Van zuigelingen naar van bloedzuigers naar vergeten OK-zusters I' Steeds meer verpleegsters naar de derde wereld' Zwerftocht door een ziekenhuis Economisch-directeur N. van Aken: „Voedselregi- me..." Eind van deze maand moeten er zo'n 40 baby's geboren zijn in het Gasthuis. door Gêrard Voituron We krijgen steeds minder gediplomeerde verpleeg kundigen in Delft Na de opleiding, die drie-en-een half jaar in beslag neemt, blijven de verpleegkun digen nog enige tijd werken daar waar zij htm opleiding voltooiden en vertrekken dan vaak naar een land in „de derde wereld". Ook het Oude en Nieuwe Gasthuis, het oudste ziekenhuis in ons land, heeft nogal te kampen met deze problemen. De gevolgen van het snelle vertrek van het gedi plomeerd personeel blijven dan ook niet uit. Geruime tijd bijvoorbeeld konden enkele ziekenzalen niet worden bevolkt Een schadepost want lege ruimte kost bergen geld. Daarbij kan nog worden gesproken van een extra finan- Voesel Opscheppen aan de lopende band cifele strop als we denken aan de opleiding die door bet ziekenhuis de werkgever is betaald. Kortom, bepaald gelukkig Is men met deze gang van zaken niet „Maar wat doe je er aan?", verzucht economisch-directeur N. van Aken. Een schrale troost is dat niet alleen Delft kampt met het voortijdig vertrek van de hoofdzakelijk jonge ver pleegsters. Ook de directies van andere ziekenhuizen in ons land zien met lede ogen het personeel afreizen naar die derde wereld,". De voorkeur van de meesten gaat uit naar de ontwikkelingslanden in Afrika vooral. Ghana, Biafra en Nigeria liggen erg goed „in de markt". De redenen waar om men het liefst in deze lan den aan de slag gaat verschil len nogal Zo zegt de ene ver pleegster dat ze het doet om daadwerkelijk te helpen, ter wijl een ander er eerlijk voor uitkomt dat het meer om het avontuur te doen is. Naast de meisjes die naar de ontwikkelingslanden vertrek ken, is er nog een tweede cate gorie verpleegkundigen. Dat zijn zij, die meer heil zien in een betrekking bij een prive- kliniek in Zwitserland of West- Duitsland. En dan zijn er nog velen die niets liever zouden doen dan werken in IsraëL Honkvast De gediplomeerde veipleeg. sters krijgen de laatste tijd steeds meer de naam niet honkvast te rijn. Hierbij den ken we vooral aan de zaalzus- ter. Met de operatiezuster is het heel anders gesteld. Het is in de loop der tijd gebleken dat de verpleegkundigen op de operatie-afdeling veel trouwer zijn. Zij blijven vaak jarenlang aan hetzelfde ziekenhuis ver bonden. In het Oude en Nieuwe Gast huis weten de OK-zusters vrij wel geen verklaring te geven voor dit verschijnsel. „Waar schijnlijk komt het omdat de opleiding van ons twee jaren langer duurt dan die van een zaalverpleegster", zegt een van hen. „Wanneer een meisje van zeventien jaar begint met de opleiding tot zaalzuster is ze op haar twintigste klaar. Waarschijnlijk lokt het avon tuurlijke juist het meest Je ben tenslotte al weer tweeën twintig als je eindelijk de an dere opleiding achter de rug hebt". Zij vervolgt:„op die leeftijd hebben de meisjes meestal wel verkering, zodat ze er niet meer toe komen hun geluk in een vreemd land te zoeken". De overige operatie- zusters rijn het roerend met die visie van hun collega eens. Tijdens het gesprek ritten ze met z'n twaalven thee te drin ken. De laatste operatie van die dag is net achter de rug. Met veel enthousiasme praten ze over hun speciale beroep. Dat hun vak eigenlijk onbe kend is vinden ze niet erg. Zij vinden het ook logisch dat de patiënten, meer vragen over de zaalzuster. „Want ons zien ze meestal niet, dank rij het werk van de anaesthesist Eer opstrijken In 1974 bedroeg het aantal uit gevoerde operaties in het Gasthuis 2807. Er deed rich geen enkel geval voor waarbij de inspecteur voor de Volksge zondheid moest worden ge waarschuwd. Want zodra er ook maar iets mis zou gaan bij een operatie, is de directie van een ziekenhuis verplicht deze functionaris op de hoogte te stellen. Het behoeft geen be toog dat Van Aken daar te recht blij mee is. Hij sterkt ook niet onder stoelen of ban ken dat hij zeer tevreden is met de OK-verpleegsters. Na een moeilijke operatie tracte- ren de chirurgen nogal eens op gebak. Een aardige geste die volgens de zusters hun uit spraak onderstreept dat de chirurgen niet alle eer voor zichzelf opstrijken. Een ty pisch riekenhuisprobleem is de samenstelling van de maal tijden, Van Aken: „We realise ren ons terdege dat wij de grootst mogelijk variëteit moe- Nijvere zaalzusters ....voorbestemd om naar de derde werefd te ver trekken? ten aanbrengen in de maaltij den. Het is echter logisch dat een langdurig patiënt af en toe hetzelfde krijgt voorgescho teld. Dat is niet tegen te gaan", In drie ziekenhuizen in ons land wordt thans geexperi- menteerd met diepvries maal tijden zodat de patiënt elke dag zijn menu zelf kan vast stellen. „Maar dat is haast een ondoenlijke zaak. Denk alleen maar eens aan de mensen die een bepaald dieet moeten hou den". De economisch-directeur vindt het voor de handliggend dat er af en toe commentaar komt op het „ziekenhuis-voed- sel". .Maar dat komt voor het overgrote deel omdat de pa tiënten hier aan een voedselre- gime onderworpen rijn dat ze thuis niet kennen. Ik kan me voorstellen dat de een thuis zijn aardappels en appelmoes op twee borden neemt terwijl het in een ziekenhuis op een bord wordt geserveerd". Etenstijd Dat het inderdaad allemaal nogal mee valt, die ontevre denheid over het voedsel, wordt wel bewezen met eten stijd. Twee leerling-verpleeg sters lopen op de afdeling chi rurgie achter een verschroom- de wagen waar de damp uit komt zetten. De patiënten la ten zich het eten goed smaken. „Best te doen", is het oordeel van een patiënt Ook de ver pleegsters op de kraamafde- ling rijn druk in de weer. Daar hebben ze dubbele eters. Als de patiënten rijn voorzien is de beurt aan de baby's Het rijn er vandaag maar twee die de fles moeten hebben. Toch verwacht men in het Oude en Nog eeü vergeten groep uit het ziekenhuis, maar zeker zo belangrijk, zijn de dames die af en toe aan het bed komen en de patiënt wat bloed afne men. In het ziekenhuis-jargon worden deze meisjes al dan niet gekscherend „bloedzui gers" genoemd. Als rij op pad gaan, gaat het nieuws als een lopend vuurtje door de afdelingen. Natuurlijk -weten de laboranten, want dat zijn ze, dat zij bloedzuigers worden genoemd. Storend vin den ze die naam helemaand niet „Priksters", zegt eèn van de meisjes, „daar kan ik me kwaad over maken al ze ons zo noemen". Ze doet het werk al zeven jaar. Ze komt er eer lijk voor uit nooit van haar leven verpleegster te willen rijn. „Maar op deze namier doen wij toch ook veel voor de mensen". In de hal van het ziekenhuis is het behoorlijk druk. Er ritten mensen bij de afdeling „opname" te wachten. Familie van de aspirant-pa tiënt belooft zo snel mogelijk op visite te komen. Nadat de patiënt rijn bed op de afdeling heeft toegewezen gekregen en zijn dagelijkse kleding heeft verwisseld voor de pyama wordt hij ontvangen door de overigen die een sigaret zitten te roken in het „rookhol". „Rookhol" is de benaming voor de ontspanningskamer die iedere afdeling bezit Tus sen neus en lippen door vertel len de patiënten de nieuweling wat hij wel en niet mag doen. Zoals Karei, die vandaag een televisietoestel had laten mee brengen en het ding op de zes-persoonskamer had laten aansluiten. „De hoofdzuster was aardig boos", wordt er verteld. Avond. Sommige mensen lig gen al te slapen. Anderen kij ken in het „rookhol" naar de televisie of staan nog even een partijtje te biljarten in de amusementshal van het zie kenhuis. Tegen tien uur zoe ken ook rij het bed op. Een half uur laten worden de ver pleegsters afgelost. De nacht dienst begint. Alles is rustig, op het gesnurk van een enke ling na. Op de kraamafdeiing huilt een baby. In de armen van een zuster wordt hij weer stil. Op een andere etage maakt een verpleegster wat warme melk klaar voor een patiënt die de slaap niet kan vatten. De uren verglijden traag. Eindelijk wijst de klok half drie. Een moeilijk tijdstip voor de meesten, want de slaap komt onverbiddelijk op zetten. De zusters worden voor een kwartier afgelost; een kop soep gaat er altijd in, niet waar? Over de provinciale weg die achter het ziekenhuis ligt denderen af en toe vracht wagens. Zes uur: de thermo meters rammelen en er wordt een kop thee geserveerd. De meeste patiënten vallen daar na weer in een lichte slaap. Het gekletter van metalen kan nen maakt de patiënten voor de tweede maal wakker. Het ontbijt is in aantocht Een half uur later pakt een „wakkere" zijn scheergerei bij elkaar. Zijn buurman volgt het voor beeld. De nachtzusters worden na het overdragen van de rap porten afgelost. Voor hen be gint nu de-nacht eigenlijk pas. Tegen de tijd dat zij slapen is het ziekenhuis weer als een bijenkorf. In ieder hoekje of gaatje, een en al bedrijvigheid. Nieuwe Gasthuis eind deze maand vol te ritten. Er rijn zo'n veertig baby-bedjes gere serveerd. Nee, dat eten valt wel mee. Waar de patiënten soms wel last van hebben is, dat het erg moeilijk blijkt de verpleeg sters en verzorgsters te her kennen. Bijna allemaal heb ben ze het zelfde uniform aan; slechts de kleuren verschillen nogal eens. Ook Addie Lefe- ber heeft wel gemerkt dat ze niet altijd direct herkenbaar is voor de patiënten. In februari hoopt rij haar verpleegsters diploma te halen. Ze heeft het best naar haar zin bij haar huidige werkgever, maar nu al weet ze dat ze, waarschijnlijk volgend jaar al, zal vertrekken om, evenals zoveel van haar collega's een kijkje te nemen in de derde wereld. Met plezier praat rij over haar opleiding. Alleen het tweede jaar was niet zo gemakkelijk. „Er gingen toen behoorlijk wat- meisjes weg omdat ze plotseling beseften hoe groot de verantwoordelijkheid van een verpleegster feitelijk is. In dat tweede leerjaar namelijk wordt je geleerd hoe je medi cijnen moet toedienen. Dat is een verantwoordelijk heid en een taakverzwaring die niet iedereen aan kan". Verpleegkundig-directrice, me vrouw Meeter, beaamt dat e Het De meeste patiënten zitten hier de hele dag.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1976 | | pagina 4