'etten en even binnen te wip
pen.
Soms Is er zelfs sprake van een invasie.
Zoals zaterdag jl. toen hier de voltallige
Raad voor de Lichamelijke Opvoeding uit
Rotterdam ruim dertig man een dagje
op bezoek kwam bij zijn oude secretaris.
Met de bedoeling om Hoek van Holland te be
zichtigen, met alles d'r op en d'r an aan
sportvelden, speeltuinen, kampeergelegen
heid en last but not least het strand,
dat een metamorfose heeft ondergaan.
Maar ook om bij Burik oude herinneringen
op te halen. Eerst onder een kopje koffie,
later ap de dag onder iets sterkers, een
glaasje gedistilleerd of zo. En wie trek had
in een hartige hap kon zelf terecht bij de
barbecue in de tuin. Onder het neuriën
van.:„Happy days are here again."
BART IN-'T HOUT
„ik: ben
Piet Burik inspecteert het KNVB-jeugdkamp.
spronkéhjik aan de Rechter
Maasoever van Rotterdam
was gedacht. Op de plaats
van het oude Xerxes-terrein.,
in het noorden van Rotter,
dam.
Onfortuinlijk was het met de "bo
demgesteldheid daar slecht
gesteld,, was het niet alleen
een kostbare geschiedenis ge
worden, doch had men. ook
nog jaren moeten wachten al
vorens het terrei bouwrijp
zou zijn.
Toen keek men naar Zuid. Zag
men het ZuMplein in wording,
zag men de metro, die de be
zoekers praktisch voor de
deur zou brengen, onverschil
lig waar vandaan, al was het
vanuit Moskou, Énop de
achtergrond zag men het
Feyenoordstadion, dat toch
ook over gebrek aan belang
stelling niet bad te klagen.
Men hoopte eerlijk gezegd
een beetje op een „Tweede
Kuip".
In één opzicht was wethouder
Langerak niet met hem mee
gegaan. Burik had gepleit
voor een overkoepelende fi.
guur van het hele complex
een héle grote, zoals hij het
zelf uitdrukt een „match
maker" van internationale al
lure, die wat Burik betreft
een topsalaris mocht ver
dienen. „Want zo'n man, ver
dient het toch immers zelf te
rug..."1
Hoek van Holland Xn een
rieten leunstoel voor mij
zit Piet Burik. Een burger
of misschien beter gezegd
een ambtenaar in ruste.
Want enkele jaren terug
beende hij nog met grote
stappen door de gangen
van het raadhuis te Rotter
dam, op weg naar een ver
gadering van dit of dat of
naar zijn wethouder om
hern, in verband met een en
ander in de sport of in de
recreatie een hart onder de
riem te steken. Want Piet
Burik was het hoofd van de
afdeling Sportzaken en
maakte er geen geheim
van. Hu woont hij, voor de
helft van het jaar, in Hoek
•van Holland, in een houten
huis, dat vroeger op de
camping heeft gestaan en
zegt: „Xk ben een echte
Hoékenaarl"
geen geheim van maken, dat
op de huidige wethouder te
weinig pressie wordt uitgeoe
fend.
En dat is geen vleierij naar de
bewoners van Hoek van Hol
land, want wie roet Burik
door de Hoek fietst of wandelt
hoort om de haverklap: „dag
meneer Burik" of gewoon
„dag Bur&" of nog meer fa
miliair: „dag Piet". Het is
Burik om het even. Gewich
tigdoenerij was hem tert enen
male vreemd, ook in de tijd
dat hij in Rotterdam nog de
scepter zwaaide en vlak ach
ter de wethouder de belang
rijkste man was in de sport.
In Rotterdam, maar ook in
Hoek van Holland. Hij beeft
hier net zo rond gebanjerd als
in de Maasstad. Meegeholpen
sportvelden aanleggen, sPeeL
tuinen, volkstuintjes, de cam
ping. Op die camping heeft ja
renlang dit huisje gestaan
de Merel tot hij achter het
kampeerterrein van de Ko
ninklijke Nederlandse Voet
balbond de vinger kon krijgen,
achter een stukje grond, dat
hij nu helemaal voor zijn. ei
gen plezier beeft ingericht.
Waar hij als een rentenier z'n
eigen groente teelt, waar hij
knutselt, timmert of gewoon
in de zon wat mijmert over
wat geweest is. Hij heeft nog
■enige bemoeienis met de sport
en de recreatie in Hoek van
Holland, maar is nu meer de
vaderlijke figuur, bij wie ie
dereen om goede raad kan
aankloppen. Hij is niet meer
de motor, die krachten in be
weging brengt, maar dat kan
ook. niet wanneer je 69 jaar
bent. Al zit hij dan. nog in. de
Commissie van Beroep in de
afdeling Rotterdam van. de
KNVB, in de wijkraad van
Blijdorp in Rotterdam, in de
kampcommissie van Hoek
van Holland en last but not
least m de Raad voor de Li. Onderonsje in de tuin van Piet Burik.
chamelijke Opvoeding, zijn
troetelkind.
KIEUW STRAND
ï>e leden van die raad en ook
andere oudgedienden, zoals
Sehwantje en de Van Uriels,
zijn. pas bij hem op visite ge
weest. Voor de gezelligheid en
ook om de sport en de recrea
tie van Hoek van Holland' te
bezichtigen.
Vooral het strand is, zoals men
weet, nogal veranderd. Het
oude strand is vol gespoten en
een nieuw strand is uit zee ge
wonnen- Een project waar
Piet Burik trots op is of hij
het zelf heeft aangelegd. Zo
praat hij over het binnen-
meertje, dat er oorspronkelijk
zou komen, maar waarvan
men weer om hygiënische
redenen beeft afgezien. Hij
praat erover als een echte
Hoekenaar. Want de Hoek, dat
is zijn tweede troetelkind.
Daar woont ftij niet sinds hij
gepensioneerd is, daar woont
hij al twintig jaar. En in dit
huisje, waarvoor we nu zitten
te praten heeft hij menig
raadsstuk voorbereid. Lekker
's avonds in de stilte of wei 's
nachts als het af moest. Van
uit dit huisj-e heeft hij de vori
ge week zaterdag de leden
van de raad door Hoek van
Holland rondgeleid, als een
oud-burgemeester trots op
zijn gemeente. En terug in de
tuin, bij een gezellig glas en
een niet minder gezellige bar.
becue is er gepraat over de
Hoek, maar....-ook over de
raad, rijn troetelkind.
GAAT NIET GOED
tVant met dit troetelkind gaat
het niet goed, sinds de huidige
wethouder van Rotterdam, de
heer Van der Pols, het min of
meer onder voogdij heeft ge
plaatst.
Het land, dat zo'n vrijheid ge-
noot en daarom een voorbeeld
was in het hele land. Want
hergens kende men zo'n insti
tuut als de Rotterdamse Raad
voor de Lichamelijke Opvoe
ding, die binnen het gemeen
telijk beleid zoveel inspraak
had op het sportief en recrea
tief gebeuren.
Niet voor niets heeft men wél
eens gesproken over „de raad
in de raad". Met Piet Burik
als de secretaris en de stu
wende kracht. Misschien voor
een ambtenaar een wat dua
listische functie, maar daar
trok Burik zich niets van aan.
Sinds hij van het hoofdtoneel
is verdwenen, ziet hij de auto
nomie van dit lichaam ver
slappen en dat gaat hem aan
het hart. Wat hij van de Raad
voor de Lichamelijke Opvoe
ding ziet overblijven is oen
(zielig) groepje adviseurs,
wier inspraak tot nul komma
nul zal dalen- Terwijl het in
zijn tijd precies andersom
was. Toen adviseerde de wet-
houder en was de Raad v.d.
L.O. de uitvoerende macht.
GEEN PRESSIE
Piet Burik wil geen namen noe
men, maar er anderzijds ook
Dat was in zijn tijd anders. Hij
heeft onder acht wethouders
gediend:' Nivard, De Groot,
Ratte, Meertens, Van Wal-
sum, Van der Vlerk, Lange,
rak en Van der Ploeg (tijde
lijk), maar nooit heeft hij van
zdjn hart een moordkuil ge-
TWEEDE CLUB
Burik had ook graag, voordat
hij met pensioen ging, een
tweede club in Rotterdam
achtergelaten, die In populari
teit zou kunnen wedijveren
met Feyenoord.
BOK DE KORVER
Hij heeft gedacht aan een com
binatie van Sparta, Xerxes en
Excelsior. De twee laatstge.
noemden heeft hij nog tot él-
kaar kunnen brengen, met
Piet Hoogeiibooxn als de grote
rangeerder, maar met Sparta
ging hat vanwege de naam
moeilijk. Jammer genoeg
ging Hoogeriboo-m toen met de
profs van Xerxes naar Delft,
anders was het Burik mis
schien nog wel gelukt.
Piet Burik heeft ook Onderwijs
tred aan in Rotterdam. Toen dé
oorlog was afgelopen stond
hij. met zijn afdeling, voor de
taak zo'n 600 scholen uit de
grond te stampen. Maar de
sport is toch altijd zijn troetel
kind (alweer één) geweest.
En dan.-denkt Burik nog met
dankbaarheid terug aan
„good old" Bok da Korver,
die hem in de spart wegwijs
heeft gemaakt. „.Want wie
was ik nog, toen ik aan het
hoofd van die afdeling kwam?
Mister Niemand. Maar De
Korver kende iedereen. Hij
heeft me overal mee naar toe
genomen en aan de mensen
voorgesteld, als zijn chef".
maakt. „Ik ben nooit een ja
broer geweest en jk hield zelf
ook niet van ja-broers om me
heen. Ik hield van een man,
die eerlijk voor zijn mening
uitkwam. Niet dat, ik het altijd
met hem eens was, maar dat
doet er niet toe."
De wethouders waren het ook
niet altijd met Burik eens.
Het stormde nogal eens in de
kamer van de wethouder. En
de appreciatie voor de rebel
Burik was ook verschillend.
De één kon het beter hebben
dan de ander. „Sommigen
ik noem geen namen zagen
daarin een machtswellust van
mij. Belachelijk. Ik wist heus
wel hoe ver ik kon gaan en
wait mijn plaats was. ik wist
heus wel, dat de wethouder dc
zaak moest verkopen, in het
college, in de raad. Ik wou
hem alleen maar zo goed mo
gelijk heipen. En de eer aan
hem laten."
Interesse van de Raad voor Lichamelijke Opvoeding voor de recreatieve tent.
HET SPORTPALEIS
Eén van de laatste grote projec
ten, waaraan Burik heeft
meegewerkt, is het Ahoy-com-
plex, oftewel het Sportpaleis
geweest.
Hij heeft daarvoor met de wet
houder Langerak menig
reisje naar het buitenland ge
maakt, om zijn licht op te ste
ken, Ze hadden er al zo'n stuk
of twintig geaien tot de heer
v.d. Ploeg tijdelijk waarne
mend wegens riekte van de
heer Langerak de knoop
doorhakte en het project in de
gemeenteraad bracht. Burik
doet het ook een beetje pijn,
dat het Sportpaleis tot nu toe
nog maar weinig van de
grond is gekomen.
„Het is nakaarten, maar ligt
het wel helemaal goed?1'
En Burik vertelt dat het oor-
Burik herinnerTzich nog dat zij
eens in. Antwerpen kwamen,
bij het stadsbestuur.
Bok!",
maar
wat die bekendheid, die
lariteit betekende, heeft
zelf later ook ervaren,
treurt het dat zijn
een andere opvatting
„Het is in de sbort toch
deksels belangrijk..."
PLUK DE
En nu heeft ^iet Burik
maar twee stelregels in
late leven: De ene luidt
de dag" en de andere:
zal mijn tijd wel
Hij'voelt er zich best bij,
kruipt het bloed soms
waar het niel
ge wat we
afgepraat, op het terras
zijn huisje. Getuige ook
antwoord op mijn vraag;
„Hoe Is het nou met de water
vervuiling in de Hoek?"
„De ene dag lees ik dat ik het
water in de Hoek goed is,
en de andere dag het tegen
overgestelde. Maar de vis
sers, met wie ik spreek,
gaan met een aardig zooitje
makreel naar huis..."