mm- sKbw; Stadsmuur Visserij Inwoners Schiedam Aleida van Henegouwen overleed in 1284 en werd begra ven in de hoofdstad van Henegouwen, Valencijn. Haar zoon Floris volgde haar - op als heer van Schiedan. Hij stierf in 1297, een jaar na de moord op zijn neef Flo ris V. Zijn broer Jan n, graaf van Henegouwen, werd na de dood van de laatste graaf uit het Hollandse Huis in 1299 graaf van Holland. Daarmee was het uit met de uitzonderingspo sitie, die het stadje Schiedam had ingeno men» de bewoners zou den voortaan hun eigen boontjes moeten dop pen. In 1316 wordt Schiedam voor de eerste keer uit gebreid.' Graaf Willem ID beslist dan dat een deel van het ambacht Kethel tot Schiedam zal gaan behoren. Aan de andere kant van de rivierdijk, die liep ovier de huidige Hoog straat, Dam en'Vlaar- dingerdijk, bevond zich een inham van de Maas. Om deze intiam voor dichtslibben te behoe den, moest een geul worden uitgediept. De Lange Haven en een deel van de Buitenha ven ontstonden. Alleen van. deze havens heeft Schiedam het bij zijn latere ontwikkeling moeten hebben, on danks het feit dat graaf Willem HE - de stad in 1340 een harde econo mische klap uitdeelde door het dorp Rotter- damvergunning te ge ven voor het maken van eeq^open vaart van de Schie tot aan de Maas. Zijn 'argument Schie dam kan de strijd tegen hét slib niet aan. Hier door was Schiedam niet langer deenige toe gangshaven naar het Hollandse binnenland en zo werd het terugge drongen tot een be scheiden .vissersplaats-- ie- Tijdens de Hoekse en de Kabeljauwse twisten korrit echter de tweede uitbreiding van Schie dam al 'vrij snel; Op 2 augustus 1346 besluit ■'gravin Margaretha dat 'de stad een stadsmuur met daaromheen een gracht moet krijgen. Het resultaat is in 1360: de Noordvest, De Broersvest, de Westvest en de Vellevest-. Bi 1383 is voor het eerst sprake van stadspoor ten in deze wallen. Die poorten bevinden zich bij de voornaamste toe gangswegen: de dijken Schiedam Enkele jaren nadat dé edelman Dirk Bokel het gebied tussen de huidige Hoogstraat, Boterstraat en Singel heeft laten inpolderen en omstreeks het jaar 1260 in de monding van de Schie een dam wordt aangelegd, laat Aleida van Henegouwen in dit poldert je een kasteel bouwen. Een slot dat ligt op een strategi sche plek: op de noordoosthoek van het nieuwe poldertje, mid den in de moerassen gelegen en vlakbij de enige toegangspoort tot het in bet noorden gelegen graafschap Holland: de dijk, die tegenwoordig Hoogstraat heet. Aleida, echtgenote van Jan van Avesnes, zus van roomskoning Willem n 'en voogdes over de 'dan nog minderjarige Floris V, vestigt zich in' 1258 op deze be langrijke plek om redenen van politieke aard: een dodelijke ve te met haar verre familie, de Vlaamse Bampierrés. In de ja ren dat zij er regentes is, schenkt zij de bewoners van het dijkdorp eerst (in 1262) een kerk en een gasthuis voor de armen en later, als in 1268 haar neefje Floris V al als leenheer is er kend, een jaar- en weekmarkt (in 1279) en tolvrijheid door heel Holland (in 1273). Tenslotte ver- leent zij haar „pointeren ende inwoenlingen" in 1275 het stads recht. naar Vlaardingen, Ke thel, Delft, Rotterdam en de havenmond, het Hoofd. In 1389 krijgen de poor ters van Delft vergun ning om een gracht te graven naar de Maas, Later wordt dat de Delfshavense Schie; de concurrentie met Rot terdam wordt door dé groei van Delft nog moeilijker. De groei van Schiedam is voorlopig onmogelijk geworden als in 1397 de graaf het in het westen gelegen gebied Fraiikeland1 schenkt aan jonkvrou- we 'Heynric van Mande- ric. Het stadje zit dan helemaal ingesloten door grondeigenaars. De enige uitbreiding is nog de verlenging van de Buitenhaven tot het Hoofd De visserij wordt in de 14e eeuw het hoofdmid del van bestaan. Daar naast zijn er ook koop vaarders op Frankrijk, Engeland en de Oost- zeelanden,' er zijn scheepswerven langs de Lange -Haven, er wordt wat bier gebrouwen en hier en daar komt een molen opdoemen. In het begin van deze eeuw ge niet trouwens Schiedam,; een redelijke bekend heid, door de vele ge- ractiten rond „die mag- het" Lidwina ófwel Liedwij, die leefde van 1380 tot 1433 en die van af haar vijftiende jaar heeft geleden door een verlammende val op het ijs in de huidige Kreu- pelstraat. Ook in de twee eeuwen hierna is de visserij het belangrijkst voor de stad. Schiedam wordt qua omvang niet groter, maar wel vestigen zich hier steeds meer men sen als aan het eind van de veertiende eeuw een stadhuis verrijst Als op i april 1572 BrieUe is veroverd door de Wa tergeuzen vestigen de Spaanse soldaten van Alva zicH in Schiedam, dat dan weer een be langrijke frontstad is geworden. Tussen 1556 en 1593 wordt Schie dam in' het land berucht door de véle heksenpro cessen en doodstraffen die de rooms-katholieke overheid voert en uit deelt. Na 1593 geloofde men hier niet meer in tovenarij, „heksen" werden niet meer ver volgd en zo wérd Schie dam alom (in heel West- Europa) beschouwd als heksennest Op 23 juli 1572 vertrekken de Spaanse troepen met enige duizenden rooms- katholieke burgers én „overlopers" uit Schie dam óm in Henegouwen het door prins Willem van Oranje ingenomen Bergen te heroveren. Waarschijnlijk heeft Schiedam zich kort daarna zonder slag of stoot overgegeven aan de geuzen. Op 2 novem- ber 1573 staat Alva echter weer voor de deur, namelijk bij de Vijf Sluizen, na de her overing van Vlaardin gen en Maassluis. Eind 1574 loopt het beleg ten einde. Kort daarna wordt Schie dam uitgebreid met een deel van het Franke- land: -het Nieuwe Werck en het Hoofd, In de Gouden Eeuw kende ook Schiedam een eco nomische bloei. Na 1580 wordt het bebouwde op pervlak sterk uitge breid, zoals te zien is op de'in 1598 gereed geko men kaart van Jacques de Gheyn. Schiedam zal de jaren daarna wat het aantal inwoners betreft nau welijks vooruitgang boeken. Het inwoners aantal schommelt van 1632 tot" 1700 rond de 7500. In de zeventiende eeuw gaat echter de ha ringvangst afnemen. Door de aanvoer van graan over zee en de achteruitgang van de visserij krijgen de re ders meer zakelijke in teresse in branderijen en moutwijn-fabricage. De stadsregering gaat steeds meer bestaan uit rijke distillateurs en branders, waardoor de nieuwe industrie wordt bevoordeeld boven de visserij. Werkloosheid en armoede teisteren na 1720 de oude vissersbe volking. Touwslagerijen en spin- banen voor het maken van garens voor de net ten moeten plaats ma ken voor kleine huisjes, keukens genaamd, waarin brandersknech ten worden gehuisvest. Meer molens en brande rijen worden gebouwd. In 1797 verrijst de laat ste molen, de Batavier. Het stadsbeeld wordt ver der aanzienlijk veran derd door nieuwe en vooral vernieuwde ge bouwen: het Zakken-' dragershuisje (1725), de St. Jorisdoelen (1743), het Proveniershuis' (1759), Het Weeshuis (1779), het. Stadhuis (1782), de Beurs (1787) en het St Jacobsgast- huis (1789). Stadsarchi tect is in deze tijd Rui ger van Bol'es, die zo nu- en dan gebruik maakt van de ideeën van architect Guidici. De bevolking is in 1795 uitgegroeid tot ruim 9100 inwoners. Hoofd middel van bestaan wordt de vervaardiging van brandewijn en jene ver, gecentraliseerd in de huidige Branders- buurt en- een deel van dé Gorzen. Het is de tijd dat Schiedam zijn bij naam Zwart Nazareth krijgt, vanwege de zwarte rook die het branden veroorzaakt en vanwege de armoede. Schiedam wordt steeds meer een fabrieksstad. Naast de branderijen verrijzen: de glasfa briek, de ijsfabriek, scheepswerven- Zo ont staan in enkele tiental len jaren veel wijken in Schiedam:' de Gonzen (1850—1935), Oost (19151940), West (1890-1948), Nieuw land (na 1948) en het indus triegebied (omstreeks 1950). In 1956 wordt ge start met de bouw van Groenoord (overigens Is in 1941 Kethel al bij Schiedam gevoegd). Het aantal inwoners stijgt in 1970 tot 83.000 en neemt daarna weer langzaam af, al blijven er nieuwe wijken bijko- men: Woudhoek en Spa- land.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1975 | | pagina 11