lilllfe DONDERDAG 15 DECEMBER 1977 liinn door José Smits foto's: Hans de Bakker mm I iü 8 ^s39«8br*.-. VI Piet van Vliet: levenslang gevecht op Rottemeren VN Bleiswijk Bakker Is hier i Jarenlang burgemeester ge- i weest en nog nooit had hij de Rotte gezien. Toen hl] gepensioneerd was kwam s hij hier voor het eeret langs op zijn flets. Dat was mooi, we hebben toon gelachen." Of burgemeester J. Bakker, die „regeerde" over Bleiswijk i van 1943 tot 1960, in zijn periode inderdaad nooit de Rotte had aanschouwd, wa- i gen we te betwijfelen. Maar de uitspraak van de Bleis- wijkse broodvisser Piet van I Vliet typeert wel zijn levens* houding. De 72-jarige visser heeft sa men met zijn twee jaar jonge- i re vrouw Magdalena Vlok al heel wat te verduren gehad tijdens zijn lange leven in de (halve) molen aan de Rotte dijk 16. Het vissersberoep is niet lonend meer, eigenlijk nooit geweest. Het is moei zaam vechten tegen de „In stanties", de gemeente en do sterk opkomende recreatie. Maar Piet van VJiet zal nim mer bij de pakken gaan neer zitten. Hij vertelt knorrige ver halen van vroeger en nu en tussen de regels door hoor je de lach om sommige zotte zaken. Vooral wanneer hij vertelt over zijn kleine over winningen op de „instanties" en in feite ook op de recrea tie. Want al die zeil- en mo torboten die de Rotte de laat ste jaren overstromen en die zijn vissersberoep 's zomers onmogelijk maken, betalen wel figgefd aan zijn eigen steiger. Te mooi „Je mag hier eigenlijk niks" is het eerste wat Piet van Vliet op zwakke toon 2egt. Geen heftige gebaren van de broodvisser om zijn betoog te ondersteunen; hij vindt het niet nodig. „Voor alles moet je twee tot drie jaar wachten. Ik wilde voor mijzelf een huisje in de tuin bouwen. Mijn schoonzoon zou dan in de molen komen wonen en het vïssersbedrijf overnemen. Het plan is nu afgekeurd om dat het te mooi was!" Te mooi? Visser van VUet verduidelijkt: Een huisje in de tuin mag hier wel, maar het moet aangepast worden bij de stijl van de molen, met kleine raampjes en zo, zoals dat hier verderop staat bij die andere molen." Da Rottedijk moet moot blij ven. „Maar we zijn er wsl twee jaar mee bezig geweest - I -SL op de Rotte znag: alles voor de plannen klaar waren. Nu faten we nieuwe plannen maken voor zo'n aangepast huis, maar daar gaat weer een paar jaar overheen." Voor Piet van Vliet betekent het dat zijn schoonzoon het vissen naar paling op de ftofc- tewateren nog niet over kan nemen: „Hij woont in Zeven huizen en kan niet steeds hier naar toe komen. Ja moet er ook wel eens 's nachts op Uit." „Ik heb 't eens geschat. Dit bedrijfje moet ongeveer 150 jaar bestaan. Mijn vader deed het al naast zijn gewone werk als mofenaar en mijn voorva deren ook. Daar kun ja toch niet zomaar aan voorbij gaan." „Je mag hier eigenlijk niks." Op dezelfde vlakke toon waarmee Piet van Vliet dat even tevoren zei zegt hij la ter: „Op ds Rotte mag alles." Daarmee doelt hij op de veis botenbezitters die 's zomers het meer bevolken. Het blijkt dat da vloot, die volgens Van Vliet elk jaar verdubbelt, no gal in het vaarwater van ds vissers zit Of eigenlijk meer in de fuiken die uitstaan en in de voor de paling brood nodige rietkragen. „Je mag hier 's nachts varen", legt Piet van Vliet uit, „en in het donker varen ze dan de kant in, raken vast in de fuiken en gaan trekken." Ze geven dan de vrijheid terug aan de pa ling, maar dat lijkt toch niet de bedoeling van de visser die de fuiken uitzet. Piet van Viiet is dan niet alleen 2ijn paling kwijt maar ook da fui ken zelf. „Vorige week nog was ik zeven fuiken in één keer kwijt Als ze nog eens een fuik leegmaken vind ik dat niet zo erg. Het is wel diefstal, maar nou ja. De fui- ken kasten psr stuk wel drie honderd gulden." Het leegmaken van de fuiken wijt Van Vliet niet aan de schippers van zeil- en motor boten. „In deze polders zie je geen wildstropers meer. Ik vermoed dat zij het water zijn opgegaan en nu mijn fuiken lichten." Het is in ieder geval duidelijk dat het leven van een brood visser op de Rotte en de binnenwateren er omheen niet lichtvaardig beschouwd mag worden. Als je alleen al bekijkt wat het ideale weer om te vissen is. Storm en regen doen de paling pas op stap gaan en dus de netten in. Piet van Viiet vindt dat gure weer niet erg. Hij ziet het vissen nu ook meer als een hobby. Hij venvacht dit jaar voor zo'n vijfduizend gul den paling in zijn netten bin nen te halen. „Er valt wel meer uit te halen hoor, als je harder werkt dan ik nu doe. Maar ja, je hebt nog andere bezigheden en 's- avonds zak ik gauw weg In een luie stoel voor de televi sie." Toen Piet van Vliet er nog werkelijk van moest leven, zonder zijn AOW uitkering en er inderdaad harder voor werkte, was het (zelfs nog zonder de lastige recreatie) geen vetpot voor zijn gezin. Hij deed er van alios naast. Zoals ook zijn vader twee beroepen nodig had. Dat van visser èn molenaar. Piet hield zich bijvoorbeeld bezig met tuinieren. Zo kon het gezin zich net bedruipen. Maar Piet van Vliet is alia moeilijkheden toch te boven gekomen. Hij leeft gelukkig op de Rottedijk. Hij is al 47 jaar getrouwd met Magdale na („en nog nooit weggelo pen") en hij heeft zijn kleine overwinningen wel gehad. Zoals op de recreatie. De zeil- en motorboten varen zijn fuiken kapot maar leggen de andere dag aan bij zijn steiger. En een ligplaats moet gehuurd worden. Waterleiding Kleine overwinningen ook op het gemeentebestuur van Bleiswijk. Zoals met de wa terleiding die vrij laat naar de halve molen op ds Rottedijk werd aangelegd. De gemeen te wilde aanvankelijk dat de familie Van Viiet zelf een geul zou graven voorde leidingen. Do familie weigerde want het betekende geen gering kar wei, en zij hadden toch ook zonder meer recht op kraan water? „Do gemeente dreigde toen dat als wij de geul niet zelf zouden graven, er dan nlots zou gebeuren en dat ook de waterschuit nlot meer Iang3 i zou komen." Later moest de gemeente het toch wel doen j van hogere Instanties. (De waterschuit bracht vroeger j vers en schoon water vanuit j Rotterdam naar de bewo- j nera langs do Rotte). „Je moest vroeger echt vech- ten om wat te krijgen van de j gemeente", betoogt Piet van i Vliet. „Ik wou maar dat de i instanties niet alles tegenhiel- j den. Ik heb het idee dat ze j alles sowieso een half jaar j laten liggen." j Mopperend bekijkt de Bleis- i wijker de wereld om zich j heen. Hij weet wel dat het niet persoonlijk tegen hem I gericht is. Waarschijnlijk daarom maakt hij zich niet zo druk. Hij stapt gewoon weer j in zijn roeiboot. i - ■- j De pleziervaartuigen hinderen de doorsneevisser in zijn werk.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1977 | | pagina 4