Kunstschilder
T. v. Gelder 26
van de
en....
Dicht bij het strand parkeren: een gulden
«Mi
j
#SCHDEDAMSCHE COURANT
VRIJDAG II AUGUSTUS 1972
3
4.
Het keramiek van Ton's vrouw Nanna neemt in de winkel eon aparte plaats in.
'Ton: „Volgens mijn moeder ben ik een kluizenaar".
Schiedam „Jee, wat duur, daar koop ik er twee
roor bij de Hema", hoor je soms mensen zeg
gen, die voor de etalage naar een schUdcrtf
staan te kijken. Maar ze weten niet, hoeveel
moeite het kost, een^goed schilderij te maken.
Met zulke mensen zou ik graag eens willen pra
ten, ze hier binnenhalen", zegt de bijna 27-jari-
ge kunstschilder Ton van Gelder, die met zijn
vrouw Nanna sinds een maand in een zeer
sfeervol ingericht pand compleet met expositie
ruimte in de Hoofdstraat'in de Gorzen woont.
Ton: „Over het algemeen denkt men, dat kunste
naars een stelletje Damslapers zijn, die de kost
verdienen door zo af er. toe eens wat aan te
rommelen in hun atelier en verder een beetje in
het zonnetje liggen. Om dat misverstand uit de
wereld te helpen wil ik de mensen in nauwer
contact brengen met de kunst. Ik zou 'het fijn
vinden, als het publiek en de kunst meer naar
elkaar toegroeiden. Om dat te bereiken, wil ik
hier langzaam aan een goed programma opbou
wen. In het najaar probeer ik-wat exposities
van Schiedsmse kunstenaars op touw te zetten
en op 1 oktober beginnen Nanna en ik met het
geven van cursussen".
POTTENBAKKEN
Op woensdag- en vrijdagavond wil het jonge stel
•belangstellenden de kunst van het pottenbak
ken, schilderen en etsen bijbrengen door middel
van wekelijkse lessen voor 20 per maand.
Welke avond ze komen, mogen de cursisten zelf
uitmaken. Er zijn reeds verschillende aartmei-
dingen binnen.
„Tijdens de cursussen zal vooral wat dieper wor
den ingegaan op de technische aspecten van de
kunst", vertelt donkerogfge Nanna, die kera
miek als studierichting had op de Academie
•voor Beeldende Kunst in Rotterdam, waar ze
haar man leerde kennen.
Ook met de te houden exposities willen Ton en
Nanna het publiek bewegen eens hun winkel
binnen, te stappen, die voóral het decor zal zijn
van schilderijen, die de mensen aanspreken.
Zelf exposeren ziet Ton nog niet zo zitten: Ik wil
eerst; een jaar of vijf a zes hard werken én dan
mét iets goed voor de dag komen. De meesten'
exposeren.te vroeg, ze denken te gauw, dat hun
werk goed genoeg is, vaak teren ze dan. nog op
dingen,; waarmee ze op de kunstacademie hoge
cijfers hebben behaald. Maar dat kun. je niet
..blijven •dóen, je moet ook eens Wat niéuws bren
gen".
„Ik ben vreselijk fanatiek", vertélt hij, „beroemd
worden is mijn bedoeling niet, als ik maar su-c-
v;ces bijmezelf heb..Zolang ik plezier in mijn
werk heb, geeft het mij voldoening. Alléén is
hét wel eéhs lastig, dat ik zo.besluiteloos ben.
Soms loop ik weken, soms maanden met een on
derwerp in mijn hoofd, voordat ik er aan begin.
Ik wou, dat ik veel directer was. ik kan mezelf
imóéilijk uitdrukken".
JEUK.
„Maar als ik dan één van mijn vrienden aan het
wérk -zie, dankrijg ik j euk in mijn kl auwen en
wil ik zo gauw mogelijk zelf aan de slag. Ik
werk erg veel, eigenlijk bijna altijd, - behalve
drie avonden in de week, dan sorteer ik brieven
bij de PTT om'geld te verdienen, waarvan ik
weer materiaal katt kopeii".
.Nog steeds is Ton dankbaar,-dat hij een opleiding
voor titnmérman. heeft genoten: „Daar heb ik
veel profijt- van, bok op de academie was dat
het geval. Soms wordt er wel eens een beroep
gedaan op je technisch Inzicht,- en dan is het ge
makkelijk, als je twee rechterhanden aan je:lijf
hebt".
Het was eigenlijk dé bedoeling, dat Ton. automon
teur werd, maar daar achtten de leraren op de
technische school hem te zwak voor. Ton groei
de op,in Overijssel, op de boerderij.van zijn va
der. Nadat hij gediplomeerd timmerman was,
•ging hij werken op een meubelfabriek/ waar het
hem na een, half jaar ging vervelen. Hij; vónd
een nieuwe baan in Den Helder. Hier werd hij
lid van een amateunkunstkring, die de spring
plank bleek voor zijn artistieke loopbaan.
-Na- een jaar aan de Vrije Academie in Den Haag
te hebben gestudeerd, waar Ton toch niet zo
veel.opstak als; hij had verwacht, ging hij naar
de kunstacademie in Rotterdam. „Daar vonden
ze, dat ik wel talent, had, dus ik werd aangeno
men. In Rotterdam heb ik erg veel geleerd,
maar ik was te .zelfstandig om me daar'aan de
wijze waarop er les wordt gegeven, aan te pas
sen. Op de Haagse academie was ik gewend,
volgens mijn eigen inzicht te werk te gaan, en
•dat werd in Rotterdam'niet geaccepteerd".
GEWELDIG
Sinds een jaar werkt Ton zelfstandig. Geweldig
vindk hij het:. Ik ben helemaal tot me2elf geko
men, voor die tijd was ik erg onrustig, op de
academie kun je toch niet helemaal je, eigen
gang. ga an. Nu. heb ik_ echt voldoening van" mijn
werk Ik geniét als Ikin mijn eentje achter
mijn ezel zit. Vroeger dacht ik, dat de ezels-
schilderijen dood zijn, maar dat is niet waar.
Op die houten driepoten worden toch mooie, din
gen geboren".
Voor invloeden van buitenaf is Ton heel gevoelig:
„Mijn werk en mijn leven zijn één. Mijn leven
verwerk ik geloof ik in de kunst. Als ik een boek
lees, waarvan ik ere onder de indruk raak, wil
ik dat door middel van de verf laten uitkomen.
Vorig jaar ben ik op vakantie geweest naar
Zwitserland. Daar heb ik vee! inspiratie opge
daan, ik heb zelfs een hele Zwitserland-serie ge
maakt.
Ton: „Ik gebruik het liefst pasteltinten. Primaire-
kleuren zijn me te hard. misschien ben ik er
wel te zacht voor, die passen niet in mijn eigen
wereldje, waarin ik me graag terugtrek. Mjjn.
moeder zei altijd al, dat ik een kluizenaar ber."..
SALON
ïn de Schiedamse kunstenaarswereld is Ton, de
lange magere jongen met he: peenhaar, geen*
onbekende. Zo werkt hij vaak in zijn atelier in-
het Proveniershuis; vorig jaar hingen er twee»
schilderijen van hem in de Salon van de Maas-»
steden in het Stedelijk Museum.
Dezer dagen gaan Ton en Nanna op vakantie, nag
even van de rust genieten, voordat in het na-*
jaar drukkere tijden aanbreken, waarop het*
kunstenaarsechtpaar zich overigens nu at ver-*
heugt.
Hóek van Holland Het par
keerbeleid in de omgeving
.van het strand van Hoek
•van Holland gaat zo langza
merhand lijken op een va-
criant op 'de uitdrukking
Sta.of ik schiet".
De Hoekse overheid lees:
[de Rotterdamse overheid
heeft daar geleidelijk
,„Loop of betaal" van ge
smaakt.
nat wil namelijk het geval?
•De argeloze automobilist
^iie via de oude boulevard
•naar het strand gaat en de
•nieuwe weg, die is ontstaan
tdoor het verleggen van het
èstrand, inrijdt, komt na
,enjge honderden meters tot
»de conclusie dat er behalve
.een nieuwe boulevard
•(waar hij met zijn vervoer
middel niet oo mag komen)
een nieuwe parkeer-
*pl?ats voorruim 1400 au-
|s. (waarvoor de entree
ji?en gulden kost) ooknog
.hentallen parkeerverbods-
jborden zijn gekomen. Voor
een vr?j plaatsje moet hij
bijna anderhalve kilometer
terugrijden. En om weer
bij - het strand te komen
moet hij dan die afstand
ook nogeens te voet afleg-
•fipn/
Op dit moment Is de situatie
nog niet zo, maar het ts wel
het Hoekse toekomstbeeld.
Met de aanleg van het ove
rigens fraaie parkeerter
rein vlak bij het straftd is men
druk bezig. Dezer dagen wer
den de witte kalkstrepèn aan
gebracht.
Ook de zogenaamde „keer-
hoek" door middel waarvan
de automobilist na hét ai-.
zetten van moeder, de kinde
ren, de strandstoelen en het
pakje brood zonder moeilij
ke draai-manoeuvres weer
kan. terugrijden,; is nog niet
klaar. Het middendeel bestaat
alleen nog maar uit zand en
de inventieve automobilist-
strandbezoeker heeft daar al
een tijdelijke parkeerplaats
van gemaakt. Voor niets en
voor noppes.
Ook ,de nog zanderige bermen
van de nieuwe strandweg wor
den nu nog' voor het stallen
van de wagens gebruikt. Gra
tis, park er en, de gehele dag.
Maar dat zal niét lang meer du
ren.
Nog maar enkele maanden gele
den begonnen de eerste symp
tomen van „Hoe het. zal wor
den" "vastere vorm te krijgen.
Er kwam een slagboom en
niemand mocht meer met zijn
auto over de nieuwe boule
vard komen. Alleen de strand
tenthouders die daarvoor een
speciale vergunning kregen.
,Dat was ;veel: te gevaarlijk.
Die boulevard moet een veili
ge promenade worden",, me
nen de politie en de afdeling
Sport en recreatie van de ge
meente. 'Dus'looen maar, me-,
nen zij.
Dat geldt ook vóór die automo
bilist die niet bereid $s otn een
piek te betalen; Die kan bin-
nenkort alleen maar..zijn auto
gratis parkeren op; de. oude
boulevard op ruim anderhalve
kilometer /afstand van het
.-niéuwe strand.
„Wie een auto heeft, kan toch
ook wel die gulden betalen", is
men geneigd te zeggen, maar
menigeen zal ook moeten tote
geven dat vrijwel elke rege
ring met deze slogan de we
genbelasting ging verhogen.
En de verzekeringsmaat
schappijen hun premies. En
de benzinemaatschappijen
hun literprijzen.
Het overbekende melkkoetje
dus
Bij de politie bekijkt men het
wat zakelijker. „Het aanleg
gen van dat terrein was een
dure zaak. En het Is zeker dat
het eigenlijk maar één «naand
per jaar helemaal vol staat.
Mag de gemeente daar niet
een kleinigheid voor terugvra*
.gen?"'
Een andere dienaar van Her
mandad vindt de kwestie al
leen maar een zaak van socia
le rechtvaardigheid; „Kijk,'al-
die mensen die geen auto heb-':-
ben moeten van het. s.tatioïi'
naar het strand lopén. Dat is
ruim 2 kilometer.Laat dié au-
;tomobiüst ook ma ar eens lo-1
pen.-' En wil hij dat niet/'-dén
móet hij maar wat betalen''.
H.H. automobilisten, het wordt
dus lopen naar het strand
van Hoek van Holland. Ach,
ja. we zullen maar zeggen
dat dat ook gezond is.'
Rechts de slagboom die alle verkeer naar de nieuwe Hoekse boulevard tegenhoudt. In het midden de zogenaamde „keer-
^/-.hoèk" endaarachter het'nieuwe-parkeerterrein.' I
Het nu rog zanderige middenstuk van de „keer-hoek". Nu nog gebruikt als nood-parkeerplaats. Straks door ongelijk geplaveide
„kinderhoofdjes" ook; onbereikbaar voor auto's.