Jaren later blijkt
dat de PFR gelijk had
„Structuur
onderzoek
komt er aan"
Ik ben
niet preuts
Miljonair
zonder
centen
;j r rf r
f99
*ÊÈÊsJw
95
Jaap van der Griend (PPR):
GPV-er Jan Moekestorm:
X MÈËÈ&iÊÊmK''-* Nr
y v v
v v y Jrrr#l|pr\r v v,.*
v ste yr ?irrr rw^l 4 '4 v
-7. -A.A» v - Xw y.-v .a
Jack schipper
Arie van der Pluijm (72):
1RDAG 18 MEI 1978
Schiedam Herman
Noordegraaf is het jongste
raadslid van de gemeente
Schiedam (27 jaar), zit het
kortst in het stadsbestuur
als opvolger van Hans
van der WiJk, en heeft in
een half jaar meer vragen
Herman
Noordegraaf:
Behalve de
Slachthuis
buurt heeft
het college
nauwelijks
iets van de
pi grond kunnen
li krijgen.
gesteld en voorstellen ge
daan dan welk ander raad
slid ook: „Nee, ik 2ie mijzelf
niet als de zedepreker", zegt
hij.
Wel benadrukt hij geregeld
een betoog met een opgesto
ken, zwaaiende wijsvinger:
Jaap van der Griend, lijsttrekker/-
raadsiid van de PPR Maassluis
Maassluis Jaap van der
Griend bruist van energie,
staat als het ware te trappe
len van ongeduld om na de
verkiezingen weer in de
raad te stappen. Uiteraard
voor zijn eigen partij: de
PPR. Natuurlijk is hij niet
blind voor de cijfers van de
afgelopen verkiezingen.
Zijn partij, waarvan hij
vanaf het begin lid is, heeft
grote klappen gehad.
„Maar", zo verdedigt hij zi
ch, „je zal zien dat we blij
ven. Ik ben er heilig van
overtuigd."
Of de PPR het waard is om
in september terug te komen
in de raad? Van der Griend
kijkt met grote ogen naar
ons, alsof we een grapje ma
ken. „Waard", vervolgt de
radicaal. Hij neemt een duik
in zijn tas en Iaat het doel-
steliingenprogramma van
zijn partij zien: structuuron
derzoek, welzijn, openheid
om maar enkeie zaken te
noemen.
Vooral het houden van het
structuuronderzoek vindt
Van der Griend een van de
belangrijkste zaken uit zijn
programma. „Ik ben er
reeds in 1975 mee begonnen
en kreeg toen geen voet aan
de grond. Ook het jaar daar
op niet", aldus het raadslid,
annex lijsttrekker. „Tot en
kele maanden geleden B
W op de proppen kwamen
met hun voorstel om een
beperkt onderzoek naar de
ruimteproblematiek in
Maassluis."
Zoals bekend diende Jaap
van der Griend tijdens die
bewuste raadsvergadering
in maart een amendement
in. tvaarin wordt aangedron
gen op een totaal structuur
onderzoek, waarin behalve
ruimtelijke ordening alle fa
cetten van de samenleving
in Maassluis op een rijtje
worden gezet. Ondanks een
krappe meerderheid, name
lijk tien stemmen voor en
negen tegen, werd het amen
dement aangenomen. „Nu
kunnen ze (B W, red.) er
niet meer onderuit, het
structuuronderzoek komt
eraan," zegt Van der griend
voldaan.
„Pas aan de hand van dui
delijke gegevens kan je een
keuze maken over al dan
niet uitbreiden van de ge
meente. En uiteraard niet op
emotionele gronden. Zoals
de zaken er nu voorstaan sta
ik niet te trappelen van on
geduld om gebiedsuitbrei
ding."
Een andere zaak die Jaap
van de Griend na aan het
hart ligt is te komen tot het
oprichten van een Volksuni
versiteit, 2oals .je die ook in
Rotterdam kent.
De radicaal, die er op atten
deert dat de lagere overheid
dus de gemeentebesturen
straks een belangrijke
taak krijgen op het welzijns-
gebied, vindt het een goeie
zaak dat er een bibliotheek
plan komt en een educatief-
plan. Een totaal welzijns-
plan echter, zou beter zijn.
Een welzijnsplan, waarin de
inspraak van de bevolking
centraal staat.
Wat het museum betreft: dat
draait naar de mening van
de PPR prima, alleen zou
het beter zijn als het mu
seum naar de mensen kwam
en niet de mensen naar het
museum. Voorbeeld? Expo
sities in gemeenschapshui
zen en -ruimtes. „Dan zal je
zien dat het bezoekersaantal
aan de Zuiddijk straks nog
hoger wordt", aldus besluit
Jaap van der Griend.
..Ik hou wel mijn verstand
erbij. Want als je de maat
schappij wilt veranderen,
heb je daarbij zowel je her
sens nodig als je hart, als je
handen".
In zijn zolderkamertje aan
de Singel, boven zijn ouder
lijk huis. zit Herman Noord
egraaf aan een bureau, afge
dekt met paperassen en sta
pels boeken. Behang aan de
muren? Niet te zien, want
van de vloer tot het plafond
reik de literatuur, documen
tatie, informatie. En pratend
over Schiedamse zaken, wo
ningnood, werkloosheid, be
wapening, Derde Wereld,
kernenergie (om maar eens
wat te noemen), wijst
Noordegraaf. of kijkt hij op
of om of naast ach, naar de
plank waarop zich mappen
en dergelijke bevinden over
het bewuste onderwerp.
Hij vormt de eenmansfractie
van de PPR in Schiedam.
„Veel mensen denken wel,
ach. stemmen op zo'n klein
partijtje haalt niets uit.
Maar het is niet zo zinloos.
Juist als eenling bereik je
wat. Voorbeeld: alle moties,
die ik heb ingediend over
Woudhoek-Noord, zijn aan
genomen".
Meer algemeen: „Een van de
tragieken van de PPR is, dat
altijd pas jaren later blijkt
dat wij geljk gehad hebben.
De WD zegt over de aan
pak van het stadshart, dat
de laatste jaren de menin
gen van èlle groeperingen
zijn veranderd. Maar wij
hadden al vóór het bestem
mingsplan uitgesproken me
ningen. in welke richting
men is gekomen".
Noordegraaf, die zich be
weegt op het raakvlak van
kerk en samenleving, bij de
hervormde gemeente, sprak
kort geleden tegen mede-
raadsleden: „Toon mij uw
daden en ik zal zeggen wie
u werkelijk zijt". Zijn uit
leg: „Te weinig wordt be
seft, dat de macht van het
college meer zit In wat er
niet gedaan wordt dan in
wat ze wel doen. De woor
den zijn mooi: inspraak,
welzijn maar alle initiatie
ven kwamen vanuit de be
volking. Nog steeds zijn er
geen teams voor stadsver
nieuwing met bewoners. Het
college legt een zwaartepunt
bij de ambtelijke top. De
politieke wil ontbreekt bij
de bewindvoerders om in
welzijn of inspraak man
kracht en geld te stoppen.
Zijdeveld wilde pertinent
niet. dat een opbouwwerker
los van de ambtelijke top
kwam te staan, en op het
college drukt hij een meer
dan evenredig groot stem
pel. Vervolgens zie je, dat de
achterban van die bewind
voerders te weinig corrige
rend optreedt, en de frustra
ties worden dan uitgeieeft
op de PPR. die ais zondebok
wordt beschouwd, omdat uit
die hoek wèl correcties kwa
men".
Noordegraaf: „Het college
doet mij denken aan Henrv
Ford. die zei: mijn wagens
mogen alle kleuren hebben,
als zij maar zwart zijn! Zo
denkt het college over in
spraak".
GPV-li|Sttrekker Jan Moekestorm
Maassluis Jan Moekes
torm: „Ik ben niet preuts!,
alleen wil onze partij niet
dat er condoomautomaten
voor winkels hangen. Klei
ne kinderen bunnen ze ge
woon uit automaten halen.
Die dingen moeten in een
winkel verkocht worden".
Jan Moekestorm is lijsttrek
ker in Maassluis voor het
Gereformeerd Politiek Ver
bond (GPV), niet in de raad
vertegenwoordigd en het
ziet er ook niet naar uit dat
hij er in komt.
De lijsttrekker geeft dat zeil'
ruiterlijk toe. Maar eigenlijk
is niet-vertegenwoordigd
zijn in de raad van Maas
sluis ook weer niet zo'n
punt. „Er is een groot rechts
blok in Maassluis, landelijk
ligt dat wel wat anders,
snaar hier valt het wel mee.
Het GPV is een rechtse par
tij". vindt Jan Moekestorm
(36).
Het GPV is een kleine con
fessionele partij één zete!
in de Tweede Kamer. In veel
kleinere gemeenten, vooral
in de regio, is de partij ook
vertegenwoordigd in ge
meenteraden. Veelal tot
stand gekomen door lijstver-
bindingen met de zusterpar
tijen SGP en RPF. Bij de
vorige gemeenteraadsverkie
zingen was dat het geval
met de SGP. Dit keer niet.
Er is een meningsverschil
tussen de drie partijen. Vol
gens het GPV is de RPF de
hoofdschuldige, want de
RPF wil alle rechtse confes
sionele splinterpartijen gaan
bundelen.
Dit, terwijl de RPF weer een
afscheiding van het GPV is.
En dat is geen politieke.
maar een geloofskwestie als
gevolg van een schisma in
de zestiger jaren. GPV'ers
behoren tot vrijgemaakt ge
reformeerden. Deze kerk
ontstond in 1944, omdat deze
gelovigen niet het toenmali
ge gezag wilden erkennen,
wat volgens de leer wel
moest. Het Hitlerregime
bleek echter een begrijpelij
ke uitzondering op deze re
gel. Vandaar dat de vrijge
maakt gereformeerde kerk
ontstond, die niets van de
nazi's moest hebben. In 1967
kwam er een schisma in de
kerk van het GPV, waar
door de vrijgemaakte kerk
buiten verband er bij kwam.
Later werd hier de RPF
door de nieuwe gelovigen
opgericht.
Daar ligt het conflict, en om
dat de RPF een lijstverbin-
ding heeft aangegaan met
de SGP. wil het GPV niet
meer de SGP.
Het verkiezingsprogramma
voor Maassluis is nog niet
gereed. Wel heeft de partij
een landelijke brochure,
waarin wensen staan die
voor iedere gemeente van
toepassing zijn. Een punt
daaruit: geen crematoria.
„Omdat", legt Jan Moekes
torm uit, „er niet volgens de
bijbelse richtlijnen begraven
wordt. Dat moet gewoon on
der de grond".
Voor het beleid in de ge
meente wordt de bijbelse
boodschap constant in ge
dachte gehouden. „Toegege
ven, dat is niet altijd moge
lijk als het om een vaststel
ling van een bestemmings
plan gaat, maar als gemeen
te kar) je wel de zeden en
normen handhaven", voegt
de lijsttrekker er aan toe,
A»' w» -3, J t f f >/v „%-V :«A A A i
Vï C tJL -V V V y r,. a r
jfS' V* J ri 'V A A A
V „V V V V -A A A.
y 7 7-4 v -f v a a. a
- '♦-t./'JVly V NA A A A
De telefoon bij Arie van der
Pluijm staat weer rood
gloeiend. „Arie", klinkt dan de
soebattende stem aan de ande
re kant van de lijn, „Arie, zou
jij weer een poosje met ons
willen varen? Anders komt er
weer niets van, dan ligt dat
jacht maar te verintereste-
Q.
Maar Arie doet het niet. Sinds
een jaar is het afgelopen. Im
mers, 72 jaar is een aardige
leeftijd om een punt achter je
werk te zetten. De meesten
doen dat trouwens al veel eer
der. Zijn leven lang is de aan
de Parallelweg in Vlaardingen
wonende Van der Pluijn jacht-
schipper geweest. Dat wil zeg
gen dat hij schipper was op het
jacht van de een of andere
rijke broer die zelf niet in staat
bleek te zijn zo'n kolossaal zee-
jacht van minimaal 80 briefjes
van 1000 gulden te besturen,
althans zó dat het daarheen
vaart, waar men het hebben
wil. Maar ondanks dat blijven
de eigenaren kapitein op hun
schip. „Al kunnen zij geen zeil
hijsen", zegt Arie. „Nou ja, van
mij mogen ze.
Ondanks zijn 72 jaar ziet de
Vlaardingse schipper er stoer
en gebruind uit. Alsof hij zo
juist is teruggekeerd van een
lange reis. Van der Pluijm be
kent dat hij er heel wat moeite
mee heeft om aan de wal te
blijven.
..Ik ga nog wel twee tot drie
keer per dag naar het haven
hoofd om daar te kijken naar
de voorbijtrekkende schepen in
de Waterweg, Eigenlijk is het
niet eens goed. want dan krijg
ik zo'n heimwee. Dan heb ik er
de pest in dat ik daar sta te
staan in plaats van een stuur
rad in mijn handen te houden,
of over een kaart gebogen te
staan, of een gezellige babbel
wet een dor mensen aan boord
te maken."
luxe
Wie neemt het hem kwalijk, na
20 veel jaar luxetrips over de
wereldzeeën te hebben ge
naakt? Met miljonairs om te
êaan alsof het je beste vrien
den zijn? Kreeft eten in Rome.
■jjf Singapore, of New York?
Golf spelen en al die andere
aardigheidjes, waar een simpel
Hens als de schrijver van dit
ePisteI slechts over kan dro
gen, of die hij hooguit kan
Zien in de bios. Toch staat Van
Ger Pluijm met zijn beide be-
"ea op de grond, getuige zijn
opmerking: „Arie is miljonair,
ponder een cent.waarmee
hij duidelijk wil maken dat hij
ook maar een ..gewone jon-
|en" van de gestampte pot is.
daar ben ik trots op" vult
hoor. Jammer dal die dood is.
Die heeft gevaren tot ie er bij
neerviel. Het was zelfs zo dat
hij op zijn laatste reis al een
loden kist en een verpleegster
aan boord had. Hij zou hebben
gecommandeerd: Als ik dood
ben moet ik direct overboord
gezet worden en er mag niet
worden gestopt.Kijk. dat is
nou nog een zeiler in hart en
nieren zijn. tot in de dood toe".
Arie veegt zich eens het zweet
van het hoofd, alsof hij er weer
helemaal bij is. alsof ie op de
woelige baren rondzwalkt, het
rad stevig tussen de knoestige
knuisten.
Zijn vrouw Marie heeft vroeger
ook dikwijls meegevaren, maar
volgens Arie is zij toch altijd
een beetje angstig geweest.
Niet zo verwonderlijk, omdat
ze eens terecht zijn gekomen in
oen storm in de Golf van Bis
kaje met windkracht zeven en
dan is het in dat gebied op zijn
zachtst gezegd nogal woelig.
Met smaak vertelt hij over de
twee jaren Sardinië, op de boot
van een van zijn goed-bij-kas-
zittende vriendjes. „Wij waren
op twaalf weken na twee jaar
lang de baas van het jacht. We
woonden er in weelde, man.
Daar droop het allemaal van
af. Slechts eenmaal per jaar
kwam Albert Goudriaan zes
weken over om mee te genie
ten. Ha. ha is die goed? Hij
twaalf weken genieten en wij
tww jaar. Wie is nou de miljo
nair.
Toch nog een waarschuwende
noot voor potentiële jachtechip-
pers. Volgens Arie van der
Pluijm ben je op de verkeerde
weg als je dit werk alleen wil
doen om het geld. „Je kan dit
soort werk volhouden als je dit
allemaal uit liefde voor je vak
als schipper doet", zegt Arie
wijs, „Maar op den duur wil je
wel eens een weekend of va
kantie thuis blijven. Maar dat
kan natuurlijk niet. Want die
mensen kunnen immers pas
varen als zij vry zijn en als er
vakantie is? Nou. toevallig
vond ik het hartstikke leuk om
met die lui op stap te gaan.
En nu? Nu bezit Arie niet an
ders dan zijn caravan en een-
klein roeibootje om daarmee
uit te gaan vissen.en natuur
lijk zijn vrouw Marie. Samen
gaan zij enkele maanden per
jaar met vakantie naar het
zuiden van Spanje. Want een
ding kunnen beiden niet meer
missen, sinds ze de Mediterra
ne talloze malen zijn overgesto
ken, en dat is de zon. Zij gluurt
juist weer door de vitrage
heen. Arie krijgt de kriebels in
zijn benen en zegt: ..Kom, ik
stap maar weer eens op. Even
kijken of er op 't hoofd nog
wat te zien is.
hun vakantie mee, rekenen de
kortste routes voor de schipper
en kapitein uit en hebben nog
lol ook".
Arie van der Pluijm pakt een
dik fotoboek uit de kast en laat
enkele van zijn voormalige
..troetelkinderen" en de kapi
teins ervan zien zoals de Beste-
vaer, een tot jacht omgebouw
de Joodsschoener waarmee hij
in 1952 naar de USA voer, de
Kortenaer, de Margeka. een
platbodem van directeur Del-
si ng van de Nederlandse Cre
el iet bank. het jacht van de
heer Otto van der Vorm (van
de HAL), van Albert Goud
riaan (van Van Nievelt) enzo
voorts.
En passant schat Van der
Pluijm ze in salarisklassen in.
Wijzend naar een familiare fo
to met Jaap van Eesteren:
„Die? Die schat ik ook wel op
zo'n veertig miljoen. En die,
wijzend naar Goudriaan. 't
gaat hem wat minder in Ter-
neuzen, maar ik schaal hem
toch in op zo'n vijf miljoen".
Wel eens gehoord van Conny
van Rietschoten, de man die
pas met zo veel eerbetoon in
Rotterdam is ingehaald vanwe
ge zijn overwinning in de zeil
race om de wereld? Van der
Pluijm begint hard te lachten.
.Neen, die is goed. Ik zal hem
r, iet kennen. Nou ben ik niet
zo ijdel om te zeggen dat ik
hem heb leren zeilen, maar wel
heeft hij onder mijn leiding
gezeild, samen met Abraham
van Stolk en Otto van der
Vorm op De Zwerver. Ook ben
ik hem nog eens met Van Stolk
door Jaap Hazejager
tegengekomen in Santander.
Daar ontmoetten we ook nog
Kees Bruynzeel. Je weet wel,
de potloden- en vloerenman".
Halve kreeft.
Arie van der Pluijm gaat er
eens rechtop voor zitten en be
gint te schateren. „Die baas
viel toen bij mij door de mand.
Je snapt wel dat die bij wijze
van spreken in zijn geld kon
zwemmen. En terwijl wij zo
van ons kreeftje zaten te smik
kelen, vraagt Kees ons: Hebben
ze ook halve kreeften? Zo'n
hele is zo duur! Nou vraag ik
je.Overigens, niets dan lof
voor zijn zeilerskwaliteiten.
.foto
Henk
Speksnijder).
hij al bladerend door zijn her
inneringen aan.
Het begon allemaal zo'n dikke
veertig jaar geleden. Stam
mend uit een geslacht van
Vlaardingse (binnen) visser
leek ook Arie voorbestemd te
zijn voor deze karige brood
winning. „Zeg dat wel',
beaamt forsgebouwde Ar:c*. „ik
was met vijf broers man, er
viel geen droog brood in te
verdienen. En het brood was in
die tijd toch al zo droog
Verdikkeme, allerlei ontberin
gen op Het Haringvliet en Hol
lands Diep en nog geen cent
Op een gegeven moment kapte
ik ermee en kreeg ik de kans
om te gaan varen als jacht-
schipper bij aannemer Jaap
van Eesteren. Die had een fraai
schip, de Kortenaer heette het.
Twaalf jaar lang heb ik met de
bouwgigant gevaren. En fana
tiek dat ik wasof het schip
van mezelf was. En ja, hoe gaat
dat dan? Dan heb je wel eens
een grote mond als je in het.
vuur van je werk bent. Maar
Jaap ook. Tot vijf maal toe ben
ik bij hem weggelopen. En wij
elkaar maar steeds beschuldi
gen wie er het eerst begon.
Ondanks dat hebben we nog
nooit zo veel bekers gewonnen.
Wc zijn altijd goeie vrienden
gebleven en met z'n zoon kan
ik ook goed opschieten".
Ir» die periode kreeg Arie van
der Pluijm ook de kans om
naar de visserij school te gaan
om daar de kunst van het navi-
geren eigen te worden. „Dat
was wel moeilijk, maar ik heb
er wel baat mee gehad, gezien
de vele races die wij hebben
gewonnen met de Kortenaer.
Overigens, veel van die rijke
lieden hebben op hun schip een
marineofficier. Dat zijn pas
goeie navigaüeiui. Ze varen in