December
WHÊSÊÈÊÊÉÈtt*
Strenge regels
Gewild en gevaarlijk
Kleine voorraad
Enkele dagen
Vuurwerkeen
heidens kabaal
In vroeger jaren luidden
vooral op liet platteland de
klokken; zorgden de
scheepstoeters voor een
oorverdovend lawaai en
laaiden de vuren hoog op.
Folkloristische oude- en
nieuwjaarsgebruïken, waarvan
nog wel restanten zijn terug te
vinden.
In toenemende mate echter
heeft het vuurwerk andere
gebruiken verdrongen. Nog
maar nauwelijks heeft de klok
de laatste slag doen horen, of
er barst in de nieuwjaarsnacht
een letterlijk en figuurlijk
heidens kabaal los.
Letterlijk, gemeten naar het
geluidsvolume; figuurlijk,
omdat men Ln die decibels
verwekkende folklore vroeger
wel de verdrijving van boze
geesten en de bevordering van
de vruchtbaarheid wenste te
zien.
Nu zal dat laatste vrijwel
zeker geen rol meer spelen.
Feit is wel dat aan het kabaal
dat we met z'n allen
produceren als het oude jaar
in 't nieuwe verglijdt, deze
gedachte, dit volksgeloof, ten
grondslag ligt. Een heidens
kabaal dus, in dubbele
betekenis.
Hoewel de oudejaarsvuren
weer enigszins in opmars zijn,
dankzij veelal gemeentelijk
georganiseerde
kerstboomverbrandingen, staat
het vuurwerk ter
„opluistering" van de
nieuwjaarsnacht
onbetwistbaar aan de top. Er
wordt jaarlijks voor miljoenen
tn geïnvesteerd en het ziet er
voorlopig nog niet naar uit dat
een verzadigingspunt is
bereikt. Rotjes en
zevenklappers, voetzoekers en
vuurpijlen met knaleffect,
gillende keukenmeiden,
luchthuiiers en vuurpijlen
zonder knaleffect, romeinse
kaarsen en bengaals
vuurwerk: er is een enorme
sortering om licht en lawaai te
maken in de nieuwjaarsnacht.
Het gebruik van vuurwerk is
de achterliggende jaren zo
toegenomen dat van
overheidswege maatregelen
zijn genomen om verkoop en
gebruik enigszins aan banden
te leggen. Daarnaast is in
overheidsregels vastgelegd
hoeveel de winkelier tegelijk
in huis mag hebben, hoe de
verkoop van het explosieve
goedje moet plaats hebben en
aan welke voorwaarden
verpakking en opslag behoren
te voldoen. In het Reglement
Gevaarlijke Stoffen tenslotte
nauwelijks een handvol omval
en de voorraad niet meer dan
honderd kilo mag bedragen.
Uiteraard mag die voorraad
gedurende de verkoopdagen
worden aangevuld, maar de
hoeveelheid explosieven die
men tegelijk „in huis" heeft,
mag de honderd kilo niet te
boven gaan. Beschikt men
over een (te) grote
hoeveelheid, dan kan dat de
vergunning kosten,
verbeurdverklaring van het
vuurwerk en een
proces-verbaal.
De opbergplaats van het
vuurwerk moet aan behoorlijk
strenge eisen voldoen. Er
moeten blusmiddelen in de
buurt zijn, leeg
verpakkingsmateriaal moet
zijn verwijderd en er mogen
geen andere artikelen in die
bergruimte in voorraad
worden gehouden.
In de verkoopruimte zelf mag
niet meer dan hooguit vijf kilo
vuurwerk aanwezig zijn. En
dan moet het nog in metalen
trommels of in glazen vitrines
zitten, met een „van het
publiek afgekeerde" opening.
In de etalages mag geen
vuurwerk worden
tentoongesteld. Vuurwerk mag
niet worden afgeleverd als
daarbij wordt gerookt en de
winkeliers moeten daarom
duidelijk leesbare opschriften
„Roken en vuur verboden"
ophangen. In die opbergruimte
ten slotte hebben alleen
toegang degenen die tot het
winkelpersoneel behoren en
daartoe zijn aangewezen. Zij
moeten 28 jaar of ouder zijn.
De leeftijd van 18 jaar geldt
trouwens ook voor hen die
zich vuurwerk willen
aanschaffen. Zijn ze jonger
dan mag niet aan hen worden
verkocht. Merkwaardig genoeg
gelden de strenge
„vuurwerkregels" die aan de
verkopers worden opgelegd,
niet voor de „gebruikers",
Aileen de hoeveelheid die men
wenst te kopen is aan een
maximum gebonden: twee kilo
maximaal, want anders komt
men in conflict met de
kinderwet.
is ook nog bepaald
hoeveel gram explosieve stof
in rotje en voetzoeker,
vuurpijl en luchthuiier mag
2ijn verwerkt.
De beperkende maatregelen
zijn uiteraard niet zonder zin.
Er doen zich in de
decembermaand regelmatig
ongelukken voor met
vuurwerk, waarbij in de
meeste gevallen gewonden
vallen. En hoewel in veel
situaties die ongelukken aan
onvoorzichtigheid of
onoordeelkundig omspringen
met vuurwerk zijn toe te
schrijven, verwacht men met
de beperking van de handel in
het vuurwerk ook de risico's
te beperken.
wat als „klein vuurwerk" staat
omschreven. Daaronder
worden verstaan
sterrenregens, bengaalse
lucifers, knalpennetjes,
klappertjes, booby-traps en
trektouwtjes. Voor het overige
explosieve speelgoed geldt dat
het slechts enkele dagen van
december, beginnend na de
kerstdagen, mag worden
verkocht en dat het slechts
enkele uren, in de meeste
gemeenten van 31 december
's avonds tien uur tot 1
januari 's nachts twee uur,
mag worden afgestoken.
Nu lijkt daar in de praktijk
niet zo bar veel van terecht te
komen. Al in de loop van de
decembermaand wordt er
behoorlijk wat vuurwerk
afgestoken, om in de nacht
van oud- op nieuwjaar een
absoluut hoogtepunt te
bereiken. De eerste dagen van
januari houdt het
vuurwerkfeest, zij het in
verminderende mate, ook nog
wel aan.
Het vuurwerk is in december
een zo begeerd artikel dat
mensen er soms lange tijd
voer in de rij staan. Dat komt
omdat zeer" veel in zeer korte
tijd verhandeld moet worden.
Officieel immers is de verkoop
slechts enkele dagen
toegestaan. Eri het mag waar
zijn dat er ook vóór die datum
van enige „handel" sprake is,
de top-verkoop is niettemin in
die luttele dagen
samengeperst.
Vuurwerk: een gewild artikel
in december. Dat zal ook dit
jaar wel zo wezen. Knallend
ovende drempel. En in
januari horen we wel hoeveel
miljoen het in 1977 weer heeft
gekost. Vuurwerk: gewild en
altijd toch een tikkeltje
gevaarlijk. Goed om even aan
te denken, voor u de lucifer
bij 't lontje houdt.
Vfie een middelgrote stad als
uitgangspunt neemt komt tot
de slotsom dat het aantal
verkooppunten zo beperkt
mogelijk wordt gehouden, het
aantal verkoopdagen
Een uitzondering wordt in de
voorschriften gemaakt voor