„V ooroordelen verdwijnen nooit, maar we zijn op de goede weg" 1 „Leesmoeheid is een landelijk verschijnsel^ Blokje rond^ Directeur Van der Blij van de bibliotheek: "*r Lems toipërS ::"v- gehandicapten: uOKNSDAG 13 1B73 SC/5 ■I 1 Schiedam „Gekken", zo keetten ze ^vroeger, die geestelijk gehandicapten. Iedereen, die een beetje anders was .dan de doorsnee mens, ging voor „gek" -door. En diende weggestopt te worden. -Liefst achter slot en grendel. Dan waren alle gewone mensen veilig. In "veel landen is dat nog zo. Daar zitten ."hoge pieten met knappe koppen syste- Of het in Schiedam nou allemaal zo heel anders - is, valt niet met overtui- gende zekerheid te zeg- gen. Bij het Gespeciali seerd Jeugd- en Volwas- senen Werk zitten in ieder geval mensen die de gees telijk gehandicapten wat gezelligheid bieden. Geer Lems werkt bij de club Myosotis. Dat betekent „vergeet me niet". „Deze maatschappij wil geeste lijk gehandicapten inderdaad nog steeds isoleren. Wanneer je bijvoorbeeld met bouwplannen - aankomt voor een gezinsver vangend tehuis voor dit soort mensen rijzen je haren te berge van de enge reakties van de r. buurtbewoners. Je merkt dat mensen enorm - op geruchten afgaan. Er wordt altijd heel erg tegen zwakzinnigen aange schopt", vertelt Geer. „Het G. J. V. W. bestaat nu twee jaar officieel. Er bestaal al lang een zwemclub, een badminton club, ritmische gymnastiek. Er zgn plannen om de activiteiten uit te breiden met volksdansen en bloemschikken, en nog wat clubs. Dat hangt nog af van de men en plannen te bedenken om de maatschappij te vrijwaren van zwak zinnigen. In ons eigen kleine vlakke landje wordt zo nu en dan ook nog een noodkreet gehoord van patiënten uit psychiatrische inrichtingen. Via de Gekkenkrant of gewoon voor de televi- behoefte. Myosotis bestaat al vijftien jaar. Het ging vroeger uit van de diakonie van de kerk. Eens in de veertien dagen werd een clubmiddag gehouden, op zaterdag. Voorlezen, zingen en handarbeiden waren zo'n beetje de vaste bezigheden. Drie jaar geleden ontstond er bij de leden een behoefte om iets te verande ren. Toen zijn we op vrijdag avond begonnen met de soos. In november 1976 was dat. Nu worden er films gedraaid, er wordt gedanst, gezongen en bin go gespeeld. Een quiz gaat er altijd in. Daarnaast houden we excursies naar openbare gebou wen. De politie, brandweer, naar verschillende studio's en musea. Dat doen we speciaal om deze mensen ook eens buiten het opvangtehuis, of het ouder lijk huis te laten kijken. Het subdoel, maar wel een heel be langrijk doel, is de integratie m de maatschappij. Men hoeft geen medelijden met zwakzinni gen te hebben, want het geluk dat van hen afstraalt, is voor vele mensen zelfs een onbeken de ervaring". Geer heeft veel ervaring in het werken met geestelijk gehandi capten. Hij werkt in een gezins vervangend tehuis in Vlaardin- gen De Tweeling. Nu al zo'n tweeëneenhalf jaar. Na onge- veer vijf jaar gewerkt te hebben bij de club Myosotis wilde hij graag hele dagen werken met geestelijk minder-validen. Voor dat hij aan Myosotis ging mee werken leidde hij een club voor acht- tot twaalfjarigen van de Gereformeerde Kerk. Dat bracht geen voldoening. Werken met geestelijk gehandicapten bleek veel leuker. Er wordt vol gens hem ook meer écht plezier gemaakt. KANTOOR Het is een prettige ervaring om met Geer te praten. Hij spreekt rustig en maakt een ontspannen indruk. Hij vindt het werk ook niet zwaar. Voor hij bij De Tweeling in Vlaardingen ging werken, zal hij acht jaar op kantoor. „Dat was veel zwaar der". zegt Geer. „Er wordt nu natuurlijk wei heel wat van je verwacht, maar doordat mijn vriendin, waar ik mee samen woon hetzelfde werk doet, krijg jk de kans om wal van me af le praten als ik het moeilijk heb met iets. Jc kunt ideeën uitwis selen". Geer vervolgt; „De inbreng van de leden zelf Myosotis betekent vergeet-me-niet Geer Lems thuis is nog vrij kiem. Dansen vinden ze altijd* leuk. Maar echte nieu we plannen leveren ze niet zelf. Ik zou hel beter voor de club vinden ais er wat leden in het bestuur zouden plaatsnemen. Er zijn mensen die een vrij hoog niveau hebben. De sociale werk plaats heeft ook werknemers in de personeelsvereniging zitten". Binnen de groep geestelijke ge handicapten zijn natuurlijk ver schillende niveaus zichtbaar. Ie mand van tien jaar oud. kan het geestelijk vermogen van ie mand van driejaar hebben, oen twintigjarige het vermogen van een vijfjarige. De niveaus trek-, ken wel enigszins naar elkaar toe, maar toch niet zo duidelijk als in gewone clubs waar de kinderen met verschillende leef tijden onmiddellijk aan groep jesvorming gaan doen. „Vroeger hadden we de be schikking over een ruimte in de kantine van de bedrijfsvereni ging SchiemDnd, twee jaar gele den zijn we verhuisd naar het St. Annazuslerhuis. We konden namelijk meeverhuizen met de Soetale Werkplaats. Nu zitten we in de nieuwe ruimte van de GJVW. Dat is een vereniging die zorg draagt voor de vrijetijdsbe steding van geestelijk gehandi capten in de bovenruimte van de gymzaal aan de Dr Kuyper- laan Er zijn veel kleine organi saties die op één of andere manier voor geestelijk gehandi capten opkomen Die hebben zich nu verenigd in het GJVW". aldus Geer Het gesprek komt als vanzelf weer terug op de problemen van de geestelijk gehandicapten. De moeizame acceptatie door de maatschappij van mensen die anders zijn dan de doorsnee mens, is m feite het grootste probleem. De nonnen, eisen en vooroordelen worden door de samenleving op zo'n natuurlijke wijze naar voren gebracht dat zwakzinnigen 2e vaak als van zelfsprekend hanteren, om ten volle geaccepteerd le worden. Dit geldt meer voor zwakzinni gen dan werkelijk geestelijk ge handicapten Veel zwakbegaaf- den gaan twijfelen aan zichzelf, merken dal ze anders zijn Hun grote broer of zus gaat op ka mers wonen of trouwen. Waar om mogen zij dat dan ntel? „Juist voor de mensen die gaan twijfelen en de behoefte voelen ook voor zichzelf te mogen zor gen hebben wij de projekten van zelfstandige kamerbewo ning opgezet Zelfstandig ma ken kost echter veel geduld", vertelt Geer. „Het is vreselijk rot om tegen twee verliefde zwakzinnigen te moeten vertel len dat ze met mogen trouwen. In sommige gevallen willen ze dat omdat ze zien dat dat nor maal is in deze samenleving, in andere gevallen hebben ze de zelfde menselijke behoefte om dal te doen zoals jij en ik. Bij De Tweeling hebben we wel goede contacten met de ouders, maar van de ouders van de kinderen die wekehjks naar Myosotis toekomen, weten we niet veel. Sommigen brengen of halen hun krnd. Ik. hoop dat ze het maandblad lezen, dan blij ven ze tenminste op de hoogte." ZESTIG LEDEN „We hebben ongeveer zestig le den. Zaterdagmiddag komen er zo'n vijftien leden, op de vrij dagavond wel rond de vijftig. In beide groepen is er een vaste kern aanwezig. De leiding be staai uit vijftien man. De cluble den varieren van acht tot vijftig jaar". Geer tot slot: ..Ik zie gelukkig wel oen langzaam veranderende houding ten opzichte van gees- lelijk gehandicapten, maar inte gratie kost veel tijd. Beide groe pen moeten op een prettige ma nier aan elkaar kunnen wennen. Vooroordelen zullen nooit ver dwijnen. maar we zijn een eind op de goede weg". ^iiiiiitiiiiMiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimitniHmiimiitnniiiiiiiNiiiiuiiiiiiiiiiiitiimu»!: Signalement: Naam: Nero Ras: bouvier 1 Leeftijd: ongeveer 4 jaar s Geslacht: mannelijk Kleur: zwart Beharing: ruw Inentingen: hondeziekte In het asiel De Harga- hoeve aan de Sport- e laan 2 in Schiedam zit- l ten veel honden en kat- ten die, als ze niet afge- j haald worden, geen goede kerst zullen I meemaken, Eén van j die honden is Nero. Uit zijn doen en laten is i gebleken dat hij goed is afgericht. Zo zeer zelfs, dat zijn baas hem midden op de-weg I heeft kunnen achterla- ten door een eenvou- I dig commando. De man of vrouw heeft hem een stuk hout ge geven om op te passen, zogenaamd afgelegd, en daarna geen tegen bericht meer gegeven. Er moest een politie agent met een oplei ding in het trainen en. africhten van honden aan te pas komen om het beest mee te krij-- gen naar het bureau. Wie Nero wil hebben zal serieus met hem om moe ten gaan en geen domme grapjes moeten uithalen. In dat geval kan de hond levensgevaarlijk worden. De grote, zwarte bouvier is lief voor zijn verzor gers. maar de toekomsti ge baas moet zeer zeker overwicht hebben op Ne ro. Het is be slist geen hond voor een kennel, en hij kan beter niet dienen als waakhond. Wie Nero „adopteert" zal in de eerste plaats met hem naar een gedrags- en gehoorzaamheidscursus van de kinologenclub in Rotterdam moeten gaan. Daar kan de eigenaar aan de weet komen waar Nero op reageert en wat Directeur Van der Blij: „Onze termino logie moet inderdaad wei wat veranderen. Mensen begrijpen een bibliotheek vaak niet". graag meer. in een hoek Schiedam Schiedammers lezen niet zo g Zij verkneuteren zich niet meer zo vaak i met een mooi of spannend boek. Tenminste daar ziet het wel naar uit. De cijfers in het jaarverslag van de Gemeenschappelijke Openbare Bibliotheek van Schiedam wijzen het uit. Maar cijfers zijn natuurlijk maar relatief en betrekkelijk. Toch kan helaas niemand om die cijfers heen. Vooral de directeur van de „bieb", de heer W. F. van der Blij niet. Daarom gaat hij een onderzoek laten houden naar de verschijnselen van de plotselinge leesmoe- heid, waardoor misschien de oorzaak gevonden kan worden. Eind januari zal het rapport van het onderzoek waarschijnlijk uitkomen. De heer Van der Blij: „Er Schiedammer meer leent Toch hij allemaal kan. Wie daarover meer wil weten kan even bellen naar de Hargahoeve op het num mer 714151. Opgetild worden wil Nero beslist niet. Wat hij eenmaal on der zijn hoede heeft ge kregen, een krant, stuk hout of tas, laat hij niet meer gaan als zijn baas hem dat niet beveelt. Hij luistert goed en is heel erg zindelijk, doet zijn behoefte diep in de bos jes. Na bovenstaand verhaal moet duidelijk zijn dat Nero gewend is aan com mando's en zekerheden. Het is geen knuffelbeest maar ook geen gevoelloze waakhond. Omdat hij zeer „gevaarlijk" kan zijn, zal het ge2in dat Nero opneemt, regelma tig gecontroleerd worden door een inspecteur. ^llfllilNlllllllliillI|]inilllllIII|[|||l|||||lJHIIIIIifllHlllflllfilliilltlllill!tt!llllllt!limiimilMI!lltlll[Illllfllll!lllllItlllltll!lllilIII!Illli[i!lll!lll|l!II!llHlifn is een speciale commissie in het leven geroepen om een onderzoek te doen naar het teruglopend aantal uitlenin gen van- de bibliotheken". De Centrale Bibliotheek, dg filialen Kethel, Oost en Parkweg kregen meer uitle ningen te verwerken, maar bij de Wisselbibliotheek, Wi- bautplein en vooral filiaal Zuid liep het aantal terug. De jeugd holde niet meer zo snel naar het filiaal aan de Parkweg, maar kindertjes die in de buurt van het Wibautplein wonen, deden een betere greep in de boe kenkast. „Er zijn erg veel faktoren die mee gaan tellen, willen we de werkelijke conclusies van het rapport gaan zien. In Zuid bij voorbeeld liep het aantal uitle ningen, vooral onder de jeugd, erg achteruit, maar er wonen ook steeds minder mensen. Veel lezers zijn verhuisd naar Woud-- hoek enzovoorts. De buurt ver grijsd er aanzienlijk. De jonge mensen die er wonen, zijn druk bezig met het verbouwen van hun huizen. Als je 's avonds langs de huizen loopt, zitten er veel mensen aan de tafel te knutselen. Veel doe-het-zelvers. Hebben geen tijd meer voor een dikke pil. Daardoor zou je (ik bedoel vooral door de verhuizin gen} kunnen zeggen dat dé één-derde meer dan in 1971. ACHTERUITGANG Maar in 1978 hebben we niette min een duidelijke achteruit gang kunnen constateren. En niet alleen wij in Schiedam. Het is helaas een landelijk ver schijnsel. In Rotterdam liep al les met gemiddeld 10% terug". Hij vervolgt; „Mijn collega's in andere steden wijten het pro bleem aan het feit dat het nieuwtje van het gratis lenen voor kinderen er een beetje af is. In juli 1975 werd het lenen van jeugdboeken „voor niks". Alles wat gratis is, wil iedereen graag hebben. Vandaar dat de kinderen er op afkwamen, als vliegen op stroop. Daar zijn ze nu aan gewend. In Schiedam voerden wij dat echter al in 1973 in. Er zou dus in 1975 al een achteruitgang merkbaar moe ten zijn. Dat was niet zo. Die redenering klopt dus niet Ik persoonlijk denk, dat de lees- moeheid bij de jeugd te wijten is aan de hoge eisen die het onderwijs al stelt. De kinderen zijn ai verplicht om veel te lezen voor de scholen. Die pakken na vier uur met graag meer een boek". Na een bedachtzame blik en een herinnering aan de woorden van wethouder Herman Post hoorn in de commissievergade ring voor vorming en rekreatie: „Misschien ligt het aan het aan sluiten van het Centrale Anten ne Systeem. Veel meer televisie programma's voor kinderen als ze ujt school komen. Toen de televisie er net „in" begon te raken m Nederland was er ech ter een stijging te bemerken in het aantal uitleningen, die pa rallel hep met het aantal ver kochte televisies. Daar heb ik jaren geleden een onderzoek naar gedaan". MEER STUDIEBOEKEN „We praten nu natuurlijk over de kwantitatieve achteruitgang, maar er bestaat ook een kwali tatieve uitlening. Voor de enor me hoeveelheden romans ko men hoe langer hoe meer studie boeken in de plaats. Er wordt meer zelfonderzoek van leerlin gen op scholen verwacht, dus pakken kinderen en ook oude ren gelukkig, boeken over de meest uiteenlopende hobbies, studies en achtergrondverha len. De onrust van de tijd speelt ook mee, filosofeert de heer Van der Blij. „Door alle gebeurtenissen heeft de mens geen vertrouwen in de toekomst mèer. Men wordt onrustig, gejaagd, neemt niet meer de tijd om een boek te gaan lezen. Onrustige ouders maken onrustige en zenuwach tige kinderen. Uit Nipo-enque- tes is gebleken dat er weinig gelezen wordt in politiek en economisch spannende tijden. Een enquête over pure leesge woontes heeft geen zin, helaas. Er is maar een klem aantal mensen, dat weet waarom het weinig leest. Daar is een waxe zelfanalyse voor nodig". Ondanks deze pessimistische? geluiden blijft de heer Van der Blij positief denken over de bibliotheek zelf: „Onze allereer ste taak is het geven van infor matie. Wij geven iedere dag nieuwe informatie. Schaffen goede studieboeken aan en blij ven niet achter op het literatuur- gebied. Kijk, een kruidenier heeft de taak om mensen van voedsel te voorzien, hij hoeft ze niet te leren eten. Wij hebben geen opdracht om de mensen te leren lozen. Dat leren ze op school. Daar moet ze ook geleerd wor den om te blijven lozen. Het voedsel vinden ze hier. Dat het gewenste voedsel, ik bedoel de boeken die ze willen lezen, vaak moeilijk te vinden zijn, is wel aan ons te wijten. We zouden mensen meer wegwijs moeten maken in de terminologie van de bibliotheken. Waar bepaalde schrijvers en onderwerpen op het gewenste gebied en niveau te vinden zijn". „Het zal allemaal wel weer overgaan. In het verleden hebben we te kampen gehad met positieve explosies wat uitlenen betreft. Toen kon den we het met het weinige personeel niet meer aan, Daar hebben we ook wat op gevonden. Misschien komen we in januari weer op een goed idee en met een ge schikte oplossing", aldus de bibliotheekdirecteur.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1978 | | pagina 5