Schiedammers
zijn slechte
pingelaars
DONDERDAG 17 NOVEMBER 1977
4
Een kijkje in de „woonkamer" van El en Wim den Haan.
„Zou het een echte nerts zijn?" Niets is dames en heren handelaren te veel hun handel aan te prijzen, zelfs een „standje moeilijk" niet.
door Jan Schrijver
Rommelmarkt betekent ook snuffelen in oude boeken. isaak de Vormer (links zittend) temidden van zijn collega's.
beidsmarkt, een grondstoffen-
raarkt Als we het over „de Eu
ropese markt" hebben bedoelen
we niet een op een goed bereik
baar punt in Europa opgestelde
verzameling van kraampjes,
waarop bijvoorbeeld op het Ne
derlandse „stalletje" aardgas
(tegen een „hoeraprijsje"), bo
ter, kaas en eieren te koop zijn.
Naast deze marktbegrippen
kent iedere Nederlander de
markt in de eigen woonplaats,
waarop groenten, bloemen,
vlees, snoep, kleding, huishou
delijke artikelen en vele andere
producten gekocht kunnen wor
den in een gezellige, min of
meer rumoerige omgeving. Ome
Joop probeert met „De laatste
voor maar één gulden" door zijn
voorraad been te komen, terwijl
het oude vis vrouwtje met „Lek-
kerrrrrrbekkies en mooooooie
scholUlU" de aandacht trekt. In
sommige steden is een speciaal
gedeelte van de markt bestemd
voor, zoals dat in officiële ter
men heet, de handel in gebruik
te en ongeregelde goederen.
Schiedam miste lange tijd een
dergelijke markt, die gewoonlijk
als „rommelmarkt" betiteld
wordt Marktkraamverhuurder
André Kersbergen: „De markt
zat vroeger weggestopt in het
Broersveld, maar loopt nu ge
deeltelijk in de Kerkstraat We
hadden toen dit pleintje over.
De mensen van de Vervoer-,
Reinigings-, Ontsmettings- en
Schiedammers kijken graag, maar zijn nog schuchter op de rommelmarkt te kopen.
Friese doorlopers doen aan „die goede oude winter"
denken.
Markt dienst (VSOM) hadden
toen het idee hier een rommel
markt op te zetten- Het resultaat
is in ieder geval, dat de markt
nu meer naar voren komt",
waarna hij vervolgt: „Ik weet
nog niet of het een succes
wordt wat betreft de opkomst
van de kooplui. De houding is
nog wat afwachtend en ze laten
vaak verstek gaanVoor de
rommelmarkt een feitwas
moest er veel door de betrokke
nen vergaderd worden. De
VROM nam daartoe contact op
met Schiedammer Isaak de Vor
mer, die bestuurslid is van de
Centrale Vereniging voor de
Ambulante Kandel, waarin hij
zjjn branche, de handel in de
tweedehandsgoederen, vertegen
woordigt En de opzet is aardig
gelukt als we kijken naar de
diversiteit aan goederen, die we
in dit kleine stukje van Schie
dams binnenstad aantreffen. Zo
zien we bankstellen, ijskasten,
bontjassen, gehaakte bedde-
spreien, poppen, bijbels, antieke
ski's en oude bloemenvazen.
Slechts een kleine greep uit het
geboden assortiment van goede
ren. Het aanbod zit dus wel
goed, maar hoe is de vraag in
Schiedam naar het aangebode
ne? Isaak de Vormer: „De men
sen zijn hier in tegenstelling tot
op de rommelmarkt in Rotter
dam erg schuchter. Neem nou
zo'n bankstelletje, driedelig voor
175,-. En dan brengen we het
nog thuis ook. De mensen moe
ten echter eerst vergroeid raken
met het idee op de markt te
kopen". Zijn collega Wim den
Haan vult hem aan: „Mensen
zijn vaak bang, dat buren of
kennissen zien dat ze oud spul
kopen. Ik hoop, dat de mensen
in de toekomst een_ beetje wak
ker worden in Schiedam. Er is
echt wel een jaar nodig voordat
ze een beetje de weg gaan vin
den Het goederenpakket, dat
Wim den Haan samen met
vrouw El aanbiedt, hebben zij
speciaal op Schiedam gericht
EI den Haan: „We verkopen hier
in tegenstelling tot bijvoorbeeld
Rotterdam veel moeilijker grote
dingen zoals kasten en andere
meubelen. We proberen het
daarom nu met wat kleinere
dingen. Maar", vervolgt zij, ter
wijl zij even vluchtig de balans
voor die dag opmaakt, „dat wil
ook nog niet zo best. Het is
halftwee en ik heb pas tweehon
derd gulden omgezet. Grote din
gen tellen beter aan. Dat kastje
daar moet bijvoorbeeld al
800,- kosten. De handel van
mijn zwager doet het beter
hier." Haar zwager, Ger den
Haan, zoekt het in de tweede
hands kleding. Ger: „Ze noemen
mij ook wel klein C A. Ik
verkoop jurken voor twee kna
ken, terwijl zo'n lange leren jas
35,- moet doen. De eerste
week, dat ik hier draaide was
slecht, maar nu staan ze om
acht uur al voor de kraam te
wachten. Jk heb ook wel eens
met een partij brillen gestaan.
Dat was humor." Ger den Haan
geeft lachend uitleg: „Moet je je
eens indenken. De brillen lagen
een halve meter hoog. En al die
mensen graaien. Komt er een
buitenlander met een bril op.
Hij zoeken bij mijn brillen. Nou,
je voelt het al. Zijn bril valt in
de bak en ondanks al het gezoek
kwam het ding niet meer bij de
juiste eigenaar." Zijn buurman
Hans van Baarle zoekt het in
een geheel andere richting: reli
gieuze prenten, poppen (van
35,- tot 350,-), een oud eiken
ledikant, een Franse oorkonde,
enzovoort. Hans van Baarle
weet nog weinig van de Schie-
damse koopgewoonten. Hans:
„Het is vandaag de eerste keer,
dat ik in Schiedam markt. De
mensen moeten je in ieder geval
gaan kennen. Dat is belangrijk
voor deze handel. Voor mezelf
is het fijne van op de markt
staan, dat je met je spullen naar
de mensen toegaat. Ik heb eerst
een winkeltje gehad, waarin je
soms uren op een klant moet
zitten wachten." Heieen Arling
heeft wel een indruk van de
Schiedammers: „Ze vinden snel
iets te duur, Maar wat het eige
naardige is: ze pingelen niet af.
Ze proberen het niet eens, maar
lopen gelijk door. De mensen
moeten hier gewoon nog wat
brutaler worden." Heieen ver
koopt onder andere oude
schaatsen, oude prenten en.
schilderijtjes (.Maar dan gaat
het meestal om het lijstje"), 78-
toeren platen (prijs ongeveer
3,-) en veel voorwerpen uit
„grootmoeders tijd". Ton en Au
drey "Wensing hebben een
kraam met bontjes (van 15,-
tot 100,-), kleedjes (van 1,-
tot 70,-) en bontjassen. Ton
Wensing: „Wij moeten het voor
al van de jongere kopers heb
ben. We kopen onze waar in
Duitsland en Engeland in het
groot in. Ik vertel je natuurlijk
niet waar, want dat is en blijft
het geheim van de smid." Isaak
de Vormer streeft naar een
markt zonder „beunhazen". „We
willen niet, dat hier jongens op
de markt staan, die al een uitke
ring van sociale zaken hebben.
We willen hier de echte kooplui,
die met deze handel hun brood
moeten verdienen." Hij geeft
nog een voorbeeld zoals het niet
moet: „In Rotterdam zijn ze ook
een antiekmarkt begonnen,
waarvoor een vrije inschrijving
gold. Wat kreeg je toen? Huis
vrouwen, die een paar jaartjes
antiek hadden gespaard. Toen
ze na enige weken merkten nog
steeds niet rijk te zijn geworden
ervan en toen het ook nog eens
een keertje regenachtig weer
werd zag je geen huisvrouw
meer en stortte de markt be
hoorlijk in."
De primitieve mens van duizen
den jaren geleden hield zich in
leven met producten, die door
de eigen familie vervaardigd
werden. De langzaam op gang
bomende technische ontwikke
ling bracht een noodzakelijke
specialisatie met zich mee. Dit
hield natuurlijk in, dat niet ie
dereen meer dezelfde producten
maakte. Zo ontstond de ruil
handel. De uitwisseling van
goederen kreeg een bepaalde re
gelmaat: aanbieders en vragers
van goederen zochten elkander
op gezette tijden en op vaste
picatsen op. Zo ontstond de
markt
De technische ontwikkeling en
daarmee de specialisatie zijn nu
zover doorgevoerd, dat een
markt dikwijls niet meer dat
simpele, overzichtelijke karak
ter heeft. Het begrip markt
wordt ook op meer abstracte
wijze gebruikt. Zo spreken we
over een effectenmarkt, ar-