I reilen •lis cl kraan o p en staat mm Jos van der Lugt} opbouwwerker van Schiedam-Noord: VRIJDAG 13 MEI 1977 Afschuwelijk Dweilen Laakkwartier Achtergebleven Knokken Inspraak Wijkcentrum Hulpverlening! Mislukken Uithuilen VDISCIWW 5 Jos van der Lugt: „Als Zij develd vijf mi nuten langer had na ge dacht.,,.1 i sokjes*® Een slaapstad, een wijk waarin vrouwen uit verveling aan sherry verslaafd raken en waarin iedereen in de avonduren voor de buis zit, kortom esn gebied waar niks gebeurt? Die naam heeft Schiedam-Noord, het stadsdeel ten noorden van rijksweg 20 inclusief het oude wijkje Bijdorp. In dat oord is Jos van der Lugt sinds vrijdag 1 april opbouwwerker, als opvolger van Gera Bot, en de enige op het vlak van sociaal-culturele arbeid en samenlevingsopbouw jn Schiedam die zich opbouwwerker mag noemen (dat is namelijk wat anders dan buurtwerker, sociaal-cultureel werker of street-corner-worker omdat die vakken zich meer op clubhuiswerk richten). Jos van der Lugt werd zesentwintig jaar gefeden geboren in Rotterdam en woonde vanaf zijn zesde in Schiedam, tot 1973, „de tijd van Truus Verweij, en de Kabouters en zo, die heb ik leuk doorgemaakt". Genoemde Truus was destijds wethouder van onder andere culturele zaken, een terrein waarop het uit de puberteit ontrukte ^Schiedam zich nogal driftig bewoog. Weinig cultureel werkers met ervaring blijven over fn die tijd kwam Jos van der Lugt van de sociale academie. Na twee baantjes tussendoor stuitte hij op een advertentie van de stichting voor samenlevingsopbouw in Schiedam-Noord, de SSSN waarbij hij in dienst kwam. De stichting bestaat sinds 1971 en krijgt subsidie sinds 1973, In dit opbouwwerkorgaan zitten vertegenwoordigers van formele kaders: erkende werkgroepen en verenigingen. De talrijke bestuurswisselingen hebben uiteindelijk tot gevolg, volgens Van der Lugt, dat de betrokkenheid van het huidige bestuur bij het wel en wee van de wijk groter is geworden. De nieuwe opbouwwerker heeft zijn kantoor in de Heyermansfiat, bij dienstencentrum De Woudhoek. „Eigenlijk is het een afschuwelijk kantoor", zegt Jos van der Lugt. „Het ligt afgelegen, want de Heyermansfiat is toch al moeilijk bereikbaar en daardoor weer onvindbaar. Daarnaast is mijn kantoor veel te klein. Als je daar met zijn tienen zit voor een vergadering, en er zitten enkelen .een uur te paffen, dan stik je al de moord. Daarom wii ik graag mijn kantoor hebben in het Kruisgebouw. Dat staat straks middenin het nieuwe winkelcentrum. Nu kijk ik vanuit mijn kantoor precies tegen een fiat van het Bachptein ..op". .„De mensen denken vaak dat ik de hele dag op .mijn luie reet zit. Zij zien niet wat je doet, dit .is geen werk waarbij je aan het eind van de dag .kunt zeggen: kijk, dat heb ik gemaakt. Er is veel „overleg met anderen nodig. Vroeger werd al .over mij gezegd: hij ouwehoert de hele dag, maar dan wordt niet gezien waarvóór het wordt .gedaan, in dit werk word je overal bijgehaald. Soms heb ik drie, vier vergaderingen op één avond", zegt Van der Lugt. Hoe voelt hij zich als enige opbouwwerker, die Schiedam heeft? „Nou ja, in de rest van Schiedam doen de clubhuizen natuurlijk wel wat. En in de oude wijken heb je de bewonersverenigingen. Dat zie je in Noord niet, alleen in een klein stukje van .Woudhoek heb je zo'n clubje. Wijken als .Nieuwland en Groenoord hebben wel een „wrjkvereniging, maar die werkt heel anders". „Wat een voordeeltje is van het alleen zijn als opbouwwerker: je wint van alle kanten informatie in en die kan je makkelijk doorgeven aan anderen die dat kunnen gebruiken. Maar het kost veel tijd, Vergaderingen voorbereiden,uitwerken, correspondentie voeren die daaruit voortkomt, en andere ambtelijke dingen", vindt Jos van der Lugt. Die tijdrovende klussen werken In de hand, dat hij met niet al te veel mensen contact heeft? „Ja, dat is de consequentie ervan'5, zegt hij, „je hebt alleen direct te maken met mensen die al zfjn gemotiveerd en al iets doen. Maar dat is natuurlijk ook een kenmerk van een opbouwwerker. Ik ben geen buurtwerker, die naar de mensen toegaat. Ik hoop al die activiteiten te bundelen. Al kan je natuurlijk in het opbouwwerk indirect stimuleren, via de mensen die je wél vaak ziet Dit werk komt eigenlijk neer op dweilen als de kraan al open staat. Alles weer in goede banen leiden". En die kraan is niet dicht te draalen? „Ik zit niet aan de kraan", zegt Van der Lugt. Een niet serieuze opmerking erachteraan: „Wel de regering. Of de groot-kapitalisten? Ach....". „Ik ben begonnen in een jongerencentrum in Ridderkerk, dat was mijn eerste baan", vertelt Van der Lugt. „Nog steeds kom ik daar, je doet een hoop kennissen op, veel vrienden en relaties. Het beleid was daar wel erg. Je had zo'n bestuur met actieve jongeren en grijze heren, en dat vlot niet, die jongens liepen te flippen op de tamme situatie en bleven weg. Ik heb er twee jaar gewerkt. Toen ben ik naar Den Haag gegaan, het Laakkwartier, maar in het Haagse is alles ontzettend gebureaucratiseerd. Een hele anonieme toestand. Uitstekende accommodatie, veel cultureel werkers, een uitstekend subsidiebeleid, maar om door die bureaucratie heen te prikken, nee.... Het Laakkwartier was een gribus. Ik werkte er met vijf andere opbouwwerkers. In Schiedam heb je geen collega niet wie je kunt bomen over het werk. Er zijn hier geen anderen, je kunt geen ervaringen uitwisselen. Aan één kant is dat niet erg, want je vertuit geen tijd. Het verschil is trouwens enorm, in het Laakkwartier had je talloze problemen. Het is een saneringswijk. Meer dan de helft van de bevolking is buitenlands. Het Surïnamer-poientieel ligt er op dertig procent". „Ik werk hier nou vanaf 1 april, dus hebben ze maar drie maandjes zonder gezeten. Dat valt best mee voor dit werk. In Den Haag zoeken 2e nu nog een opvolger. Het is zo moeilijk iemand te vinden. Je 20U eigenlijk al een behoorlijk potentieel moeten hebben van cultureel werkers: de ervaring neemt toe, en elk jaar komt er een stroom van de sociale academies. Maar toch blijven er weinig met ervaring over". Vanwege alle problemen waartegen voortdurend moet worden opgebokst? „Dat denk ik. De èèn gaat na een tijdje weer verder studeren, een ander komt in een bestuursfunctie terecht of in een culturele raad of wat dan ook, allemaal dat soort werk, maar gaat in ieder gevai weg uit het uitvoerende werk", zegt Van der Lugt. Schiedam is zeker op het culturele vlak verschrikkelijk achtergebleven, vindt Jos van der Lugt. „Ik vraag mij af hoe die mensen in de politiek daarover nou denken, waarvoor precies zij willen kiezen en waarom. Ik zou nooit in de politiek willen, het lijkt mij vreselijk als ik dat zo zie. De beschikbare middelen moeten door de raad beter worden verdeeld. Daarvoor is een goed plan nodig. Maakt iemand dat?" Problemen zijn hier zoals In oude wijken „Is het met verbazingwekkend, dat in een stad met toch nog bijna tachtigduizend mensen maar zes maatschappelijk werksters zijn? En kijk naar de voorzieningen in de wijk hier. Wat heb je nou? Neem nou het vervoer voor bejaarden. Die zijn verdorie een varkentje voor de taxibedrijven. Of ben ik nou achterlijk?" Waarom wilde je naar Schledam-Noord? „Het trok mij omdat het een nieuwbouwwijk is met weinig voorzieningen, waar veel moet gebeuren. Het zou in de lijn van de mode liggen, als ik voor een oude wijk had qekozen. (k geloof dat je in nieuwbouwwijken evenveel niet-materiëie problemen hebt als in oude wijken. Niet-matertele Ik had vroeger het idee, dat in alle hoeken van Groenoord een stadsguerrilla werd gevoerd. Een tochtige wijk, met vandalisme, noem maar op. ik was trouwens na een dag hier al ziek. Verkouden. Die wijk tocht enorm, door die windval tussen de flats. Wat dat betreft is het hier takkewerk". „Maar het bevalt wel. Boven verwachting. In een wijk waarvan je verwacht dat er niks gebeurt, zie je plotseling een sfeer waarin meer groepen uit de grond schieten, meer mensen wat gaan doen. Een soort zelf overtuig mg denk ik, van mensen die iets willen gaan doen uitsluitend omdat niemand iets doet en zij willen bewijzen dat het wel kan. Ik vind dat verschijnsel wel goed: er wordt hier verdomd hard en verdomd goed gewerkt". Van der Lugt: „Dat zie je aan werkgroepen voor het wijkcentrum, en voor de woningbouw in Woudhoek. Wat nu naar voren komt, via bijvoorbeeld zulke groepen, dat zijn de meest dringende, de meest directe behoeften. Dat sommigen daaraan iets zijn gaan doen, is een goed element in de wijk. Proberen het woon- en Wijkcentrum is zinloos zonder jongerencen trum leefmilieu te verbeteren. Vergelijk het weer met de oude wijken, daar zijn ze op dezelfde manier aan het knokken, in dezelfde maatschappelijke context De problemen zijn vergelijkbaar en misschien zouden cijfers wel uitwijzen, dat het in oude wijken echt niet erger is of andersom. Het werkloosheidscijfer is hier misschien wel even groot, in Noord, al zal dat niet gelden voor wijken als Spaland en Woudhoek". Vergelijk eens? „In Noord heb je flatneurose. In oude wijken heb je mensen, die zitten te griepen op koude en vochtige woningen. In Groenoord zijn de woningen dan wel beter, maar ook weer erg gehorig. En dat zie je in de oude wijken ook weer. Toch had ik het mij in Noord ergar voorgesteld. Ik dacht dat er geen reet zou gebeuren, dat iedereen hier sliep of binnen zat, maar in een laagbouwwijk zie je dat natuurlijk eerder. Je kunt met zien wat er zoai gebeurt in het topje van een Z-flat". „Ik hou met van flats, ik heb er met Margriet twee jaar m gewoond. Balen. Wij hebben nu een stukje peterselie in de tuin, en nog wat spui. Dat kan met in een flat", zegt Jos van der Lugt. Hij woont met in Noord zelf, maar ergens m het westen. Bewoners maken de wijk, maar er is een wisselwerking. Het karakter van huizen beïnvloedt mensen. Daarom hoeft de SSSN gepleit voor inspraak in de plannen voor woningbouw in Woudhoek-Noord. Van der Lugt: „Half december is een brief gestuurd naar het college. Het was nodig zinnige argumenten aan te dragen voor inspraak, en als het even kan moet daar nog een zinnig voorstel bij ook Nou, op die brief hebben wij nog geen antwoord. We! heeft Zijdeveld de gemeenteraad toegezegd, dat zijn ambtenaren een goeie procedure zouden regelen. Maar nu ligt het bestemmingsplan ter visie. Bezwaarschriften kunnen erap komen, maar dat vmd ik geen inspraak. Dat is veel te moeilijk en omslachtig voor de meestan. Potverdrie, als wethouder ban je toch geen techneut die lijntjes zit te trekken zonder daarin de bevolking te kennen?" Kan een opbouwwerker zich gemakkelijk politiek uitlaten? „Dat zal ik nooit doen. Ik heb natuurlijk voorkeuren, maar het is met zinvol om die kenbaar te maken. Ik ga met teveel mensen om, die qua ideeën van elkaar verschillen maar toch moeten samenwerken. Al valt dat ook weer mee, hoor Wij hebben een kleurrijk gezelschap. Een leuke, goeie groep". „Ik ben bijvoorbeeld blij dat de SSSN iemand als Henk van Zeeland m de ploeg heeft Hij is stede bouwkundige in Rotterdam waar aan bouwplannen veel ruchtbaarheid wordt gegeven, veel inspraak is, maar daarna nut bezwaarschriften komen op die plannen. Het is een wijdverbeid standpunt, dat inspraak vertragend werkt Maar goede inspraak in ontwikkelingsplannen, geregeld in een bepaalde toegemeten tijdsfasering want daaraan moeten ambtenaren zich tenslotte ook houden, werkt prima. Want anders, anders krijg je bezwaarschriften die hêel lang blijven liggen, bij de gemeente, bij de provincie En soms bij da Kroon Behandeling ervan kan jaren kosten. Goede inspraak voorkomt dat" „Als Zijdeveld vijf minuten langer had nagedacht er bestaan uitstekende inspraakprocedures, zoals bijvoorbeeld van werkgroep 2000, van Stad en Landschap in Rotterdam, en ook de inspraak voor Had idee, dat in alle hoeken van Groenoord stadsguerrilla was... Midden-Delfland was een schoolvoorbeeld van hoe het moet inspraak kan met succes Maar Zijdeveld denkt het beter te weten Nou goed, maar dan kan je natuurlijk een stroom bezwaarschriften verwachten" „En dan wonen hier straks vijfendertigduizend mensen Wat neb je hen te bieden? Er is hier in Noord nog niks En wie trekken straks in die vijfduizend woningen, die worden neergezet Die zijn met voor Schiedammers. Zijdeveld rept wel over woningzoekenden in de Rijnmond en dat Schiedam met zo egoïstisch moet zijn maar ook daarnaar moet kijken, maar hij gebruikt bet aantal woningzoekenden m Schiedam wel ais argument om in Noord zoveel woningen neer te zetten Alsof dat dan hier het probleem oplost. Alsof een getal al iets zegt. Wie zijn die woningzoekenden en waarom? En voor wie zijn die vijfduizend woningen?" Inspraak is ook van het grootste belang bij de opzet van een wijkontmoetingscentrum, vindt Jos van der Lugt „De betrokken bewoners moeten met alleen kunnen praten over de kleur en de meubeltjes, maar ook over verdere vorm en beheer Zij moeten zelf de architect uitkiezen, zeggen hoe het wijkcentrum moet werken. Want als je dat als gemeente zelf wilt doen, en de opzet al m het begin met bij de bevolking aanslaat, zet er dan maar gewoon een boerenschuur neer, daar komt dan ook geen mens en het is nog voordeliger ook" Vervoer: bejaarden zijn een varkentje voor taxibedrijven Van der Lugt- „Ik ben trouwens bang dat, als er al voldoende geld is voor een wijkcentrum, er geen stuiver meer over is voor een jongerencentrum Toch, een jongerencentrum moet. Alleen een wijkcentrum, zonder gelegenheid voor jongeren, daar zou ik niet gaan staan, ik zou er niet over piekeren om daar te gaan werken. Rita Donders van het dienstencentrum kreeg al hele schoolklassen binnen. Die jeugd heeft niks te doen, er is niks. Terwijl een jongerencentrum enorm veel kan betekenen voor alleen al die eigen ontwikkeling van jongeren, die actief worden en willen meewerken om het centrum draaiende te houden". „Als zo'n centrum in Noord te lang uitblijft, krijg je net zulke situaties als je hebt gehad in Rijswijk, Eindhoven en de Toverbal in Maassluis. Accommodatie heeft een ontzaglijk sterke invloed op het gedrag van mensen, die er komen. Als die accommodatie slecht is, of er gewoon nooit is geweest, en er komt dan eens een nieuw centrum, reken dan maar dat het binnen een maand bonje is Er is dan plotseling een centrum, dat meteen mikpunt wordt. Geen hele ruil meer, knokpartijen. Dat heb ik in Ridderkerk ook meegemaakt". „Een jongerencentrum is in Noord hard nodig", benadrukt Jos van der Lugt. Hij zegt: „Het was jullie krant waarin een tijdje geleden stond dat boerderij Landvreugd terzijnertijd best een goed open jongerencentrum zou kunnen worden, ledereen stond op zijn kop van de schrik. Maar er moet gewoon iets komen. De raad beslist wel, maar die fase ervoor, vóór iets tot de raad doordringt, lijkt wel achterlijk. Je voelt je wel eens een roepende in de woestijn. Vanwege de hele context waarin het probleem wordt bekeken". Wethouder: toch geen techneut die lijntjes trekt, zonder mensen daarin te kennen „Nou is de grote bloeitijd van open jongerencentra ook wel voorbij, hoor. Het ministerie is met meer zo geporteerd ervoor. Gesubsidieerde kroegen, noemen ze het dan. Want de huisvesting word! betaald, de werkers, en elk verkocht pilsje betekent pure winst. Zo lijkt de concurrentie met de horeca helemaal zoek, Maar ik kan wel garanderen, dat er wat wordt bereikt, reken maar. Die centra zijn er bepaald met zomaar. Vaak is het goed voor mensen die er als lulletjes rozewater binnenkomen, je ziet hen met de dag opfleuren" „Het is wel ontzettend moeilijk om er te werken. Dat varieert van kots opruimen tot goed kunnen tappen, de boekhouding doen, ruzies uit elkaar houden, en de meest uiteenlopende vormen van hulpverlening: drugs, werkloosheid, wérk, de toestand thuis Overigens komen uit de kroeg altijd nog meer mensen lazarus zakken dan uit jongerencentra, ondanks al die orgies, het soms overmatig druggebruik, en noem maar op. Tsssss." Voordat het jouw beroep werd, was het jongerenwerk a! een roeping voor je? „Ik ben een klem jaartje voorzitter geweest van de Schiedamse raad voor jeugd en jongeren, de SRJJ. Dat was nou zoiets wat van te voren ai stond te mislukken. Er werd van bovenaf iets gedropt op de bevolking Stafkrachten kankerend op het bestuur, dat heb je inmiddels overal in het land kunnen zien, die situatie. Er bestaat te weinig zeggenschap van de beroepskrachten die met de mensen omgaan en de ervaring hebben Het is makkelijk om in een bestuur een jurist en een accountant te hebben, maar de beslissingen moet je zoveel mogelijk overlaten aan de mensen met ervaring. Dat gefdt bijvoorbeeld sterk voor de KSCA, die geen bevoegdheid laat aan de cultureel werkers". De KSCA js de katholieke stichting voor sociaal-culturele arbeid, die buurthuizen en een werkeenheid overkoepelt (centrum Oost, de Dukdalf, de Kreek en de Tempel) Wat wordt er in Noord gedropt op de bevolking? „Niks, kom nou Een fundamenteel uitgangspunt m mijn werk is ervoor te zorgen dat gebeurt waarom de mensen vragen. Ik ga geen behoefte scheppen door dingen aan te zwengelen, die niemand ter sprake brengt en ook nog niet nodig vindt", zegt Jos van der Lugt. „Dat ik geen buurtwerker ben, houdt ook in dat de mensen met bij mij komen uithuilen. Je zou een bureau moeten hebben waar dat wel kan, dat continu is bezet. Ik ben gewoon niet bereikbaar Komt iemand bij de Heyermansfiat, dan is de deur dicht, als ik er trouwens al ben, en wanneer ze proberen te bellen, krijgen 2e een antwoordapparaat Thuis word ik wel op de meest onmogelijke tijdstippen gebeld, fk work zestig uur per week, volgens mijn vrouw". Van der Lugt: „Maar ik zit niet te verpieteren op een flatje, ik heb makkelijk praten, voor mij maakt die tocht in de wijk alleen maar uit: net of net niet snotverkouden zijn.... Wat ik maar zeggen wil, nou sta ik met naam en toenaam in de krant, met foto, en dan ben ik aan het woord, maar die duizenden inwoners hebben ook zo hun kijk op één en ander".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1977 | | pagina 5