in
Hobby
werd
brood-
winning:
eenmans-
bedrijf
met 3000
nertsen
Roofdiertje
HE1CQMBI
fc:
f
Natuur regelen.
Hinder
Bonthandel
Een belangrijk alternatief"
voor het doden van in. het
wild levende dieren om,
de pels - uw bontjas -
is de opfok van deze die-,
ren. Pelsdxeren fokken is
een lucratieve agrarische
activiteit die her en der
in onze polders op vrij
grote schaal bedreven
wordt. Gemakkelijk werk.
is het niet; de fokker
moet in zijn bedrijf# zo
goed mogelijk de natuur
lijke omstandigheden
waarin zijn dieren in het
wild leven nabootsen, aan
de andere kant moet hij
omwonenden vrijwaren
van stank en lawaai. Het
selecteren van de fokdie-
ren is een vak op zieh.
Onze medewerker drs, Rob-
Hengst, bioloog, nam
een kijkje in. een grote,
nertsenfarm in Waddinx-
veen.
Pels uit de
alternatief
doden van
polder:
voor
dieren
vrije
natuur
i>
ft,
De nerts is een zeer agressief
roofdiertje en komt oorspronke
lijk uit Scandinavië. Onze in
landse fret is een zeer na fami
lielid van deze soort. Ook de
bunzing en de hermelijn beho
ren tot deze familie der marter-*
achtigen. Hoewel de dieren, oor
spronkelijk uitsluitend in het
xvi'.d gevangen werden, is men
tot de fok van deze dieren over-,
gegaan. Een gevolg hiervan is,
dat nu diverse rassen bestaar.,
die zich voornamelijk door hun
kleur onderscheiden. De belang
rijkste kleuren zijn: zwart,
bruin, wit, pearl, safïire en vio-
let. Ondanks de- lange tijd dat"
nertsen nu gefokt zijn, blijven
het instinctmatige dieren: na
een veeg met. zijn voet over de
betonnen vjoer schoten alle
nertsen in hun nestkastjes,
maar na een piepende lokroep'
van de heer de Jong stonden
alle dieren weer nieuwsgierig
tegen de tralies van hun hok
ken.
In maart beleeft de heer de Jong'
drukke tijden. De reuen, die in
aparte hakken leven, moeten
dan bij de teefjes gebracht wor
den om te paren. Een. reu dekt
meerdere teefjes en vaak moet"
een reu meer dan eenmaal bij
hetzelfde teefje gezet worden
om met succes een. nest te ver
krijgen. Vooral de keuze van de.
parende dieren kan van belang'
zijn voor de nestgrootte en .de
kleur van de jongen.
Een nest kan uit acht jongen be-'
staan, hoewel de heer de Jong
ook wel eens een nest van vijf
tien jongen had. Een gemiddel
de van drie tot vier jongen per'
teefje is echter een goed resul-:
taat. De fokkers zoeken nog al
tijd naar een middel, waardoor
meer dan eenmaal per jaar.
zoals in de natuur regel is, een
nest verkregen kan worden.
De jongen, die begin november
volgroeid zijn, worden dan gese
lecteerd: of ermee verder fok
ken of de pels gebruiken. Dit
keüren kan men door keurmees-,
ters van de vereniging voor
Nertsenfokkers laten doen.'
Maar met vijftien jaar ervaring
doet de heer de Jong dit liever
zelf en ook dan is het voor hem
weer een drukke tijd. Bij het
selecteren let hij vooral op ka
rakter, kleur en kwaliteit van
de pels, en de ouderdom van de
dieren. Een teefje kan b.v.'
maximaal vier jaar voor de fok
dienen, terwijl de nerveuze die
ren verwijderd worden. De kwa
liteit van de pels blijft echter
hoofdzaak.
Het kweken van dieren om de-
pels is een acceptabel alterna
tief voor het doden van. dieren
in het wild. Hierdoor wordt de
wildstand niet beschadigd;
wordt geen natuurlijk evenwicht.
verbroken. Dit kweken van die
ren voor de pels is vergelijk
baar met de fok van alle andere
dieren die nuttig zijn voor de
mens: -rundvee, schapen, konij
nen enz. Desondanks hebben be
paalde mensen toch een aversie
tegen deze methdde. -
De heer de Jong kent hiervan Ih
zijn praktijk gelukkig geen
voorbeelden. Wel worden hem
soms vragen gesteld over het
wel en wee van de diéren.~Dèzë
vragen kan hij echter altijd be
vredigend beantwoorden.
Veel' nertsenfarms in Nederland
hebben het nadeel, dat de omge
ving gehinderd wordt door de
scherpe muskusgeur die de die
ren afscheiden en door de stank
van de mest Ook het krijsende
geschreeuw van de dieren is
geen pretje. Geiukkig heeft de
heer de Jong deze problemen,
niet, hoewel er veel mensen
rond de farm wonen.
„Krijsende dieren zijn zenuwach
tig. Dit geeft een slechte li~
chaamsconditié en een slechte
"pels. Deze dieren worden zo
snel mogelijk verwijderd".
De mest gaat op een afgelegen
mestvaalt en wordt geregeld op
het bouwland gestrooid. Hier
mee voorkomt hij voor zijn bu
ren eën hoop overlast.
■Voeding en ziekten vormen een
ander probleem voor de fokker.
Enige jaren terug .werd een
droogvoer voor de nertsen op de
markt gebracht Het voordeel
hiervan is de eenvoudige aan
voer en opslag, het voer is ook
minder aan bederf onderhevig.
Al spoedig bleek echter dat die
ren van de tweede generatie
minderwaardig waren: ze beten
hun eigen winterpels kapot. Het
voer van vers vleesafval, dat
door de nertsenvereniging wordt
samengesteld en gedistribueerd,
moet nu weer dagelijk uit Vee-
nendaal komen.
De heer de Jong vermoedt, dat
zijn dieren zp weinig last heb
ben van ziekten, het gevolg is
van zijn huisvesting in de pol
der. Hij vindt het opmerkelijk
dat hij bv. in al deze vijftien
jaar nog geen last heeft gehad
van hondeziekte. Deze ziekte is
dodelijk voor nertsen. Dit komt,
zegt hij, doordat hier in de pol
der geen vossen of verwilderde
honden, die deze ziekte kunnen
overbrengen, voorkomen. Tot nu
heeft hij ook geen hinder van
grote vochtigheid of dergelijke
ondervonden.
Zoals gezegd heeft de heer de
Jong in november weer een
drukke tijd: selecteren 'van de
dieren en het slachten. De dode
dieren gaan naar een pelterij,
die de pelzen prepareert, waar
na de fokker ze terugkrijgt.
Dan moeten de pelzen op kleur
en grootte bij. elkaar gezocht
worden.
Via de vereniging voor nertsen
fokkers kan hij de pelzen verko
pen op de bontbeurs te Londen.
Hier worden de prijzen, van de
pelzen bepaald. De laatste jaren
wordt ook op de beurs van
Stockholm verhandeld. Het af
gelopen jaar is de markt voor
de foftkers,sterk verbeterd. Het
laatste jaar werd slechts 2-3
van het aantal pelzen van het
vorige jaar aangeboden: 16 mil
joen dit jaar tegen 24 miljoen in
voorgaande jaren. De conse
quentie is dat de fokker meer
voor de pelzenkrijgt en dat
nertsmantels duurder zullen
Prettiger acht de heer de Jong de
verkoop van de pelzen aan.
groothandelaren in Nederland
zelf. Ook de verkoop aan parti
culieren stijgt de laatste jaren.
Wie een nertsje thuis wil hou-,
den, hetgeen door zijn agressivi-"
leit is af te raden, adviseert de
heer de Jong een reu te nemen.
Deze is minder fel en aanhou
dend dan een teefje. Er zijn
echter weinig gevallen van
makke nertsen bekend.
Door drs. Rob Hengst
foto's Fré Leenart
Sinds 1958. fokt de heer de Jong
nertsen in de Achterofsche pol-;
der tc Waddinxveen. Hoewel het-
aanvankelijk met twintig dieren
een hobby voor hem w<
de het al spoedig uit
broodwinning. Op het ogenblik
omvat zijn farm zc'n 300Ü die
ren en behoort daardoor tot de
grotere bedrijven. Desondanks
doet de heer de Jong- al het
werk nog alleen, hoewel hij bij
het voeren van de dieren de
laatste maanden „geholpen"
wordt door een kleine traetor.