ilrijk: best
zusje
VRIJDAG 18 MAART 1977
VWSC.'WW 5
O Bij de binnenkomst van Wilrijk begint de Jules Moretuslei. Zo heette de eerste
burgervader, naar wie de langste weg van het stadje is genoemd.
Daarna een kapitale villawijk,
kolossale bungalows die toch
vriendelijk eruit zien. Belgi
sch. De eerste Wdnjker laat
zich zien: „Een toeristenbu-
reel, hoe bedoelt ge dat? Wij
kennen hier wel een gemeente
huis." Hij wijst de weg. Be
hulpzaam zijn ze wel, Schie
dams nieuwe bondgenoten.
De Eglan-
trertaan, zo'n
typisch Bel
gisch straatje
waaraan Wil
rijk er ook
een paar
kent, temid
den van el
kaar voortdu
rend afwisse
lende arbei
dershuisjes
en rijke vil
la's.
Directeur Ruud Pillard van de Schiedamse Gemeenschap
kruipt morgen achter het stuur, cultuurwethouder Herman
Posthoorn nestelt zich naast hem. En Warner Meinen en Joop
Daalmeijer zoeken de achterbank, de één als voorzitter van
de stichting en de ander als lid van de SG-afdeling internatio
nale uitwisseling. Gevieren gaan zij naar een werkelijk brui
send en hoogst enerverend Belgisch stadje, waarvan de naam
Wilrijk is. Een gewichtige delegatie voor zulk een kleine
gemeente, maar dat heeft een reden. Wilrijk wordt het nieuwe
zusje van Schiedam, als althans het plaatsje bij onze culturele
top in goede aarde valt maar het is zo moeilijk nu nog
nee te zeggen.
Dan heeft Schiedam straks een partnerstad naast de deur, een
goed uur rijden. Niet zo ver weg als het Joegoslavische Velenje
en praktischer nog dan Wandsworth in Engeland en Esslingen
in West-Duitsland (en om het rijtje even vol te maken: Norrko-
ping in Zweden, Udine in Italië en Vienne in Frankrijk). Zo
een partnerstad heet interessant in het kader van culturele
uitwisseling, hoe je daarover ook kunt denken. Sommige
zangkoren, groepjes jongeren of muziekgezelschappen reizen
dan over en weer en doen buitenlandse indrukken op, op, maar
die ontwikkeling kost wel geld. Daarom lijkt Wilrijk zo
belangrijk als nabijgelegen zusterstad.
Fotograaf Ben Bluraers en verslaggever Kor Kegel gingen er
alvast eens kijken. En ach, zij vonden het best een lief zusje.
Deze pagina geeft een impressie.
oe toch niks aongedaon, me'"
slist een oude heer veront
schuldigend naar een leeftijds-
genote. „Ge weet toch, m'n
hertz is gro maor m'n pieser
kien
Verder rondneuzen levert een
beeld op, dat met moeite over
eenkomsten met het Schie
damse toont. Een dyklichaam
als aan het begin van Wilrijk
heet hier rijksweg 19 Hoge
flats staan pal naast pittoreske
etablissementjes. Echt oude,
historische gebouwen kent
"Wilrijk met, afgezien van de
met allemaal toegankelijke
forten. Toch bestaat de plaats
al twaalfhonderd jaar
Met het milieu is Wilrijk geluk
kiger Slechts nijverheden
worden toegelaten, die met mi-
lieuhinderend produceren De
reinheid van de gemeente is
trouwens mede m handen van
de burgers geeft het aardige
genat entegid^je te kennen:
„Lenige en halfledige frites-
zakjes 'a orden achteloos op de
openbare weg gegooid," staat
er
Markante opmerkingen en si
tuaties. die hier vooroorlogs
worden genoemd, kom je gere
geld tegen Zo zi gt Je brand
weer ..Bel onmiddellijk om
hulp bij vei stikking De open
bare reinigingsdienst beweert,
dat bij uitzonderlijke regenval
wel eens kelder^ onder water
loper, en klachten met tiental
len tegelijk binnenstromen.
Ruiming van beerputten moet
liefst acht dagen op voorhand
worden aangevraagd Op vrij
dagmiddagen kan de bevol
king terecht m de stortbadin-
nchtmgen
Met de Jules Moretuslei begint
't en daarmee houdt 't op. Die
weg, genoemd naar de eerste
burgemeester in de vorige
eeuw, loopt door de hele ge
meente heen. Het blijft dorps
ogen, dat stadje. Alles is even
wijds opgezet, de huizen zijn
kleurig, Jugendstil, en er is
veel groen. Dat blijkt al uit
een plattegrond, die een ge
meenteambtenaar gratis af
geeft mét een verouderde fol
der. Burgemeester is Louis
Kiebooms (Vlaardingen kent
toch ook iets dergelijks?).
Fraaie parken heeft Wilrijk,
de bomen in Steytelinek bjken
eeuwenoud. Enkele forten uit
de late middeleeuwen staan er
ook. Terug naar het centrum.
Schuin voor het gemeentehuis
knielt een jonge neger voor
Pater de Deken. Het stand
beeld van de missionaris kijkt
uit over de bist, de gezellige
markt die er alleen 's ochtends
af en toe is. Zonnig weer. Aan
de andere kant van de bist
staan torenhoge flats. Tussen
door loopt het plaatselijke
in park Steytelinek maakt eeuwenoude wijsheid een diepe indruk. Die sfeer is verder nergens te proeven.
Waar torenhoge flatgebouwen staan, is het centrum. Het kan met missen.
In het ge
meentehuis
zetelt burger
vader Kie
booms met
zijn schepe
nen. De amb
tenarij kijkt
uit op de bist
en de hoog
bouw aan de
overkant.
Wilrijk is in de eerste plaats
onvindbaar. Op veel landkaar
ten ontbreekt de naam, een
verduidelijkend verkeersbord
is rond heel Antwerpen met te
zien. Dan maar vragen, ergens
op de weg naar Mortsel. Een
sympathieke oude Vlaming
„Allee, beste, dan zult ge hier
vite terugkeren en gaon tot
daor waor de tram draoit. En
die drijft ge dan nao tot de
brucke. Jao, die ziet ge me
meer, maor dat noemen wij
hier nog zo. En daor zult ge
voor 't dorp Wilrijk naor linies
moeten."
Inderdaad. Bij een verkeers
plein ligt aan twee kanten een
zandlichaam, dat waarschijn
lijk vroeger door een brug
werd verbonden. Zowaar een
miniem bordje! Wilrijk. Links
af, de dijk langs tot het dorp
opdoemt Allereerst een paar
rijen oude arbeidershuisjes.
winkelcentrum. Daarop zijn
pakweg 45.000 inwoners aan
gewezen
Tussen de kraampjes op de
bist krioelt het langzamerhand
van meisjes m uniformachtig
blauw, witte kraagjes, witte
kmekousjes. Een klas van de
rijksmiddelbare school ging
uit. 't Lijkt wel een Engelse
kostschool.
De bist is de enige plek waar
het druk is, lijkt het wel. Uiter
lijke schijn. Weliswaar zetelt
zich ook in het Iers en Schots
aandoende stamineeke van
Cromwell geen enkele autoch
toon. maar aan de overkant zit
het vol. In de Lange Wapper,
dat staat in de (allicht) Juul
Moretus, lallen enkele bejaar
den. Sportkantine-sfeer, tl-ver-
lichting, zoals in veel Antwerp
se taveernes. „Maor ik hebbe
De bist is er bepaalde ochtenden Het kan er gezellig zijn. Als 's middags de
kraampjes zijn opgedoekt en de zon achter de wolken schuit, hangt m het centrum
een sombere en vervelende sfeer.