Arie Nolen maakte t««n»»i 'wereldreis' door Z.-Amerlka en kil hooggebergte Inca's en Tobago DONDERDAG 15 JUNI 1978 'vD/scnsrw 4 V ocdsel vergif tiging ïfpiveiseiiaasA, Groene fflel9 Amazone, lïtteaea-niieer» Titlcaca-meer Stewardessen SKTr Op de rivier de Urayali bij het dorp Orellana kreeg de zeepkist (voor de oever) twee dagen oponthoud door een breuk in de schroef, (links) Een buiten wijk van Iquitos, die grotendeels op reusachtige vlotten is ge bouwd. Dit om het verschil in waterstand in de regentijd soms tien meter van de aangren zende rivier te kunnen opvan gen. (links onder) Arie Nolen in z'r hangmat op de boot tus sen iquitos en Pucalpa. Le zen in de hangmat was vrijwel de enige vorm van tijdverdrijf, die mogelijkhe den op het schip en het klimaat toelieten. 1 Het Duivelseiland, qe- 1 zien van één van da nabu rige eilanden. Arie Nolen uit de Mookhoek is weer thuis. Anderhalve week geleden zette de 24-jarige avonturier, gebruind en duizenden indrukken rijker op Schip hol weer op de voet op Hollandse bodem na een indrukwekkende reis van vier maanden over het Zuid-Ame rikaanse continent. Een tocht, die hem zo letterlijk als figuurlijk langs talloze hoogtepunten voerde en minstens evenveel enerverende momenten ople verde. Gedurende de zwerftocht var» ruim 120 dagen het Arie z'n gezicht zien in de drie Guyana's, bevoer hij een aanzienlijk deel van de Amazo ne. stak hij het Andesgebergte op kilometers hoogte over en bracht hij bezoeken aan Inca monumenten en het hoogste meer ter wereld. „Ik hoorde bij de laatste lichting van de Neder landse Troepenmacht in Suriname. Het land fascineerde me zo dat ik zin had nog eens terug te gaan", aldus Arie, die in z'n collega Louis Voogt <31) uit Rotterdam een buitengewoon geschikte reisgenoot vond Ze besloten, in plaats van Sunname alleen, heel Ztnd-Amerika maar te bekijken. Anti-bank De hernieuwde eerste kennismaking met we relddeel van de koffie had echter beter gekund. In het voormalige Brits Guyana, dat nu een communistisch regime heeft, stuitten beide rei zigers op een felle anti-blanke houding en een voor het land onbegrijpelijke bureaucratie. De douane-formaliteiten bleken 20 gecompliceerd dat het een dag duurde voordat de Corantijnri- vier naar Suriname kon worden overgestoken. In het ex-rijksdeel zocht Arie z'n oude leger plaats op, het Prins Bernard! kampement. Met voldoening constateerde hij dat de uitrusting van de manschappen eindelijk aan de omstan digheden in de tropen zijn aangepast. „En de disipline was er zeker niet op achteruitgegaan", zegt Arie veelbetekend. In Frans Guyana was het uiteraard het Duivel seiland, de beruchte bergplaats voor Franse criminelen, dat benaderd moest worden. De „bagno" is echter niet meer in# gebruik en is evenmin toegankelijk voor toeristen. De bedrij vigheid op het eiland is overgenomen door een voigstation voor de raketten die Frankrijk bij tijd en wijle vanuit Guyana de lucht in schiet. Legionnair Een wat merkwaardige ontmoeting had het tweetal in Cayenne. Guyana's hoofdstad. Bij toeval liepen ze daar een uit de kluiten gewas sen legionnair van Nederlandse afkomst tegen het lijf. „Hij had zeven jaar dienst achter de rug en nog twee jaar voor de boeg", aldus Arie, die vertelt dat de soldaat het helemaal met op prijs stelde dat hij gefotografeerd werd. Tussen Frans Guyana en Brazilië werden d€ vrienden het slachtoffer van een meningsver schil tussen beide landen, dat kennelijk Op toeristen word; afgereageerd. Arie: „We hadden ons voor twintig dollar naar een grenspost in Brazilië laten vliegen. Voordat we goed en wel wisten wat er aan de hand was, zaten we opnieuw in het vliegtuig. Op de terugtocht die nog eens twintig dollar kostte". De tweede poging lukte. Vanuit Gayenne bracht een vliegtuig hen voor uiteraard veel meer geld verder Brazilië in, naar Belem. Dat was tegelijk het startpunt voor een vijf dagen durende en ongeveer duizend kilometer lange vaartocht over de Amazone. Hoewel Arie en Louis eerste klas reisden, be hoorde Arie tot de 90% van de passagiers die een voedselvergiftiging opliepen door het eten van bedorven vlees. „Terwijl wij een hut had den, moesten de derde klasreizigers het doen met een hangmat. Ze konden weliswaar slapen onder een afdak, maar ze hingen daarbij wel als haringen in een ton boven de machineka mer", vertelt de Mookhoeker. Van de natuur langs de legendarische rivier kon nauwelijks een indruk worden verkregen. „Vaak voeren we middenop de rivier met beide oevers als niet meer dan een streepje aan de horizon. En als we wat van het landschap zagen, was het veelal niet meer dan kaalgekap- te en-gebrande vlaktes, cultuurgrond en nieuwe nederzettingen", vertelt Arie. De vaartocht eindigde bij Manaus, een oude rubbertapperstad, middenin de Groene Hel. Manaus staat bekend als de heetste stad van Zuid-Amerika, waar een gemiddelde jaartem peratuur van 27 graden celsius gepaard gaat aan een constant hoge luchtvochtigheid. „We kwamen er de meest vreemde vogels tegen, zoals een berooide Zwitser, die met veel opti misme en weinig geld een wereldreis was be gonnen. En een jonge Duitser die daar op een graafmachine werkte en daarvóór gevochten had in Angola", verhaalt de ondernemende Mookhoeker. Vanuit Manaus voerde de reis per vliegtuig over de bovenloop van de Amazone Iquitos in Peru. „Een onvergetelijke ervaring", zegt Arie. „We vlogen over het meeste ongerepte deel van het oerwoud; een onafzienbare groene jungle, doorsneden door tal van grillig kronkelende stromen in alle mogelijke klëurschakeringen tussen zwart en bruin. Daartussen de ^der- bruine hoofdader van de Amazone". Steile starts Ook het vliegen zelf was een belevenis apart Het straalvliegtuig moest gebruik maken van onooglijk korte banen, een omstandigheid die resulteerde in onwaarschijnlijk steile starts en ladingen waarbij de jet met bijna gillende banden tot stilstand kwam. Een bootreis van tien dagen naar Pucalpa was het volgende onderdeel van het grote avontuur. Het vaartuig een zeepkistachtig geval voerde de twee reizigers door een ruige wflder- nis met een uitbundige rijkdom aan bont ge kleurde vogels. Dolfijnen, krokodillen en vier kante meter-grote roggen verlevendigden de rivier. Éénmaal passeerde een zeker zeven me ter lange wurgslang, die opvallend veel indruk bleek te maken op de inlandse passagiers. Aan boord golden uiterst primitieve omstandig heden. Alle water werd uit de modderige rivier gehaald. „Dat betekende dat de gekookte rijst niet wit maar bruin was en onderin een bak thee (met een gekookte banaan!) een modder- laagje bleef liggen", gniffelt Arie. Geboorte In het scheeps toilet, dat overigens niet meer dan een meter van de keuken verwijderd was, waren twee grote levende schilpadden opgesla gen die de vleesvoorziening moesten waarbor- gen. Halverwege de reis werd zonder enige medische hulp een kind geboren. Het traject Pucalpa-Lima stond in schrille te genstelling tot de voehtig-hete (boot) reizen door het vlakke oerwoud. Per bus reden de twee Hollanders over de Andes, een kille tocht door en boven de wolken waarvan het hoogste punt op maar liefst 4.800 meter boven zeeni veau lag. „De bergroute was niet de meest veilige van de reis", bekent Arie, die tot de conclusie is gekomen dat wégpiraterij in Zuid-Amerika een veel geladener begrip is dan hier. „De chauf feurs maken er een sport van om zo snel mogelijk door de bocht te gaan. En dat op een weg met aan beide zijden niet te peilen af gronden en met het gevaar van grondverschui vingen. Éénmaal was een compleet stuk weg zomaar een ravijn ingeschoven". Wrakken Weinig bemoedigend waren daarom de auto wrakken soms van zware vrachtwagens die verkreukeld naast de weg of in het dal lagen. Met de regelmaat van de klok terugke rende kruizen langs de weg lieten weten dat het de inzittenden weinig beter was vergaan. „Maar bang waren we niet", zegt Arie, „we hadden het veel te druk met het maken van foto's". Bij Lima bezochten de Zuid-Amerika gangers de historische plaats Ayagucho, waar Simon Bolivar in 1824 de Spanjaarden een beslissende nederlaag toebracht Ze ontmoetten daar ook twee Nederlanders in zak en as: door een beroving hadden ze al hun geld, hun paspoor ten en hun vliegtickets verloren, In Cuzco, de archeologische hoofdstad van Zuid-Amerika, bracht het tweemans gezel schapje een bezoek aan de overblijfselen van de oude Inca-cultuur. Ook Machupichu, een in 1911 herontdekte Inca-vesting op een ruim 3000 meter hoge bergtop, werd aangedaan. De in spanningen op grote hoogte bezorgden de Mookhoeker een aanval van hoogteziekte, die zich uitte in een flinke koorts. Niet alleen het fototoestel moest eraan te pas komen om de herinnering voor Arie Nolen levend te houden. In elke belangrijke plaats kocht hij souvemirs, die direct op de post naar door Leen Preesman huis gingen. Een deken van lamavel uit Peru, een prachtige bewerkte tas uit Bolivia, een hangmat uit Brazilië en een rieten bootje van het Titicaca-meer arriveerden inmiddels in de Mookhoek. Andere spullen zijn nog onderweg. Via een uitgestrekte hoogvlakte, waarop hier en daar behoede en pijprokende vrouwen kud des lama's en alpaca's hoeden, werd het Titica ca-meer bereikt Een reusachtige waterplas op ruim 3.800 meter hoogte die dan ook het hoog ste meer ter wereld vormt Een kennismaking met de bewoners de Uru-indianen en hun specifieke cultuur behoorde daarom tot de verplichte nummers. Op de kilometers uit de oever scharrelden Arie en Louis rond op de drijvende rieteilanden, waarop zich het hele maatschappelijk gebeuren van de Urn's afspeelt. Van het riet maken ze niet alleen eilanden en huizen, maar ook boo tjes en kleding. Het riet is zelfs een belangrijk bestanddeel van hun voedsel. Volgens Arie was „goed uitkijken" het devies bij een wandeling door de Uru-nederzetting. „Hier en daar ver toonden de eilandjes rotte plekken, waardoor je de kans liep er plotseling doorheen te zak ken". La Paz, de hoofstad van Bolivia en tevens de hoogst gelegen hoofdstad ter wereld, was even eens een schakel in de route die Arie Nolen en z'n metgezel volgden- Een busreis door de bergen, die ter plaatse een hoogte van zo'n zeven kilometer bereiken, bracht hen in deze stad die in een grote kuil blijkt te liggen. „Omdat de zwarte uit laatgassen er niet weg kunnen, is het een stinkend oord", memoreert Arie. In drie dagen werd per trein het 2.Q00 kilometer lange traject naar Buenos Aires in Argentinië afgelegd. Halverwege maakten de twee reizi gers nog even kennis met de kwaliteit van het Boliviaanse spoorwegmaterieel. Arie.* „Op een flauwe helling slipte de wielen van de oude stoomlocomotief en alle passagiers moesten naar buiten om over honderden meters zand op de rails te gooien". Na een vluchtig bezoek aan de Argentijnse hoofdstad, die overigens een diepe indruk ach terliet, werd de reis voortgezet in de richting van Uruguay. „De helft van het wagenpark daar bestaat nog uit historische vierwielers", constateerde het tweetal verrukt. Waarschijn lijk als gevolg van zware invoerbepalingen waren T-Fords, antieke Citroéns en Chevrolets uit de dertiger jaren doodnormale verschijning. Via een relatie slaagden de reirigers erin een tocht te maken in zo'n hakkepuffende T-Ford. Op het drielandenpunt van Argentinië, Para guay en Brazilië wachtte echter een teleurstel ling. Omdat het juist de droge tijd was, lieten de gigantische Iguacu-watervallen maar een fractie van hun (in vochtige perioden) majes tueuze aanblik zien. De dure wereldsteden Sao Paulo en Rio de Janeiro herbergden de beide avonturiers slechts kort. In Rio vond er echter nog een bijna ongelooflijke ontmoeting plaats. Het twee tal kwam daar voor de derde maal op hun trip twee Franse stewardessen tegen, die de stad voor hun werk aandeden. In de vooraf gaande maanden hadden Arie en Louis de Franse meisjes al ontmoet in Cayenne en in Manaus. Uiteraard werd dit weerzien op pas sende wijze gevierd. Terwijl Arie vervolgens naar kennissen in For- taleza aan de noordkust van Brazilië buste, reisde Louis naar Brasilia, de nieuwe hoofdstad van het bijna gelijknamige land. In Belem ontmoetten de twee elkaar weer om naar Para maribo te vliegen. „De verzorging aan boord was zo goed dat we bijna dronken het vliegtuig uitstapten", herinnert Arie zich. Vanuit Suriname voerde de reis door de lucht naar Trinidad/Tobago, waar de laatste dagen van de vakantie werden doorgebracht. „Vooral op Tobago, waar de bevolking onzettend vrien delijk is, genoten we. Op dit oude pirateneiland staat het vol met oude vervallen forten van allerlei nationaliteiten, omdat alle koloniale mo gendheden het wel eens een keer in bezit gehad hebben", vertelt Arie. „De sfeer is helemaal zo dat je met met je ogen zou knipperen, wanneer er een piratenschip plotseling een baai zou binnenvaren". Amsterdam/Schiphol was de volgende plaats waar de ttvee avonturiers vaste grond onder hun voeten kregen. Het betekende het einde van een boeiende, spannende en leerzame reis. Een trip die het tweetal voor eeuwig zal heu gen. Al was het alleen maar door de meer dan een half duizend kleuren dia's die Arie Nolen van de reis terug bracht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1978 | | pagina 4