mms
Sociale dienst: laa
j J
fej sSc^^®SZntj
GilTGiW ©J"
s5l £S:iSr«»
VRIJDAG 20 JANUARI 1978
.ssai
MSSSïlsï
hm""*»!»»,,... »-'M «enen 1
1 is - £re,ta!e^»3*n, h
„Poen, poen, poen,
poenMe kent dat
liedje niet van de
onsterfelijke H'itn
Sojmeveid? Geld, je hebt
hef zo erg vaak nodig,
maar even zo vaak is de
portemonnee (bijna)
Jeeg-Welnu, onze
geldschieters hebben
daar wel wat op
gevonden. Kennelijk zijn
zij geïnspireerddoor
dat liedje. Enkele van
hun lokkertjes: „Wij
lenen u graag geld,"
„Telefonisch geldlenen,"
Geld,, geld, geld, dat
leent u bij ons goedkoop
en snel; ook overname
van lopende leningen,"
„Geld nodig? Binnen een
dag geregeld
Het zijn er maar een paar
uit de enorme
hoeveelheid advertenties,
waarin leningen aan de
man (of vrouw) worden
gebracht. Meestal gaat
het om onbekende
bureautjes, die op hun
beurt weer geld lenen bij
de grote
kapitaalverschaffers. En
dan zijn er nog andere
vormen van
kredietverlening zoals de
gespreide betaling bij
aankoop van bijvoorbeeld
een televisie. Of het
rekeningcourantkrediet
bij sommige
postorderbedrijven,
waarbij men tot een
bepaald bedrag in de
schuld mag staan. De
bekende lichtblauwe
girobetaalkaarten van de
PTT, of de groene
cheques van de bank zijn
ook vormen van krediet.
Wie overkomt het niet
eens dat hij/zij zich heeft
verkeken op het saldo en
op een dag onder aan de
giro-of bankafschrijving
ziet staan: verzoeke
aanvulling van uw saldo?
Er zijn tegenwoordig heel
wat mensen die „rood"
staan bij bank of giro.
Zelfs klagen zij er een
beetje over in hun
jaarverslagen. Sommigen
steken zich zo in de
schulden dat zij er niet
meer uit komen, geen gat
meer zien in hun
financiële chaos.
Teneinde raad kloppen zij
aan bij de gemeentelijk
sociale dienst, in de hoop
daat geholpen te worden.
Zij is voor velen een
laatste strohalm. Bij de
GSD van Vlaardingen
plm. (80.000 inwoners)
staan 56 personen
ingeschreven die aan de
grond zitten. Hun totale
geleende bedrag bedroeg
eind eind vorig jaar
290.000 gulden, gemiddeld
dus bijna 5200. In
Maassluis is deze situatie
ernstiger. Daar moeten op
een bevolking van 31.000
zielen 27 personen door
de GSD worden geholpen,
die gezamenlijk voor
320.000 gulden in het krijt
staan bij banken en/of
leveranciers. Een
gemiddelde van bijna
12.000.
„Hoewel ik niet de indruk
heb dat wij een opvallend
hoog cliëntenbestand
hebben als gevolg van
overkreditering, stijgt het
totale geleende bedrag
van deze groep mensen
voortdurend. Praten zo
gemakkelijk over het
geld, dat er niet meer op
een paar honderd gulden
wordt gelet Wat maakt
dat uit op zo'n bedrag,
zeggen we dan tegen
elkaar".
Vul bon in
Chaos
bi\ ons S°fopendee(enlnsen
rnasne van >°P® S6 1315
leent ubii ons
OoK overname1
$$3 22000 - SS,; a47 f 50 000 tU;i O
lit ^«3/w9 a. '«1™
...ntUfl."- -fvtö OtJt
w™ ,*a«p»"
e Praten over de financiële nood. Van links naar rechts de heer Florijn, Smit en Van Boxmeer.
door
Jaap Hazejager
Aldus de heer J. A. Florijn, de
directeur van de Gemeentelijke
Sociale Dienst in Vlaardingen.
Hoewel hij op zich niets heeft tegen
het verlenen van kredieten, is de
hqer Florijn ervan overtuigd dat het
de mensen wel eens erg gemakkelijk
wordt gemaakt, veel te gemakkelijk
soms, „Vandaag de dag is het een
kwestie van een bonnetje invullen en
men krijgt een fraai fototoestel,
bandrecorder of donzen dekbed
thuisgestuurd. Hoe dat komt? Het
bestedingspatroon van de mensen is
in de afgelopen vijftien jaar enorm
veranderd. Als je vandaag de dag
een auto wil kopen om maar een
voorbeeld te noemen, dan kan dat
met behulp van een geldlening.
Sommigen gaan zelfs zo ver dat zij
een lening afsluiten om op vakantie
te gaan. En dat is nu allemaal niet
zo erg, zolang er geen problemen zijn
met het aflossen van de schuld. Maar
er zijn heel veel mensen in ons land
die zich zelf overschatten en denken
dat het allemaal we losloopt. En als
dan blijkt dat het aflossen niet meer
zo soepel verloopt als is afgesproken,
dan zijn die vriendelijke mensen van
de geldverschaffende instellingen
lang niet meer zo aardig
Florijn zetelt op de derde verdieping
van een pand op de hoek van de
Fransenstraat en het Veerpleïn,
hartje Vlaardingen. Bij het gesprek
zijn ook aanwezig waarnemend
directeur drs, G. H. M. Smit en de
heer W. E. C. van Boxmeer. Deze
laatste is chef van de afdeling
dienstverlening van de GSD en hseft
direct te maken met cliënten die
financieel aan de grond zitten, hetzij
tijdelijk, of duurzaam. Gedrieën
spreken de ambtenaren steeds over
cliënten om daarmee duidelijk te
maken dat het hier gaat om een
„zakelijke" relatie. Zo veel mogelijk
wil men af van het idee van „het
handje ophouden". Want zo is het nu
ook weer niet. Wie in de schuld zit
wordt geholpen, maar niet ten koste
van de gemeenschap.
De heer Van Boxmeer: „Als het
bedrag niet te groot is - wij denken
aan circa tienduizend gulden - dan
treedt onze Volkskredietbank
sanerend op. Wij treffen dan verder
geen regeling en hevelen de zaak
financieel over aan onze bank. Die
neemt dan de schuld of schulden van
onze cliënt over en er wordt een
nieuw aflossingsplan opgesteld. Maar
er zelf geld insteken dat doen wij
niet."
Voor de GSD is dat niet de
ingewikkeldste afwikkeling van
financiële zaken. Moeilijker wordt
het als blijkt dat de cliënt tot over
zijn oren in de schuld zit. Dat is voor
de één pas als dat bedrag de vier
nullen nadert en voor de ander als
dat tegen de duizend gulden loopt.
De problemen voor de betrokkene
blijven echter hetzelfde. Dan blijkt
bijvoorbeeld dat er reeds een lening
bij de Volkskredietbank is
afgesloten, dat er huurschulden zijn,
dat er op de „pof' is gekocht bij
allerlei postorderbedrijven, dat de
bank of giro het salaris van de
betrokkene inhoudt omdat het
negatieve saldo veel te hoog is en dat
de deurwaarder met een dwangbevel
voor de deur staat te trappelen.
„Meestal komen de mensen pas bij
ons als er beslaglegging op de
goederen dreigt, of huisuitzetting," zo
zegt de heer Van Boxmeer. „Dan ligt
de schuld zo ingewikkeld, zijn er zo
veel schuldeisers dat wij de meestal
langdurige afwikkeling van deze
financiële kwesties helemaal moeten
begeleiden. Dit niet alleen in het
belang van de schuldeisers, maar
vooral ook voor de man of vrouw in
kwestie."
De GSD-ambtenaar vertelt dat er
aan zijn dienst drie maatschappelijk
werkers verbonden zijn, die deze
cliënten helpen, waardoor vaak
langlopende contacten ontstaan. 2ij
hebben een speciale cursus
gezinsbudgettering gevolgd en zien al
vrij snel hoe precies de schulden zijn
ontstaan en welke vorm van
hulpverlening noodzakelijk is. Deze
mensen helpen de cliënten van de
GSD hoe in hun situatie het beste
het geld kan worden uitgegeven.
Bovendien moet er ook worden
afgelost.
„Als dat allemaal goed verloopt", zo
vervolgt de heer Florijn, dan leren
deze mensen tevens ook sparen.
Immers, als alles is afgelost, na
verloop van enkele jaren dan heeft
men rekening leren houden met het
systeem van iets apart schuiven, met
andere woorden: sparen."
zwaarnemend directeur Smit vindt
het een bedenkelijke zaak dat er
tegenwoordig zo slecht gespaard
wordt, dat al het geld wordt
opgemaakt en zelfs meer dan dat,
zonder ook maar iets apart te
houden voor het geval er bijzondere
aankopen of andere investeringen
moeten worden gedaan. Te
gemakkelijk wordt volgens hem
gesteld dat sparen geen zin meer
heeft, omdat het geld zo snel in
waarde verminderd. Ook het
argument van: je kan beter in de
schuld staan dan geld op de bank
hebben, valt bij de beren niet
bepaald in goede aarde. Het fiscale
voordeeltje weegt echt niet op tegen
de zware renten van de
geldverschaffers.
Florijn en de rijnen vinden het dan
ook te ver gaan om alleen de banken
of postorderbedrijven zonder meer
aan te wijzen als de grote
schuldigen, hoewel zij vinden dat de
wijze van „geld-verkopen" minder
agressief moet zijn. Vaak zijn de
cliënten zelf de schuldigen van alle
misère. En nu bedoelt de heer
Florijn niet zo zeer degenen die op
een ongelukkige en onverwachte
wijze een financiële klap hebben
gekregen, maar die mannen en
vrouwen die de verleiding niet
kunnen weerstaan iets te kopen wat
financieel eigenlijk niet haalbaar is.
„Sommigen sluiten leningen," zo licht
de heer Van Boxmeer toe, „die nog
maar juist kunnen worden afgelost.
Het gaat net. Maar er moet werkelijk
niets tussenkomen, want dan gaat
het mis. Welnu, dat is op zijn zachtst
gezegd een beetje dom. Men
realiseert zich te weinig dat als er
thuis een kink in de kabel komt er
geen ruimte meer is voor een
extraatje."
Soms kunnen de schulden bijzonder
hoog oplopen. In enkele gevallen
zelfs 15.000, respectievelijk 45.000
gulden. De zaak wordt ingewikkelder
naarmate er meer schuldeisers 2ijn.
Zo zijn er cliënten die soms wel
vijftien schuldeisers op hun stoep
hebben. Overigens bestaat bij de
Vlaardingse GSD de indruk dat cr
meer schulden ontstaan door het
onverantwoord kopen op basis van
huurkoop dan als gevolg an het
afsluiten van echte leningen via de
bank.
Schuldsanering
Men mag rich in dit gebied gelukkig
prijzen dat de GSD in nauwe
samenwerking ook met de
Volkskredietbank schuldenaren uit
de brand helpen. Er zijn ook
gemeenten waar deze mensen
vergeefs aankloppen. Daar gaat men
uit van het standpunt dat dit
privekwesties zijn, waarmee de
gemeente zich niet moet inlaten. Zo
in de trant van: dan had je maar
moeten uitkijken. Men is dan
aangewezen op de maatschappelijk
werkers van particuliere stichtingen,
bijvoorbeeld vanuit de Kerken, of op
commerciële organisaties. Er zijn
zogenaamde schuldsaneringsbureaus
die mensen-in-het-rood helpen af te
komen van bepaalde schulden. Maar
deze bureaus doen dit niet voor
niets. Het schijnt dat er zelfs een
goede boterham ia valt te verdienen.
Zo ziet men maar: de een zijn
(financiële) dood is de ander zijn
brood
Het is soms een triest verhaal wat je
te horen krijgt en de heer Van
Boxmeer heeft in zijn loopbaan bij
de GSD al heel wat van deze trieste
verhalen gehoord. „Het hele gezin
lijdt er meestal onder. Het werk op
de zaak stokt, de relatie tussen man
en vrouw kan kapot gaan, kinderen
worden verwaarloosd. In en in triest
als je dat allemaal moet aanhoren.
Dan kan je soms wei eens een beetje
medelijden hebben want. neem dat
van mij aan, meesten hebben zich
ongewild in de schulden gestoken.
Hebben zich laten verleiden door de
mooie plaatjes en soms ook
praatjes."
Voorlichting
Directeur Florijn ergert zich er een
beetje aan, maar dat is zijn
privé-opvatting, dat sommige
betalingssystemen zo geraffineerd
zijn dat je ongemerkt diep in de
schulden komt te zitten. Als
voorbeeld noemt hij de
rekening-courantkredieten, die enkele
postorderbedrijven toepassen. Omzet
maken is een noodzaak, erkent hij,
maar je mag de mensen niet in
verleiding brengen. Eigenlijk zou er
bijvoorbeeld via televisie
voorlichtingsfilmpjes moeten worden
vertoond - na het nieuws - waarin de
gevaren van de verleiding duidelijk
naar voren worden gebracht.
Wellicht zou dat preventief werken.
De heer Smit gaat verder en 2iet
meer in een wettelijke regeling,
waarin precies omschreven staat tot
hoever een ondernemer mag gaan
met de kredietverlening en de
zogenaamde gespreide betaling,
waarin dan ook nog eens duidelijk
naar voren komt hoeveel de rente is
in geld uitgedrukt - die men extra
betaalt.