van
ne
Weners goed Kethelaar Jan
van
nen
Huren
te hoog?
hsiSSTm\
Wie maakt
de dienst
uit?
voor
prijzen
mm
V
■mm
ïÊ&t LSKxe** ri°T UIT- W
iATSH
icx iatshj
^V«AHA>
SCHIEDAMS CHE COURANT WOENSDAG 24 OKTOBER 1973
„U bent op zoek naar de
oude 'binnenstad? Tja, die
is er niet meer. Heb" ik
voor gezorgd. De Vries is
'de naam. Ik ben Neerlands
grootste'stadsyemieler"..
'Een. weinig vleiende, maar
wel duidelijke introductie.
De uitspraak is te lezen op
de roemruchte -Utrechtse
"V.. Muurkrant. Pel en -ongrijp
baar als een havik pikt de
Muurkrant met deze kreten
tm opdr. Jan de Vries, pre-
•sidenit-directeur van het
Utrechtse bouwconcern
Verenigde Bedrijven Bre-
■-l^dero^
Directeur De Vries geldt bij de
makers van de Muurkrant en
ook bij anderen als de ver
antwoordelijke man voor het
pompeuze Hoog Catharijne, het
nieuw betonnen kunstbaat voor
de Utrechtse binnenstad.
Toen van steeds meer kanten de
bezwaren gingen rijzen tegen
het plan voor dat hart, ontdekte
men, dat het daarvoor te laat
Daarbij werden opmerkingen ge
maakt. die men intussen'ook in
Schiedam al heeft gehoord:
„Waarom geèri".' woningbouw
Het is een koopcomplex. dat fa-,
taal is. voor de winkelende mas
sa en moordend voor dé mid-'
Vj denstand".
Tien jaar geleden heeft 'de ge
meente Utrecht zich contrac
tueel vastgespijkerd aan Brede-
ro en met name aan diens doch
teronderneming Em-peo,'.een pro
jectontwikkelingsmaatschappij.
Een contract, waar niet meer aan
kon "worden gewrikt of'het zóu
de j gemeente financiële aderla
tingen kosten, die zij zich niet
kan permiteren.
De redenaties achteraf zijn niet
van de lucht. Zij onderstrepen
het trieste van de zaak, maar
veranderen er niets meer aan.
Om te onthouden: ook in Schie
dam zal straks elke verandering
geld kosten.
Daarbij wordt er wel eens opge-
wezen dat hier in Schiedam in
fases zal worden gebouwd en
dat Bij elke fase de zaak op
nieuw zal worden bekeken. Ook
Overeenkomst
Theo Harteveld, de PvdA-wethou-
der van stadsontwikkeling in
Utrecht, die in 1963 het plan
met succes in de gemeenteraad
verdedigde en nu zijn aandeel
in de gramschap op het brood
krijgt, -verzucht; „We zouden
vandaag een andere overeen
komst hebben gesloten dan tien
'jaar geleden". V
Próf; mr. R. Crince le Roy van
de Utrechtserijksuniversiteit,
waar het recht van de ruimtelij
ke ordening zijn specialiteit is,
vindt dat de gemeente zich de
visie van Empeo heeft laten op
dringen.
„Ik vraag mij af V zo zegt hij,
„waarom gemeenten bij de har-
dé projectontwikkelaars als Em
peo aankloppen enniet bij de
projectontwikkelingsgroep van
de nv Bouwfonds Nederlandse
Gemeenten".
Dit bouwfonds is niet in de eerste
plaats gericht op winst, de ge
meenten zijn haar aandeelhou
ders. De heer Crince Ie Roy
vergeet daarbij, dat die groep
pas in 1968 tot stand is geko
men.
Te Iaat voor Utrecht, maar niet
voor Schiedam. Ware het niet
-dat het bouwfonds, speciaal ge-
richt is op de bouw van huizen
en met name de goèdkope ei
gen woning en niet op utili-
Schiedam Het rea
liseren van het beton
nen kunsthart Hoog
Catiharijne in de
Utrechtse binnenstad,
moet een vingerwij
zing voor Schiedam
zijn, Een aanwijzing
hoe het niet moet. De
huiren zijn er zo hoog,
dat veel middenstan
ders ook in Schie
dam ze niet op
zullen kunnen bren
gen.
2e kunnen dan nog
alleen maar met wee
moed denken aan het
pandje, waarvan ze
vroeger eigenaar wa
ren, maar dat met
het realiseren van de
nieuwe binnenstad
Schtedams
wethouder
Boimers:
Greep op
Empeo?
onder de slopersha
mer viel.
Het is niet de enige
reden, waarom het
gemeentebestuur van
Utrecht zich achteraf
afvraagt, of het er
wel verstandig aan
heeft gedaan een con-
ract af te sluiten met
de projectontwikke
lingsmaatschappij
Empeo, een dochter
onderneming van de
bouwgigant Bredero.
In leder geval zou
men graag een ander
contract hebben wil
len afsluiten.
Dat „andere" con
tract kan voor wat
Schiedam betreft nog
steeds worden afge
sloten, omdat er nog
slechts een voorlopige
versie van is onderte
kend.
Aan het PvdA-raads-
lid Yvonne de Waard
zal het te danken
zijn, dat de Schie
dam se gemeenteraad
na de ondertekening
van het .definitieve
contract nog enige in
spraak heeft bij het
uitvoeren van de
plannen. Schiedams
wethouder van. stads
ontwikkeling C. J. M.
Boimers (PvdA) was
daar zelf niet opgeko
men.
Dat zal volgens hem
ook wel niet nodig
geweest zijn, want hij
heeft altijd beweerd,
dat hij de Empeo in
elke hoek kon krijgen
die hij wil.
Voor hem en alle an-
deren die het met dé j
Schiedamse binnen
stad goed menen,
volgt hierbij de les
van Hoog Catharijne.
De Utrechtse
Muurkrant, en zijn
grootste vijand
van vandaagj „De
Vries is de naam".
tA*m StMNCHSf'7
Ju&lHT Of Z<»« IK ésiSAftp.
PIS JEÏÏSiw NE£*tAHIX WOTSTE
fm V«ns a TH®> HAHTtysio QArm os
l&MttHiTA* K|JVAAitM. STRAKS CA «Mej
h90*'CATHA*Uȣ
ISr i&StTS VtlMteueM ÖPK&nnHA HA HA J
VA# UTA£CHT"
in Utrecht wordt echter in fases
gebouwd, zonder dat de ge
meente ook maar het kleinste
vingertje in de pap heeft.
Hoog Catharijne, het betonnen kunsthart van-Utrecht, onwrikbaar door een verkeerd contract.
teitsbouw, al zou het dat qua
potentie ook aankunnen.
Wethouder Boimers is er van.
overtuigd dat het winkelopper
vlak in Schiedam aanzienlijk
moet worden uitgebreid. Zijn
„tegenstanders" menen daaren
tegen dat in het plan voor de
Schiedamse binnenstad meer
ruimte zou moeten worden gere
serveerd voor de woningbouw.
Kosten
Het breken van alle banden met
Empeo zou de gemeente trou
wens nu al een lieve cent kos
ten, omdat de gemeenteraad in
dertijd in principe heeft goedge
keurd met de Empeo in zee te
gaan. Bij het verbreken van de
banden zou de projectontwikke
lingsmaatschappij uiteraard alle
tot nu gemaakte kosten in reke
ning brengen.
Intussen gaat de derde fase van
de bouw van Hoog Catherine
overdroten door. Het is voor
Utrecht de harde consequentie
uit de onvoorzichtige kennisma
king met een projectontwikke
lingsmaatschappij in een tijd,
dat men nog niet vermoedde
waf dat precies inhoudt.
Een projectontwikkelaar: een geo
liede machine, die draaiende
wordt gehouden door kiene we
tenschapsmensen van de prak
tijk: sociologen, wiskundigen,
economen, planologen en ga zo
door.
Wanneer zo'n bedrijf is gekoppeld
aan een bouwgigant éds Brede
ro, een concern met eigen
bouwbedrijven, fabrieken, inge
nieursbureau en financieringsli
chaam (en voor een gemeente
als Schiedam schijnt het erg be
langrijk te zijn om zelf het geld
niet te hoeven te investeren) is
het duidelijk, dat men te maken
heeft met een grootmacht, een
gigant.
Dupe
Allemaal erg geweldig, maar wel
moet worden uitgekeken dat de
middenstand daar niet de dupe
van wordt. En als in Schiedam
dezelfde huren moeten worden
betaald als in Utrecht (dat is
voor een groot deel afhankelijk
van de grondprijs), dan bestaat
daar een gerede kans op.
Wat die huren in Utrecht betreft,
heeft het Economisch Instituut
voor het Midden- en Kleinbe
drijf laten weten ze erg hoog te
vinden. Die huren varieren van
driehonderd gulden per vierkan
te meter per jaar tot zevenhon
derd gulden per vierkante me
ter per jaar.
Het gemiddelde ligt ongeveer op
450 gulden. Dat is dan wel ex
clusief btw en servicekosten.
Het Economisch Instituut meent
dat deze huurprijzen voor veel
branches onmogelijk op te bren
gen zijn, tenzij er uitzonderlijke
prestaties, worden geleverd,
want men gaat er meestaf van
uit dat de huisvestingskosten
maximaal vier procent van de
omzet mogen zijn.
Bij een oppervlakte van vijfhon
derd vierkante meter en een
huur van tweehonderdduizend
gulden per jaar, zal de omzet
moeten iïggen tussen de tien en
twintig miljoen gulden. Eén gi
gantisch bedrag.
Regel
Een andere regel zegt dat dé,
huur niet meer mag zijn dan
eenzevende deeL van de bruto
winst. Een cijfervoorbeeld toont
aan, dat ook volgens deze norm
de omzet hoog zal moeten zijn.
Stel een winkel heeft een opper
vlakte van honderd! vierkante,
meter. Dat is dan een. relatief
- kleine zaak vantien bij tien
meter. Daarmoet per jaar -
35.000 gulden voor worden be-
:taald. "7.
Om aan de daarvoor benodigde
winst (245.000 gulden) te tomen,
zal de omzet 800.000 gulden per
jaar moeten zijn. En dat is dan
ongeveer het dubbele van wat
het Economisch Instituut haal
baar lijkt voor bijvoorbeeld een
schoenenzaak.
In de sector voedings- en genots
middelen zullen de omzetten in
een dergelijke zaak nog veel ho
ger moeten liggen, omdat de
winsten lager liggen (op onge
veer achttien procent), Een
winkelier in deze sector zal dan
een omzet moeten hebben van.
ruim 1.350.000 gulden.
Kortom, de les die Hoog Catharij
ne leert, is dat :van te voren
moet worden vastgelegd wie de
dienst uitmaakt en dat men er
zeker van moet zijn dat in-,het
nieuwe centrum genoeg kopers
zullen komen, omdat anders de
huur niet kan worden betaald.
Schiedam Bij Jan van Gilst in het Kerkeinde van het oude Ke-
thel huizen momenteel zo'n dertig raskonijnen. Het rijn blauwe
en witte Weners met dichtbehaarde prachtige gladde pelzen, be-
horende tot de middenrassen. \-c-
Ze zijn ondergebracht in een
dubbele woonflat, beide soor
ten apart, in kraakheldere
hokken waarin kou noch vocht
kan doordringen. Jan van
Gilst behoort tot de weinige
mensen die over de ruimte be
schikken om er tiiindieren op
na te kunnen houden. Hier en
daar lopen nog wat kippen
rónd te scharrelen op erven, of
in j kleine rennen. Ook treft
mén In kleine schuurtjes nog
hokken aan met enkele konij-
nen, maar daar blijft het van
daag de dag dan ook bij.
Het fokken op grote schaal van.
beide diersoorten Is verleden
tijd geworden. Niet voor Jan
van Gilst, want sinds 1963 is
hij bezig zijn stammen blauwe
en witte Weners te veredelen
in lichaamsstructuur en in
pelsdracht.
„Dit vraagt veel zorg en aan
dacht", .zegt Jan van Gilst.
„Regelmatig en op vaste tij
den moet je de konijnen hun
voedsel geven, die van een
goede samenstelling dient te
zijn. Dagelijks moeten de hok
ken gereinigd en zo nodig
voorzien worden van vers -stro.
Eén - tijdrovende bezigheid,
maar noodzakelijk,, wil je de
dieren in conditie te houden'.'
Als jongen van veertien jaar
kwam Jan van Gilst met. zijn
ouders naar Keihel en Spa-
land. Het gezin kwam uit het
Brabantse Made. waar vrijwel
iedereen er tuindieren op na
hield. Ook in het nieuwe tehuis
aan. het torkeinde was hier
voor ruimte in overvloed, dus
kwamen er dieren.
De aandacht van zoon Jan richt-
te zich echter voornamelijk op
de postduiven. Als metselaar
van beroep bouwde hij een
duivenhok en nam als lid - van
de SCV De Postduif aan de
wedvluchten deel.
Na verloop van jaren stichtte hij
een gezin, dat tot zeven kinde
ren zou gaan uitgroeien. Een
grote tegenslag was het voor
hem, toen hij om gezondheids
redenen de duivensport eraan
moest geven. De konijnen ble-
ven echter en, zoals gezegd,
ging hij vijf jaar geleden tot
de specialisatie van rassen
..- over.
Hij werd lid. van de Schiedamse
Pluimvee- en Konijnenvereni
ging „Ons Belang", die enkele
jaren terug is opgegaan in de
regionale VPKV met domicilie
in Vlaardingen.
Jan fokte met witte Weners en
Vlaamse reuzen. Dit laatste
kolossale ras maakte plaats
voor blauwe Weners, die hij
overnam' van clubgenoot
Scheepmaker, diezijn dieren
aan de kant moest doen.
Het zijn vooral de blauwe We
ners, waarmee Jan van Gilst
tijdens de keuringstentoonstel-
lingen de meeste successen
wist te boeken.- Drie Jaar ach
tereen werd hij met zijn fok-
ram de kampioen van „het
schoonste dier van de show"..
Een zelfde predikaat kreeg de
ram in Culemborg, waar de
500 leden tellende Wener-club
een tentoonstelling annex keu
ring hield.
Keuringen
Ook dit jaar gaat Jan van Gilst
met zijn beste dieren weer
naar diverse keuringen, onder
andere in Rotterdam en Vlaar
dingen. „De concurrentie zal
weer zwaar zijn", zegt Jan,
„maar mijn dieren verkeren
in een uitstekende conditie."
Binnenkort wordt in Roermond
een internationale konijnen
show gehouden, waar fokkers
uit Duitsland en België mêt
hun dieren voor de keurmees
ters verschijnen. Vooral, de
Duitsers kurinen er wat van.
Ze fokken Weners met mooie
ronde koppen. Als het even
kan, wil Jan van Gilst hiér
een kijkje gaan nemen, wel
licht valt er iets van op te ste
ken om dan zelf in toepassing
te brengen.
„Je moet echter wel uitkijken
met het brengen van Duits
bloed in je konijnenstam. Bij
hun experimentele fok ge
bruikten Duitse fokkers ango
ra's, dus langharige konijnen.
Het leverde prachtige dieren
op, waarvan echter de pels
niet aan de op tentoonstellin
gen vereiste normen voldeed.
„Te veel lang haar in de onder
wol". weet Jan van Gilst te
vertellen, die uren achtereen
kan praten over zijn konijnen,
die uiteraard zijn trots bezit
uitmaken.
„Jammer, dat mijn jongens er
niels voor voelen de siam la
ter van mij over te nemen. De
kleinkinderen daarentegen zijn
er gek op. Misschien dat het
een genaratie overslaat", filo
sofeert Jan vau Glist.
Koniinenfokker. Vari Gilst met eerrivan zijn We ners.