Frans Boogaardschool:
van architect
en docenten
een ontwerp
ifü - -
-
m
Trsé-f 1
d Blokje
%irond/
„In veel amateurclubs
meer kwaliteit dan in
menige le divisiecillb,,
Z.
v\
Slobodan Dutina
l^viWVRIJDAG 26SEPTEMBER 1975
Het opleidings
centrum: wel ro
mantisch, maar
veel te klein voor
zo'n kleine 300
kleuterleidsters-in-
spé.
.5 - V'. ï-j
Vlaardingen Meer dan
tien jaar lang is de
Christelijke Vorm
school al bezig zoetjes
aan uit haar voegen te
barsten. Aan de buiten
kant ligt het oplei
dingscentrum' aan het
Plein Emaus er zeer ro
mantisch bij, bijna vol
ledig ingepakt door ge
boomte en struikge
was. Binnen echter is
de situatie minder ro
mantisch: hier wordt
dagelijks gewoekerd
met de beschikbare
ruimte en is het drin
gen geblazen voor de
kleuterleidsters-in-spé.
Aan dat alles komt een
eind: binnen niet al te
lange tijd gaat de eer
ste paal voor het nieu
we onderkomen de
grond in.
En met die nieuwe behuizing is
wat bijzonders aan de hand.
Het is niet het overbekende
verhaal van: architect krijgt
opdracht, architect maakt
ontwerp, architect is de baas.
De directie van de school plus
docenten hebben van begin af
aan heel duidelijk laten weten
dat het hün school zou wor
den, dus dat zij wilden bepa
len hoe die school er uit zou
komen te zien.
Mejuffrouw G. Visser, directrice
van het opleidingsinstituut,
herinnert zich met enig ple
zier de eerste bijeenkomst van
directie, bestuur en docenten,
waarbij de architecten van
bureau Nuyt en Heikens het
ontwerp toelichtingen. „Dat
was in het najaar van 74. We
hebben meteen gezegd: zo wil
len we het niet. De heer Nuyt
heeft werkelijk een storm van
kritiek gekregen die dag,
maar ik moet zeggen, hij nam
het allemaal heel redelijk op.
Hij heeft gevraagd: hoe willen
jullie het dan?"
VERBIJSTERD
Om die vraag goed te kunnen
beantwoorden zijn docenten
en directie op pad gegaan.
Mej. Visser haalt een serie
foto's tevoorschijn: het resul
taat in kleur van een
speurtocht door Nederland.
„We zijn bij vier opleidings
scholen geweest om te zien
hoe die gebouwd zijn, We
hoorden diverse bezwaren
aan en stelden zelf vast over
de scholen: zo wilden wij het
niet hebben". Ze begint onbe
daarlijk te lachen: „Er was
één directeur van een school
in Eindhoven die stomver
baasd tegen ons zei: hebben
jullie dan wat te zeggen in de
bouw van jullie school? Ik
ben er zomaar ingetrokken.
Haja, ja die man was verbij
sterd. Wij hebben toen ge
zegd: natuurlijk hebben wij
wat te vertellen. Het wordt
toch ónze school?"
Na de inspectietocht werden
negatieve en positieve erva
ringen naast elkaar gezet: de
arbeidleraar maakte een
schets van de gewenste
schooi. Directrice Visser laat
'm zien en vertelt: „De archi
tect was verschrikkelijk ent
housiast om daarmee op
nieuw te beginnen. Maar hij
kon helaas onze ideeën niet
letterlijk volgen. Want weet
a wat het merkwaardige is:
voor de bouw van opleidings
scholen voor kleuterleidsters
xijn de normen van voortge
zet wetenschappelijk onder
wijs aangehouden. Nou sput
tert mej. Visser, „dan krijg je
me toch dolle dingen. Zoals:
een biologielokaal mét gas-
en wateraansluiting. Wat
moeten wij daarmee? En over
een muzieklokaal, dat in onze
opleiding broodnodig is,
wordt niet gesproken".
OBSERVATIE
Een ander, zeer sprekend voor
beeld: elke opleidingsschool
dient te beschikken over een
zogeheten metbodiek-dldac-
tiek lokaal. Een ruimte waar
in de aanstaande kleuterleid
sters vanachter een venster
kleuters kunnen bespieden,
om op die manier meer over
hun gedrag te weten te ko
men. De speurtocht van mej.
Visser en haar docenten heeft
Directrice Visser: straks
toch ook een beetje heim
wee.
"V-: V
MMHK!
- 4 '"•"T '4*" *V »»t e b/i1? -1
[if "..a.-A-i f- v'£,V SIM
I
zonneklaar aangetoond, dat
een dergelijk lokaal totaal
overbodig is. Want: „Het is
belachelijk om ook maar te
veronderstellen, dat je kleu
ters uit hun vertrouwde om
geving kan halen en in een
volkomen vreemde ruimte
kunt planten en din wil ver
wachten dat die kinderen
zich ontspannen gedragen.
Als je het dagelijkse gedrag
van kinderen wil observeren
moet je naar ze toegaan en ze
niet uit de vertrouwde omge
ving wegplukken. Dwazer
kan het niet. En wat blijkt
dan ook? Deze observatie-
ruimtes worden in de prak
tijk bijna niet gebruikt Hup,
tienduizend gulden over de
balk gegooid. Daar kom ik
als belastingbetaler al tegen
in opstand".
Het is nu dan ook al een uitge
maakte zaak dat de door de
wet voorgeschreven metho-
diek-didactiek ruimte mooi
voor andere doeleinden ge
bruikt zal worden. Zo hebben
docenten en directie van de
straks te noemen Frans Boo
gaardschool het bepaald.
Maar ook de architect, die
steeds meer plezier kreeg in
de betrokkenheid van de do
centen met hun school. De
door
Trïx Broekmans
stortvloed van ideeën van de
Vormschoolmensen werd ar
chitectonisch vertaald en zo
kreeg iedereen zijn zin. Mej.
Visser is met name ingeno
men met de oplossing die ar
chitect Nuyt bedacht voor
hdér ideaal; een ontmoetings
ruimte midden in het gebouw,
die de vorm van een zitkuü
zou moeten hebben. „Dat die
ruimte in het midden zou ko
men, hadden we 'al uitge
maakt Alle leslokalen boven
en beneden komen in een
soort galerij samen waarin
dan die gemeenschapsruimte
ligt Maar ik wilde een praat-
kuil hebben. Dat zou enorm
duur worden, doordat je de
grond in zou moeten graven.
Toen heeft de architect heel
slim bedacht, dat de vloer
rond deze ruimte met veertig
centimeter opgehoogd wordt.
Op die manier wordt het toch
een kuil".
Mejuffrouw Visser is er heilig
van overtuigd dat er straks
dankzij de nieuwe ruimere ac
commodatie nog beter onder
wezen kan worden dan nu het
geval is. Er zijn meer vierkan
te meters om die dingen te
doen die nu met hangen en
wurgen geschieden. Zaken die
straks de kleuter ten goede
komen. Hoewel de directrice
van de toekomstige Frans
Boogaardschool ook best
weet, dat het onderwijs staat
of valt met „de man voor de
klas". Ook ai is de omgeving
nog zo prachtig en nog zo
volledig uitgerust, als de le
raar er niets van bakt helpt
al dat moois de toekomstige
kleuterleidsters geen cent. Of
zoals mej. Visser het zegt „Je
kookt net zo lekker op een
electrisch pitje op de grond
als op een vierpits fornuis.
Maar het laatste is wel pretti
ger".
Ondanks dat weet ze dat straks
het afscheid van de huidige
huisvesting moeilijk zal zijn:
„Dit gebouw heeft zoveel
sfeer, 'gezelligheid. Dat heb je
niet zomaar in een nieuw ge
bouw. Je kan het zoveel mo
gelijk proberen te scheppen
door materiaalkeuze en kleur,
maar die echte ingebakken
sfeer krijg je er niet zomaar
in". De zekerheid dat het in
de nieuwe behuizing beter les
geven zal zijn moet het nade
rende gevoel van heimwee
dan maar compenseren.
Signalement
Naam:
Ras: bast- her
der
ii
Geslacht: teef
Leeftijd: plm. 2
112 jr.
Kleur: zwart
bruin
Schofthoogte:
46 cm.
Het is geen schipperskees
maar zeebenen heeft ze.
De bastaard-herder die
we dit keer uitkozen, voor
het blokje is een ervaren
zeevrouw. Althans zo
luidt de geschiedenis die
aan haar vastkleeft De
zwartbruine hond heeft
lange tijd haar leven
doorgebracht op een
schip, geen binnenvaart
maar waarschijnlijk een
koopvaardijschip.
Eigenlijk betekent het voor
haar het einde van een
trieste periode nu ze in
het tehuis zit te wachten
op een baas. Ze werd
namelijk botweg afge
dankt na jaren trouwe
dienst Drie maanden
heeft ze bij kennissen
van de baas doorge
bracht Hij zou terugko
men, maar heeft nooit
meer iets van rich laten -
horen.
Vorige week werd de hond
naar het asiel gebracht
Het is een herder om re
kening mee te houden.
Zij zal niet zomaar van
iemand gaan houden,
waarschijnlijk heeft
ze een nogal strenge
voorkeur. De eerste keer
dat we haar zien is dan
ook niets anders dan een
heel diep gegrom. Niette
min is ze geenszins vals.
Ook nu valt weer op dat
de honden in de hokken
zich ontzettend ver
knocht voelen aan de
asielbeheerder. Kwaad
kan hij niet doen bij hen,
ook niet bij de herder.
Samen met de beheerder
zat het dan ook snel snor
met de vriendschap tus
sen ons en de hond. Ze
is eigenlijk wat te dik
(van het goede landle
ven?) maar als de hond
in de toekomst voldoen
de beweging krijgt zal
het laagje vet er weer
gauw af zijn. Misschien
is de herder wel het
meest geschikt voor bij
voorbeeld een bewoner
van een woonboot
De herder van vorige week
is naar een gezin, evenals
het hondje van twee we
ken geleden, die eerst
werd teruggebracht
maar nu uiteindelijk toch
weer een tehuis heeft ge
vonden.
De bouvier die verleden
week werd gevonden rit
er nog steeds, evenals
een fox-terriër. In de
„kattenboek" zit een
zwart-witte kater van
drie maanden (zie foto)
en ook twee rode kater
tjes.
Inlichtingen bij het asiel
aan de Schiedamse St
Annazusterstraat, tele
foon 26G2G6, Geopend
van negen tot twaalf en
van twee tot vijf uur;
zaterdags van negen tot
twaalf en zondags geslo
ten.
Schiedam Slobodan Dutina 1
strompelt nog wat onbeholpen I
door de woonkamer van zijn 1
Schiedamse huis. Grinnikt wat i
verlegen als het tot hem door-
dringt dat zijn bewegingen met I
interesse worden gadegeslagen.
Zegt dan lachend: „Een paar i
dagen geleden had ik dit niet
voor mogelijk gehouden, maar
je ziet het, ik lóóp".
Maar de échte uitsmijter moet
nog komen: „Komende zondag
misschien nog niet, maar vol
gende week voetbal ik weer".
Het klinkt zo nuchter, maar de
KVC'er is eerlijk genoeg om te
bekennen dat hij de laatste is
geweest die een herstel op zó
korte termijn voor mogelijk
had gehouden.
Blikt derhalve even terug naar
afgelopen zondag, toen somber
kijkende RVC'ers de brancard
begeleidden waarmee de Joego
slaaf werd afgevoerd. Dutina's
enkelbanden, murw gemaakt in
enkele seizoenen voetbal op se*
miprofniveau, waren niet in
staat gebleken de wedstrijd te
gen Hermes DVS te doorstaan.
„Ik wist dat ik beter niet kan
kunnen voetballen. Afgelopen
maandag zou mijn enkel in het
gips gaan, maar omdat ik zo
graag wilde spelen heb ik na
overleg met Berry Janse tegen
Hermes tóch meegedaan. Duti
na, een beetje schuchter: „Maar
van mijn dokter mocht ik ei
genlijk niet. Nou ja, die was
dan ook goed kwaad toen ik §l§
rugtMm,,maaildaS bl' hCT t& Slobodan Dutina (links) heelt bij RVC zijn draai gevonden
ZWAAR VERREKT
Maar diezelfde huisarts nam wél
Dutina's grootste angst weg.
„Iedereen riep na de wedstrijd
dat mijn enkelbanden ge
scheurd waren, ook onze ver
zorger, Meindert Balkestein
vreesde,bet ergste. Maar geluk
kig, gescheurd zijn ze niet, wel
zwaar verrekt".
En dus toog de ex-SWer zonder
al te hoge verwachtingen naar
Sparta-verzorger Henk Klamer,
maar zegt thans merkbaar op
gelucht: „Onvoorstelbaar zoals
dat nu al heeft geholpen. Niks
geen gips, dat is ouderwets zei
hij tegen mij toen ik bij hem
kwam. Dat doen we tegenwoor
dig ónders. Twee uur is ie met
me bezig geweest en toen ik
wegging zei hij nog: volgende
week zondag heb ik je weer
fit".
Hetgeen voor Dutina weer een
nieuwe ervaring 2al zijn, want
nadat hij in de wedstrijd tegen
UVS zijn zwakke enkel wat on-
Door
Hans Soeters
gelukkig had verdraaid is hij
niet meer aan trainen toegeko
men. Dutina: „De week daarna
heb ik- niet getraind, maar
ondanks de pijn toch meege
daan in de wedstrijd tegen
SDW", Zelf noemt hij het wils
kracht, terwijl de houding van
RVC hem de morele verplich
ting oplegt iets terug te doen,
„Geweldig zoals dat bestuur voor
de spelers zorgt Grandioos ook"
zoals ik bij RVC door de spe
lers en de supporters ben opge
vangen". Hij noemt de wed
strijd tegen Hermes DVS als
voorbeeld. „Op een gegeven
moment raakte ik geblesseerd.
Lopen ging nog wel, maar méér
eigenlijk niet. Maar op zo'n mo
ment komen er spelers bij je en
die beuren je weer op. Kom
nou „Duti", we hebben je no
dig. En op zo'n moment dan ga
je tóch maar weer".
Dutina, bij SW ooit eens afge
schilderd als een kwetsbaar
kasplantje, voelt zich kiplekker
in zijn nieuwe rol. Op zijn
schouders rust een brok verant
woordelijkheid en dat ligt hem
wonderwel. De reden is duide
lijk; „Ik heb het bij RVC gewel
dig naar m'n zin. Let wel: vóór
ik besloot naar RVC te gaan
stond één ding vast; bij SW
zou ik in elk geval weggaan.
Even heb ik er toen nog over
gedacht om naar Hermes te
gaan en zelfs PPSC is nog ter
sprake geweest".
Het werd tenslotte RVC. „Een
stapje terug, dat wel, maar het
verschil met het betaalde voet
bal is gering. Het aantal trainin
gen en ook de opvattingen zijn
„wat minder, maar de kwaliteit
zeker niet, die is niks minder.
Ik durf zelfs te zeggen dat er
in veel amateurclubs meer kwa
liteit zit dan in menige eerste
divisie club. Welke clubs laat ik
nu maar in het midden, die tijd
is voorbij. Voor mij geldt nog
slechts RVC".
r/F„