SPORT VOLLE AGENDA Motor-coureur Willem-Jan Nooteboom: Aan de risico s moet je nooit denken" VRIJDAG 19 MEI 1978 SP' Schiedam Het sei zoen van Willem-Jan Nooteboom loopt ze ker tot 9 juli. In de meeste gevallen is dat in de 250- en VD/SC/WW 7 Tot dan rijdt hij mee in acht nationale en/of in ternationale wedstrij den. 350cc-klasse. Het programma van de Schiedammers is: 21/5: een kampioens wedstrijd in Alkmaar 28/5: internationale wedstrijd in Chemay (België) 4/6: kampioenswed strijd in Zandvoort 11/6: internationale wedstrijd in Raalte 18/6: kampioenswed strijd in Heerlen 24/6: De TT in Assen 2/7: wereldkampioen schappen in Francor- champs 9/7: internationale wedstrijd in Zandvoort. „Bang ben Ik zeker niet" zover nodig de onderdelen eruit en vervangen we datgene wat nodig is. Het meest belang rijke in deze sport is dat je mensen om je heen hebt die er net zo gek van zijn als ik* Ik heb het geluk dat ik twee van die mensen heb. Of eigenlijk meer want er komen nogal wat belangstellenden zo af en toe aanwippen". Dagtaak De week-indeling van bijvoor beeld het team-Nooteboom is zeker niet eenvoudig. Vooral niet als Je, zoals bij de drie Schiedammers, ook nog een normale dagtaak hebt. Over dag wordt derhalve alleen aan de machines gedicht Pas in de avonduren begint het eigen lijke sleutelwerk. Over die indeling zegt Willem- Jan: „Normaal gesproken be ginnen we maandag het werk in te delen. Bespreken we wat vervangen moet worden enzo voort Daar zijn we dan de hele week tot meestal diep in de nacht mee bezig. En op vrijdag vertrekken we weer naar een wedstrijd. Waarvoor we dan ook het hele weekeinde op pad zijn". Conditie Tussendoor moet de motorcou reur ook nog tijd vinden om zijn conditie op peil te houden. Een onderdeel daarvan is de krachttraining die hij weke lijks in het sportcentrum van Peter Lagerwaard ondergaat Zo op het eerste gezicht geen overbodige luxe want voor een coureur lijkt Willem-Jan een „lichtgewicht". Toch heeft het rijden niet veel met de li chaamsbouw te maken. Zijn „leraar" Bertus de Bruin: „Het gaat er meer om dat zijn nek spieren sterker worden. Echt een krachtpatser hoeft hij niet te worried. Ik geloof tenminste niet dat hij dat zo hard nodig heeft in die sport De nek-spie- ren echter moeten goed ont wikkeld zijn om die klappen op te vangen". Willem-Jan ter verduidelijking: „Als je met een vaart van bijna 200 kilometer op een bocht af komt moet je vlak daarvoor toch even je hoofd oplichten om te kijken wat je moet doen. Dan krijgt je nek een behoorlij ke klap, In eerste instantie kan je dat best wel opvangen. Maar naar mate de wedstrijd vordert wordt dat steeds vermoeiender. Hetgeen betekent dat je con centratie ook minder wordt En dat probeer ik nu tegen te gaan door de training". Risico De onontbeerlijke risico's ko men ter sprake. Een factor waar Willem-Jan Nooteboom doelbewust niet bij wenst stil te staan. Al heeft bet maar weinig gescheeld of hij had zijn geliefde sport vaarwel kunnen zeggen. Dat gebeurde in het Belgische Mettet waar hij in september 1976 tegen een paal knalde en pas weer in het ziekenhuis bijkwam. Het resultaat: een beknelde ze nuw in zijn arm, een groot aantal gebroken ribben en een geheugen dat hem tijdelijk in de steek liet. Het blijkt dat jyisf dat ongeluk toch zijn sporen heeft achterge laten. „natuurlijk denk je er soms wel eens over na", bekent hij, „vooral omdat ik me totaal niets meer kan herinneren van dat ongeluk. Zeker als ik mijn dag niet heb ga je weer aan jezelf twijfelen. Dat is iets wat automatisch gebeurt maar ook wel weer zal slijten". Bangi er Iets wat door de kenners wordt betwijfeld. Men heeft wat Willem-Jan betreft de in druk dat hij banger is gewor den. Iets wat de sympathieke renner met klem tegenspreekt; „Tot nu toe heb ik niet zo best gereden. Dat klopt. Maar ik zou het zeker niet af willen schuiven naar het ongeluk in Mettet. Bang ben ik totaal niet Als dat wel het geval zou zijn kan lit beter meteen stop pen, Want niets is voor een coureur zo erg als angst. Dat veroorzaakt onzekerheid en dan gaat het onherroepelijk fout". Uiteraard staat de Schiedamse rijder wel degelijk stil bij de risico's die hij vrijwel weke lijks loopt Al klinkt het wat grootmoedig: „De risico's ken je. Dat is iets wat je weet voor dat je er aan begint Maar op het moment dat de startvlag is gevallen denk je daar niet 9? de organisatoren uit veilig heidsoverwegingen hebben be sloten dat gestart moet worden met een niet-aanstaande motor. Aanduwen derhalve. Nerveus „Dat betekent dat je de klein ste details moet beheersen", zegt de Schiedammer. „Draai je de gashandle iets te ver open dat is de motor al verzo pen. Waardoor je al meteen meters achter ligt op diegene die wel goed van start is ge gaan. Doordat ik nog steeds last heb van een voetblessure kan ïk niet voldoende „aanzet ten". Dat kost je toch weer iedere keer een aantal plaat sen. Ik ben ook altijd erg ner veus bij de start. Dan sta ik constant te piekeren of de mo tor het wel zal doen. Eenmaal in de race valt dan wel alles van me af. Heb ik nergens meer last van en gaat gewoon het gas open". Tot nu toe is het seizoen 1976 het meest succesvolle geweest Een ongenaakbare Willem-Jan Nooteboom leverde in de natio nale klasse toen een unieke prestatie door dne titels op rij te veroveren: de 250-, 35fr- en 500cc. Iets wat voordien alleen (door Neerlands bekendste ren ner Wil Hartog werd gepres teerd. Toch klonk het toen al: „Natuurlijk ben ik hier erg ge lukkig mee. Maar ik wil verder. Ik ga nu in de internationale klasse rijden. Daar zal het alle maal een stuk moeilijker gaan maar ook dan zal ik proberen tot dit resultaat te komen". Het team-Nooteboom: hard werken voor betere tijden, meer aan. En zo'n valpartij valt in de meeste gevallen erg mee. Tenslotte is er alles aan gedaan om te zorgen voor onze veilig heid". Talent Willem-Jan Nooteb*"^ geldt ai enige tijd als het grootste talent in de motorsport. Toch door Martij n Verwaaijen blijft de definitieve doorbraak voorlopig nog uit Dat heeft uiteraard diverse oorzaken. De meest belangrijke echter lijkt de financiële kant van de zaak te zijn. Want pas sinds kort heeft hij een sponsor gevon den. Iets wat onontbeerlijk is in deze tak van sport waar alle spaarcenten in de motor lijken te verdwijnen. De renner: „In het begin moest ik alles zelf bekostigen. Daar door was het vaak zo dat ik óf vuurrood stond bij de bank óf ik een wedstrijd af moest zeg gen Wil je echter wat bereiken in de motorsport moet je ie mand zien te vinden die in je gelooft En daardoor bereid is financiële steun te verlenen. Nieuwe Re vu doet dat op dit moment. Waardoor ik mee kan komen wat betreft het aan schaffen van nieuw materiaal". Winnen „Tenslotte", vervolgt hij, „is het nog altijd zo dat ieder jaar weer iets nieuws wordt gevon den. Waardoor iedereen sneller gaat Als je geen geld hebt om mee te gaan in die ontwikke ling kan je beter stoppen of je er bij neerleggen dat je nooit in de top zal eindigen. Ik heb er geen trek in om iedere keer weer ergens achteraan te eind igen. Ik wil, net zoals Iedereen, winnen en anders niets". Zoals iedere rijder dat heeft, heeft ook Willem-Jan zijn zwakke punt. Bij hem echter een zeer essentieel punt: de start. Eén van de meest moeilij ke onderdelen overigens sinds De Schiedammer komt nu in de 250cc en de 350cc klasse uit Tegen de grootsten van de in ternationale klasse. „Zo hard ais bijvoorbeeld de buitenlan ders gaan is niet te geloven", klinkt het toch wel bewonde rend. „Al heeft dat wel een duidelijke oorzaak. Die lui doen de hele dag niets anders dan trainen op de diverse cir cuits. Ik kan dat in de eerste plaats niet door mijn werk maar ook niet omdat Neder land daar dc accommodatie niet voor heeft. De mogelijkhe den zijn hier gewoon erg be perkt en dat is een gemis wat je nu duidelijk merkt. Maar daar doe je nou eenmaal erg weinig aan". Tot aan zijn uitstekende resul taat, nu twee jaar geleden, gold Willem-Jan Nooteboom als een tweede Raymond Poulidor. De wielrenner die alüjd op de tweede plaats eindigde. Een lot wat ook de Schiedammer be schoren leek. „Daar werd ik op het laatst ook wel wat moede loos van", erkent hij. „Het is natuurlijk beter dan ergens achterin te hangen maar je voelt voor jezelf dat je beter kan. In 1976 heb ik gezegd dat het toen moest lukken anders gebeurt het noott meer. Het lukte, maar als dat niet het geval v/as geweest neem ik toch niet aan dat ik er de brui aan gegeven had. Dat is een voudig niet mogelijk. Eenmaal in deze sport moet er heel wat gebeuren wil je er mee stop pen". Samen met Hans Crama en Willem Frederiksen, een vriend die de research doet, met Bertus van het krachtcen trum en alle anderen die hun steentje bijdragen aan het eventuele succes van Willem- Jan rijdt de Schiedammer al weer aardig wat wedstrijden mee. Succes is nog niet wegge legd voor de sympathieke rij der. Dat het nog zal komen, daar Is iedereen van over tuigd. Want één doel heeft Wil lem-Jan Nooteboom nog voor ogen: „Ik moet nog een keer de bekendheid krijgen die ik in de nationale klasse heb ge- De dame in haar zomerjurkje had het zich zo anders voorge steld. De Beekse Bergen in Hilvarenbeek werd al langer aangeprezen als een ideaal oord waar lekker van de rust en de natuur genoten kon wor den. Dus moest de heer des buizes zijn auto volstouwen om zich op die mooie zondag in de files aan te sluiten. Het strand, de patat-tent en de rust moesten hoe dan ook opge zocht worden. Zc had het zich heel anders voorgesteld. Want van rust was totaal geen sprake omdat juist op die dag het recreatie oord in beslag was genomen door de motorsport. Dus moest tussen de in leer geklede mo torfanaten een schoon en rus tig plekje gevonden worden. Een onmogelijke opgave om dat het nou eenmaal nergens mogelijk is rustig te zitten als het gaat om de aanbidding van de „zoveel-cc" motoren. Een heel aparte wereld, die van de meest in populariteit groeiende tak van sport Al uren vantevoren nemen enor me slierten motor-rijders 's lands rijkswegen in beslag, de zondagsrijders de stuipen op het lijf jagend, Om eenmaal op de plaats van bestemming met veel bewondering te kijken naar de „helden" die het circuit met de meest mooie machines verkennen. Glamour In dit wereldje van glamour en nerveuze spanning vertoeft al een aantal jaren Willem-Jan Nooteboom. De zoon van een man die al sinds jaar en dag in Kethel waakt over het wel en wee van de caravans die wellicht later in het seizoen aan het strand van de Beekse Bergen komen te staan. Willem-Jan lijkt in eerste in stantie overigens meer op ie- mand die achter een dambord plaatsneemt om de schijven met de meest grote zorgvuldig heid te verplaatsen. Qua pos tuur is hij zeker geen motor- coureur. Met een flinke dosis humor, waarvan vaak in posi- tieve zin zijn twee hard wer- kende monteurs de „dupe" lij ken te worden, stapt Wlllem- Jan Nooteboom onbezorgd door het leven. Een motor-rij der die niet van plan is ook maar één seconde stil te staan bij het risico wat hij vrijwel t wekelijks loopt. En het derhal- 1 ve moet doen met een aantal lichamelijke kwetsuren waar de gemiddelde Nederlander in "zijn hele leven niet aan toe komt. hielde Terug naar Hilvarenbeek waar het geenszins eenvoudig is Wil lem-Jan zoals afgesproken te treffen. In de eerste plaats niet omdat het rennerskwartier ze ker vlak voor het begin van een race onbereikbaar blijkt te zijn. En niet alleen omdat dranghekken de coureurs op hun weg naar het asfalt be schermen maar ook omdat de aanhang duidelijk Iaat merken wat liefde voor de sport bete kent: zichtbaar zijn maar wel zo dat je het eventueel aan kan raken. Eenmaal doorgedrongen tot het kwartier is een heel aparte sfeer merkbaar. Het heeft wat weg van een camping, al moet je er niet aan denken de kost baar opgespaarde vakantie-we ken juist daar door te brengen. Een doordringende benzine geur, nerveus ronddravende monteurs en vrouwen die het wei of niet accepteren dat de wederhelft wekelijks zijn leven waagt aan deze tak van sport accentueren het geheel. Willem-Jan Nooteboom staat met zijn „gevolg" tussen de caravans in. Een niet al te gunstige plaats want precies op die plek schreeuwt de spea ker via een luidspreker zijn commerciële mededelingen het rennerskwartier in. Waardoor normaal praten onmogelijk wordt gemaakt. Ook het moment waarop de caravan en de bont geschilder de bestelbus bereikt wordt is niet gunstig. Willem-Jan be reidt 2ich net voor op zijn eer ste race: de 250ec. Stilte alom derhalve en bijzonder gerouti neerd ontwijken de monteurs Hans Crama en Willem Frede riksen hun renner. Het succes blijft echter achterwege. Een plaats in de achterste regionen is alles wat Willem-Jan eruit kon halen. Waarna een soort „staf-vergadering" gehouden wordt om alle problemen nog eens door te nemen. De conclu sie voor het falen is duidelijk: Willem-Jan Nooteboom in actie in Hilvarenbeek. Succes bleet uit maar hij verwacht dat het nog zal komen. de buitenlanders rijden ge woon een stuk harder. Monteurs Zoals gezegd, Hans Crama en Willem Frederiksen vormen een uitstekend ingespeeld monteurs-team. Samen met ,de Schiedammer zorgen zij er voor dat alles in elk geval heel blijft Monteurs zijn zoals blijkt halve coureurs die ech ter meer letten op de machine dan op de plaats waar de ren ner in kwestie zich bevindt. „We hebben op dit moment een compleet team", zegt Willem- Jan. „Vrijwel iedere avond zijn we aan de machines bezig. Op het moment dat je terugkomt van een bepaalde wedstrijd moet het zaakje weer onder zocht worden. Halen we voor Dagelijks sleutelen Willem-Jan Nooteboom, Willem Frederiksen en Hans Crama aan de motoren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1978 | | pagina 7