38 TRIOMFEN
I
DONDERDAG 24 MAART 1977
MOE
ir r
DOORSTROMING
VERRASSINGEN
TOEKOMST
Kees Verkerk
Het moment,
dat Kees Verkerk
met Gerard van
Eijkelenborg op
de sulky vorig jaar
op Duindigt het
Nederlands kam
pioenschap ver
overde.
Kees Verkerk behaalde op 25 november 13Ï3 zijn eerste overwinning
tijdens een winterrace op de Hilversumse renbaan over een afstand
van 2400 meter, In totaal kwam de ruin van stal Westland tot de dag
van vandaag 38 keer winnend over de finish. Verleden jaar was de
draver goed voor ruim een ton aan verdiensten. Kees Verkerk (zeven
jaar) werd gefokt door Lierenaar Cor Disselkoen. Zijn beide zoons en
Hagenaar Tom van der Lubben vormen nu samen de eigenaars van
Westlands trots.
Zomaar een uitspraak van Geert van Eijkelenborg, trainer/pikeur van
Kees: „Ik ben zo gek van de paardespori, dat als ik bij de tandarts
zit ik bewust aan een spannende race denk....". Sportverslaggever Wim
de Lange volgde man en paard een dagje en beleefde met hen de
voorbereiding en „alles wat daar omheen zit" van de strijd om het
Gouden Paard op de Hilversumse baan. Stayer-specialist Kees Verkerk
slaagde er niet in om het kleinood voor de derde keer in successie
te bemachtigen, maar dat had wél een gegronde reden: het transport.
Kees Verkerk. Welke enigszins bij de paardesport betrokken persoon kent
hem, de 7-jarige ruin van stal Westland, eigenlijk niet? Vorig jaar goed
voor een totaal prijzengeld van ruim een ton. Enkele successen;
winnaar van het kampioenschap van Nederland, Stayerkampioen van
Nederland en voorts winnaar van de Baron van Heemstrabeker, het
Gouden Paard, de grote Prijs der Stayers en de Dravers Gold Cup.
Qua verdienste veruit de sterkste van Nederland, maar uiteindelijk
na veel strubbelingen rond de verkiezing niet gekozen tot draver van
het jaar. Speedy Volita, de sprinter van trainer/pikeur Gerard Gom-
mens, trok deze titel naar zich toe omdat welgeteld 21.266 Nederlanders
vonden dat Speedy Volita de beste was. Kees Verkerk, bij de insiders
favoriet, kreeg niet meer dan ruim tweeduizend stemmen.
Wie is Kees Verkerk nu eigenlijk? Of
anders gezegd, wat brengt een
paard tot dergelijk uitzonderlijke
prestaties? Natuurlijk, wie Kees'
Verkerk zegt voegt daar onwille
keurig de naam van trainer/pikeur
Geert van Eijkelenborg bij. Zon
der een optimale begeleiding, dag
in, dag uit, zou ook Kees Verkerk
ongetwijfeld op het groene gras
zijn gebleven, zomaar „ergens"
tussen tientallen andere naamlo
zen. Nu al steekt Vincent Dissel
koen, samen met broer Cor en
Hagenaar Tom van der Lubben,
eigenaar van de door vader Cor
Disselkoen zelf gefokte ruin, niet
onder stoelen of banken, dat Kees
van een „goede oude dag mag
genieten. Omdat hij het verdiend
heeft", luidt de even simpele als
niet meer dan normale redenering.
Nog vier jaar scheiden Kees Ver
kerk, uiteraard vernoemd naar de
ruim tien jaar geleden furore ma
kende schaatsstayer uit Putters-
hoek, van zijn totale rust. Want, en
zo staat het ook zwart op wit, na
zijn twaalfde jaar is het afgelopen
met de inspanningen op de baan.
Als je Kees Verkerk volgt, dan wi! je best
geloven, d&t zelfs een paard naar zo'n dag
verlangt vroeg of laat. Natuurlijk, hij weet
het zeif allemaal niet wat er rond hem
gaande is. Laat slechts merken, dat wél, als
hij het totaal niet naar zijn 2in heeft. Zoals
ook het geval was bij de strijd om het
Gouden. Paard. „Kees is moe, hij heeft te
veel gelopen", zeggen de verwoede gokkers
rond de baan als Kees tot verrassing van
velen door zowel winnaar Jonker Volann
(met routinier Jan Wagenaar op de sulky)
als Due du Brou wordt geklopt. „Niks moe",
zegt Geert van Eijkelenborg, zowel „vader"
als verzorger van Westlands trots, geïrri
teerd. „Dat transport heeft hem gewoon de
das om gedaan. Normaal reizen we name
lijk met een veewagen, maar omdat die juist
geschilderd werd. moesten we het nu met
een klein aanhangwagentje doen. Kees was
dat duidelijk niet gewend en liet onderweg
al duidelijk zijn ongenoegen blijken. Hij
kwam in Hilversum al bezweet aan en op
dat moment dacht ik al bij mezelf: nee,
vandaag zal het niet eenvoudig worden".
Voor de koers begon had hij er in feite al
twee gelopen. Begrijp je? Maar dat hij moe
is, is flauwekul. Gemiddeld draaien we vier
koersen per maand, dat betekent zo rond
de vijftig per jaar. Is dat teveel soms?"
Geert van Eijkelenborg, je zou over deze
Garard van Eijkelenborg
Kees weet zelf wanneer het moet
gebeuren.,..
33-jarige Utrechtenaar van geboorte al een
boek op zich kunnen schrijven. Verknocht
en hoe kan het ook anders, aan de paardes
port en, zoals zovelen, begonnen als een
eenvoudige stalknecht. Het is de man, en
dat moet wel gezegd, zeker niet in de bol
geslagen sinds de tijd dat hij met Kees het
ene succes op het andere stapelde. Geert,
ongewoon nuchter pratend over zijn vak:
„Die bekendheid is leuk, maar aan de ande
re kant moet je kunnen beseffen, dat het
ook weer zo afgelopen kdn zijn. Zelf ben
ik ook niet zo'n pubiiciteitsjager, tenminste
ik zoek het niet op. Door de jaren heen ben
ik vanzelfsprekend door tientallen journa
listen benaderd, maar de laatste tijd zeg ik
meerdere keren: waarom pak je nu eens
niet iemand anders? Die heeft er toch ook
recht op? Ja, zo ben ik tegenwoordig. Je
bekijkt zulk soort zaken anders dan, pak
weg,« een jaar of tien geleden toen je nog
aan het begin van de weg stond". De man,
die via omzwervingen in onder meer Lim
burg uiteindelijk gretig „ja" zei op een
aanbod om in Kwintsheul stal Westland te
runnen, heeft door de jaren heen ook de
negatieve zijde van het pikeursvak leren
kennen. Geert van Eijkelenborg praat er
niet graag over, zegt ook niet, dat de man
nen op de sulky in wezen pndergeschikt
worden gemaakt aan de veel belangrijker
paarden, maar toch....
Voorzichtig zegt hij even later, dat het maar
een belachelijke zaak is dat er achter de
renbaan in Hilversum, het terrein van de
stallen dus, geen douches aanwezig zijn.
Een drassige baan, zoals bij het Gouden
Paard het geval was, waar de sintels door
het overvloedige regenwater vanuit de paar-
dehoeven als ping-pong-balletjes op de pi
keur worden gesmeten, zorgt er voor dat
de pikeurs ontoonbaar van de baan stap
pen. Trouwens, de meeste mannen op de
sulky klagen over het feit, dat de Stichting
Draf- en Rensport zich te weinig inzet voor
dit soort, niet onbelangrijke, zaken. „Die
mensen die in het bestuur zitten worden
veel te oud", zo vang je links en rechts
tussen de stallen op, „het wordt hoog tijd,
dat er een doorstroming komt".
Van 's morgens half acht tot 's avonds zeven
is Geert van Eijkelenborg zeven dagen per
week met zijn vak bezig. Zo rond de 35
paarden worden aan de Heulweg getraind,
maar Van Eijkelenborg zegt zelf, dat hij op
dit moment nog geen opvolger voor natuur
talent Kees Verkerk ziet. Het zij gezegd,
vooral mede-eigenaar Vincent Disselkoen
(hij heeft samen met broer Cor een in- en
exportbedrijf voor fruit in De Lier) is trots
op zijn bezit, waarvan hij zegt, dat hij alleen
een voorbeen van Kees bezit. „Als het voor
ons alleen om het geld te doen was, dan
kan je er beter mee stoppen", zegt hij en
meent dat ook. „Doordat mijn vader paar-
desportman in hart en nieren-was ben ik
dat eigenlijk vanzelf ook geworden. Veel wil
ik er eigenlijk niet over 2eggen, maar die
verkiezing van de draver van het jaar was
voor mij een volledige flop. Niet dat ik er
persoonlijk helemaal achter stond, dat Kees
werd teruggetrokken, maar zeker over die
uitslag van de stemming heb ik mijn twij-
Poetsen, borstelen. Van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat is de trainer/-
pikeur zeven dagen per week, met zijn
vak bezig.
fels. Die advertentie, dat de eigenaren van
Speedy Volita degenen bedankten, die hem
tot draver van het jaar hadden uitgeroepen,
terwijl hij dat toen nog helemaal niet was,
is bij velen erg slecht overgekomen. Voor
de meesten stond het vast, dat Kees het
opnieuw zou worden. Kijk, Speedy Volita
is zonder meer een goed paard, vooral op
de korte afstand. Maar als ik naar Amerika
vertrek met tienduizend guldens op zak,
dan kan ik ook met een steengoed paard
terugkomen. Begrijp je mijn voldoening?"
Kees Verkerk werd geboren uit het „huwe
lijk" tussen vader Sater Performa en moe
der Bonheur Perdu. Was in de beginjaren
als hengst erg lastig. Van Eijkelenborg: „De
enige mogelijkheid destijds was om hem
ruin te maken, dus te castreren. En nu
moeten ze niet tegen me zeggen, dat dat
jammer is in verband met het fokken, want
dat is nonsens. Wie zegt me namelijk, dat
Kees als hengst ook zo goed had gelopen?
Niemand toch? Ik zeg maar zo, als ik een
meisje was geweest, was ik nooit met m'n
vrouw getrouwd,... Als, als, als...."
Ook na zoveel jaren met Kees Verkerk roem
te hebben geoogst, staat de Heulse trainer/-
pikeur, die achter zijn huis een eigen oefen-
baan bezit, nog steeds voor verrassingen.
„Elke dag", zo zegt hij, „kan je er in een
vak als dit weer iets bijleren. Hoe goed ik
Kees ken? Ik dacht behoorlijk. Maar soms
vraag ook ik me nog we] eens af, wat hij
zou kunnen mankeren als het een beetje
stroef is gegaan tijdens een race. Je beseft
gelukkig steeds weer, dat het om een paard
gaat en niet om een mens. Praten met Kees?
Nee, hoor, dat doe je niet in de werkelijke
zin van bet woord. Hem gerust stellen en
dat soort dingen èn vaak laten blijken, dat
je de baas bent door je stem te verheffen.
Ik ben, al zeg ik het zelf, geen harde pikeur.
Tenminste, ik ken er bosjes, die veel stren
ger te werk gaan. Kees weet voor zichzelf
wel wanneer het er op aan moet komen.
Doordeweeks is het een gewoon, mak
paard, maar zodra het zondagmorgen wordt
dan gaat er iets in hem branden. En als
hij het strikje krijgt opgespeld, zomaar
omdat dat leuk staat, dan weet hij drom
mels goed, dat er 's middags iets op stapel
staat. Of ik zelf dan nerveus ben? Nee, daar
ben ik misschien wel een te eigenwijze man
voor. Een rustgevende gedachte voor mij is
trouwens dat ik niet ben aangewezen op de
prijzenpot van de paarden. Veel pikeurs
moeten kost wat kost een bedrag pakken
om brood op de plank te krijgen, maar ik
heb gewoon een vast maandsalaris. Zelf ben
ik overigens niet verder gekomen dan de
tweede klas van de mulo omdat ik destijds
via mijn vader werd besmet met de koers-
baccil. Nu tegen mijn eigen kinderen zeg
ik steeds maar weer dat ze eerst hun school
moeten afmaken. Een mens kan verande
ren, niet?"
Als Geert van Eijkelenborg met Kees over de
Nederlandse en soms ook buitenlandse, ren
banen draaft, dan staat hij meestal niet stil
bij de enorme bedragen die via trio's, kop
pels en plaatsen op de paardehoofden wor
den gezet „Nee, dat moet je ook niet doen.
Vroeger heb ik me ook nooit Jaten verleiden
tot gokken. Je weet namelijk nooit waartoe
dat kan leiden op e&n bepaald ogenblik. Bij
mij is ook de periode over dat je tijdens
de race denkt „Geert, jongen, is het nu niet
fantastisch om met een paard als Kees
Verkerk te tuffen". Nee, ik bekijk de zaken
steeds nuchterder. En eerlijk gezegd sta ik
ook nooit stil bij de toekomst. Als de perio
de Kees Verkerk voorbij isN als hij inder
daad op dat weiland van zijn rust geniet.
Misschien heb ik daar in totaal nog geen
uurtje bij stil gestaan tot nu toe. Het moois
te voor mij .zou natuurlijk zijn als er tegen
die tijd een paard klaar staat dat eveneens
de klasse van Kees bezit. Maar ik geloof,
dat juist dat iets te veel gevraagd zou 2Ïjn".
Op dat moment kijken man en paard
elkaar weer eens even aan. Van Eijke
lenborg besluit Kees niet in te rijden
voor de strijd om het Gouden Paard
omdat „dat in dit geval niet verant
woord is". Kees slaagt er een half
uurtje later, zoals bekend» niet in om
het Gouden Paard voor de derde keer
in successie te pakken.
Aan het eind van de dag, als de
totalisator van Hilversum de ba
lans handenwrijvend heeft opge
maakt, laat Kees zich weer gemoe
delijk in één van de twee boxen
van de aanhangwagen zetten. In
tegenstelling tot de heenreis nu
geen nerveus getrappel meer, geen
transpiratie ook. Totdat de week
daarop het strikje weer tevoor
schijn komt en hij beseft dat het
weer eens moet gebeuren. Kees
Verkerk, het fenomeen....