VRIJDAG 28 JULI 1978
VD/SC/I
Waar de mensen vroeger allemaal niet mee de lucht in wilden.
Dit schilderij van Piet Fioole toont een wolkenlucht zoals niemand die graag ziet; vlak voor een onweersbi
Stedelijk museum
exposeert „niets**
Je krijgt de indruk dat deze vliegtuigjes zo uit het
schilderij het museum invlogen.
Drijvende schapenwolkjes treffen het 009 van de bezoe
ker by binnenkomst van he^museum.
Schiedam In het
stedelijk museum wordt
niets tentoongesteld; die
indruk zou men kunnen
krijgen als men het thema
van dc
zomertentoons telling
verneemt Dit thema is
immers „lucht" en
iedereen weet dat lucht
niets is. Ook wethouder
Herman Posthoorn ging
hiervan uit toen hij de
tentoonstelling (zijn
eerste) opende, en hij het
betreurde dat hij „niets"
mocht openen.
Het angstige voorgevoel
„voor niets te komen"
verdwijnt bij het betreden
van het museum: aan de
muren hangen wel
degelijk schilderijen en op
de vloeren staan wel
degelijk voorwerpen
opgesteld. Al het
tentoongestelde heeft
ergens wel iets met lucht
te maken, al is het alleen
al om het luchtige
karakter ervan.
Het is verbazingwekkend
op hoeveel verschillende
manieren een toch
eenvoudig onderwerp als
„lucht" kan worden
benaderd. Schilders uit de
17e eeuw maakten
landschappen, waarbij 2/3
of 3/4 van het doek in
beslag genomen werd door
een majestueuze lucht, al
dan niet met zeilende
wolken. Hoewel ook
schilders van vandaag nog
door die Hollandse School
beïnvloed worden, is het
gezichtspunt van schilders
met de loop der jaren toch
steeds meer omhoog
gegaan en is er op de
schilderijen steeds minder
van de aarde te zien. Was
dat eerst nog een
horizontale streep aan de
einder of een hek of een
topje van een rivierbaken
nu is er vaak helemaal
geen herinnering aan de
aarde op de werken terug
te vinden en zien we alleen
maar „de lucht".
Naast schilderijen
exposeert het museum ook
enkele elektrisch
aangedreven apparaten
met bewegende of
veranderende wolken. Nog
meer beweging vindt de
bezoeker bij een soort
windslurf die zich na een
druk op de knop door de
wind, die er van onder af
in wordt geblazen, opricht
en klappert. Ook de
menselijke adem brengt
wind voort getuige een
harig, bewegend
„ademobject", gemaakt
door Günter Weseler. De
„haren" van het voorwerp
bewegen onder invloed van
de adem van de bezoeker,
wat een heel leuk effect
teweegbrengt
De menselijke
gsteüing voor de
lucht en het vrij bewegen
door de lucht krijgt in het
museum een ruime
aandacht; zo hangen er
door
Richard Stomp
aan het plafond de
vreemdste apparaten,
waarvan het (al dan niet
serieus) de bedoeling was
om er mee te vliegen. In
de kelder van het museum
hangen onder andere
krantenknipsels over de
eerste ballonvaarten. De
Nederlandsche Courant
van 1783 wijdde er zelfs
een hele bijlage aan.
Eveneens in de kelder
vindt de bezoeker oude
KLM-affiches, waarvan
enkele met het bekende
opschrift: „De vliegende
Hollander, eens legende,
thans werkelijkheid".
Droomde men vroeger
„van het zich verheffen in
de lucht", en dromen vele
kinderen nu van het liggen
op de wolken, in het
museum worden beide
dromen werkelijkheid: in
een aparte kamer bevinden
zich levensgrote, witte,
plastic wolken waarop
kinderen naar hartelust
kunnen spelen.
Vanzelfsprekend komen er
bij een tentoonstelling over
lucht ook
vliegtuigmodellen om de
hoek kijken, een modem
passagiersvliegtuig is
aanwezig, maar ook het
oudere werk ontbreekt
niet. Zo bevindt zich in het
museum een modelletje
van het toestel van de
historische oorlogsvlieger
The red Baron, ook
bekend als de rode baron
in de strip Peenuts, die in
de oorlogsherinneringen
van de hond Snoopy zo'n
grote rol speelt.
Wetenschappelijke studie van de lucht, door Koos van
Bommel; de bijbehorende geur wordt aan de fantasie
van de bezoeker overgelaten.
Naast de rode baron zijn
er ook vliegtuigjes te
bewonderen die bestand
zijn tegen neerstorten; de
zogenaamde Crashproof
Aircrafts die zijn
ontworpen door de Belg
Panamerenco,
Andere aspecten van het
verblijven in de lucht zijn:
het zweven van mensen in
hun droom van Hans
Andringa en de vlucht der
vogels van Jacob Kuijper.
Koos van Bommel heeft
zich op een
wetenschappelijke manier
met lucht bezig gehouden.
Zijn werk noemt hij: de
hoogte van de lucht. Het
toont ons een aantal
(zweet)-voeten van alle
kanten belicht.
Spelen met de luchtslurf; ook dat kan op de zomerten-
toonstelling in het Stedelijk Museum. Museumdirecteur
Hans Paalman laat zien hoe het moet.
Voor elk wat wils. Met
deze bekende spreuk is de
tentoonstelling redelijk
gekarakteriseerd; er hangt
dan ook van alles; oude
werken en moderne
werken, wetenschappelijk
en luchtig, grappig en
somber, teer en
onverwoestbaar, groot en
klein. De tegenstellingen
zijn werkelijk niet van de
lucht Als bezoeker krijg je
nu eens een goede indruk
op hoeveel verschillende
manieren één bepaald
onderwerp te benaderen is;
dat is het voordeel van een
thematentoonstelling zoals
die over de lucht. Het
museum had al
uitstekende ervaringen
opgedaan tijdens een
vorige
thematentoonstelling; die
over „water". Het succes
van die tentoonstelling was
dan ook de voomamelijke
reden om een soortgelijke
tentoonstelling, over lucht,
te houden.
Vanaf 5 augustus wordt er
een nieuw element aan de
expositie toegevoegd: De
geprogrammeerde
landschappen van Ger
Dekkers, waarbij
landschappen op 7 grote
schermen worden
geprojecteerd. De bezoeker
krijgt op die manier de
indruk midden in het
landschap te staart
Directeur van het museum
Hans Paalman vertelt dat
het aantal bezoekers
gemiddeld ongeveer
honderd per dag is, een
zeer redelijk aantal voor
een museum. Dat komt
vooral, volgens Hans
Paalman, doordat het
museum zo makkelijk
toegankelijk is; de toegang
is gratis, wat vooral voor
gezinnen met kinderen een
groot voordeel is.
De tentoonstelling is nog te
bezichtigen tot 28 augustus
van dit jaar. Dat een
bezoek de moeite waard is
bewijzen de door fotograaf,
Ben Blumers gemaakte
foto's op deze pagina.*
Fietsen in de lucht; dat is iets wat alleen in het museun
mogelijk is.
„Naar boven",
aanduiden.
schijnt deze ballonpassagier te willen