I ri t.
Windkracht
negen
maakt
na twintig
uur varen
een
eind aan
de race
stip in de
watermassa
ff
siË..
""ife
S&fe
5
„Columbus
ging ook
zonder radio
de zee op"
Geen punt
pgp|jp
siisisifi
~Vnmé'
rv-' -
-srr-ss.-w^pig,iswEs,
WBOWff
S^Kï
-*? .5
«SSST*
£SSW5E£m£3
De schepen nog dicht bij
elkaar. De race moet nog
echt beginnen.
:,:- - v
Hellevoetsluis/Grcat Yarmou
th Een flinke bries, een goe
de schipper, een ervaren navi
gator, een goede stroming en
een stevige dosis geluk. Dat
zijn de ingrediënten, die nodig
zijn voor een zeezeilwedstrijd
Aangenomen dat de schipper
en de navigator aan de eisen
voldoen, blijft alleen de on
voorspelbare invloed van de
weersgesteldheid over. En dat
laatste hebben de deelnemers
aan de Helius-Köpcke 100 mijl
race, die van Ilellevoetsluis
naar het Engelse Great Yar
mouth leidde wel degelijk ge
merkt.
Voor veel bemanningsleden (in
clusief uw verslaggever) is het
de eerste keer dat ze de Noord
zee in een zeilboot oversteken.
Op donderdag, de dag van de
start, wordt er driftig heen en
weer gepraat over het weer en
welke koers er het beste kan
worden gevaren om zo gunstig
mogelijk voor de Engelse kust
uit te komen. Een enkeling zit
stil in een hoekje van de kuip,
wachtend op datgene wat zo"n
overtocht hem allemaal zal
brengen. Degenen, die ver
wachten dat de deining van de
zee hun gestel in de war zal
brengen slikken diverse pille
tjes.
Nadat aUe schepen (42 in to
taal) gezamelijk zijn geschut in
de sluis van Stellendam en na
dat de nodige proviandering
door diverse sponsors is uitge
deeld 2etten dc schepen koers
in de richting van de startlijn.
Zeezeilen is fascinerend
Met de wind pal „op de kont"
wachten de scheepjes ruste
loos het vertrek af. Aan boord
is de stemming optimaal. Een
beetje spanning bekruipt ons,
als het vijfde bemanningslid
(de man van de proviand) niet
op tijd aan de steiger komt.
„Het is jammer voor hem,
maar dan maar met z'ïi vie
ren", zegt kapitein Jan. Plotse
ling geschreeuw achter de
boot en daar is hij dan toch.
Een vriendelijke visser brengt
hem in zijn bootje alsnog aan
boord.
Nog vijf minuten voor de start.
„Even kijken of de marifoon
(boordradio) goed staat". Nog
geen ruisje komt uit de luid
spreker. „Hoe is dat nu moge
lijk dat verrekte ding deed hel
vanmorgen nog". Allen probe
ren we om het apparaat weer
aan de praat te brengen. Alle
pogingen tevergeefs. „Wat
maakt het uit, honderd jaar
geleden gingen ze ook zonder
een radio de zee over. Colum
bus ontdekte immers Amerika
ook zonder zo'n ding. De schip
per heeft natuurlijk gelijk,
maar in de tijd van Columbus
voeren er geen tankers van
200.000 ton. Het vertrouwen in
de schipper is echter groot, dus
we maken er verder geen
woorden meer over vuil.
Drijven
Dan galmt het kanonschot over
het water: de race is begonnen.
Althans voor de toeschouwers
op de wal en aan boord van
het begeleidingsschip. De wer
kelijke start is tien mijl verder
uit de kust Op de moter toeren
we naar de startlijn en we kij
ken of alles in orde is. Nu
wordt het spannend. Elke
schipper probeert zijn boot zo
goed mogelijk te manoeuvre
ren, om als eerste de startlijn
te passeren. Aller ogen zijn ge-
rtJ-
J j5Sv
:JS fpfpiïïT
richt op het startschip en als
de rooksignalen opstijgen en
andermaal het kanon een luide
knal los laat is voor ons de
race „in gang".
Nog steeds met de wind (en dat
niet veel) achter ons drijven de
schepen in de richting van de
wijde Noordzee. Vooral de lich
tere bootjes zijn nu in het voor
deel, want het briesje dat er
staat drijft ze aardig voort.
Voor ons uit zien we enkele
moterzeilers met rappe snel
heid tot kleine puntjes aan de
horizon verdwijnen. Het wach
ten is nu op een echte bries,
want met deze wind zit je in
het pikkedonker midden in de
Eurogeul en daar is het spit
suur met al die grote zeesche
pen, die je beter overdag kunt
passeren.
Maar na een uur of drie komt
er eindelijk wind opzetten. Het
gaat lekker. Strak aan de wind
zeilend pakken de schepen de
juiste koers op en het deelne
mersveld wordt langzaam
maar zeker uit elkaar getrok
ken. Tot de duisternis invalt is
de hele vloot nog te zien. Het
is een prachtig gezicht zoals al
die ranke schepen door het wa
ter snellen. Het wordt ook tijd
voor de sterke verhalen. De
onervaren bemanningsleden
luisteren met open mond naar
de avonturen van de doorge
winterde zeilers. Over een on
derzeeër, die plotseling boven
water kwam. over windkracht
acht negen en over golven
van vier meter hoog. Hier en
daar verschieten blikken en
wordt er naar de maagstreek
gegrepen. We passeren de Eu
rogeul en iedereen tuurt naar
de horizon om te kijken of er
geen zeeschepen op dezelfde
koers liggen. Alles verloopt op
timaal
Wat een nacht
De zon zakt langzamerhand
achter de horizon en ver
spreidt zijn laatste stralen
over de ruwe zee. Iedereen
maakt zich op voor de nacht,
die toch sommigen zenuwach
tig maakt Die nacht zullen de
zneesten niet snel vergeten. De
tot nu toe vrij open lucht be
trekt verschrikkelijk snel en
van alle kanten komen er on
weersbuien opzetten. Maar
daarmee komt ook weer dé
windstilte. Alleen lagen we nu
op open zee en de sterke stro
ming veroorzaakt een stevige
deining, die het schip duchtig
heen en weer slingert. „Die
buien, gaan langs ons heen en
wij hebben nergens last van",
zegt de schipper. Het zaJ wel
vaak zo gaan, maar deze keer
zit de zeerot er stevig naast.
Niet één bui maar drie barsten
Afgemeerd in de haven. Vlagvertoon in een wat grauw decor.
recht boven ons hoofd los en
als gekken lopen we over het
schip om snel een loden ketting
buiten boord te hangen. De
bliksem slaat vlak naast ons in
de zee, die voor een moment
in brand lijkt te slaan. Ineens
knapt er iets boven in de mast
en een sluiting valt op het dek.
Het zeil moet naar beneden om
te repareren, maar dan slaat
door het klapperen de kraan-
lijn (hier wordt het grootzeil
mee gehesen) kapot en kan het
zeil niet worden gestreken. De
wind heeft vrij spel in de grote
doeken en een sombere stem
ming bekruipt ons. Normaal
zet je de moter aan, alleen zou
dat nu automatisch inhouden,
dat je bent gediskwalifiseerd
voor de race. Dus we dobberen
rustig de nacht door.
Miezerige regen luidt de mor
gen in. Het wachten is ander
maal op de wind. Het veld is
nu helemaal uit elkaar getrok
ken. Als een stipje drijven we
rond in de watermassa. Een
duif probeert aan boord te ko
men, maar wordt waarschijn
lijk afgeschrikt door de fel
oranje regenpakken en besluit
toch door te vliegen. Trooste
loos zit je aan het roer, dat niet
meer reageert door het dobbe
ren. Tot op je hemd toe'nat.
maar onder de indruk van het
geheeL
Plotseling betrekt de lucht en
de zee wordt opgezweept Eind
elijk komt er weer vaart in het
schip. Nog zo'n mijl of dertig
zijn we verwijderd van de En
gelse kust Met een stevige kop
koffie en een boterham voelt
door Michael Speijer
iedereen zich alweer een stuk
beter. De regen deert allang
niemand meer. We worden ech
ter weer met een teleurstelling
geconfronteerd. Het schip van
organisator Wim van Noort-
wijk komt langszij. Hij roept
ons via de megafoon toe dat de
race is afgelast, omdat men
windkracht negen verwacht
Uit veiligheidsoverwegingen
varen we op de meter naar
Engeland. Ons schip kon waar
schijnlijk het zware weer wel
doorstaan, maar voor de klei
nere scheepjes zou het wel erg
penibel kunnen worden.
Onthaal
De andere schepen komen
weer in rilt en bij het ontwa
ren van je vage schim van de
kust en na ruim twintig uur
varen klaarden de gezichten
op. De storm laat het afweten;
de zon breekt door. Mensen
van de Engelse kustwacht
staan op het pierhoofd te
wachten en noteren de start
nummers van de binnengeko
men schepen. In de.haven me
ren we af aan een kade, waar
de schepen rij aan rij met veel
vlagvertoon de grauwe haven
van de Engelse kustplaats een
feestelijk aangezicht geven.
Aan de wal worden direkt de
ervaringen en ontberingen uit
gewisseld. De wedstrijdeoin-
missie trekt zich terug om te
overwegen hoe de prijzen moe
ten worden verdeeld. De eerste
gedachte is om zaterdag een
race van zestien mijl voor de
kust te varen. Dit wordt echter
afgewezen en na het nodige
gepraat besluit de organisatie
met de nodige berekeningen
(motertijd, tijdsberekeningsfac-
lor, dit in verband met de af
metingen) een winnaar bekend
te maken.
Voor de meesten is dat niet
belangrijk. Het behagelijke ge
voel dat je in een klein bootje
de grote Noordzee beat overge
stoken en dat alles goed is
gegaan, is belangrijker. Het
bezeilen van een zee Je
moet Iv t meemaken om te we
ten wat het is.
Vol goede moed op weg. Nog onwetend van wat er komen gaat.