Toonkunstmuzi ek school maakt zich langzaam van tradit ies los 125-jarig bestaan wordt origineel aangepakt ZATERDAG 3 MEI 1975 SCHIEDAMSCHE COURANT ,Dit vind ik het mooiste leslokaal' Iedereen in Nederland die zich bezig houdt met muziek en vooral muziek-on- derwijs, heeft nog niet zo lang geleden een bijzondere brief in de bus gehad. Een uitnodiging van de Toonkunstmui ziekschool voor de Drechtsteden, om een muziekwerk te componeren. Tot nu toe hebben reeds verschillende aange schrevenen greageerd. In de Dordtse muziekschool aan de Munt liggen ten minste al verscheidene inzendingen op een beoordeling te wachten. Deze compositie-wedstrijd is een van de originele manieren waarop de Toonkunstmuziekschool haar 125-jarig bestaan aanpakt Het is in ieder geval weer eens wat anders dan de obligate recepties met rijen sprekers die met andere woorden allemaal hetzelfde zeggen. Nee, vindt directeur Ton Oosterdijk, een jubileum van een school waar alles om de muziek draait vier je het beste met evenementen waar die muziek centraal staat. In die geest wordt het jubileum ook uitgevoerd. Want niet alleen de compositie wedstrijd staat op het programma. Alle leerlin gen van de school staat ook een festival te wachten. Tijdens dat festival zal een leerlingen jury de beste kiezen uit tientallen muziekensem- bles. De winnende gezelschapjes krijgen onder meer als beloning een optreden tijdens de grote jubileum-avond, op 25 april in Kunstmin. Op die avond wordt ook de winnende compositie voor het eerst uitgevoerd. POPGROEP Voor de jubileum-evene menten zijn de voor bereidingen in volle gang. Groepjes leerlin gen zijn inmiddels ge vormd die straks een gooi zullen doen naar de eerste prijzen, vier voor elke categorie, van beginnend tot ver gevorderd. Directeur Ton Oosterdijk, een jongogend man, die het tegendeel lijkt van een respectabel rau- ziekschoolbestuurder, zegt over het festival: „Het kan best dat straks een popgroep als eerste uit de bus rolt. Daar ben ik ook helemaal niet tegen." Hij maakt in de loop van het gesprek, dat gaat over de school, de leerlingen en de ge schiedenis, duidelijk dat hij dergelijke ver nieuwingen juist toe juicht. Hij is niet zo doï op een muziekschool, die doordrenkt is van tra dities en heeft in de korte tijd dat hij aan het hoofd van de Toonkimstmuzïek- schoo! staat, heel be wust gestreefd naar het doorbreken van verschillende tradi ties. Enkele van die tradities: van begin af aan is de doorsnee-muziek school het instituut ge weest voor de kinde ren uit „het betere mi lieu". Muziekonder wijs en het bespelen van een instrument hoorde gewoon bij de opvoeding van die klasse en er was ook geld voor. Een kind uit de arbeiderswijken slaagde er nooit of zel den in dit muzikale walhalla op eigen kracht binnen te drin gen. Het is een van de tradities waartegen Ton Oosterdijk zich hartgrondig afzet. Hij gaat ervan uit dat mu zikale vorming voor iedereen binnen het bereik moet liggen en daarmee bedoelt hij dan niet het kwartier tje zingen waarmee nog ontelbaar veel scholieren het moeten doen. KRINGETJE Zijn ideaal; «De algemene muzikale vorming zoals we die hier op de Toonkunst muziekschool geven hele maal integreren in het ha- sis- en kleuteronderwijs. Nu is het nog zo dat uit de Algemene Muzikale Vor ming die hier wordt gege ven, dat daar de leerlingen uit voortkomen die een in strument gaan bespelen. Dat blijft dus een vrij beslo ten kringetje. Als we die basis groter zouden kunnen maken door het muzikale onderwijs op de lagere scho len te verspreiden dan zou je veel meer kinderen krij gen die geïnteresseerd ra ken voor het bespelen van een instrument. Zo pak je dan ook eindelijk die grote groep uit het arbeidersmi lieu, die er nu nog naast zitten." Een stukje van dit ideaal -„waarmee de muziekschool ai meer dan honderd jaar bezig is hoor' is al verwe zenlijkt, In 's-Gravendeel krijgt de jeugd van de basis scholen Algemene Muzikale Vorming als vast onderdeel van het lesrooster voorge schoteld. „Dat experiment willen we nu graag uitbrei den. De moeilijkheid is ech ter, dat je bij veel scholen gewoon geen medewerking krijgt. Je hoort o zo vaak; wij doen al iets aan muzika le vorming. Dan hoeven ze ons niet zo nodig. Maar men vergeet dat het een heel aparte studie vergt om mu ziekonderwijs te geven. Dat kan niet zomaar iedereen". Directeur Oosterdijk beseft maar al te goed dat het be reiken van de ideale toe stand nog erg ver van zijn bed is. Door Trix Broekmans IMPROVISEREN Binnen de Toonkunstmuziek school blijft hij echter ook het leren luisteren van de leerlingen. Want wat is ge bleken: kinderen luisteren slecht. Zc horen de hele dag allerlei geluiden om zich heen, zo verschillend en zo oorverdovend vaak. dat ze het luisteren verleerd zijn. „We laten ze dan bijvoor beeld een minuut de ogen dichtdoen en dan doodstil zijn. Ze moeten dan alleen maar luisteren naar de ge luiden om hen heen. Soms doen we het veel langer dan die ene minuut. Kinderen vinden dat erg spannend" Een andere methode die tot aandachtig luisteren noodt is het blinddoeken van een kind en dan door de ruimte lopend een of ander simpel instrument laten horen, bij voorbeeld een triangel. Het kind moet dan het geluid localise ren en ook nog pro beren te achterhalen wat voor instrument het geluid voortbrengt. Dergelijke les sen geven zowel het kind als de docent enorm veel voldoening, zo heeft Ooster dijk al vastgesteld. PLAY-IN Een dan de play-ins, ook zo'n Onderdeel dat helemaal in stnjd is met de muziek- school-oude-stijl. De leerlin gen van de Toonkunstmu ziekschool zijn in de korte tijd dat de playiins draaien helemaal verslingerd e-aan geraakt. Het komt er op neer, dat de jongens en meisjes een middag onge dwongen met eikaar muziek maken, eerst in afzonderlij ke groepjes in de diverse lesla kaaltjes, tenslotte in de gehoorzaal, „Tijdens die play-ins heerst een fijne ont spannen sfeer, iedereen vindt die uurtjes zalig" ver telt Ton Oosterdijk. En is In 125 jaar Inderdaad erg veel veranderd. Sinds de oprichting van de muziek school, bij de oprichtings vergadering op 10 septcm-" ber 1849 Stedelijke Muziek school gedoopt, zijn de op vattingen over muzikale vorming en lesgeven dras tisch gewijzigd. Vooral na de oolog heeft het muzie- kwezen een enorme vlucht genomen. In Dordt begon men destijds met een hand jevol leerlingen en docen ten, na telt de Toonkunst muziekschool voor de Drechtsteden 2200 leerlin gen en 37 leraren- Het aan tal leerlingen is echter niet zo fabelachtig als het lijkt, directeur Oosterdijk zou er graag nog eens zoveel bin nen zijn bolwerk ontvangen. Zo eenvoudig liggen de za ken niet Door de slechte subsidiëring van het Rijk het neemt in totaal slechts 3van de kosten voor zijn rekening zijn de meeste muziekscholen gedwongen een leerlingenstop in te voe ren en de muziekschool aan de Munt vormt daar geen uitzondering op. Een situa tie die Ton Oosterdijk lich telijk triest stemt; de finan ciële middelen lopen niet parallel met zijn idealen 'UITBREIDING Onvervaard is hij desalniette min wel bereid om heel hard te knokken voor een toe komst met muzikale vooruit zichten voor iedereen. En dan stemt hij zich voorlopig maar tevreden met de kers verse uitbreiding die de mu ziekschool nog maar net heeft ondergaan. Door een inwendige verbouwing heeft de school er nu zeven loka len bij. Hij laat ze met trots zien. De Toonkunstmuziek school is in de 125 jaar van haar bestaan alweer heel wat groter gegroeid dan al leen het grote gebouw aart de Munt Daar zijn ten eer ste de dependances in Crab- behoff. Sterrenburg en Dub beldam en natuurlijk in de Drechtsteden Hendrik Ido Ambacht, 's-Gravendeel, Pa- pendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht Een aardig rijkje om te bestieren. Van tijd tot tijd maakt Ooster dijk een tournee langs al de dependances, een klus die hij dan weer per auto, maar ook wel eens met de fiets volbrengt. SUIKERWATER ,Je voelt je af en toe'net zo'n verhuizer" lacht hij, „Als je met je auto vol instrumenten weer ergens naar toe kart". Hij voegt er meteen aan toe dat hij dergelijke dingen doet voor zijn plezier, niet voor zijn verdriet En wijst dan naar een raam dat van uit zijn werkkamer te zien is: de grote gehoorzaal. „Toen de muziekschool - in 1891 dit gebouw be trok kwamen daar niet lang daarna twee gezelschappen in te zitten die er nu nog altijd repeteren: Het Toonkunstkoor en de Orkest Vereeniging. Die huurden de zaal voor vier gulden per avond. Het koor met inbegrip van suiker water. „De Orkest Vereeniging heeft het altijd zonder dat voch- tje moeten stellen. On derscheid moet er zijn. „Muziek moet voor ie dereen toegankelijk 2ijn" aldus Ton Oosterdijk aan de weg timmeren. „Ik kan niet anders, ik ben nu eenmaal anti-traditie". Sinds hij directeur is vanaf 1973 zijn er enkele nieuwe on derdelen in het pakket van de muziekschool opgeno men. Hij praat er met ent- housiasme over: „We laten de kinderen tegenwoordig gerust een beetje improvise ren. Geen muziek in de buurt, het kind moet maar zelf zien. Het blijkt dat zc daar enorm veel plezier in hebben. Dat hebben we „Nieuwe Klankvormen" ge noemd". Een ander onderdeel van dat „Nieuwe Klankvormen" is

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1975 | | pagina 3