1
Ik hen stikjalc ers op
dat prachtige mimen i
Pierre Janssen,
de man achter
het Stedelijk
99
Enige episode
waarnaar ik
terugverlang
-r
i«ai
DINSDAG 13 MEI 1975
.5
In de periode van l december 1956 tot 1 december 1969 kwam
het nog dagelijks voor dat een grote, lange magere vent op
een veel te klein motorfietsje ergens In Schiedams centrum
rondtufte, meestal richting Stedelijk Museum. Later op de
dag, in de late avonduren, deed hij rijn wandeling langs de
Lange Haven, tot aan het Zakkendragershni sje en dan terng
naar zijn huis, aan de Nieuwe Haven. Een rusteloze en
gehaaste, slungelachtige heer, die toch rustte van dit uitstap
je, die zichtbaar genoot van de aanblik van oude gevels van
voormalige branderijen, distilleerderijen en molens. En die
vol genoegen de verontreinigde lucht (toen nog nauwelijks
gespreksonderwerp) van het industriestadje inhaleerde.
Deze man, destijds al landelijk bekend aan het worden door
het televisieprogramma Kunstgrepen, was karakteristiek voor
de Schiedammer-in-harten-nieren- Pierre Janssen (48), al is
ie nou geboren in Arnhem en werkt ie er nu weer als direkteur
van het plaatselijke Gemeente-Museum, zit duidelijk met
heimwee op zijn directeurszetel in een rommelig, chaotisch
kantoor, als wij met hem praten over zijn verleden. En met
name over de tijd, waarin hij conservator was van het
Stedelijk Museum aan de Hoogstraat 112 in Schiedam. Of
krachtiger, de enige episode in rijn leven waarnaar hij intens
terugverlangt. „Als ik er weer mocht of 20u kunnen gaan
werken, zou ik het meteen doen," maakt hij duidelijk op deze
pagina.
Arnhem Bewogen zit Pierre Janssen achter zijn
bureau in het Arnhemse Gemeente-Museum.
Voortdurend kijkt of staart hij door het grote
raam in bet fraaie park, dat aan de achterkant
van het museum is aangelegd. Alsof Uj daar
flarden, brokjes herinnering aan Schiedam ziet
voorbijrazen. Peinzend, geregeld wild gebarend
met zijn handen en kennelijk uit gewoonte ner
veus met een lepeltje roerend in een al lang
geledigd theekopje en ertegen tikkend, ver
plaatst hij zich weer in zijn vroegere functie:
conservator van het Schiedamse Stedelijk Mu
seum.
"Weet je," zegt hij, "ik
ken nog elk detail van
dat gebouw.' Er is
geen hoekje of gaatje
- van dat prachtige mu
seum of er kleven per
soonlijke herinnerin
gen aan. Ik zie me er
nog zitten, werken,
dag en nacht, en den-
ken. Ik kan zonder
meer beelden van die
tijd ophaien."
Pierre -Janssen, nu 48
jaar, in Schiedam dè
man achter het mu
seum; de man van de
klankbeelden, de in
ternationale tentoon
stellingen, de kunst
klassen; met behulp
van zijn ijverige per
soneel gaf hij het mu
seum, dat tot dan toe
was 'geregeerd' door
de hard werkende
Daan Schwagermann
en diens vader, meer
betekenis, meer be
kendheid ook. Hij
deed het gebouw res
taureren en door hem
werd het op de monu
mentenlijst geplaatst
Hij betrok de bevol
king bij het musische
werk. Hield vooral een
kolossaal aantal lezin
gen, interessant en
boeiend voor iedereen
en meeslepend door
zijn verteltrant, die
ook op t.v. zo recht op
de man af overkomt.
"Ach," vervolgt de oud
conservator, die in
1963 werd opgevolgd
door de huidige mu
seumdirecteur Hans
Paalman en die daar
na nog enkele jaren in
de jeneverstad bleef
wonen. "Ach, het sen
timent speelt natuur
lijk wel mee. Ik ideali
seer een beetje. Maar
toch, ik hou zo intens
van die stad en zijn
geweldige museum. Ik
ben ,in Arnhem gebo
ren, ben er opge
groeid, en ik woon en
werk er nu bij toeval
weer; maar die diepe
band, die ik met
Schiedam heb, heb ik
niet met Arnhem."
OP 'POTEN
1 december 1956 was de
eerste werkdag van
Pierre Janssen als
conservator. Daarvoor
was hij als journalist
bij Het Vrije Volk in
Rotterdam werkzaam
geweest en na zijn in
diensttreding in het
museum bleef hij nog
een tijdje in de we
reldstad wonen.
Toen hij het museum
helemaal op poten
had gezet en Monu
mentenzorg er aan te
pas kwam, vertrok hij
als conservator. "Ik
had mijn doel be-
reikt," verklaart hij
nu. "Ik kan me die
jaren nog zo goed
voorstellen. Ik kwam
op. een sombere, ijs
koude dag in dat
vochtige museum,
waar eigenlijk nauwe
lijks geld was om ko
len voor de kachels te
kopen. Hef museum
verkeerde in slechte
staat en het was maar
voor halve dagen geo
pend. Dat vond ik zo'n
luguber idee. Er was
bovendien personeels
gebrek, al was ik de
eerste full-time-ambte-
naar van het museum.
Behalve één technicus,
de heer H. van Beek
die er nu nog werkt en
op museumgebied de
beste technicus is die
er in Nederland rond
loopt, had ik een ad
ministrateur en drie
suppoosten tot mijn
beschikking; één van
90 jaar, één van 70 en
één van net 65".
SAMENWERKING
Maar de samenwerking
met de toenmalige toe-
zichtcommissie voor
het Stedelijk, nu de
museumcommissie,
met de betrokken wet
houder Rinus van
Tekst:
Kor Kegel
Foto's:
Theo Böhmers
Kinderen en met de
Schiedamse gemeente
raad was goed, kan
Pierre Janssen achter-
- af stellen: "Wat ik wil
de, kon bijna zonder
meer worden uitge
voerd."
Ook in Arnhem is die
samenwerking trou
wens plezierig. En de
gemeente daar doet er
goed aan om Pierre
Janssen in vrijwel al
les direct zijn zin te
geven. Getuige het
zéér druk bezochte
Arnhemse Gemeente
museum.
Kort na de komst van
Pierre Janssen in
Schiedam veranderde
er veel. Na enkele we
ken ging de loper uit
bij het museum, om
dat het gebouw voor
hele dagen voor pu
bliek toegankelijk
werd. Het personeel
was toen al verrijkt
met een timmerman*
en een secretaresse.
Daarna werd begonnen
met de restauratie van
het museum, waarvan
vooral de linkervleu
gel in jammerlijke
staat verkeerde. Jans
sen en Van Beek schil
derden zelf de zalen,
overijverig en dolent
housiast. Centrale ver
warming verving de
kolenwarmte.
Had Schwagermann al
een moderne tendens
gebracht in het ten
toonstellingsprogram
ma, doordouwer Pier
re Janssen pakte het
pittiger aan. Hij kwam
daarnaast met een he
le reeks sdpeciale zo-
mertento onstellingen,
die voortdurend de
aandacht trokken van
de wandelaars in de
Hoogstraat, doordat
een deel van de expo
sities plaatsvond op
het museumplein.
IN DE LIFT
"Het museum zat duide-
lijk in de lift," zegt hij
met pretlichtjes in rijn-
ogen. „Het jaarlijks
aantal bezoekers steeg
van 15.000 tot 35.000.
Tegen veel bezoekers
heb Ik echter gezegd:
u bent te vroeg; u had
een paar jaar later
moeten komen; dan
zal het nog beter zijn".
Hij vervolgt: "Het mu
seum begon het hele
jaar door prettig te
functioneren. We kon
den leuke dingen doen
met het budget voor
het tentoonstelling
sprogramma. Werken
van Karei Appel en
- Vincent van Gogh en
andere nationale en
internationaal ver
maarde kunstenaars
hebben we kunnen
tentoonstellen. Dat is
nu onbetaalbaar ge
worden en bovendien
is het uitlenen van
duurdere kunstwer
ken bemoeilijkt Over
igens, de rillingen lo
pen me over de rug
als ik terugdenk aan
de slechte bewaking
van het gebouw des
tijds. Er hing voor een
kapitaal....
Er kwam een tijd van
nieuwe mogelijkhe
den. Nieuwe groepen
benaderde ik: padvin
ders, leraren, winke
liers. Ik hield lezingen
voor hen. Er werden
open jongerenavon
den gehouden, die het
museum "warmer"
maakten. Mijn lezin
gen vulde ik aan met
dubbele lichtbeelden
projecties. Ook lan
ceerde ik het klank
beeld, diaprogram
ma's met geluidsopna
mes. Een winkelier
van een radiozaak aan
de Hoogstraat stelde
opname-apparatuur
ter beschikking, om
dat wij er geen geld
voor hadden."
KUNSTKLASSEN
Dankzij Pierre Janssen
ook kon het Nationaal
Gedistilleerd Museum
worden onderge
bracht in de kelder
van het Stedelijk, het
geen weer een stap
vooruit was.
Een Amerikaanse vorm
van lesgeven op crea
tief gebied deed zijn
intrede. "In mijn tijd
zijn de kunstklassen
door de raad goedge
keurd. Kunstklassen,
waarin onder meer te-
ken-, boetseer- en
schilderlessen worden
gegeven, zijn in Ne
derlandse musea vrij
uniek. In Amerika is
dat verschijnsel heel
gewoon," aldus Jans
sen.
Doordat de lange con
servator het liefst met
publiek werkte <per-
soonlijk contact tus
sen museum en bezoe
kers vond hij heel be
langrijk), heeft hij in
Schiedam vriend
schappen voor het le
ven kunnen sluiten.
"Die contacten waren
er niet eens zo met de
kunstenaars in Schie
dam. Het ging mij eer
der om de gewone
mensen, die in het mu
seum waren geïnteres
seerd. Ik vereenzelvig
de, identificeerde me
met het museum. Het
was zo'n sterke bin
ding tussen dat ge
bouw en mij. Nu Ik
hier in Arnhem zit,
ben ik stomweg ja
loers, gewoon jaloers
op mijn collega die er
nu zit. Ik ben stikja-
loers op dat prachtige,
unieke gebouw met
zijn vele vertrekken,
onderkeldering, zol
ders, depots, waarin
ik blindelings de weg
wist."
Zo verbonden voelde
Pierre Janssen zich
met het museum, dat
hij geen directeur er
van wilde worden,
toen hem die functie
werd aangeboden. "Ik
heb in Schiedam altijd
de titel conservator
willen dragen. Dat
was een traditie. Er
was geen plaats in Ne
derland, waar dat
woord zo was ingebur
gerd. Het sprak me
aan, want het heeft
iets van bewaren, be
waken in zich. Ik vond
wel, dat mijn opvolger
maar directeur moest
worden."
WAANZINNIG
In 1963 aanvaardde
Janssen het directeur
schap van de Rotter
damse Academie voor
Beeldende Kunsten.
Was hij in Schiedam
een man met geniale,
gekke, originele
ideeën geweest, in
Rotterdam moest men
weinig van hem heb
ben na waanzinnige
daden als het laten
vernielen van kostba
re, antieke meubelen.
Toch hield hij het er
tot 1969 uit (hij woon
de toen nog steeds in
Schiedam, aan de
Nieuwe Haven, recht
tegenover de bloemen-
schuit). In dat jaar
verhuisde hij naar
Arnhem.
Op 29 mei komt Pierre
Janssen nog eenmaal
naar Schiedam om in
de aula van het mu
seum voor de aller
laatste maal een lering
te houden. "Het wordt
een superkunstgreep,"
kondigt hij ons aan.
"Ik ga het helemaal in
de oude stijl doen. De
opbrengst zal rijn
voor het dienstencen
trum De 4 Molens.
Schrijf maar, dat heel
Schiedam rnoet ko
men. Dat iedereen per
persoon minstens
twee kaartjes moet
kopen en maar één
keer moet komen. Ik
wil er een gekke boel
van maken, evenals
vroeger. Ik zie het al
voor me, een aula die
staat te zinderen..,."