m
ZIJN IS
FUTEN
Politie: „We hebben
alles geprobeerd"
„Mijn zoon
zit waarschijnlijk
in het buitenland"
Wat cieHlt
het is
nWie helpt mij
mijn man zoeken?"
gei in
hotel"
33
mmss
Heiplr
kr,%e hu'tct? -
nu.
Moeder van Cees:
7P7"
IS
W ..-■ENSDAG 16 OKTOBEB 1974 SCHIEDAMSCHE COURANT
VERMIST
RODENBURS
De woning van Cees en -linke Rodenburg aan
de Vlielandseweg in Pijnacker.
Door: Cor van Groningen en Theo Jongedijk.
Pijnacker Woensdagavond 7 augustus 19.50 uur:
Cornells Michiel Rodenburg verlaat z'n woning Vlie
landseweg SOa in Pijnacker, om aan het Rotterdam
se Centraal Station z'n 21-jarige vrouw Jinke Roden
burg-Van op te halen. Volgens afspraak. Hij moet
er 20.20 uur zijn. Gebruikt de auto van z'n vader:,
een witte Ford Taunus 12M, kenteken 17-61-DN.
Woensdagavond 7 augustus 21.30 uur: Jinke Rodenburg pikt op het
Centraal Station in Rotterdam het boemeltje naar Pijnacker. Cees
Rodenburg, sinds 17 april 1974 haar echtgenoot, is niet gekomen
om haar af te halen. Rond half twaalf die avond doet ze bij
de Pijnackerse rijkspolitie aangifte van zijn verdwijning.
De politie rijdt de volgende dag de route die Cees Rodenburg
waarschijnlijk heeft gereden: Oostlaan, Westlaan, Delftsestraat-
weg, rijksweg IJ. De rit, die later nog eens wordt gémaakt. levert
niets op. Zelfs niet de geringste aanduiding van een ongeluk.
Diezelfde dag, donderdag 8 augustus, gaat er een politie-telex
uit. Vermist: Comelis Michiel Rodenburg, oud 27 jaar. Signale
ment: 1.76 meter lang, slank postuur, groene ogen, donker golvend
dik haar, zware wenkbrouwen, rood overhemd met korte mouw
en kort geel-bruin gevlekt regenjasje, rood-wït-blauw gekleurde
gymnastiekschoenen. Een ongeluk wordt gevreesd.
De vermissing blijft de eerste weken buiten de aandacht van het
publiek. Er komt geen opsporingsbericht in de kranten. Als de
hoop op enig levensteken met de dag geringer wordt, wordt de
vermissing publiek gemaakt. Op 24 augustus in plaatselijke
kranten, op 26 augustus in de landelijke pers.
Er komt een handvol tips binnen uit Gorkum. De gebroeders Van
Hutten hebben Cees Rodenburg op de late avond van de 25ste
augustus slapend aangetroffen in een park. Onder de struiken.
Ze hebben hem naar het politiebureau gebracht. De-dienstdoende
politieman stuurde Cees weg. Zonder zich op de hoogte te stellen
van zijn identiteit Sindsdien is Cees Rodenburg spoorloos; als
door de aardbodem verzwolgen. Hij, en z'n witte Ford Taunus
12M.
Cees Rodenburg, op 18 september 28 jaar geworden, wordt door
z'n omgeving beschreven als een rustige, hard werkende tuinders-
zoon. Een jongeman die weinig voor zichzeif eist Zo'n beetje
al z'n energie investeert in de tuin van zijn vader aan de
Vlielandseweg. Als enige zoon de tuin zou overnemen. Het bedrijf
is inmiddels te koop aangeboden
De verdwijning van de Pijnackerse tuinder is een mysterie. Ver
dween hij vrijwillig, bijvoorbeeld vanwege huwelijksmoeilijkhe
den? „Nee", zegt z'n vrouw. „We hadden het erg gezellig samen".
Kreeg Cees Rodenburg op weg naar Rotterdam een ongeluk? Er
is niets van gebleken. Overviel hem plotseling geheugenverlies
en is hij daardoor het spoor volledig bijster geraakt? Zwerft hij
rond in Nederland, of week hij uit naar het buitenland? Waarom
was hij de 25ste augustus in Gorkum? Is er sprake van een
misdrijf?
Er rijn honderden vragen te stellen. Antwoorden zijn er niet Er
valt slechts te veronderstellen. Comelis Slichlel Rodenburg Is
spoorloos, Al ruim twee maanden. Dat Is het enige wat vaststaat
-nV« a. man.
•Hf
E«j, «i-ëi-TCrcsK
om-
eie U' ha.. -
HtJ
'«cAcoeffc- geheugen, ö,i«Lo«v, s,
(Si4 Rfi, fcepoa-ain
i Jp. get■*«,-.
V^Ujare. <kaosl»r&n-WeixK."'
jd>ft
-Zsr.^Ê,
&nor. baaé
pcttb-ic ter piGrtHc a oz&ok^-'
•i De oproep om hulp van Jinke Rodenburg, dte ze
op alle mogelijke en onmogelijke plaatsen verspreid
de.
Pijnacker „Wie helpt mij
mijn man zoeken?" Vertwij
felde vraag om hulp van
een wanhopige jonge vrou-
w: Jinke Rodenburg-Van, 21
jaar, sinds 17 april 1974 ge
trouwd met Cees Roden
burg. De kreet om hulp is
neergeschreven op een enve
lop, voorzien van pasfoto en
signalement van haar ver
dwenen man. Vertaald in
Engels, Frans en Duits. Vele
malen vermenigvuldigd en
verspreid in het Amster
damse Vondelpark, in sleep-
inns, meegegeven met
vrachtwagenchauffeurs enz.
Jinke Rodenburg voert baar
eigen zoekactie. Samen met
haar moeder. Reisde het
halve land door, tips na
trekkend over de mogelijke
verblijfplaats van haar
man. Voor haar is er vrij
wel geen twijfel: Cees Ro
denburg lijdt aan geheugen
verlies, is daardoor het
KBftor volledig bijster ge
raakt. Vanuit die visie richt
ze haar actie. Schreef daar
om ook bijvoorbeeld een
stuk In het bl3d Groenten
en Fruit. Want, vindt ze, als
Cees kassen ziet herinnert-
ie zich misschien wel dat
hij bij kassen thuishoort. En
stapt hij misschien ergens
in het land een tuindersbe-
drijf binnen. Haar oproep
leverde geen enkele tip op.
Ze probeert alles, onwaar
schijnlijk of met, om haar
man terug te vinden. De
man die, vóór hij richting
Rotterdam ging op de avond
van 7 augustus, het huis had
opgeruimd, bloemen ter ver
welkoming had neergezet,
en de ontbijttafel voor de
volgende ochtend al in ge
reedheid had gebracht. „Je
probeert alles, zegt Jinke
Rodenburg, „We hebben al
het onmogelijke gedaan.
Maar we blijven zoeken, al
is het misschien als naar eeti
speld in een hooiberg". Ze is
beheerst, Jinke Rodenburg.
Haar wanhoop rond haar
verdwenen man, met wie ze
vier jaar verkering had, en
nog maar luttele maanden is
getrouwd, Ugt in dat ene zin
netje: „Geestelijk ga je
eraan kapot".
De politie van Pijnacker heeft alles gedaan om
Cees Rodenburg op het spoor te komen. Adju
dant J. Holtslag, groepscommandant van de
rijkspolitie in Pijnacker moet ondanks dat
verklaren dat het spoor volledig is doodgelo
pen. „Ik noem het aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid dat Cees Rodenburg in
Gorkum ;s geweest".
De adjudant geeft in het kort weer welke in
spanningen men zich heeft getroost. „De dag
na de melding van mevrouw hebben we ver
schillende routes, die van Pijnacker naar Rot
terdam te volgen zijn, gecontroleerd. Verder
zijn we bij een aantal mensen geweest, die
gereageerd hadden op het opsporingsbericht
in een landelijke krant. We hebben telexbe
richten doen uitgaan. In feite is alles wat
mogelijk is geprobeerd. Helaas zonder resul
taat".
7 augustus: Jinke Rodenburg-Van doet om- streeks half elf 's avonds bij
de Pijnackerse rijkspolitie aangifte van de verdwijning van haar man;
8 augustus: de politie stuurt een telexbericht uit over de vermissing van
Cees Rodenburg;
24 augustus: een bericht van de vermissing wordt gepubliceerd in de
Delftsche Courant;
25 augustus: Laat in de avond vinden de gebroeders Van Hutten In
Gorkum Cees Rodenburg slapend in een park. De politie stuurt hem,
zonder naar z'n identiteit te vragen weg. Cees Rodenburg maakte toen
een verwarde, wat ontredderde indruk,
26 augustus: Publikatie van een opsporingsbericht in de landelijke pers;
27 augustus: Tips uit Gorkum dat hij daar was gezien door de gebroeders
van Hutten;
5 september: Tip uit Gorkum dat hij op 18 augustus twee keer in de-
omgeving van het Beatrixziekechuis was gezien;
5 september: Tip uit Gouda dat hij In die plaats was xerien;
20 september: Tip uit Gorkum dat hij weken daarvoor In de Hoofdstraat
In die plaats was gezien.
Pijnacker De ouders van Cees hebben een bloeiend tuinders be
drijf. Ze wonen In een riante nieuwbouwwoning aan de Vlieland
seweg in Pijnacker. Hun huis en dat van Cees en Jinke staan
op nog geen twintig meter van elkaar. Toch liep men bij elkaar
„de vloer niet plat". Integendeel. Mevrouw Rodenburg sr. vertelt,
dat de bezoeken over en weer vrij zeldzaam waren en vaak een
officieel karakter droegen- Haar zoon en schoondochter kwamen
dan niet via de voor bekenden altijd openstaande achterdeur,
maar via de voordeur.
„Ik heb maar twee verklaringen
voor het mysterie rond Cees. Of
hij heeft een ongeluk gehad, of
hij is er met voorbedachte rade
tussen uit geknepen".
Eigenlijk gelooft ze nog het meest
in de laatste mogelijkheid". In
geval van een ongeluk zou er
toch al lang iets gehoord moe
ten zijn?"
Voor het vertrek metvoorbedach-
te rade geeft zij de volgende
motivering: „Cees sprak er
vroeger weieens over om een
tijdje in het buitenland te gaan
werken. Bijvoorbeeld druiven
plukken in Frankrijk. Ik zei
dan altijd: Jqngen, dat moet je
eens gaan doen". Volgens haar
heeft Cees z'n paspoort bij zich.
Inmiddels heeft het tuinbouwbe
drijf van haar man aan de
Vlielandseweg, dat door Cees
zou worden overgenomen, in
verschillende vakbladen te
koop gestaan- Mevrouw Roden
burg sr. „Mijn man wordt bin
nenkort 63. De tuin kan nn nog
waj opbrengen, dus we wach
ten niet lang meer met de ver
koop."
Gorkum Zondagavond 25 augustus. Het gaat tegen de
klok van tien uur. In het Stadspark van Gorkum Iaat
de heer H. van Hutten zijn hondje uit. Plotseling stokt
zijn adem. Ziet hij het goed? Ja, het kan niet andera, daar
onder de struiken rijn net twee benen zichtbaar.
Geschrokken snelt Van Hutten naar huis. Hij doet onmiddel
lijk verhaal van zijn vreemde vondst aan zijn vrouw, zijn
zoon en een het week-einde logerende broer uit Vlaardin-
gen. Mevrouw Van Hutten staat erop dat de drie mannen
naar de plek teruggaan om een nader onderzoek in te
stellen.
Van Hutten neemt een zaklantaarn mee. De lichtbundel toont
een ongeveer 27-jarige jongeman met schouderlang, donker
haar. Hij ziet er bleek uit en lijkt in een diepe slaap; of
is dood.
Ruim twee maanden later vertelt de man uit Gorkum wat
er precies door hem heen ging, die avond van de 25e
augustus. „Ik dacht daar hgt een lijk. Het kan niet anders,
die hebben ze vast koud gemaakt Je hoort tegenwoordig
veel van dat soort zaken, onlangs hadden we hier nog die
moord"
De heer J, van Hutten uit Vlaardingen vertelt hoe het die
avond verder is gegaan. „De jongeman was duidelijk
verwar.d Hij maakte de indruk onder invloed van verdo
vende middelen te zijn, of last te hebben van geheugen
stoornissen.
Omdat hij platzak wa3, namen wij hem mee in de witte auto
van mijn broer met de bedoeling hem op het politiebureau
af te leveren om daar te overnachten. Onderweg mompelde
hij iets over een witte auto. Later begrepen wij, dat hij
hiermee waarschijnlijk de auto van zijn vader bedoelde.
Hij vertelde ons uit Nijmegen te zijn gelift met de bedoeling
naar een zuster in Gouda te gaan. Eenmaal op het politie
bureau. vertelde hij de dienstdoende man: „Ik kom uit
Amsterdam en ben op weg naar Gouda". In Gouda heeft
een zuster van Cees gewoond.
De heer H. van Hutten wijst de plek aan waar
hij Cees onder de struiken vond.
Wat wij op het politiefcurean hebben meegemaakt, grenst
aan het ongelooflijke. De brigadier vond het maar vreemd
dat wij het let hadden gehad met de jongeman naar het
bureau te komen om onderdak te vragen. „Wat denkt u
wel, het is hier geen hotel".
Zonder dat de politieman zich om de identiteit van de
parkslapcr had bekommerd, dropen de Van Huttens met
bun „vondeling" af.
De jongeman bleek nog niet gegeten te hebben. De Van
Huttens brachten hem naar een door jongeren druk be
zochte cafetana. In deze gelegenheid, de Smulpijp, deed
de onbekende zich te goed aan twee borden friet en een
verfrissing. Hij had hiervoor vijf gulden van de Van
Huttens gekregen.
„Wij zijn toen naar huis gegaan. Er waren nog veel leeftijdge
noten in de cafetaria, dus wij dachten die nemen hem wel
mee", vertelt de Vlaardinger.
Op de bewuste avond v^n de 25-ste augustus deed brigadier
Kolijn dienst, Op de vraag, waarom de onbekende, die
vrijwel zeker Cees Rodenburg la geweest, geen onderdak
werd verleend, is de brigadier kort: „Het is tegenwoordig
helemaal niet bijzonder als er lifters in het Stadspark
slapen. Zij rijn dan op de rotonde blijven steken en gun
na eeu paar uur pitten weer verder. De avond waarop
die jongeman hier was, was het mooi weer, dus voor mij
geen reden om hem, wat hij slecht weer zou zijn gebeurd,
in de cel te laten slapen"
Volgens de politieman maakte de onbekende geen verwarde
indruk. Foto's, die Kolijn later door zijn Pijnackerse
collega's werden getoond, leken volgens hem niet op de
onbekende van de 25-ste. De Van Huttens zijn er na
gesprekken met mevrouw Van Rodenburg er voor bijna
honderd procent zeker van dat het wel Cees betrof. Volgens
adjudant Holtslag heeft zijn Gorkumse collega wel positief
op de foto's gereageerd.
Als de pohtie van Gorkum de onbekende naar naam en adres
had gevraagd en deze had genoteerd, had men zekerheid
gehad. Waarom dat niet is gebeurd, is onduidelijk. Een
collega van brigadier Kolijn vertelde, dat altijd naam en
adres worden genoteerd.
m,
s