BASIS BIJ GEMEENTE UNIEKE VLAARDINGSE DRANK IN OPKOMST SCHELVISPEKEL: school.,, COÖRDINERENDE MILIEUWET HARD NODIG Samenwerken in gewesten rijnmond Het aanwijzen van een sanerings- gebled, mogelijk via de Wet op In de direkte omgeving wordt al de luchtverontreiniging, heeft enige tijd koördinerend gewerkt volgens rar. Van Egdom wel op milieugebied: het Openbaar zin. „Zo kan VDor een heel ge- Üchaam Rijnmond is er. bied een pakket maatregelen Mysterieus vocht slaat aan SCHIEDAMSCHE COURANT ZATERDAG 30 JUNI 1973 Aanpak van vervuiling terug naar gemeenten Maassluis „De gemeente moet gehandhaaft blijven als algemeen vergunning gevend orgaan bij het bestrijden van de industriële luchtverontreiniging; Gedeputeerde Sta ll ten mogen eigenlijk niet veel verder gaan dan bindende aanwijzingen geven bij bovengemeentelijke belangen". De Maassluis® gemeente-ambtenaar M. A. C. van Egdom (29) is sinds een week meester in de rechten na een inten- i sive avondstudie van vijf jaar. Hij schreef een skriptie, j „De gemeente en het probleem van de industriële lucht- verontreiniging", en noemt daarin de toegenomen invloed van de provincie in de bestrijding van de verontreiniging „minder gelukkig". door Rinze Brandsma Het zit hem eigenlijk in de nieuwe Wet op de luchtve- J. ronteinïging. Die wet geeft Gedeputeerde Staten van de provincie grote toe- voegdheden. De nieuwe wet was hard nodig, oorsprong vindt in een dekreet alt 1810) waarin een vergunnin genstelsel voor ]uchtvervuflende bedrijven uitgewerkt was, zat vol leemtes en gebreken. Een verantwoorde aanpak van vele vormen van verontreiniging in Nederland was er niet meer mee mogelijk. In 1824 -en 1875 werd het dekreet veranderd en kwamen uiteinde lijk de „vernieuwde hinderwet". Maar al die verbeteringen en aanvullingen Tieten' één belang rijk element bij het oude: de gemeentebesturen bleven de be langrijkste vergunninggevers. De stap die de wetgevers nu ge nomen hebben is drastisch ge weest, maar met de gevolgen is Van Egdom het niet erg eens. „Er is schaalvergroting ge weest, maar een schaalvergro ting naar de verkeerde kant. Dit had vanuit de gemeenten zelf moeten gebeuren. De basis ligt bij de gemeente: de ge- me ent e moet de gevolgen van de industrialisatie in de hand houden". mlng, en is zich ervan bewust dat hij dat doet 3n een tijd dat het vraagstuk van de gewestvor ming veelbesproken is. „Kijk, dat moet vanuit de gemeenten gebeuren, zo'n schaalvergroting is wel heilzaam. Zo wordt aan een paar belangrijke voorwaar den voldaan. Ten eerste wordt de afstand tusse bestuur en bestuurden minder groot dan wanneer GS dat be stuur is. In een gewest blijft de afstand overbrugbaar. Zo zijn er voldoende intensieve kontak ten mogelijk (een voorwaarde) met de inwoners én met de ver vuilende instanties. De provin cie is geen lichaam dat sterk leeft bij de bevolking. Ten twee de is de omvang van een gewest precies groot genoeg om een goed apparaat op te zetten, dat met de wetten in de hand op treedt tegen verontreiniging. Een enkele gemeente kan dat meestal niet voor elkaar krij gen. En kijk eens naar Gedepu teerde Staten: daar ontbreekt toch helemaal het deskundig technisch apparaat"? AANPASSEN De Hinderwet was sterk verou derd, daar Is Van Egdom het mee eens. Maar voor. hem was dat beslist geen reden om die wet weg te gooien of hem in de schaduw te stellen van de nieu we Wet op de luchtverontreini ging. Hij wil die oude Hinder wet aanvullen en aanpassen tot Luchtvervuilingnog lang geen goede aanpak mogelijk. een instrument tegen alle vor men van industriële vervuiling. „We zitten niet alteen met die soort verontreiniging. Veel be drijven zijn niet aangewezen als belangrijke luchtverontreimgers en vallen dus niet onder de nieuwe Wet op de luchtverontrei niging". Drie jaar geleden was ministerieel al toegezegd dat de Hinderwet aangepast zou wor- I den. Bij die toezegging is het gebleven. Van Egdom is een groot voorstan der van een algemene milieu wet, die de wirwar van wetten, wetjes en verordeningen („voor velen is er steeds moeilijker uit wijs te worden, dat moet je voorkomen) kodr dineert. Zo'n ko Ordinerende wet (een voor- beeld ervan is te vinden in het verzekeringswezen) moet een be stuurss truktuur en een pakket (nood-) maatregelen kennen. Binnen die Algemene Milieuwet moet de Hinderwet een plaats vinden met de Wet op de lucht verontreiniging en andere wetten die zijdelings betrekking hebben op het milieu. Voorbeelden daarvan zijn de Wegenverkeers wet (het verkeer vervuilt het milieu in belangrijke mate) en de Warenwet (voor warm te- stock worden vaak vuile brand stoffen gebruikt, zoals zwavel houdende olie). dig", „Maar Rijnmond is een slacht voorbeeld in dit verband", meent Van Egdom". De basis ia niet helemaal in orde, ook hier hebben de gemeenten te weinig te zeggen. Ja, Rotterdam wel. Maar die brengt ook heel wat deskundigheid in. In de Centrale Milieudienst zitten v^el deskun digen van het oude Hinderwet- bureau van Rotterdam. „Erg goed vindt hij het overdragen van de hinderwetbevoegdheden van de gemeenten aan Rijn mond' „maar er Is meer no- van kracht worden. En alles gaat door middel van de Raad voor Luchtverontreiniging, een openbaar werkend orgaan. Daarna beslist de minister. Maar het blijft een" noodmaatre gel, een maatregel die eigenlijk in zo'n Algemene Miieuweg moet opgenomen worden". DOEL EN MIDDEL In zijn skript verzet Van Egdom zich met kiem tegen een strin gent vasthouden aan de middel- voorwaarde, van waaruit de Hinderwet werkt. De middel- voorwwarde zegt hoe een be paald resultaat bereikt moet worden bij de mogelijke vervui ler. „Dat is ondoenlijk, vaak. weet het bedrijf zelf niet eens hoe dat technisch moet. De overheid kan het dan helemaal niet doorzien. Ook veroudert zo'n voorwaarde snel. Bij een doel voorwaarde daarentegen staat het resultaat voorop. Er worden dan door de overheid waarden bepaald die aanvaard baar zijn voor het leefmilieu. Het bedrijfsleven is dan veel sterker verantwoordelijk voor de gepleegde vervuiling en voor het handhaven van die waarden. Hoe, dat moet het zelf oplos sen". In ieder geval biedt zo'n kon- 5truktie meer waarborgen dan het gevaarlijk vrijblijvende af spraaksysteem van nu in Rijn mond. „De overheid staat na machteloos" geeft mrVan Eg dom, toe.. GEWESTEN dat weL De Hinderwet, die een Van Egdom pielt voor gewestvor. door BERNADETTE ELIAS De Maassluizer MJV.C. van Egdom, 29 jaar, Is meestr in de rechten. Hij heeft er hard voor gewerkt, In de avonduren. In de „normale" tijd van vijf jaar volbracht hij de studie rech ten, met het bestuursrecht als keuzevak. Vorige week kon hij een punt achter zijn studie en „mr." voor zijn naam zetten, „Om je werk goed te kunnen doen moet je een helder inzicht hebben in het bestuur", motiveert hij zijn avondstudie. Dat werk ligt op algemene zaken van de gemeentesekretarie van Maassluis. Al enkele jaren houdt hij zich onder meer bezig met hinderwetzaken voor de gemeente. In september vorig jaar kwam er een nieuwe milieuwet, de Wet op de luchtver ontreiniging. De nieuwe wettelijke regeling beoogde een be tere aanpak van luchtverontreinigeis. Ook Rijnmond kent die verontreinlgers: er zitten er nogal wat bij de steeds minder met wijd-open armen binnengehaalde Industrie, een vaak stliir kende Rijnmond-vol. Voor Maassluis is de nieuwe wet samen mt de gehandhaafde „ouwe" Hinderwet, erg belangrijk; je bent Rijnmondgemeen te of je bent het niet. Omdat hij er dagelijks mee gekonfron- teerd wordt als ambtenaar en inwoner van Maassluis dook Van Egdom wat dieper In de milieuwetgeving en wijdde er een skriptie aan van matige dikte. Bij zijn mondelinge verde diging \aan de Leidse Universiteit en bij nader e navraag be keek hij hoe het wél veel beter zou gaan, dan nu wettelijk en in uitvoering. Het was, meestal tussen de regels door, al verwoord In de meesterskriptle;: leg het vergunnlngbeield te rug ia handen van de gemeenten. Die gemeenten moeten maar in gewestvorm bij elkaar gaan zitten. Maar het is in ieder geval niet in orde dat GS boofdbestrijder wordt van de verontreiniging. Dat staat te ver at van de burger ec het be drijf. Mr. M. A. C. van Egdom (29) uil Maasland.-.skriptie Vlaardingen Bestaat de geheimzinnige drank van de tove naar uit de verhalen van Asterix dan toch werkelijk? Is deze opwekkende toverdrank dan niet door de Galliërs uitgevonden, maar door de zeevarende Germanen uit Vlaardingen? Van heinde en verre komen nieuwsgierige vreemdelingen naar Vlaardingen om dit mysterieuze, zoe te, uit brandewijn en kruiden gebrouwen vocht met een alcoholpercentage van 35% te proeven. De naam van het brouwsel doet vreemd aan: Schelvis- pekel. Enerzijds roept dit weerzin op. Gedachtenas- sociaties als pekel, zout en drab zullen niet direct tot de uitzonderingen behoren en mensen die niet van vis houden zullen misschien enkel en alleen op de naam afgaan en de drank afwij zen. Anderzijds roept de i naam een altijd sluimeren de nieuwsierigheSd wak ker: Wat Is dat nou in vre desnaam? Laten we er eentje nemen) Schelvispekel wordt alleen door de distilleerderij Van Toorn aan de Vlaardingse Markt gemaakt. Zij hebben er patent op. De laatste jaren wordt de Schelvis, pekel steeds meer gedronken. Vijf jaar geleden was de drank alleen nog maar In Vlaardingen bekend en In mindere mate In vissersplaatsen als Katwijk en Schevenlngen. Nu levert Van Toom aan zo'n duizend slij terijen door het gehele land. maar hoe oud kunnen we niet nagaan. Het zal ontstaan zijn toen iemand brandewijn, suiker en krulden aan boord vond en daar wat van gemaakt heeft dat lekker smaakte. Je wordt er ook warm van, van binnen". VISSERS Schelvispekel Is een eeuwenoude drank, die het eerst aan boord van de vissersschepen gemaakt cn gedronken werd. Hoe oud het precies Is en wanneer het voor het eerst gemaakt werd, is met geen mogelijkheid na te gaan. J. A. van Toorii heeft het in de gemeente-archieven van Vlaar dingen trachten aa te gaan. Ook bij het visserij museum en bij nog andere voor de hand liggen de instanties, maar nergens wurdt over de Schelvispekel ge rept. Van Toom: „Het is heel oud, Ook naar het ontstaan van de raam kan men alleen maar gis. sen. De kleur van Schelvispekel is bruinachtjg. Iets donkerder dan cognac. Vroeger stond het pekelwater in grote tonnen langs de haven van Vlaardingen. Dir was een bruinig drab, waar van de kleur min of meer over eenkwam met die geheimzinnige drank. Bovendien zaten vroeger in de flessen Schelvispekel vaak nog de specerijen. In de tonnen pekel dreef natuurlijk ook aller lei vuiligheid. De kleur heeft dan misschien het woord „pekel" gemaakt. Schel vis Is er voor geplakt omdat, naarmen zegt, de drank het eerst op de schelvisvisserij Is gedronken. Rond 19Ö0 werd de Schelvispekel ook in café's in Vlaardingen ge schonken. Hendrik van Toom richtte in 1883 een tapperijtje op De heer J. A. van Toom: Schelvispekel van vader op zoon. aan de Markt waar ook Schel vispekel werd geschonken. In 1920 vroeg hij patent aan op de vissersdrank, „Mijn grootvader had er misschien ten voorge voel van dat het uniek was. Het is gebleken dat mij gelijk heeft gehad. Niemand kan bet nama ken". Van Toom maakt de Schelvispe kel nog steeds volgens het oude basis-recept. In de loop van de tijd is er natuurlijk wel wat aan gedokterd en wordt de drank gefiltreerd, zodat de krulden niet meer op de bodem van het glas drijven. Van Toom schat d«it er per jaar 20.000 Uter „pe kel" gemaakt wordt. In de dis tilleerderij wordt de drank ge maakt door iemand die al 43 jaar in het bedrijf is. COCKTAILS De Vlaardingse distilleerderij heeft tot op heden nog geen moeite gedaan om via reclame de aan dacht op de drank te vestigen. Ook heeft Van Toorn er eigen lijk geen idee van hoe en waar de drank gedronken wordt. „Wij leveren niet rechtstreeks, maar aan de grote inkoopcombinaties. Voor ons is de horecasector nog een onontgonnen gebied. Wij weten echt niet waar het ge dronken wordt, Bijvoorbeeld: er komt een man hier iedere week twaalf liter Schelvispekel kopen. Wat bleek? Hij heeft een café in Delft en daar maken ze cocktails van de „pekel'*. Bij de distilleerderij aan de Markt Is ook een proeflokaal. Deze gelegenheid is alleen op vrijdag en op zaterdag open. Als specialiteit wordt er Schel vispekel geschonken met peper koek. „Het is voor ons geen ho recabedrijf dat op winstbasis is geschoeid; we moeten er na tuurlijk ook niet aan te kort ko men. Maar het Is voor ons een kennismaking met het publiek. De mensen die hier komen wil len het proeven. Er komt hier van alles en nog wat, jeugdige f4guren, min of meer alternatie ve figuren en oudere mensen komen dikwijls met hun vrouw". Schelvispekel is pas de laatste ja ren Lu de belangstelling geka- mcc. Sporadisch werd het wel geschonken in café's in omlig- Hoek van Holland De zesde- klassers van de Van Rijckevor- selschool in Hoek van Holland hebben afscheid genomen van hun lagere schooltijd. Ongeveer zestig kinderen uit de belde zes de klassen hadden zich verza meld in een der lokalen van de school om daar een gezellige avond te maken, samen met de ouders. Dat gebeurde met zang, toneelstukjes, dans en muziek. Dankzij langdurige repetities {wat kun je de laatste weken op de lagere school eigenlijk nog an ders doen) werd het een. uitste kend verzorgde avond. En dan was er officiële afscheid. Een toespraak van het hoofd der school. Leent vaar, uitreiking van rapporten en getuigschrif ten, afscheid van de ondrwij- zers en een presentje in de vorm van een bestek, namens de oudercommissie. gende plaatsen, bijvoorbeeld in Schiedam, maar verder werd de drank eigenlijk miskend. Waar Wijt Van Toom deze opbloei aan. „De mensen die hier ko men willen het echt proeven. Ik geloof dat de mensen een beetje uitgekeken zijn op jonge jene ver. Ook de jongere mensen w»llen wel eens wat anders. Waarom wordt er nu dan ook zoveel Berenburg geschonken? De bitters zijn in opkomst". Schelvispekel mag dan een ge heimzinnige drankje zijn, het blijft een lekkere opkikker. Toch is het erg verraderlijk. Door de zoetheid van het spul wordt het alcoholpercentage vaak onderschat De eigenaar van het alleenrecht om Schelvis pekel tc maken houdt zelf met van zijn unieke drank. „Ik ben meer een wijn liefhebber".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1973 | | pagina 3