JAN BREUR: „EEN MARTELING" VRIJDAG 28 MEI. 1976 ZINLOOS DONKER STAARTSTUK Een ongeluk kig moment voor uitvaller Jan Breur. Roemloos stapt hij uit de be zemwagen, zichtbaar te leurgesteld. Links van hem gangmaker Joop Zijlaard. Bordeaux/Parijs Een paar minuten voor hij aan het onmenselijke karwei Bordeaux-Pa rijs begint, zegt Jan Breur met een brede glimlach: „Let maar op, ik haal Parijs". Maar de24-jarige Schiedammer komt niet over de streep zoals hij zich dat had voorgesteld. Na 330 kilometer besluit ploegleider Koos Rook om de enige Ne derlandse deelnemer uit de koers te halen („Anders is zijn hele seizoen naar de knop pen"), waarna Jan Breur vermoeid en te leurgesteld plaats neemt in de op dat moment vlak achter hem rijdende bezem wagen. Bordeaux-Parijs: onmenselijk karwei Lang nadat winnaar Walter Godefroot juichend als eer ste over de streep was ge gaan, arriveert de équipe van De Onderneming. Jan van Vliet: „Ik loop sinds 1949 mee iin de wielerwe- reld, maar zoiets onmense lijks heb ik nog nooit meege maakt. Zoals de renners op scherp staan, niet te geloven. En als je ze nu ziet, na zo lang op de fiets te hebben gezeten, ik snap er piets van. Alsof ze een vierdaagse heb ben gelopen of zo'*. Een paar uur nadat Waiter Godefroot zijn triomf beleef de, komt de bezemwagen als, laatste binnen. Somber stap pen Jan Breur en Joop Zij laard uit. Vrolijk begroet Dick Verdoorrt de overige leden van De Onderneming- équipe. Lang wordt er'niet getreurd. Teleurstelling maakt snel plaats voor op luchting, omdat hét onmen selijke karwei achter de rug is. den voorzien worden van ra dio's en borden, terwijl de mensen die in de auto's rij den een kaartje krijgen waarop staat in welke func tie zij Bordeaux-Parijs mee maken, en wat zichtbaar moet worden opgehangen. Het bemachtigen van een ra dio blijkt een moeilijke 2aak. Een druk gebarende organi sator Jean Bouvet dringt aan om vooral geduldig te blijven. Een monteur zou al le auto's monteren, maar na een paar uur wachten is er nog geen monteur- Ploeglei der Koos Rook van de Goudse Oliehandel De On derneming wordt het zat en vertrekt richting hotel, mét radio maar onbruikbaar. Mecanicien Jan van Vliet zorgt daarna zelf voor de aansluiting. In het hotel waar renners, ploegleiders en iedereen die op de één of andere manier bij Bordeaux-Parijs is be trokken. verblijft, is het ook verre van rustig. Frans Ver- beeck, een kanshebber, is op van de zenuwen, en heeft zelden zo'n snelle hartslag gehad. Walter Godefroot (de latere winnaar! heeft last van een ontsteking aan het zitvlak en wordt tot zijn gro te woede enkele uren voor de start door een kamer meisje uit zijn bed gebeld. Herman van Springel (al drie keer winnaar) is daarente gen de rust zelve. In de mor genuren heeft hij nog ge traind, en 's avonds, drie uur voor de start, zit hij op zijn gemak een biefstukje te eten, samen met zijn ploeg leider Brik Scholte en ploeg* makker Arthur van de Vij ver. Een hypernerveus baas je, en de eerste uitvaller. Jan Breur, zaterdagmiddag met het vliegtuig gearri veerd, en meteen door Krim* penaar Koos Rook naar bed gedirigeerd, wordt om tien uur 's avonds gewekt. Soig- neur Ab Oele wrijft de op dat moment uiterst rustige coureur op, en laat hem ver volgens eten. Geheel con form het advies van Jan Janssen, die Bordeaux-Pa rijs in 1968 won, en waar Jan Breur speciaal een be zoek aan bracht Een half uur na middernacht vindt de start plaats. Duizen den mensen hebben zich achter de dranghekken ge schaard. Politie-mensen zijn Jan Breur, over die elf moor dende uren.: «Het is een mar teling, Op een gegeven mo ment voel je die pijn niet meer. Eerst voel je overal wat maar dat verdwijnt Je denkt nergens meer aan, rijdt gedaehtenloos. gevoel loos. Maar je wilt doorgaan dót is 't belangrijkste. Bordeaux-Parijs, inderdaad een onmenselijk karwei. Voor de Fransen zelf op de Tour de France na. het wie- Ierevenement van het jaar. Alles draait om zestien ren ners. De plaatselijke kranten staan vol met verhalen over de 73e editie van de mon sterrit Bordeaux is één dag voor het gebeuren een wie- lerstad. Ploegleidersauto's, reclame-auto's en perswa gens lijken de wijnstad te belegeren. Lange tijd voor het startsein wordt gegeven is de organi satie in rep en roer. Ergens in Bordeaux moeten alle au to's die met de stoet meerij- druk doende om het verkeer in goede banen te leiden. Aanmoedigingen schallen door de lucht. Ploegleiders geven hun laatste aanwijzin gen. Precies op het geplande tijdstip zet de karavaan zich in beweging. Eerst staat een rondrit door Bordeaux op het program ma, een afstand van tien kilometer. Geen straat waar door wordt gereden is leeg. Overal staan mensen die een glimp willen opvangen van de zestien renners. Op elke hoek van de straat staat een politie-man, om het verkeer in Bordeaux volledig lam te leggen. Een grote stad, hele maal in het teken van een handjevol renners die bijna 600 kilometer voor de boeg hebben. Na een half uur door de stad te hebben gereden volgt de Even na de doorkomst door Tours (er is dan 330 kilome ter afgelegd) valt het 'doek voor Jan Breur. De achter stand is al zo hoog opgelo pen, dat het zinloos is om door te gaan. Bovendien kan hij niet meer. Slingerend achter Joop 2ijlaard, met een vertrokken gelaat, komt het einde in zicht. Op aan dringen van Koos Rook stopt Jan Breur. Een sip kijkende, teleurgestel de Koos Rook vervolgt de nog lange rit naar Parijs, Het in Poitiers ingestapte ju ry-lid kijkt verveeld rond, de anders rumoerige mecani cien Jan van Vliet kijkt star voor zich uit. Alleen Ab Oele lijkt onaangedaan. Inmiddels gaat het circus vooraan door. Sponsor Jan, de Pater uit Gouda die de rit met zijn luxueuze auto mobiel meemaakt, stuift on der politie-escorte naar de koplopers. Hij was in de om geving van Tours gestopt om Jan Breur in actie te zien. Erg teleurgesteld was hij niet Voor hem was het belangrijk dat de naam van zijn bedrijf naar, voren kwam. eigenlijke start De renners schieten .-op dat moment de donkerte in, wetend dat het de eerste vijf uren niet licht zal worden. Het groepje ren ners trekt er vanaf het begin erg hard aan, de snelheid bedraagt ruim 50 kilometer per uur. Duizenden Fransen hebben het de moeite waard gevon den om de nachtelijke rust te onderbreken om in min der dan één minuut de stoet voorbij te zien trekken. Man nen en vrouwen staan in pyjama of kamerjas langs de kant van de weg. Kinde ren (zelfs baby's) worden door vader of moeder op de schouder gehouden, vaak gewikkeld in dekens. De hui zen zijn onverlicht gelaten. Na ruim vier uur fietsen volgt het enige rustpunt voor de renners. Het kleine plaatsje Ruffec gonst in het nachte lijke uur van de activiteiten. Een op dat moment nog op vallend fitte Jan Breur krijgt nauwelijks tijd om even op adem te komen. Di rect na de aankomst wordt hij door de Nederlandse te levisie-ploeg omring voor Tekst en foto's' Wim Raucamp een interview. Mecanicien Jan van Vliet neemt zijn fiets onder handen. Na het interview kijkt Jan Breur bezorgd rond: „Waar is Ab, ik moet nog wat eten". Met de mond nog vol vervolgt hij de koers, richting Poi tiers, vanwaar de rit achter motoren wordt vervolgd. En kele uren voordat de ren ners hier arriveren is ook dit stadje in rep en roer. Gang maker Joop Zijlaard dren telt zenuwachtig heen en weer in het motorcentrum. Joop:„Vréselijk man, ik ben - nog nooit zo op van de zenu wen geweest. Ik wou dat zé er al vast waren". Een raar plastic pak maakt het bewegen van de forse Rotterdammer niet gemak kelijk. Reserve-gangmaker Dick Verdoom loopt zicht baar vrij van zorgen tussen de veelal onrustige gangma kers. Vlak voor de renners in Poitiers aankomen, wordt ook Joop Zijlaard door de Nederlandse televisie-ploeg gestrikt. Kort nadat de renners vanuit Poitiers zijn vertrokken, valt de beslissende slag voor Jan Breur. Ruim 220 kilometer waren de renners bij elkaar gebleven, had Jan Breur nauwelijks moeite gehad om bij te blijven. Maar als de renners achter de motoren, kruipen, valt er een gat' Plotseling fungeert Jan Breursamen met Joop Zij laard („Toen we eenmaal re den was ik niet meer zenu wachtig") als staartstuk van de stoet. „Het ging ineens zo hard, ik kon het echt niet meer bij houden. Mijn ritme was he lemaal zoek, ik sloeg totaal dicht", wist Jan Breur later. Koos Rook: „Jan dacht eerst lekker warm te kunnen draaien. Maar daar was geen tijd voor. De grote mannen demarreerden di rect nadat ze achter de mo tor reden". Het betekent het begin van de lijdensweg die Jan Breur nog enkele uren doormaak te. Terwijl Verbeeck, Van Springel en Godefroot een moordend tempo aanhou den, ploetert Jan Breur voort. Het onmenselijke kar wei begint nu pas goed. Eten kan hij niet meer: „In het begin ging het nog wel maar het werd steeds moeilijker. Ik kon niets meer wegkrij- gen, kauwen ging niet meer. Ik heb verschrikkelijk moe ten afzien". Zeven mensen vervolgen in de avonduren de rit naar huis, ieder met zijn eigen gedach ten. Joop Zijlaard en Dick Verdoorn reizen met de sup- portersbus terug, de overi gen worden verdeeld over de ploegleidersauto en de auto van sponsor Jan de Pa ter. Bordeaux-Parijs, een onmen selijk karwei. Een alle krachten vergende monster rit Waarbij de renners door diepe afgronden gaan, moe ten afzien, en ongeveer vijf tien uur op defiets zitten. Maar de trek naar dit alles blijkt erg groot. Jan Breur weet nu ongeveer wat het allemaal inhoudt, maar zegt toch, voordat hij huiswaarts keert: „Als het enigszins kan, wil ik volgend jaar weer starten. Maar dan moet het beter gaan. Jean-Pierre Genet zocht, kort nadat hij over de streep ging, zijn gezin op. Voldaan stapte hij vervolgen: met zijn dochtertje rond..

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1976 | | pagina 4