Wat is een rolstoelwoning? Een kwestie van mentaliteit: 5 TOEGANKELIJK AANGEPAST DREMPELS BETAALBAAR ZELFSTANDIGHEID VERGETEN HELLINGEN Meneer X is altijd een voorzichtige automo bilist geweest Het auto-ongeluk dat hem is overkomen, is niet aan hem te wijten geweest. Niettemin hield hij er mooi een dwarslaesie aan over. Meneer X is nu tot zijn middel verlamd en beweegt zich voort in een rolstoel. Toen hij na maanden verblijf in ziekenhui zen en een revalidatiecentrum thuiskwam, realiseerde hij zich pas goed, dat hij zich tot nu toe maar met één aspect van zijn ziekte had beziggehouden: zijn lichamelijke genezing en zijn handicap. Maar niet alleen zijn lichaam was veranderd, ook zijn werk, zijn huis, zijn vervoer, zelfs zijn gezinsleven zou moeten veranderen. In zijn eentje zou meneer X zo'n omwente lingen zo'n aanpassing nooit hebben vol bracht, maar hij was gelukkig niet alleen. Het Gewestelijk Arbeidsbureau zocht ander werk voor hem, waarbij hij kon zitten, en begeleidde hem bij de omscholing. Zijn betrekkelijk nieuwe woning werd met subsi dies verbouwd en voorzien van hulpmidde len. Hij en zijn vrouw voerden lange ge sprekken met de huisarts en een'maat schappelijk werker. Binnen drie weken stond er een aangepaste Dat voor de deur, waarin meneer X kon gaan en staan waar hij wilde. Twee jaar na zijn ongeluk was meneer X een nieuw bestaan begonnen en functioneerde hij in de maatschappij als voorheen, met dit verschil dat hij zich in een rolstoel voortbeweegt. Meneer X is gehandicapt Rolstoel woningen geven si: «4*8 Door Els van Mee! Verboden toegang voor gehandicapten en toch J willen ook zij hun ge meenschapshuis wel eens betreden. Wanneer veran- Si-üSSbi dert het Verboden Toe- gang Voor Gehandicapten in Geboden Toegang? H Door Els van Meel gehandicapte zelfstandigheid Den Haag De schatting van het aantal gehandicapten in Néderland loopt sterk uiteen» mede omdat niet precies vaststaat wat er onder gehandicapt verstaan moet worden. Volgens de Nederlandse Vereniging voor Revalidatie waren er in 1971 ruim vierhonderdduizend gehandicapten in Neder land, waaronder tussen de negenduizend en dertienduizend rolstoelgebruikers. Voor datzelfde jaar geeft de Stichting voor Revalidatie in Zuid-Holland een aantal van ruim één miljoen gehandicapten. „Dan zijn er nog gehandicapten op afgelegen boerderijen en in stadswoninkjes vier hoog achter, die nergens geregi streerd staan", zegt A. W. Brom, die als bouwkundige verbonden is aan de Stichting voor Revalidatie in Zuid-Hol land, ook wel PRS (provinciale revalidatiestichting) genoemd. Wie iets meer te weten wil komen over de woonvoorzieningen voor gehandicapten in Zuid-Holland, wordt altijd naar hem verwezen. De PRS houdt een administratie brj van aantallen gehandicapten en van hun rolstoeiwoningen, adviseert bij bouwplannen en informeert in allerlei opzichten over revalida tie. In tedere provincie bevindt zich zo'n stichting, die gesubsidieerd wordt door de overheid en informatie uit „het veld" krijgt door adviesteams (daarvan zijn er dertien in Zuid-Holland}". „Door het ministerie' van Sociale Zaken is 25 miljoen gulden beschikbaar gesteld in het kader van de werkloosheidsbestrij ding om bestaande openbare gebouwen toegankelijk te maken voor rolstoelgebruikers. Ook op dat gebied adviseren wij, het is echter erg moeilijk om de gebouwen die voor die regeling in aanmerking komen uit te kiezen. Meer dan eens zegt de beheerder ervan: Hier komen nooit gehandicap ten hoor! Hij vergeet dan dat ze niet komen omdat ze er toch niet binnen kunnen of als ze eenmaal heel omslachtig zijn binnengebracht vaak geen gebruik kunnen maken van de voorzieningen ir> het gebouw, bijvoorbeeld omdat de loketten veel te hoog zijn aangebracht. Dat is san vicieuze cirkel, die pas in de laatste jaren doorbroken wordt. De mentaliteit is sterk aan het veranderen in dit opzicht. De gehandicapten zelf zijn ook sterker, ze trekken nu één lijn. Hun vele kleine organisaties zijn opgenomen in twee grote: de Nationale Federatie van Organisaties van Gehandicapten en de Algemene Nederlandse Invalidenbond. Steeds meer mensen raken er zodoende van doordrongen, dat het dagelijks leven de rolstoelgebruiker al te veel in de weg legt. Anderssoortige gehandicapten hebben het over het algemeen gemakkelijker, zij hebben ook geen aangepaste woning nodig, al komen de rolstoelvoorzieningen ook stoklö- pers goed van pas." Het voorbeeld van meneer X is een schoolvoorbeeld van hoe het kan gaan wanneer iemand invalide raakt. Er kan echter, afgezien van de vele medelijdende blikken die meneer X overal op zijn weg volgen, heel wat mis gaan. Hij kan bijvoorbeeld steeds weer worden afgewezen bij zijn sollicita ties hoewel hij uitstekend geschikt is om bepaald werk naar behorerf te vervuilen. Misschien ook moet hij jaren wachten voordat zijn huis wordt aangepast of kan zijn huis niet worden aangepast, zodat hij moet verhuizen naar een rolstoelwoning in een nieuwbouwwijk. Maar rolstoelwoningen zijn dun ge zaaid, „Huisvesting staat zeer hoog op de problemenlijst, er is een grote achterstand in de bouw van aangepaste woningen", zegt Brom. In Poeldijk zijn er drie in aanbouw in de serviceflat Wittebrug. In Maassluis zijn er een handvol gepland, ook in Pijnacker en in Delft. In de laatste plaats bouwt de woning bouwvereniging Patrimonium er acht aan het Verdiplein en er zijn ook bouwplannen voor rolstoelwoningen in de nieuwe wijk Tanthof. Zoetermeer spant de kroon: daar zijn plannen voor honderd rolstoelwoningen, verder 144 flatjes in één centrale voorziening in Buytenwegh de Leyena (waarover later meer) en 450 schuifelwoningen, die voor stokiopers bestemd zijn en niet zo verregaand te hoeven worden aangepast. In totaal worden er in de hele provincie tot 1980 zo'n vijfhonderd rolstoelwoningen gebouwd, daarna kunnen nieuwe behoeften gepeild worden. „Er zijn gemeenten die rolstoeiwoningen automatisch opne men in nieuwe bouwplannen, zoals Dordrecht en Zoeter meer", aldus Brom. „Als wij eenmaal kontakt hebben gehad met een gemeente er> er zijn in een bouwplan een aantal rolstoelwoningen opgenomen, dan denkt de gemeente er bij een volgend plan vaak uit zichzelf aan en neemt kontakt met ons op. Naar zo'n gang van zaken streven wij juist." De PRS heeft aan da gemeenten Maassluis, HellevoetsJurs en Zoetermeer gevraagd om alle woningen toegankelijk te maken voor rolstoelgebruikers, althans in de komende nieuw bouw. Oat betekent: geen hoge stoepen, geen drempels, een minimale deurbreedte van tachtig centimeter. Op die manier kunnen gehandicapten bij hun buren en vrienden op bezoek. Het PvdA-raadslid De Jong deed in de Zoetermeerse gemeen teraad een gelijkluidend verzoek, waarop wethouder Nagte- gaal van sociale zaken en stedebouwkundige Sprenger zeiden dat dat veel te duur zou worden. Brom: „Juist deze week gaat er een rapport van ons naar de gemeente Zoetermeer, waarin we de mogelijkheden aangeven om het plan te verwezenlijken. Voor veel typen parterrewoningen (s het in elk geval mogelijk. De meerkos ten per woning bedragen dan maar een paar honderd gulden. Maar Fn Zoetermeer komen ook veel flatjes van twee en drie verdiepingen, daar zou Je een liftlnstallatle van dertigduizend gulden moeten aanleggen en dat Is inderdaad veel te kostbaar. De Jong stelde ook voor om alle woningen zó te bouwen dat ze gemakkelijk kunnen worden omgebouwd tot rolstoel woningen, maar dat is vrijwel onuitvoerbaar. Je kunt, in zo'n geval ook geen eengezinswoning met een verdieping hebben, want een rolstoelwoning heeft geen trap. Bovendien zouden alle woningen dan 1,4 maal zo groot moeten zijn dan nu het geval is, dat is natuurlijk onbetaalbaar." Het bouwen van een rolstoelwoning blijkt echter heel goed betaalbaar te zijn dat ze er nog niet in voldoende mate zijn, is dus meer een kwestie van mentaliteit dan van techniek er. financiën. Rolstoelgebruikers zijn een zo kleine groep, dat architecten geneigd zijn om hen buiten beschouwing te laten zowel bij het ontwerpen van woningen als van openbare gebouwen. Mentaliteit is een steeds terugkerend woord bij gesprekken over gehandicapten, zoals ook integratie dat is. De gehandi capte moet geïntegreerd worden in de samenleving, moet temidden van valide mensen kunnen wonen, werken en recreëren het resultaat zal nauw samenhangen met een verandering in mentaliteit Daarom worden in principe nooit meer dan twee of drie rolstoeiwoningen in één straat ge bouwd. anders zou je de reactie oproepen: Oh, woon je m die straat, dan hebben jullie zeker een gehandicapte thuis. Daarom ook probeert men, hoewei het vee! duurder is, ook vaak de bestaande woning van de gehandicapte te verbouwen en aan te passen. In renovatieprojecten worden vaak twee benedenwoningen bij elkaar gevoegd tot één rolstcelwonmg en komen er boven twee kleine woningen voor validen. De gehandicapte kan op die manier in zijn eigen huis blijven wonen of in elk geval in zijn eigen buurt, waar hij bekend is. Bij het ontwerpen van het project Buytenwegh in Zoetermeer is dit principe van spreiding echter verlaten. Architect J. Kroon vertelt hierover: „Het centrum is bedoeld voor gehandi capten die op een bepaald gebied intensieve verzorging nodig hebben maar verder zelfstandig kunnen leven. We moeslen dan ook een evenwicht zien te vinden tussen verzorging en zelfstandigheid". Die zelfstandigheid is erg belangrijk. Nu wijlen dokter F, R, Worisek, ex-directeur van de PRS in Zuid-Holland, noemde dit als extra argument voor de bouw van rolstoelwoningen, omdat dertig procent van de nu in instituten verblijvende gehandicapten best zelfstandig zou kunnen leven. Bij een dagprijs van honderd gulden per persoon levert dat een besparing van 36.500 gulden per jaar op. Zelf met een gedeeltelijke verzorging 2oals in Buytenwegh wordt voorge staan voor speciale gevallen, zou dat rekensommetje nog gedeeltelijk op kunnen gaan op den duur. „Het centrum wordt gebouwd in de vorm van een kruis met gebogen vleugels", aldus Kroon, „Op de benedenverdieping zijn kleine fiats met ieder een eigen voordeur. Hun achterdeu ren grenzen aan een centrale gang, die uitkomt in het hart van het kruis. Daar ts een verzorgingscentrum gevestigd, voor eventuele verpleging, warme maaltijden, het voeren van dia maaltijden en dergelijke zorg. Op de eerste verdieping van het gebouw zijn vijftig tweeka mer- en vier driekamerwoningen, voor valide personen. Tus sen dte woningen door loopt een openbaar pad. er is een ontmoetingsruimte die door allerlei groeperingen gehuurd en gebruikt kan worden en er zijn in een aparte verdieping medische voorzieningen, waaronder een tandarts. Naar we hopen krijgt één der vleugels via het openbare pad en een loopbrug verbinding met het spooiwegstation, dat op hetzelf de niveau er vlakbij ligt. Niet alleen rolstoelgebruikers, maar ook moeders met kinderen en mensen die slecht ter been zijn of veel te sjouwen hebben kunnen dan via de lift van het centrum en het looppad in het station komen. Om het centrum nóg openbaarder te maken en het niet al te zeer een sta-m-de-weg te laten zijn kun je er in het midden ook nog doorheen lopen. Tussen de vleugels worden wonin gen en een school gebouwd. Op al die manieren proberen we de gehandicapten zoveel mogelijk te integreren, we kunnen mensen die zoveel verzorging nodig hebben, nu eenmaal niet geheel verspreid over de wijk laten wonen," Met een sociaal-cultureel en een medisch centrum met apotheek vormt deze gehandicaptenvoorziening een diensten centrum. Zowel Brom als Kroon weten maar al te goed hoe vaak hun confraters bl] het ontwerpen gewoon vergeten dat er nog zoiets als gehandicapten bestaat. Om te bewerkstelli gen dat latere architecten wél oog hebben voor de bouwmo gelijkheden en -moeilijkheden In dit opzicht, is aan de Technische Hogeschool Ir» Delft een werkgroep Bouwen voor ledereen opgericht, waarin ook Ir. Kroon deelneemt. Zijn collega, interieurarchitect C. G. Aarts: „Ik geloof dat die mentaliteitsverandering best tegenvalt. Iedereen is het erover eens hoé er gebouwd moet worden, hoe een rolstoelwoning in elkaar moet zitten, welke-eisen er gesteld kunnen worden aan openbare gebouwen. Maar de betreffende instanties werken vaak enorm langs elkaar heen, er wordt eindeloos vergaderd en gerapporteerd, maar de resultaten verdwijnen in een lade, Het gaat immers toch maar om een heel kleine groep? Ach, misschien ben ik wel te ongeduldig, maar alles gaat zo langzaam! Bovendien bestaat overal de misvatting dat aanpassingen zo duur zijn. Dat rs voor bestaande gebouwen wel zo, maar voor nieuwbouw niet. Het moet een automatisme worden om rekening te houden met gehandicapten. Daarom is onze werkgroep ook opgericht," Kroon, Aarts en andere mentoren proberen de studenten allereerst vertrouwd te maken met de rolstoel. Urenlang experimenteren en zelf metingen verrichten: als ik in de stoel zit, hoe ver kan ik dan reiken, hoeveel ruimte heb ik nodig voor een bocht? Verder worden uitgaven als Geboden Toe gang van de Nederlandse Vereniging voor Revalidatie en Wonen? Wonen! van dokter Worisek van de PRS bestudeerd. „We beginnen dit Jaar met een onderzoek naar hellingen, daar Is nog bijzonder weinig over bekend", vertellen Kroon en Aarts. Vijf groepen studenten zullen onderzoekingen verrichten, ontwerpen maken en ten slotte eer» helling bouwen. Vervolgens komen tweehonderd gehandicapte proefpersonen uit Delft an omgeving de helling uitproberen. Hun inspanning bij het berijden of belopen van de helling wordt nauwkeurig doorgemeten en opgetekend. D« proef personen zullen vooral gezocht worden vla revalidatiecentra en dergelijke. Aan de werkgroep zijn ook een medicus, een fyslotherapeute/arbeldstherapeute en een ergonome ver bonden. Je zou kunnen zeggen dat de werkgroep aan de bron van het bouwen voor gehandicapten bezig is en dat het zeer logisch is om daar te werken toch is de werkgroep uniek in Nederland en pas drie jaar bezig, fn Zweden is het bouwen voor gehandicapten in het studieprogramma van toekomstige architecten opgenomen, maar in landen waar juist veel gehandicapten zijn doordat er veel oorlogen gestreden zijn. zoals Frankrijk en ook wel Engeland, gebeurt er maar heel weinig op dit gebied. „Waar wij mee bezig zijn is natuurlijk maar een heel klein deel van het totale bouwen. Maar dat bouwen op zich is dan ook eigenlijk niet het doel", 2eggen Aarts en Kroon. „We proberen een denkproces op gang te brengen. Studenten zeggen soms na afloop: jullie hebben het wel steeds over rolstoelgebruikers, maar er 2ijn toch ook andere gehandicap ten. Dan gaan ze uit zichzelf verder kijken en bezoeken bijvoorbeeld eens een blindeninstituut om Ie kijken wat daar de behoeften zijn. Dan hebben wij ons doel bereikt!" Wat verstaat men precies on der een rolstoelwoning"? Die moet zo zijn aangepast aan de gehandicapte bewo ner, dat die vanuit zijn rol stoel zelfstandig gebruik kan maken van alle voorzien in- gen. Dat betekent allereerst ruimte: de rolstoel is 93 cm hoog, 65-70 cm breed en 110 cm lang. met een draafcirkel van anderhalve meter. Deuro peningen moeten dan ook minstens 80 cm breed en liever breder zijn. Een zittend iemand kan niet hoog of ver reiken, kastjes, stopkontakten en deurknoppen moeten dus vrij laag te bedienen zijn. In een keuken kan de appara tuur het best in een L-vorm worden opgesteld, zodat de stoel met voortdurend heen en weer hoeft te rijden, De rolstoel moet onder kastjes en apparatuur in kunnen'rij den en alles moet goed" geï soleerd zijn, zodat de gebrui ker geen bovenbenen ver brandt. Misschien moet er een tilapparaat bij het bed komen, zodat de bewoner zichzelf in bed kan tillen van uit zijn stoel. De badkamer is ingericht met een douche stoef, het toilet op een be paalde hoogte en overal stan gen om je aan vast te houden en op te steunen. De gordij nen moeten vanuit één plaats gesloten kunnen worden, bo- venraampjes moet men met een lange handle kunnen be dienen. Er zitten in zo'n rolstoelwo ning zoveel foefjes, vooral in de keuken, dat het eigenlijk verwonderlijk is dat die niet allang zijn overgenomen voor andere woningen. Dat laatste geldt zeker ook voor openba re gebouwen. Hel is voor iederéén gemakkelijk als een gebouw goed bereikbaar en begaanbaar is. Contrasteren de kleuren voor slechtzien den. een goede akoestiek voor slechthorenden kunnen voor anderen evenmin kwaad. Bovendien zijn er grote groepen mensen die tijdelijk gehandicapt zijn, bij voorbeeld door een gebroken been, of die met een kinder wagen of boodschap pen wa gentje op pad zijn. Je vraagt je af waarom er zoveel trappetjes en treden zijn op plaatsen waar je ze met verwacht; waarom ineen lift de knoppen zo hoog zit ten dat ook kinderen er niet bij kunnen; waarom het huis houden zo is ingericht dat een huisvrouw hel grootste deel van de dag staand en lopend doorbrengt. Mis schien zijn dat over tien jaar overbodige vragen, nu zijn ze dat zeker niet!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1975 | | pagina 5