Vuur vóór de storm Wilde weldoener" schenkt kleur TELEFONISCHE HULPDIENST ZOEKT ONDERKOMEN Succesvolle redding neger! len zeelieden "Andere keren vergaat de schuit, met man en muis" Frontale botsing „Als ik doodganou dan ga ik maar dood" Ik ben alles kwijt maar ik lééf..." "Wat wij doen is noodzakelijk" Schipper van reddingboot: MAANDAG 5 JANUARI 1976 3 Hoek van Holland „Als ik doodga, nou dan ga ik maar dood, dacht ik ge woon. Nu achteraf blijkt dat ik alies ben kwijtge raakt: mijn koffer is weg, mijn kleren, siga retten enzovoorts. En al voel ik me dan een bee tje wiebelig en gammel, ik ben blij. Ik voel me erg gelukkig: ik lééf nog! Woorden van die strekking regt Kaapverdiaan Antonio Baia in gebrekkig: Engels. Hij is één van de opvarenden van het stoomschip Stardust, die zater dagmiddag is gered door de Zuidhollandse Reddingsbriga de. Demonstratief zit hij zeer smakelijk een boterham met kaas te verorberen: als hij in het Groene KruisgeboHw aan de De Cordesstraat in de Hoek aankomt, is het al meer dan anderhalve dag geleden dat hij beeft gegeten. In het zelfde brabbelïge zeemans engels zegt Felix Blanco Vivo, Spanjaard van origine: „Ja, sinds de storm opstak, was er geen tijd om te eten. Wel kon den we om de beurt even gaan slapen, dan losten we elkaar af. Vanochtend maakten ze me wakker en riepen in paniek, dat ik er snel uit moest komen: we maakten water. Toen ik een maal op was, duurde het niet lang meer voor er hulp kwam". Hulp werd geboden door de zes bemanningsleden van de Ko ningin Juliana, een reddings boot waarvan J. de Blok sinds 1 april vorig jaar schipper is. Voor De Blok betekent de suc cesvolle redding van de opva renden van de Stardust de eer ste keer, dat hij echt in actie moest komen. F Am JE Grootste kopzorg voor de beman ningsleden van de Stardust is niet eens, dat ze hun spullen kwijt zijn en een tijdje in het j Nadat de geredde opvarenden van de Stardust door de reddingboot Koningin Juliana aan land waren aebraeht werden zij wat tot rust gebracht in het Groene Kruisgebouw in Hoek van Holland. Zeemanshuis in Rotterdam of in de nabijheid daarvan moe ten verblijven. „Hoe vertel ik het mijn familie?" is wel het probleem, waar ze zich het meest druk om maken. Schrij ven is de beste oplossing, roept Michael Vios plotseling luid- Vios is de Griekse machinist van de Stardust Hij spreekt iets beter Engels dan de anderen, maar praat onduidelijk. Als hij behulpzaam de naam van het stoomschip wil opschrijven, maakt hij er Dasturd van. On danks zijn grappen en grollen, die hij alweer maakt, is hij toch nog tamelijk overstuur. Op dat ogenblik komt mevrouw Niesink aanlopen. Zij is de vrouw van de kapitein van de Stardust, die samen met de eer ste stuurman aan boord is ge bleven. „Ach, die kapitein is wel een vastberaden man. Die raakt niet in paniek; ook niet als de ankerketting breekt," werd nog terloops opgemerkt door J. B. Tegelaar, agent van de reddingsmaatschappij, uren voordat de Stardust inderdaad zou losslaan. Mevrouw Niesink is vanaf het ogenblik dat ze aan de wal is erg in de weer geweest. Ze heeft geholpen met het tran sport van de opvarenden van het schip van haar man, ze heeft ieder opbeurende woord jes toegesproken, heeft met de zusters van het Rode Kruis (de ze instelling heeft haar kust- kledingdepot gevestigd in een van het Groene Kruis gehuurd gebouw) talrijke boterhammen gesmeerd en is druk aan het praten geweest met de artsen Hut en Venker, met politie en met zusters. Ze vermaant, zenuwachtig als ze nu is, de bemanningsleden dat zij hun mond houden. „Mijn man zal wel vertellen, hoe het gebeurd is. Hij is kapitein en hij weet het best wat er alle maal aan de hand was." VOOR ANKER Maar dat weet zuster Prins in middels ook: uit de woorden van de geredde opvarenden heeft deze vrouw, die met de leiding over de hulpverleners van het Rode Kruis is belast, genoeg begrepen en vriendelijk vertelt ze: „Toen het begon te stormen, kon de bemanning het bootje niet meer in de hand houden en woei het naar de kust toe. De bemanning wist toch nog op tijd het anker uit te gooien. Het schip lag voor anker en de kapitein en zijn stuurman wachtten er tot zij weer zouden kunnen varen. Maar nu is het schip toch nog gestrand." Dokter Venker "zegt nog: „fcén opvarende Is met gebroken le dematen naar het Havenzie kenhuis in Rotterdam ge bracht. Hij was de eerste, die wilde overstappen van de Star dust op de reddingsboot, maar wachtte daarvoor niet lang ge noeg. Hij kwam toen tussen beide schepen in het water te recht." Hoek van Holland De redding van de 19 opva renden van de Stardust is een sterk staaltje van moed geweest van de be manning van de redding boot "Kon. Juliana' uit Hoek van Holland. De reddingboot, met aan het hoofd schipper Han de Blok (47), had nog nim mer onder dit commando in zulk zwaar weer hoe ven uit te varen. Zaterdagmorgen besloot schipper De Blok dan ook om negen uur uit te varen voor een proef vaart in windkracht 11. De boot hield zich gewel dig, de acht opvarenden konden elkaar goed vin den in de handelingen, waarbij men blindelings op elkaar moet kunnen vertrouwen. Tevreden zette de bemanning om kwart voor elf, moe maar voldaan, voet aan. wal Nauwelijks een half uur later kwam het noodsein van de 'Stardust'. Een schip onder Panamese vlag, waarschijn lijk met een Belgische maat schappij als eigenaar, dat 24 uur eerder al moeilijkheden had gekregen, toen het onge laden op weg was naar Dover. De 21-koppige be manning had vanaf vrijdag middag gevochten met de woedende elementen: storm en tot orkaankracht aan wakkerende windvlagen, huizenhoge golven, die soms geheel over het dek heen sloegen en een stuurinrich ting die mankementen ver toonde, zodat het schip niet 'op de wind' gehouden kon worden en af en toe een speelbal werd van de na tuurelementen. Herhaalde lijk hadden zij om sleepboo- tassïstentie gevraagd, vertel den de geredde schipbreuke lingen later, maar om de een of andere reden was die niet voor handen geweest. Na vele uren wanhopig vech ten besloot de kapitein aan de seinpost in Hoek van Hol land assistentie te vragen van de Kon. Zuidhollandse Redding Maatschappij. On middellijk koos schipper Han de Blok wederom zee: met aan boord behalve hij nog vijf man: stuurman Rien Noordhoek en machi nist Jas Lauwer, twee kerels uit één stuk die later het 'ruwe werk' zouden opknap pen door de schipbreukelin gen te 'vangen' en twee vas te opstappers. ZOON De zesde man was zijn eigen zeventienjarige zoon Klaas. Vele jaren geleden, in 1949, was schipper Han de Blok zelf opstapper bij zï£i va der, toen schipper op de reddingboot 'Kon. Wilhelm!- na' uit Stellendam, die toen in dezelfde omstandigheden moest uitvaren. Bij die gele genheid was de afloop he laas verschrikkelijk: de red- dingspoging gelukte welis waar, maar schipper De Blok, toen 45 jaar, én een lid van de bemanning, kwa men in de woedende golven om! En ook nu weer was het De Blok die het bevel voerde en de strijd aanbond tegen windkracht 11 tot 12. En weer was er een zoon De Blok die als opstapper zich verdienstelijk maakte. Dankzij de aanwijzingen van de radarpost in Hoek van Holland was de Stardust snel gevonden. Ware stuur manskunst en grote vakken nis was nodig om het ranke reddingsbootje langszij te manoeuvreren. De beman ning van de Stardust klamp te zich in doodsangst aan de reling vast. Iedere keer sloe gen de golven over het dek. Wanneer de reddingboot langszij was, en op de top van een hoge golf lag, klonk het bevel: "springen", dat onmiddellijk opgevolgd moest worden. Een fractie van een seconde aarzelen kon al fataal zijn. Het overkwam een jonge op varende van de Kaapverdi- sche Eilanden. Hij aarzelde een halve seconde. Toen hij sprong, was de reddingboot alweer los van het schip. De Portugees viel in het woeste water, schoot onder de red dingboot door en kwam als door een wonder levend weer boven, honderd meter van ae reddingboot af, in de kolkende golven. Het lukte de Kon. Juliana hem toch op te pikken en de rest van de bemanning eveneens aan boord te nemen. Inmiddels was de menigte die vanaf de kade probeerde een glimp van de reddings ak tie op te vangen, aange groeid tot een ondoordring bare massa mensen en auto mobilisten, zodat ambv Jan ces en politiewagens er nau welijks doorheen konden ko men. In een busje van de marechaussee werden de schipbreukelingen vervoerd naar het opvangcentrum. Kletsnat, verkleumd en vol komen overstuur. De beide wachtmeesters van de marechaussee, Piet van der Jagt en Kees van Ingen, wisten de mannen op te van gen: "Ik heb nog nooit men sen gezien, die zo zichtbaar met de dood voor ogen heb ben gestaan als deze schip- breukehngen," vertelt wachtmeester Van der Jagt! "Sommigen hadden in hun angst alleen een foto van hun moeder bij zich. Aan paspoorten hadden ze hele maal niet gedacht Laat staan aan geld. Wat waren ze gelukkig". DANKEN Sommige schipbreukelingen gunden zich geen rust om zich in de nieuwe, droge kle ren te steken, die de vrouw- van de aan boord gebleven kapitein had verzorgd. "Die mensen staken hun armen in de lucht en dankten God dat ze nog leefden!" vertel len de wachtmeesters. In middels was de aanvanke lijk in het water terecht ge komen Portugees met een shock en lichtgewond over gebracht naar het zieken huis vervoerd. Ook de broodnuchtere schip per De Blok en zijn heldhaf tige bemanning kwamen weer op verhaal. Schipper De Blok wil van geen loftui tingen weten: 'Wat wij doen is noodzakelijk. Dit keer is het schip nog betrek kelijk goed aan wal geko men. Andere keren vergaat de schuit, met man en muis. Daarom is dit werk on danks het levensgevaar noodzakelijk. Als de mensen wat willen doen, laten ze dan lid worden van de Red- d i ngmaatschappi j. Dit helpt meer, dan eerbetuigin gen". De „wilde weldoener" van het Waterweggebied schonk vrijdag in Maassluis rijn 57ste kleurentelevisie aan - het dienstencentrum aan de Arthur van Schendelstraat. Het geld voor dit toestel was bijeengebracht door de be zoekers van de discobar Down-Town. Ferry Hoefnagel, de „wilde weldoener" zelf, beschouwt het weldoen als een hobby. De Vkardingse opkoper van lompen en metalen besteedt veel tijd aan het schenken van bloemen en het verza melen van geld voor televi sies. Ferry gaarde al zo'n 35,000 gulden bijeen. De bejaarden van Schiedam, Vïaardingen en Maassluis varen er wel bij. „De jeugd doet het alle maal. Die rijn nog niet zo slecht als veel mensen wel denken", zegt deze onver moeibare leniger van noden. Schiedam Bij een frontale bot sing op de hoek van de Haven- dijk en de Lekstraat zijn zater dagmiddag twee personenau to's zeer zwaar beschadigd. De aanrijding ontstond doordat de 52-jarige bestuurder F. J. v. d, H- uit Schiedam vermoedelijk niet voldoende rechts heeft ge reden. Met rijn voertuig botste hij tegen de auto van de 32-jari- ge Rotterdammer M. A. W. Bei de bestuurders kwamen met de schrik vrij, alleen de echtgenote van de heer v. d. H. moest voor enkele snijwonden in het Nolet- ziekenhuis worden behandeld. Schiedam De telefonische hulpdienst Waterweg-Noord wil over tivee of drie maanden van start gaan in het centrum van Schiedam. De werkgroep die deze hulpdienst voer mensen met moeilijkheden voorbereidt, heeft aan het college van b en w toestemming gevraagd om in het leegstaande gemeentepand je Singel hoek Emmaplein te mogen trekken, „Die plek in het centrum is goed bereikbaar. Medewerkers van buiten Schiedam kunnen het gemakkelijk met het openbaar vervoer bereiken", aldus ds. M. G Baart die al geruime tijd voor de hulpdienst in de weer is, „indien we toestemming van de gemeente krijgen moet het pand eerst nog wat worden op geknapt. Het is echter wel kort dag, want de twee groepen vrij willigers doen momenteel prak tijkkennis op bij de dienst in Rotterdam. Eind februari rijn die wel klaar met de training. Het riet er dus naar uit dat we naar een noodoplossing moeten gaan zoeken". Het aanbod om vanuit het dienst encentrum De Woudhoek bij het Heijermansplein hulp te gaan verlenen ziet de werk groep niet zo zitten. De accom- modatie is goed, maar moeilijk bereikbaar. Een ander probleem waar de toe komstige post in Schiedam mee te kampen heeft is het tekort aan medewerkers. Op dit mo ment zijn er 22 vrijwilligers. „We gaan proberen om de post van 's avonds 7 tot 's morgens 7 uur te bemannen. Eigenlijk moeten we overdag ook bereik baar zijn, anders moeten we de mensen die bellen doorverwij zen. Dat is niet leuk, want die mensen zijn al door een berg van ellende gegaan voor ze ons bellen, zo vertelt een medewer ker van de hulpdienst. Uit ervaringen van de Stichting Telefonische Hulpdienst in Rot terdam, die door de oprichting van de post in Schiedam ge deeltelijk zal worden ontlast, blijkt dat het „spitsuur" voor de hulpverleners ligt tussen tien en drie uur in de nacht, De problemen die dan aan de orde komen zijn onder meer een zaamheid, huwelijksproblemen en alcoholisme. „De centrale in Rotterdam wordt per jaar meer dan 40,000 maal gebeld. Aan deze hulpverlening is een duidelijke behoefte. Ze ker ook in Schiedam, Vïaardin gen of Maassluis". Nog net vóór de storm zijn vrijdag een groot aantal kerstbomen verbrand. In bet begin van de avond was de wind nog niet zo krach tig dat de brandweer de vurige gebeurtenis wilde af gelasten. Het grote vreugdevuur zou later wel worden gedoofd toen de storm opstak. Bo vendien konden de spuit gasten die deze kerstbo men-fik vaak als „een lolle tje" zien, niet bevroeden dat zij enkele uren later handenvol werk zouden hebben aan de vele meldin gen van rondvliegende dak pannen, gebroken ruiten en ontwortelde bomen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1976 | | pagina 3