Laconiek
TUINBOUWNOTA KAN JAREN OP ZICH LATEN WACHTEN
PvdA-lid mevrouw Langedijk:
„Spreiding tuinbouw
is van levensbelang"
SW,V
Vraag mevrouw Lange
dijk de mening over de
minister van landbouw
en visserij, Van der
Stee, en ze zal iedereen
vertellen dat ze de be
windsman veel te laco
niek vindt. „Hij praat
veel te weinig als minis
ter. Als Van der Stee
vragen moet beantwoor
den doet hij dat altijd
aan de hand van brief-
Oud-Avcreest/Den Haag
Een tuinbouwnota, zoals
de PvdA-fractie in de Tweede
Kamer die voorstaat, zal er
bijna zeker niet komen. Dat
werd wel duidelijk tijdens de
begrotingsdebatten voor de
landbouw die enkele weken
geleden in de Tweede Kamer
werden gevoerd. Minister van
der Stee wilde niet verder
gaan door te beloven, de voor
stellen van links eens door te
nemen.
Een van de drie landbouwspe-
cialisten in de fractie, me
vrouw S. Langedijk - de Jong,
is enigszins teleurgesteld dat
bet voorstel min of meer voor
kennisgeving is aangenomen,
al had ze eigenlijk niet anders
verwacht. Bij haar thuis, een
onlangs gekochte boerderij,
gesitueerd op de grens Drent-
he-Overijssel, vertelt zij hoe de
tuinbouwnota er moet uitzien.
Vier punten zouden centraal
moeten staan in deze nota.
a. de ruimtelijke ordening in
de tuinbouw;
b. de concentratie van produ
centen en hun afzet;
c. de kostenstijging, met name
die van de energie en
d. de exportsituatie.
Zij vertelt: „Van alle gebieden
in ons land waar meer of min
der geconcentreerd tuinbouw
wordt bedreven is het West-
land een verhaal apart Ner
gens is zo'n opeenhoping te
vinden van producenten, vei
lingen, handel, afzet en export
In het verleden heeft de over
heid ooit wel eens pogingen
gedaan om ook in andere ge
bieden een dergelijke cen
trum-positie te ereëeren, onder
andere in de noordelijke pro
vincies. Die gebieden zijn door
verschillende oorzaken nogal
achtergebleven hij het West-
land. Maar ik vraag mij af of
de overheid nu kan zeggen ,we
hebben het geprobeerd maar
het ging niet'. Daarom heb ik
in de Kamer gevraagd of de
overheid in deze mislukking
berust of dat er nu een nieuw
te volgen tuinbouwbeleid komt
met een visie op de ruimtelijke
ordening". Gebieden waar
thans ook tuinbouw te vinden
is moeten volgens het PvdA-
lid door de overheid worden
geholpen. „Het is duidelijk dat
het Westland een onmisbaar
gebied geworden is. Dat bewij
zen de aanvoercijfers van de
veilingen wel. Alleen al in
Zuid-Holland wordt 49 procent
van de gehele Nederlandse
tuinbouw geveild. In Limburg
door Gérard Voituron
(omgeving Venlo) is dat 12,3
procent. Dan volgen Noord
Brabant (10 procent), Noord-
Holland (7,9 procent), Gelder
land (7.4 procent) en de overi
ge provinces in totaal 13,4
procent In de gebieden met de
lagere percentages zijn, rela
tief gezien, de kleinste bedrij
ven te vinden. En het is be
kend; deze mensen houden
met de grootste moeite het
hoofd boven water. Spreiding
zou voor deze categorie dus
uitstekend van pas komen".
Decentralisatie
Om tot decentralisatie van de
tuinbouw te komen stuit men
op nogal wat onoverkomelijk
heden. Mevrouw Langedijk;
„Bij handhaving of teruglopen
van de huidige mankracht in
de tuinbouw, kan voor een
£e laconiek
veel te laconiek en
hij weet dat van zichzelf.
Ik denk dat hij onder
schat hoeveel ogen er op
hem gericht zijn. Met be
grotingsvraagstukken
stippel je een beleid uit
en dan kun je als minis
ter geen geintjes staan
maken".
Een andere uitspraak
van het PvdA-lid is:
„Ais je die man ernstig
wilt zien worden moet ie
hem eerst flink uit z n
tent lokken".
beleid van gebundelde decen
tralisatie nauwelijks worden
gedacht aaneen grootscheepse
verplaatsing van de tuinders,
Het enige dat dan overblijft
om verplaatsing van de tuin
ders gedaan te krijgen is wan
neer er verlies van gebied op
treedt. Dat kan het geval zijn
bij planologische beslissingen.
Een stuk gebied moet worden
bestemd voor woningbouw en
de tuinder kan dan verdwij
nen. Maar ook dat stuit dan
weer op nieuwe moeilijkheden
want het aanbod van andere
ruimte laat nogal eens te wen
sen ever".
Voor de PvdA is het duidelijk
dat het Westland waarschijn
lijk altijd een voorsprong zal
blijven houden op de andere
gebieden in het land. „De
grootste kracht van dat ge
bied is de export. Die richting
wordt ook in de andere tuin
bouwgebieden gezocht. Ex
port is namelijk de belang
rijkste levenskans voor de
tuinbouw zeker in de
gebieden met de lage veiling-
toevoer-percentages".
De toekomst van de tuinders
ligt mevrouw Langedijk nl
aan het hart Zelf komt zij ook
uit een familie die zich in de
agrarische sector bezig houdt
„We hebben de minister ook
gevraagd wat hij van plan is
te doen als de tuinders niet
meer op aardgas kunnen sto
ken. De Gasunie heeft onlangs
berekend dat de glas-tuinders
tot 1985 volop gebruik kunnen
maken van aardgas. Daarna
komt er een geleidelijke te
rugloop. Uiteraard hebben we
ons afgevraagd wat dit bete
kent voor het rijksbeleid ten
aanzien van de tuinbouw en
de individuele tuinder. Als
deze terugloop in het beleid
van de minister pas dan kan
Minister Van der Stee
jes die hij van zijn amb
tenaren heeft gekregen',
zegt zij. Voorts betreurt
mevrouw Langedijk het
dat de minister nog
nooit het achterste van
z'n tong heeft laten zien
tijdens debatten. „Hij is
er worden gekozen voor be
wuste stabilisatie of het over
schakelen van glastuinbouw
naar open grond. Hij kan ook
kiezen voor inkrimping van
de gehele tuinbouw. Wij vra
gen ons daarom af waar Van
der Stee voor kiest Een weg
terug van gas naar olie kan
ik mij niet voorstellen. Zo'n.
omschakeling zal een hoop
tuinders de das omdoen",
meent zij.
Export
De PvdA-fractie acht het van
uitzonderlijk belang dat de ex
port-situatie niet verslechtert.
Wat dat betreft is men nogal
bang voor de ontwikkelings
landen.
„Die exportsituatie zal enorm
verslechteren als we produk-
ten invoeren uit de derde we
reld. In de regel zijn die pro-
dukten erg goedkoop omdat
de lonen daar zo laag zijn. De D
regering dient deze ontwikke- g
lingslanden terdege in de ga- B
ten te houden", aldus me
vrouw Langedijk. In de voor
stellen dringt men ook aan
hetzelfde importbeleid tegen
over Duitsland, onze grootste
afnemer, te blijven voeren.
Onze Oosterburen zijn bij
voorbeeld goed voor 79 pro
cent van de export-bloemen.
Het staat voor mevrouw Lan
gedijk vrijwel zeker vast dat
de confessionelen de PvdA-
voorstelien zullen steunen
wanneer die weer ter sprake B
zullen worden gebracht, Een
tuinbouwnota zit er echter, zo
op het eerste gezicht, niet in.
We! komt er waarschijnlijk in
1976 een landelijke structuur
schets op tafel. Misschien dat
de partijen daar dan op door
kunnen borduren,
Mevrouw S. Langedijk - De Jong: volgde ruim
twee jaar geleden partij-lid W. Meyer op. De
laatste werd de rechterhand van CEM-minis-
ter Van Doorn. Ook mevrouw Langedijk is
afkomstig uit het CRM-were ld je. Haar aan
dacht ging echter veel meer uit naar de
agratische problemen. „Ik woon op een boede-
nj en mijn hele familie is werkzaam in de
agrarische sector", licht ze toe. Geboren in
Breda verhuisde zij sinds die tijd zo'n keer
of vijftien. In India studeerde zij de ontwik
kelingen op het platteland. Later ging ze voor
enige tijd naar Tanzania waar zij zich bezig
hield met ontwikkelingshulp en problemen in
de agrarische sector. De PvdA heeft drie
landbouw-specialisten. Twee van de drie spe
cialisten zijn van het vrouwelijk geslacht. Zij
ondervindt geregeld dat anderen deze situatie
nogal vreemd vinden. „Bij samenkomsten
zegt een voorzitter bijna altijd „mijne heren".
Ik kan het dan niet laten mijn vinger omhoog
te steken zodat de goede ipan moet zeggen
„mijne dames en heren". Voorts vindt zij het
vreemd dat er geen enkele landbouworganisa
tie in ons land is waar een vrouw zitting in
het bestuur heeft.
Mevrouw Langedijk:
„vinger opsteken
fjü'f
1 Het Westland: monopoliepositie?