Oude
Raadhuis
Naaldwijk
de
aangwezen plaats
voor streekmusea
Droom van streekhistorici
wordt wellicht werkelijkheid:
beganegrond
opsla
expositie
receptie
w er kj
kluis
archief
Het oude raadhuis, een fraai pand dat al geruime
tijd leeg staat. Krijgt het straks een even fraaie bestem
ming?
tweede ruimte is bestemd
voor wisselende exposities.
Verder op de begane grond
een werkplaats en een ruimte
voor de administratie. Op de
tweede verdieping komen een
film-expositiezaal, een
bibliotheekleeszaal, een
documentatiecentrum, een
spreek- en een kaartenkamer.
Een vergader-werkkamer,
een fotoarchief en donkere
kamer en een. museumdepot
vinden een plaats op de
derde verdieping.
Na nog subsidie
Wat Naaldwijk betreft hoeft de
zaak „alleen" nog financieel
te worden rondgemaakt Dat
valt echter met mee. „Omdat
de functie van een raadhuis
natuurlijk nogal verschilt van
die van een museum zullen
de kosten van de verbouwing
vrij hoog zijn", zegt de
voorzitter van de stichting,
burgemeester van
Schipluiden A. J. A. L.
Bruggeman. De bedragen die
worden genoemd liegen er
niet om. De kosten van de
verbouwing en de inventaris
bedragen ruim een half
miljoen, waarvoor een
éénmalige subsidie
noodzakelijk is. De kosten
van de exploitatie worden
geraamd op drie ton, een
bedrag dat jaarlijks
terugkeert en ook ergens
vandaan moet komen.
Gemeentesecretaris van
Naaldwijk W. J. Kogeler: „Ai
is onze gemeente bereid het
streekmuseum met open
armen te ontvangen,
Naaldwijk is natuurlijk niet
in staat om alleen voor de
kosten op te draaien." Hij
vervolgt: „Objectief gezien is
het voor de hand liggend dat
een centraal punt als
Naaldwijk de aangewezen
plaats is voor een
streekmuseum. De vestiging
hangt, gezien de
streekfunctie, echter af van
de andere Westlandse
gemeenten, de Westlandraad
en van externe subsidies."
Die externe subsidies moeten
komen van CRM en
Provinciale Staten, waarmee
inmiddels gesprekken zijn
gevoerd. Zowel Kogeler als
Bruggeman hebben de
indruk dat de verschillende
instanties welwillend
tegenover de plannen staan.
De „stukken" zijn overlegd
en nu rest de stichting
slechts „afwachten in
lijdzaamheid". Kogeler: „Als
alles meezit is de uitslag in
de eerste helft van het
volgend jaar te verwachten".
De wil is er
De heer J. F. K. Kits
Nieuwenkamp, ambtenaar bij
Provinciale Staten, zegt over
de subsidieaanvraag: „In het
algemeen is de gedeputeerde
die deze zaken behandelt
zeer geporteerd voor het
stimuleren van streekmusea
en oudheidkamers. Op het
ogenblik is er echter geen
regeling waar dit onder valt.
Wij willen maar al te graag
dat die regeling er komt en
de gesprekken daarover
vangen in januari volgend
jaar aan. Natuurlijk heeft het
ontbreken van zo'n regeling
wel tot gevolg dat de
behandeling van de aanvraag
van de Westlandse stichting
lang kan gaan duren. Ook
bij CRM zal de aanvraag de
nodige studie vergen",
vervolgt Nieuwenkamp,
„vooral omdat het project in
Naaldwijk vrij kostbaar is.
Het blijft de vraag of het wel
de taak van CRM is om een
streekaangelegenheid te
subsidiëren. CRM heeft
tenslotte een landelijke
functie. Maar", zegt hij, „de
wil is er en de eerste aanzet
is gegeven."
Aan interesse geen
gebrek
De belangstelling voor de
streekhistorie is groot in het
door
Ton Hilderink
Westland. Dat blijkt onder
meer uit het wekelijkse
spreekuur van de stichting in
kamer 41 in het
veilinggebouw van de CCWS
in Honselersdijk, elke
zaterdagmorgen van negen
tot twaalf uur. Iedereen die
meer aan de weet wil komen
over de rijke geschiedenis
van het Westland kan daar
zonder meer aankloppen. Tot
nu toe kan de stichting de
vele aanvragen slechts met
de grootste inspanning
bijbenen. Een belangrijke
factor die het werk
bemoeilijkt is dat het
benodigde materiaal aldaar
ontbreekt en over zoveel
plaatsen is verspreid. Een
centrale ruimte is ten
aanzien hiervan de oplossing.
De belangstelling blijkt ook
buiten het spreekuur am te
bestaan. Opvallend is de
grote interesse van de jeugd.
Via de stichting verzamelen
scholieren en studenten
gegevens en materiaal voor
spreekbeurten, werkstukken
en scripties.
Recht van bestaan
Een stuwende kracht achter de
stichting is de heer M. C. M.
van Ardriehem uit
Honselersdijk. Hij is
vice-voorzitter en heeft een
belangrijke coördinerende
taak. Van Adrichem heeft
met anderen de eerste aanzet
tot het streekhistorisch werk
al gegeven omstreeks 1960.
Door inspanning en
„zelfopoffering" is er veel
bereikt. Van Adrichem zegt:
„Er zijn 2onder subsidie
belangrijke dingen tot stand
gekomen. De streekhistorie
heeft nu een dusdanige
status dat het de gelden en
het gebouw waard is. Het
recht van bestaan is in het
verleden duidelijk
aangetoond."
Op de vraag of in het Westland
de interesse voor de
geschiedenis van het eigen
gebied groter is dan elders,
antwoord Van Adrichem: „Er
is géén streek in ons land
waar bijvoorbeeld zóveel
dia's zijn van eigen
historische onderwerpen als
hier." Hij vervolgt: „Soms
ben ik wel eens verbaasd
over de grandioze
medewerking die we van alle
kanten krijgen en ik vraag
me wel eens af waar we het
aan verdienen. Waarschijnlijk
komt het omdat iedereen kan
zien dat we iets terug
kunnen doen."
fn een rapport dat door de
stichting werd uitgebracht
staat de volgende conclusie:
„De ervaring van de voorbije
jaren is voldoende grond om,
met inzet van alle krachten,
te streven naar de
totstandkoming van een
streekhistorisch centrum,
waar voldoende
mogelijkheden inzake
deskundigheid en materiaal
voorhanden zijn om te
komen tot een verantwoord
historisch onderzoek naar
alle aspecten van de
geschiedenis van het
Westland." En; „Even
vanzelfsprekend, dat er
ruime mogelijkheden moeten
komen om tot een ruime
distributie van de verkregen
gegevens te geraken. Dat de
inbreng van het
streekmuseum een
belangrijke voorwaarde en
stimulans kan zijn, behoeft
nauwelijks betoog. Dat het
oude raadhuis van Naaldwijk
hiertoe vele, zo niet alle,
mogelijkheden biedt,
evenmin,"
VRIJDAG 6 JANUARI 1978
De indeling van de beganegrond van het oude raadhuis aan het Naaldwijkse
Wilhelminaplein, zoals de Stichting Westlands Centrum voor Streekhistorie zich die
voorstelt
Naaldwijk De gemeente
Naaldwijk opent welwillend
de poort voor de eventuele
vestiging van een Westlands
streekmuseum in het oude
raadhuis aan het
Wilhelminaplein in
Naaldwijk. De Stichting
Westlands Centrum voor
Streekhistorie zoekt al lang
naar een geschikt
onderkomen, mede omdat
het streekhistorisch werk een
steeds grotere omvang krijgt,
en heeft een oogje laten
vallen op het oude raadhuis
dat al bijna dertig maanden
leeg staat.
Het gemeentebestuur van
Naaldwijk heeft nooit
afwijzend gestaan tegenover
de gedachte in Naaldwijk
een streekmuseum te
vestigen. Omdat de
streekhistorie door veel
verschillende groepen en
verenigingen wordt beoefend,
meende hot bestuur echter
dat er niet eerder kon
worden overlegd dan
wanneer er eerst wat „lijn"
in het werk tot stand zou
komen. De stichting werd om
die reden op 29 december
1976 in het leven geroepen.
Het genootschap Oud Wesüand,
de afdeling Den Haag en
omstreken van de
Archeologische
Werkgemeenschap voor
Nederland, de Stichting
Tuinbouwhistone en de
Gezamenlijke Historische
Werkgroepen rijn allemaal in
de stichting ondergebracht,
echter mèt behoud van hun
zelfstandigheid. Alle
verenigingen hebben een
afgevaardigde m het
dagelijks bestuur en hun
stem bepaalt mede het te
voeren beleid. Het doel, de
samenstelling en de
werkwijze werden op papier
gezet. De stichting ging met
het Naaldwjjkse
gemeentebestuur rond de
tafel zitten en kan nu
concluderen dat de reacties
van alle kanten positief te
noemen zijn.
Centralisatie
De stichting streeft ernaar alle
werkzaamheden die Li het
Westland plaatsvinden op het
gebied van de streekhistorie
vanuit een centraal punt (het
oude raadhuis) te „sturen".
Zij wil mogelijkheden
scheppen voor
streekhistorisch werk en deze
mogelijkheden in stand
houden en bevorderen. Zij
wil voortdurend ruimte,
materialen en middelen ter
beschikking kunnen stellen
aan alle belangstellenden.
Voorts wil de stichting
studies, kaarten registers en
foto's gaan uitgeven,
cursussen verzorgen en
deelnemen aan
tentoonstellingen of ze
inrichten.
Het bestuur van de stichting
heeft al een plattegrond laten
ontwerpen die aangeeft hoe
rij zich de inrichting van het
oude raadhuis voorstelt Op
de begane grond wordt de
oude ingang weer „in ere
herstelt", die meteen toegang
geeft tot twee
expositieruimten met
verschillende functies. De
eerste ruimte is bedoeld voor
een permanente
tentoonstelling van de
belangrijkste vondsten uit
alle mogelijke tijdperken. De
Historische vondsten uit de Westlandse bodem. Nu nog te vinden in het museum op het Heilige Geesthofje. In de toekomst misschien ook
in een Westlands streekmuseum