KlOTtElZeiü It ¥@ORBS-i: Bomenredders gewen wilgen een karalster Ontspannend werici ie natuur helpen pannekoek iiif® SAPSTROOM AANGENAiftflff UITSCHIETEN HEGGETJE Snoeien gaaf nog even VRIJDAG 25 MAART 1977 Het snoeimes glijdt ijverig door takken heen. Af en toe komt de zaag eraan te pas. Een stuk of tien mensen raapt afgevallen takken op, die in handels worden weggebracht. „Wij halen het nooit", peinst Henk Nieuwenhuijsen. Hij is één van de bomendok- ters. Mensen van verschillende afkomst, met afwijkende ideeEn vaak, maar met in elk geval hetzelfde leidmotief. Zij redden knotwilgen. Er is geen boom die in het boerenland schap zoveel voorkomt als deze wilg, die zijn leven dankt aan knotters en snoeiers. „Indien niemand meer ingrijpt en de takken van een eenmaal geknotte wilg gewoon naar alle kanten uit groeien, ban zo'n boom topzwaar wor den. Dan zakt die boom de sloot in, of gaat hij na een jaar of veertig vanzelf dood. Het hout zou dan kunnen inrot- ten. Om de zoveel tijd moet je echter alle takken afzagen. Dan gaat de knot wilg wel tweehonderd jaar mee" - Henk Nieuwenhuijsen komt uit Schiedam en knot al tweeëneenhalf jaar. Samen met nog een kleine vijftig milieu.bewusten uit de plaatsen in en rond Midden-Delf land. Hun werk loopt bijna ten einde. Niet elke wilg kreeg een beurt, maar het knotseizoen is voorbij. Er wordt alleen nog een paar keer gesnoeid. Uit dunnen, opdat jonge loten de ruimte krijgen. Dat prikkelt de boom. In Schipluiden, langs de Vlaardingse Vaart, is het afgelopen weekeinde nog gewerkt. De tocht ernaarwe gaat op de fiets. Dat moet eigenlijk in het rustge bied. Het miezert, maar daaronder lijdt het moraal niet. Op de smalle landweg getjes toetert voortdurend een auto. Fietsers moeten dan aan de kant. Bij Kethel begon de rit, en dat zaterdagoch tend om negen uur, vlak na het Midden- Delflandfeest. Op weg - temidden van zandvlakten waar omstreden woning bouw komt. Daar ligt nog een boerderij tje, dat van boer Lansbergen het oudste gemeenteraadslid van Schiedam. Langs de Harreweg is het aantal knotwilgen op een hand te tellen. Een paar honderd meter voorbij de Woudweg ligt de Oostveense. Die wordt ingegaan en na nog een paar keer trappen ben je al in gemeente Schiplui den. Meteen valt op dat de knotwilgen, rijkelijk langs de weg staand, groot in getale, keurig zijn onderhouden. Goed geknot. Vakwerk, zegt Henk. „Schiplui den is de enige gemeente die dat doet. De plantsoenendienst verzorgt daar alle men langs de wegen. In Schiedam bijvoorbeeld hebben wij wel het beetje wilg dat daar staat geknot, maar het. snoeien is niet aan bod gekomen, in de kerkbuurt. Pannekoek, de man van de plantsoenen, vroeg of wij die ook wil den nemen, maar dat is onbegonnen werk. Wij krijgen de bomen langs de vaart al niet af." Bovendien lijkt knotten in Schiedam frustrerend: „Met die zandvlakten hele maal rondom vraag je je af, waarvoor je het doet". Terug naar de Midden- Delfland-fietsroute, de Oostveense weg voorbij de kruising met de Zouteveense- Aan weerszijden van de weg staan rijen bomen, en ook aan weerskanten van de twee sloten naast de weg. „Zie je die wilgen daar?Dat is nou weer lelijk gedaan. Die stompen zijn veel te lang. Slecht hoor. Ach, zij staan aan de andere kant van de sloot en vaak is het dan zo, dat de boer die zelf onder handen heeft genomen. Vaak kan je dat direct zien. Maar evengoed kan het natuurlijk iemand van de plantsoenen zijn geweest." Aan welke eisen het knotten moet vol doen, zal alras duidelijk worden. Na een klein halfuurtje, verder trappend over de Trekkade langs de Vlaardingse Vaart, staat Gerard Buters te wachten (de Buters die een week geleden voorlo pig bestuurslid van de Midden-Delfland Vereniging werd). „Er is verder nog niemand", zegt hij, maar het wachten duurt niet lang en dan wordt gereed schap voor de dag gehaald. Snoei- en knipmessen, een paar zagen. De motor- zaag komt volgend jaar weer te voor schijn voor het zwaardere knotwerk. „Wij krijgen wel subsidie, dat wij ge bruiken voor materiaal. Van CRM. Die wordt gerekend op vier gulden per boom. Daartoe geef je het aantal bomen gewoon op en de handtekening van de boer op wiends land je werkte", zegt Henk. Een aantal mensen snoeit voor het eerst en krijgt een korte uitleg, dat volstaat wel. Op drie factoren moet vooral wor den gelet. De slompen mogen niet te lang zijn omdat op den duur het oudere hout dan toch gaat inrotten. En niet alle takken mogen eraf. want dat kan de Sapstroom nadelig beïnvloeden. En ver- Door goed knotwerk is een deel van de enkele knotwilgen in Schiedam, gered. Die gaan nu jaren ianger mee dan wanneer niet was geknot. Een rijtje knotwilgen in Schipluiden. Niet best ge knot, en daarvoor is dan ook de vrijwiiligersploeg niet verantwoordelijk. Sommige wilgen zijn zelfs al een beetje aan het ver ga an. der is de vorm natuurlijk belangrijk: bij het snoeien kan elke vrijwilliger zijn eigen boom in zekere zin een bepaald karakter geven, afhankelijk althans van hoe die boom de jaren daarvoor is gekortwiekt. En vaak is dat in het verleden slecht gedaan, vinden ze allemaal. Weliswaar ontstaat daardoor vaak een boeiend gezicht, de grillen van de natuur maken de knotwilg vaak tot een bijzonder fraai schouwspel: heel andere plantengroei ontstaat door het rottingsproces in het door Kor Kegel midden van de boom tussen de stom pen, sommige vogels hebben er zelfs hun nestje in. Maar, als later niet meer wordt geknot, sterven de bomen wel af. „Gelukkig heb je in Schipluiden erg veel aanplant", volgens Henk Nieuwen huijsen, „en dan lijkt soms wel alsof je in een door hagen omringde laan rijdt". Over de vorm die de boom moet krij gen, wordt nu en dan een aanwijzigir.g gegeven: „Hoe wil je die boom hebben? Hoog uitlopend, slank? Nou, dan kun nen bijvoorbeeld die toppen eraf, of anders die takken daar aan de zijkant. Bij meer stompige wilgen ligt vaak een bredere snoei-opzet voor de hand". Dui delijk^ moge zijn, dat een boom wat uiterlijk betreft ook weer in relatie hoort te staan tot de bomen daar ron dom. Het aantal vrijwilligers dat komt opda gen groeit intussen nog steeds. „Gerard neemt steeds wel een mannetje of tien mee", zegt een jongen met zulk lang haar dat hij met het snoeien moet uit kijken. „Wij zijn verdeeld in drie groe pen, die elk ongeveer even groot zijn. Je hebt een clubje dat meer uit potige knapen bestaat. Dan is er een groep die door de familie Buters en aanhang wordt gevormd, en ach, verder een groepje met van alles. Een paar maan den zijn wij nu beziggeweest. De mees ten hebben al een paar winters meege daan. Een handjevol Schiedammers, van wie er trouwens steeds minder kwamen, en de meesten uit Vlaardin gen. De mensen uit Schipluiden, Maas- Land, Schiebroek, noem maar op, zijn hier wel geweest en die hebben wij lesgegeven in knotten en snoeien. En zij zijn nu in hun eigen gebied bezig". Een stuk of dertig gesnoeide bomen verder. Werkend beneden het dijkje langs de vaart geeft een aangenaam plezierig gevoel: de natuur een handje te helpen. „Een mens hoeft niet altijd alles in de natuur te verpesten", klinkt het, Er passeert in die volkomen rust geen fietser, en brommen en autorijden is er uit den boze. Op gezette tijden holt slechts oen man in trainingspak voorbij. De sfeer is vriendelijk. Tot de rust een keer wordt onderbroken door een mo torbootje in de vaart. „Dat begint ook weer, die ellende", vindt de snoeiploeg. „De massa recreatie op het water. Met de motor. Kan dat nou niet anders?" Vlakbij de plaats, waar wordt geknot, staat Govert van Oord zijn moestuintje om te spitten. De verse prei ligt ron dom. Goof is PPR-gemeenteraaaslid in Schipluiden en schreef met Frits van Ooststroom, die ook op de Trekkade woont en evenals Buters in het bestuur van de jonge Midden-Delfland Vereni ging zit, de nota Vaart Vlieten. Een keurig verslag dat ingaat op natuur as pecten in het gebied; dus ook op water sport. Voorbij zijn huis staan weer knotwil gen, honderden meters langs de vaart, en daar beginnen enkele snoeiers al vast. „Wij komen niet meer ermee klaar omdat de jonge loten straks weer gaan uitschieten, en dat gaat ontzettend snel. Maar het is ook niet noodzakelijk dat elke wilg elk jaar wordt geknot, zo streng moet je dat niet zien, en zelfs snoeien is niet eLk jaar nodig. Volgens de natuur kan dat wel elk jaar, maar daarvoor hebben wij te weinig mensen. Als maar kan worden voorkomen, dat de wilgen teveel uitdijen. Want anders krijg je situaties zoals je in de kerk buurt van Kethel kon zien. Ontzettend hoge wilgen, sinds de oorlog niet meer bijgehouden", zegt Henk, terwijl naar de bedoelde plek wordt gefietst. Nog steeds motregen. De kerkweg loopt daar tussen het opgespoten gebied door. Daar komt nieuwbouw. Wijk Spaland, of wat daarvan nog moet worden ge bouwd. „Dat bedoelde ik nou", zei Henk, „het is frustrerend hier te knotten". Hij wijst ai van verre naar bomen, die duidelijk te ver waren volgroeid. Boomtakken met een middellijn van dertig centime ter zijn zelfs afgezaagd. Soms een bee tje ongelijk, maar het gaat erom dat regenwater niet in putten in het zaag- vlak kan blijven liggen. Want dan zou het hout toch nog gaan verrotten. Een stukje verderop, vlak voor de spoorwegovergang aan de Joppelaan. staat een vele meters hoge wilg, ir. het verre verledc-n eens geknot. Die boom is hoog geworden, dal wel. en ziet er nog redelijk gezond uit. Maar toch is het voor die boom bijna te laat. Red ding kan aileen komen door knotten. Nog een stukje verder Ligt het vroegere erf van boer Poot, net zoals Lansbergen CDA-raadslid (en de op fcfin na oudste). Poot verhuisde inmiddels naar de Schi ed ams e weg, hoek Zw aluwl aan, maar gaf toch nog - betrokken ais hij was bij zijn boerderijtje - volop aanwij zingen: welke bomen konden worden gedaan, waar zij stonden, waar het hout kon worden opgeslagen, enzovoorts. Of schoon de knotters dat zelf ook we] zagen. Henk Nieuwenhuijsen: „Sommige boe ren zien nauwlettend toe op wat wij doen. Een kwestie s'an vertrouwen is dat vaak. Een tijdje geleden hadden jullie in je krant, dat in de Zuid buurt bij Maassluis veel boeren ons wan trouwden. Zoiets is nou typisch. Zulke boeren denken kennelijk dat wij actie voerders zijn, dat wij allemaal baarden hebben en dat wij lid van de PPR zijn. Maar dat staat er los van. Wij wilden die bomen redden. Maar vanuit dat wantrouwen ontstond weer de gedachte dat als wij hun bomen zouden gaan knotten, zij daarvoor moesten betalen. Dat het hun geld zou kosten. Onzin. Nogmaals, wij wilden die bomen red den. Bovendien het werken op die ma nier geeft een heel prettig gevoel, name lijk dat je echt iets heel zinnigs doet. Nou, sommige boeren vertikken zelf iets aan hun wilgen te doen en ei ie bomen gaan dan dood. Doodzonde". Wat gebeurt met het vele hout dat overblijft? De gesnoeide en geknotte takken, ja, daar zitten wij mee. Een enkeling neemt wel eens een paar tak ken mee om een heggetje of zo van te maken, maar de rest blijft over. Wij hebben voor een kuup of zeven goed hout. Tja. en eigenlijk willen wij daar voor toch wel een beetje geld krijgen. Pakweg vijfentwintig gulden per kubie ke meter", zegt Henk Als uitsmuiter: Henk Nieuwenhuijsen is contactpersoon voor het hout en zijn telefoonnummer is 010-730179. En wie volgend seizoen wil meeknotten, en dat is echt ontspannend werk, kan zich direct aanmelden. Het knotkarwei is ge klaard. Onvermoeibaar hebben enkele tiental len vrijwilligers zich het winterseizoen toege legd op het redden van wilgen, die gezichtsbe palend zijn voor rustie ke landschappen zoals Midden-Delfland. Het knotten zit erop. Waar nodig werden bomen drastisch gekortwiekt, opdat de bomen een lan ger leven is beschoren. Het snoetwerk kan nog even doorgaan: uitdun nen van takken van wil gen die nog niet zozeer aan knotten toe waren. Uitdunnen, zodat straks de jonge loten ruimte hebben, en waardoor de boom niet topzwaar kan worden om vervolgens in de sloot te zakken. Zo hebben vele honderden knotwilgen de voorbije maanden een beurt ge kregen. Maar veel moet nog in enkele weken tijd worden gesnoeid. Vrijwilligers worden gezocht, alvast voor het volgende knotseizoen. Leuk werk? Om dat mee te maken spraken wij af met een knotter van het eerste uur. Za terdag negen uur. Een druilerige ochtend, lut tele uurtjes na het Mid- den-D elf landfeest. Kethelse kerkbuurt. Alleen het mes erin zetten kan nog redding betekenen. Een sinds de oorlog niet meer geknotte wilg bij de spoorwegovergang in de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1977 | | pagina 5