Absolute reukloosheid
nooit te garanderen
JPt*©!® IJl Martaaiisi
van
ftJeais'eiiI&ergse
ri©@i™tveriiigs
Psychologisch
VRIJDAG 8 DECEMBER 1978
SC/VD/WW4
In deze bedden
wordt het water doet
middel van de aan de
kant opgestelde bul-
zensysteem „geacti
veerd". De leidingen
zijn poreus, waardoor
verwarmd water naar
buiten kan dringen en
het water in beweging
blijft. Vervolgens wordt
het water verder afge
voerd om in een vol
gende fase verder ge
zuiverd te worden.
door
Hanny Weymar
Schultz-Vroegh
Hoe dicht de bebou
wing de rioolzuiver
ingsinstallatie in Neu
renberg is benaderd, is
op deze foto duidelijk
waar te nemen. In Ne
derland wordt er een
zóne van 250 meter
geëist
technische kosten zijn gemoeid). Omwo
nenden, die stankoverlast ondervonden,
zijn volgens Hartmann tevreden, als de
concentratie van alle stank in de lucht voor
hun deur onder de geurdrempeleoncentra-
tieligt
De meest afdoende methode om stank te
bestrijden bestaat ongetwijfeld uit het niet
meer reuk laten ontstaan dan absoluut
onvermijdelijk is, waarvoor men zeer hy
giënisch te werk moet gaan in de hele
zuivering.
Ook schoorstenen kunnen de af te voeren
lucht niet reinigen, zij kunnen alleen de
lucht tot onder de geurdrempel verdunnen.
Daarom behoren zij tot de indirecte maat
regelen der slankbestrijding. Door de
schoorsteen wordt de af te voeren lucht
stroom zo hoog boven de grond gebracht
en verdund, dat de geurdrempel niet over
schreden wordt. Maar ook hier hangt het
resultaat weer af van de weersgesteldheid
met als gevolg, dat men in de omliggende
omgeving sommige dagen van het jaar toch
last kan hebben van een onwelriekende
lucht. Schoorstenen zijn bovendien, aldus
Hartmann, zowel in bouw als in bedrijfs
kosten niet werkelijk goedkoper dan een
afdoend werkende Juchtzuiveringsmrich-
tïng. Zij zouden dus slechts in die gevallen
gebruikt moeten worden, waarin de werk
ing van luchtzuivering alléén niet toerei
kend is of geen beproefde middelen om
lucht te reinigen bekend of toe te passen
zijn.
Geen garantie
Bij de installatie te Neurenberg is eindeloos
met allerlei methodes d. m. v. chemiëalien-
bindingen, lucht- en gaswassers, bodemfil
ters enz. geëxperimenteerd om een zo
optimaal mogelijk resultaat te bereiken.
Er werd een reinigingsresultaat tot maxi
maal 97,5% bereikt!
„Zelfs de meest uitgebreide maatregelen
voor de stankbestrijdir.g kunnen geen vol
ledige absolute reukloosheid garanderen",
licht Hartmann toe. „Kleine reukbronnen
zijn vaak niet te behandelen. Zelfs de beste
procédés bereiken geen stankafname van
100% en in geval van bedrijfsstoringen kan
er altijd weer sprake zijn van onvermijde
lijke geuro verlast".
Laten we echter welwezen: in onze samen
leving mag over alles worden gepraat
Maar wanneer onze eigen afvalstoffen aan
de beurt komen, dan zijn we niet thuis.
Toch moet hiervoor een oplossing gevon
den worden. Veelvuldig spreken we over
de kwalijke mileuverontreimgende indus
trieën, maar wat produceren we dagelijks
zelf niet 2onder hierbij stil te staan?
Vele bedrijven hebben de afgelopen jaren
veelal gedwong, en door hoge boetes, die
hen van overheidswege worden opgelegd
voor hun verontreiniging eigen zuiver
ingsinstallaties laten bouwen. Een wissel,
werking hierop is, dat sommige milieuver
ontreinigende produkten zelfs uit de han
del zijn genomen, omdat de kosten voor
een installatie aanmerkelijk hoger liggen.
Voor nieuwbouw gebieden gelden tegen
woordig ook strengere eisen. Rioleringen
moeten in de toekomst direct worden
aangesloten op een rioleringswaterzuiver
ingsinstallatie.
Maar ook de mens zelf moet de consequen
ties van een en ander aanvaarden. Dure
zuiveringsinstallaties kosten vele miljoe
nen. En hoe minder reukoverlast wordt
geëist, des te duurder worden de installa
ties. De overheid subsidieert deze projec
ten, de hoogheemraadschappen nemen de
rest voor hun rekening en sluiten hiervoor
langlopende rekeningen. Maar het zal uit
de lengte of uit de breedte behoren te
komen. Want uiteindelijk moet de vervuiler
het toch betalen.
De heer Wils van Openbare
Werken schijnt de substantie
die hier bijelkaar wordt ge
veegd, toch niet zo reukloos te
vinden, zo te zien.
Rotterdam/Neurenberg De tijd
is voorbij, dat de gemeenten on
verminderd kunnen voortgaan
met de lozing van verontreinigd
afvalwater op de oppervlaktewa
teren. Een provinciale verorde
ning maakte daar een eind aan
en sinds 1974 hebben de hoog
heemraadschappen de zorg op
zich genomen voor de zuivering
van afvalwater. Er moet thans
steeds meer zorg en uiteraard geld
worden besteed aan het bouwen
van zuiveringsinstallaties. Maar
ook aan de daarvan afkomstige
hinderlijke geur worden steeds
hogere eisen gesteld.
Omdat binnenkort In de agglomeratie
Rotterdam en volgend jaar in Den Haag
gestart gaat worden met de bouw van
drie grote, gelijksoortige installaties voor
het zuiveren van rioolwater (totale bouw
kosten voor Rotterdam en omgeving 324
miljoen; voor Den Haag 90 miljoen) ring
eind vorige week een uit 36 personen
bestaande delegatie (heren van hoogheem
raadschappen Schieland en Rijnland, de
wethouders Verwoerd en Erhart en ambte
naren van de betrokken gemeente Capelle
en DVH Raadgevend Ingenieursbureau uit
Amersfoort, die de plannen voor deze
installaties heeft ontworpen en specialist
op dit gebied is) naar Neurenberg, om daar
een RWZI te gaan bekijken die sinds 1931
in werking is. In de loop der jaren is deze
installatie steeds aangepast cn vernieuwd,
omdat de bebouwing in de Omgeving
„oprukte".
De rioolwaterzuiveringsinstallatie in Neu
renberg is twee maal zo groot als de
installatie in Kralingseveer en bijna even
zo groot als die in Den Haag gaan worden.
De installatie heeft een capaciteit van ruim
I miljoen vervuilingseenheden (v, e. zijn
bewoners/industrieën-red.). Ter vergelij
king: de installatie bij Kralingseveer krijgt
een capaciteit van 600.000 v. e. 's, Vlaardm-
gen 500.000 v. e. 's; IJsselmonde 250.000
In deze gigantische bollen wordt
in Neurenberg In eerste instan
tie de stib opgevangenom ver
volgens naar de zogenaamde
oxydatiebedden te worden afge
voerd, waar het slib door middel
van bezinking verder uit het
rioolwater wordt gehaald. Door
het toedienen van zuurstof
wordt hierna de groei van be
paalde bacteriën ingebrachtdie
verontreiniging in het rioolwater
afbreken.
In Neurenberg is de hele ontwik
keling van de rioolwaterzuiver
ing waar te nemenomdat daar
de afgelopen veertig jaar alle
methodes zijn uitgeprobeerd
v. e. 's en Den Haag 1,5 miljoen v. e. 's.
De installatie in Neurenberg werd in 1931
neergezet in een toen nog onbebousvd
gebied. In de loop der jaren zijn twee
gemeenten echter steeds meer uitgegroeid
en het resultaat daarvan is dat de installatie
thans geheel omsloten wordt door huizen
en industrieën. De helft van het afvalwater
is afkomstig van de vervuiling van laatstge
noemde categorie (in Kralingseveer be
draagt de industriële vervuiling slechts 5%),
Alle methodes
In Neurenberg is jarenlang'geëxperimen
teerd met allerhande methodes en proces
sen; de installatie werd voortdurend aan
gepast en vernieuwd, zodat de hele ontwik
keling op dit gebied daar is waar te nemen.
„Ook nu nog rijn we steeds bezig met
vernieuwingen om een zo optimaal moge
lijk resultaat te verkrijgen", vertelt profes
sor Hans Hartmann, directeur van de
RWZI in Neurenberg. „De hoeveelheid
stank, die de omwonende als toelaatbaar
acht is duidelijk veel kleiner dan vroeger.
En de kosten ter bestrijding van de stanke
missie behoren daarom vanzelfsprekend
ook tot de bouw- en bedrijfsposten van
zuiveringsinstallaties. Voor inrichtingen,
die onmiddellijk naast of zelfs in bebouwde
gebieden liggen, moet dan ook méér voor
stankbestrijding geïnvesteerd worden dan
voor ver van bewoond gebied gebouwde
installaties, waar de afgevoerde lucht door
vermenging en verdunning al lang reukloos
geworden kan zijn, voordat deze bewoonde
gebieden bereikt
De vraag, vanaf welke mate stank hinder
lijk is en welke maatregelen nodig zijn om
deze te bestrijden, heeft minder twijfel
volgens prof. Hartmann ook een psycholo
gische zijde. De reuk van brouwerijen,
banketbakkerijen, zuivelfabrieken en zelfs
van slachterijen, wordt pas bij heel hoge
concentraties of helemaal met als hinder
lijk ondervonden. De lucht van zuiverings
installaties daarentegen wordt in verband
gebracht men faecaliën (uitwerpselen) en
ziekteverwekkers. In extreme gevallen
duidelijke stankhinder. Berucht zijn vol
gens Hartmann open gistingstanks, „vers-
slib" tanks en in dikkers.
Daarnaast kan ook het hele slibontwate
ringsproces een bron van stank zijn. „Daar
om moet bij de beoordeling van slibontwa
teringsprocessen duidelijk in aanmerking
genomen worden door welke maatregelen
stank onder controle gebracht zou kunnen
worden", aldus Hartmann. „Alhoewel
stankstoffen in de regel in heel lage concen
tratie in de lucht aanwezig zijn, kan toch
door de hoeveelheid van deze lucht in de
omgeving van de installatie overlast optre
den".
Er zijn ook nog vele kleinere stankbronnen,
zoals open schachten, overstorten, pomp
putten en onvoldoende algemene hygiëne
(schoonmaakwerkzaamhedén), die bijel
kaar genomen, niet onderschat moeten
worden volgens Hartmann. Op zich onbe
langrijke stankbronnen, maar in zuiverin
gen waar alle hoofdstankbronnen verza
meld worden, duidelijk merkbaar.
De slibgisting kan praktisch werken vol
gens hem als alle tanks en schachten
luchtdicht afgesloten zijn. Dit laatste is
(nog) niet geheel het geval bij de installatie
in Neurenburg, maar zal wel bij de drie
te bouwen installatie in de Rotterdamse
omgeving worden toegepast
Opvangen afvoerlueht
Wanneer de stinkende lucht bij zuiverings
installaties niet in zijn geheel kan worden
opgevangen, geeft dit volgens prof. Hart
mann een onbevredigend resultaat. Als
voorbeeld rekent hij voor dat het totale
effect van een goede luchtreiniging van
97,5 tot 92,5% terugvalt wanneer 5% van
de te behandelen lucht niet gereinigd
wordt. In een dergelijk geval verdriedub
belt de stank.
Het verzamelen van de af te voeren lucht
is niet altijd eenvoudig, omdat dit volledig
betrouwbaar onder alle weersomstandig
heden moet lukken. De kosten van de
afvoer van de lueht zijn vaak dan ook
groter dan de reiniging. Overkapt men
bepaalde onderdelen, zoals rooster- of sli
bontwateringsgebouwen, dan kunnen deze
hierdoor tevens voor een goede verzame
ling en afvoer van lucht dienen.
Meten van stank
„Als men af te voeren lucht moet reinigen,
heeft men een maatstaf nodig om het
resultaat van de reinigingsmaatregelen te
kunnen meten en vergelijken. Slechts dan
kan men een enigszins objectief beeld van
hun werkzaamheid krijgen", aldus Hart-
mann.
De poging, deze maatstaf zo te maken, dat
men bepaalde stoffen in de af te voeren
lucht zo direct analyseert en de gevonden
concentratie relateert aan een hoeveelheid
stank, is althans in Neurenberg niet
geslaagd.
Als beoordelingsmaatstaf wordt daarom
de geurdrempel als basis genomen (een
veel beproefde methode bij de keuring van
levensmiddelen, waarmee ook heel lage
wordt het daarom al als hinderlijk ervaren
als er een zuiveringsinstallatie wordt gezien
zonder dat ook maar de geringste geur
de toeschouwer bereikt. In zulke gevallen
pleegt men dit op te heffen door rond het
gehele complex een dichte beplanting aan
te leggen die om andere redenen even
eens gewenst istegen stankoverlast.
Afvalwater
Om stank te elimineren is het noo-dzakelijk,
dat men er achter komt op welke punten
in het zuiveringsproces stank vrijkomt en
hoe deze naar samenstelling en hinder-
graad in te delen is. Een wezenlijke stank-
bron, in het bijzonder bij grote zuiverings
inrichtingen kan het afvalwater rijn, dat
aangerot naar de inrichtingen toestroomt
door de lange toevoerriolen met ontoerei
kende zuurstofvoorziening en een te gerin
ge stroming.
De gasvormige, stinkende stofwisseling-
sprodukten lossen zich op in het afvalwa
ter. Bij roostere kunnen dan sterk hinderlij
ke geuren vrijkomen, maar ook op alle
plaatsen waar aanrottend slib of slibwater
met de open atmosfeer in aanraking komt,
moet rekening worden gehouden met een