Fotograaf Joop Verheij Pols en. II 'M&dgr r RS ÏS Superlatief kijken Erotische rotsen Amateur Ouder werden VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1978 vD/SC/VAV VD/SC/WW 5 c in node -lEiD IS. rlJ? iv **V n'? - *«ate2 Joop Verheij Pols' uit de serie ..rotsen'' Joop Verheij Pols door Joop Verheij Pols, zelfportret De jacht op stille dingen wMEuea- sets m ca. 341583 den f gunsbg» aapkamefl Vlaardingen'Piershil „Als ik zeker wist dat ik met één foto de oorlog voorgoed van deze aarde kon bannen, dan maakte ik die foto onmiddellijk. Maar dat gebeurt niet; oorlogsfoto's zijn sensatiefoto's. En als ik ergens een gruwelijke hekel aan heb, dan is het wel daaraan. Zo goedkoop, zo rücksichtslos tenopzichte van je onderwerp. Het zijn makkelijke successen, ze verkopen goed. Die man die de foto's maakte van de campingramp in Spanje, die is voor zijn leven binnen. Maar met kunst, met het uitdrukken van je eigen persoon heeft het niets te maken. Ik sluit niet uit dat een persfotograaf geen mooi vlakvullinkje kan maken, maar meer is er meestal niet bij". Joop Verheii Pols, schilder en fotograaf, Vlaardings tandarts („Dat vinden de jongens van de krant altijd interessant. Ze willen gewoon wréédheid in je foto's zien, maar er klopt geen barst van. Dat tandarts-zijn heeft er niets mee te maken, behalve dan dat ik in mijn praktijk behoorlijk wat mensenkennis heb opgedaan). De enthousiaste Piershiller maakt foto's die aan gene zijde van de sensatie liggen. door Jan Hendrik Bakker Aanvankelijk waren het mensen, kinderen vooral, waar zijn camera zich ~*op richtte, .van lieverlee verdwenen die '•'steeds meer uit het beeld om plaats te maken voor afgewogen, stille compositieopnamen en tijdens dit 7'™ interview laat Verheij Pols hele reeksen zien waar de homo sapiens nergens - meer te bekennen valt. Merkwaardig dat juist deze foto's van wat tenslotte „dood" materiaal wordt jii.genoemd, meer aan levende inhoud communiceren dan de mensenfoto's. Ze liggen vaak heel dicht tegen de schilderkunst aan: diezelfde passie dode dingen te laten ademen, de bloedklop zichtbaar te maken. Ter gelegenheid van een groepstentoonstelling in Hilversum schreef Verheij Pols zelf dat wat hem in stille dingen interesseert juist het menselijke is. „Gevels (waar hij een enorm aantal platen van maakte, red.) zijn voor mij gezichten - raam, ogen. 'deuren mond- en neuspartijen-, ze laten zien wie er achter wonen of gewoond hebben". Joop Verheij Pols: .,0e eerste foto die ik maakte toen ik uit het ziekenhuis was. Het drukt voor mi| perfekt de hartaanval uit, die ik net achter de rug had". De fotograaf Joop Verheij Pols (58) heeft jaren in Viaardingen gewoond. 'Als zodanig was hij één van de stuwende krachten achter de opbloei van het Vtaardingse amateur-foto grafen verenigingsleven. Acht jaar geleden drukte deze krant al een interview met Verheij Pols af. Zulks ter gelegenheid van zijn eenmansten- toonstelling in museum Boymans -van Beuningen. Verdere éénmanstentoonstellingen had Verheij Pols ondermeer in Den Haag, Viaardingen, Zwijndrecht en Heerlen, In 1963 exposeerde hij op uitnodiging in Warschau, een jaar later op Curacao. Groepstentoonstel lingen had Verheij Pols ondermeer in Duisburg, Amsterdam (Anne Frankhuis), Hilversum en Tilburg. Het is maar een willekeurige greep uit een waslijst van data. („Wat mij betreft mag het allemaal achterwege blijven"). Sinds vier jaar woont Verheij Pols met zijn vrouw in PiershiJ. Het dorpsleven is voor hem nauwelijks wennen geweest Onlangs organi- seerde hij in samenwerking met de „autochtonen" een prentbriefkaar tententoonstelling over de regio. De verzameling die hij bijéén wist te garen sloeg zo aan, dat uit Amster dam inmiddels het bericht arriveer de dat men meer met de collectie wil gaan doen. De bij dit artikel afgedrukte foto's vertegenwoordigen Verheij Pols vroegere werk. Zijn recentere pro- dukten 2ijn voor krantedruk helaas minder geschikt. ?n ..Toch is fotograferen iets heel anders dan schilderen. Ik blijf bij m'n opvatting dat het jagen is. Als ik thuis blijf zitten - wat immers veel gemakkelijker is - vallen de gebraden duiven me niet in de mond. Als ik buiten wel iets tegenkom, en dat is lang piet altijd, moet ik soms uren geduld hebben voor het goede licht er is of op een andere dag nog maar eens terugkomen. Dat zijn allemaal factoren die vergeten worden bij het bekijken van een ogenschijnlijk afgewogen, rustige compositie". „Maar tegelijkertijd is dat ook het unieke van fotografie: het feit dat je in een duizendste seconde iets vastlegt dat menselijkerwijs gesproken nooit meer terugkeert. Ik vind dat zoiets ook tot uitdrukking moet komen in je produkt, die eenmaligheid. En wat daarnaast de fotografie nog verder van de schilderkunst onderscheidt is de exaktheid ervan en het feit dat je eindeloos kunt blijven reproduceren". „Iemand heeft wel eens gezegd: fotograferen is superlatief kijken, en zo 1 denk ik er ook over. Je leert in de loop (der tijd dingen te zien waar anderen gewoon aan voorbij loptn. Zoals die keer toen ik nog in Viaardingen woonde en al een hele tijd liep te azen op die ouwe rotzooi daar op een werfje bij de Wilhelminahaven. Ik was er gewoon niet toe gekomen het te fotograferen, maar het was een prachtige rotzooi. Totdat ik hoorde dat het ging verdwijnen, dus toen moest ik er wel op af. Ik zet mijn statief neer en beghv te zoeken. Zie ik opeens zo'n mannetje daar blijven staan die iets schreeuwt van „Wat vin-je daar nou an?" Ik wenk hem naderbij,laat hem door mijn zoeker kijken en zijn mond valt open." „Mooi hè?" zegt-ie verbaasd. „Je hebt er zeker een kleurenfilm in zitten, niet?" „Je moet het leren zien. Geduld hebben ook. Ik zit nooit met mijn negatieven te- rotzooien, maak mijn compositie altijd ter plaatse". De esthetische waarde van oude rotzooi, Verheij Pols heeft die natuurlijk niet zelf ontdekt. Wel de manier waarop hij zijn onderwerpen ziet. Een criticus heeft het over een suggestie van onontkoombaarheid. En het is waar: gevels, schroot, putdeksels, vensters, ze hebben, eenmaal op het negatief gevangen, een onweerspreekbaar soort Joop-Verheij-Pols-erigheid over zich' iets van gelatenheid. Zou het komen omdat zijn foto's je er aan herinneren dat ergens op de wereld een hoopje rotzooi zomaar heel prachtig hoort te zijn? Het zou best eens kunnen. „De tijd van de mensenfotografie »i nu voorbij. Ik doe het haast nooit meer. Ik sta nu soms urenlang te schatten en te componeren: het zijn geen toevaltreffers meer. Maar zo nu en dan komen de mensen toch ook weer terug, maar dan als onderdeel van een compositie. Of juist de menselijke vormen in dode dingen. Zo heb ik in Bretagne een hele serie gemaakt over rotsen, prachtige rotsen, met de meest dwaze vormen soms. Ja hoor. je herkent het allemaal, het is zuiver erotiek. Kijk hier, dat is een rug met billen en dijen. En dat! -Heel uitnodigend". „Inderdaad, ik heb geprobeerd te laten zien dat die steensoort eigenlijk heel Joop Verheij Pofs: kunstcritici. zacht is Als een huid. Ik ben ze ook gaan tekenen. Raak er niet op uitgekeken. Het is voor mij een fantastische vorm van vakantie, gewoon daar aan de Bretonse kust te zitten, wat tekenen, kijken. En dan opeens dat rammelende gevoel in je maag: honger! Zonder het te merken heb je uren en uren gezeten, ben je er zo in opgegaan dat je de tijd vergat". „Ik hoop die serie over de rotsen nog eens een keer in Bretagne zelf te exposeren. Ik ben het stellig van plan. Het hjkt me zo aardig de bewoners zelf eens te confronteren met dat waar ze dagelijks aan voorbij lopen. Misschien dat je dan ook mmder krijgt dat ze die rotsen vol gaan kalken met allerlei leuzen „Voor veel fotografen heeft het iets om kunstenaar te zijn. Maar het gaat er met om of je „kunstenaar" bent, maar of je een goed produkt maakt. Dat telt voor mij alleen. Je kunt er heel geleerd over discussiéren, over wat kunst nu eigenlijk is1 voor mij blijft het toch een vorm van communicatie, het overbrengen van gevoelsindrukken. En dat moet je zo goed mogelijk proberen te doen". „Vroeger heb ik veel geschilderd, maar het werd eigenlijk nooit wat ik wilde achteraf. Ik had te weinig techniek en als ik nu zie wat een technische opleiding mijn zoon op de academie heeft moeten doorlopen, dan was dat zo gek nog met. Op een gegeven moment, een paar jaar na de oorlog, ben ik dus gaan fotograferen. Daar zaten voor mij gewoon meer mogelijkheden in om me uit te drukken. Fotografie was een jonge, opkomende kunstvorm. Nog niet zo met een traditie beladen". „Het amateurschap is mij altijd bevallen. Het houdt je op de één of andere manier vrij de dingen te doen die je wil. Tijdens de momenten dat ik fotografeer heb ik nog nooit rekening gehouden met een publiek, met wat men mooi vindt en wat met Dat is een groot voordeel van het amateur-zijn. Wat me wel eens overkomt is dat je tijdens bepaalde momenten het idee hebt nu met iets bezig te zijn dat radicaal verschilt van je vorige werk. Maar dat blijkt toch altijd weer een illusie: je komt soms een stapje verdei. maar je vroegere werk kijkt toch altijd over je schouder mee als je bezig bent". „Helaas ja, ik ben achtenvijftig. Maar het stemt me gelukkig te zien dat in mijn fotografie nog steeds ontwikkeling zit, dat het nog niet ophoudt. Vroeger, toen mijn vak nog zoveel tijd vroeg - om acht uur in de praktijk en vaak niet voor achten 's avonds thuis - was het allemaal nog zo jachtig. Toen was het pikken, pikken, pikken. Nu heb ik eindelijk tijd, kan ik de dingen rustig uitzoeken. „Ik heb het er trouwens best moeilijk mee gehad. Dat ik na die hartaanval niet steeds meer klaar kon staan,'nee moest zeggen tegen patiënten, en zo. Maar ik verheug me nu op de tijd die ik ga krijgen. Ik ga vooral veel schilderen. Daar is het de laatste tijd met de fotografie naar toegegroeid". „Ik ben gefascineerd van kunstenaars die op hun hoogtepunt staan en dan plotseling die snelle afgang maken om nooit meer terug te komen. Ja, in de popmuziek heb je dat erg, dat in een mum van tijd opbranden. In de sport zie je het ook. Het boeit me: zo'n Hennie Kuiper, die Van Hanegem die maar door blijft sukkelen. En soms heb ik het ook: het gevoel van nou-Iukt-het-nooit-meer. Afgelopen, denk je. Maandenlang doe je niks meer. iw Speens' 0!wens breefrt het weer door, dan ga je op stap met je camera. En het is er weer. Tot nu toe is het altijd zo gegaan. Ik heb er op den duur een soort vertrouwen in gekregen. Ik zie er echt naar uit dat mijn zoon die praktijk binnenkort overneemt: er is nna doen".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1978 | | pagina 5