Een stad zonder markt
aardappels zonder jus
m
I
i
6
-VRIJDAG 6 JULI 1979
SCTp.TTOj
VI aardingen Elke
zichzelf respecterende
stad heeft een markt
Want een stad zonder
markt is als een zak
patat zonder mayonai
se, aardappelen zonder
jus en roomsoezen zon
der room. Vooral de
laatste tien jaar neemt
de belangstellingvoor
het kloppend hart van
de stad overweldigend
toe. Zowel van de zijde
van de kooplui als van
het publiek. En het zijn
niet alleen de lage prij
zen die daarvan de oor
zaak vormen, gezellig
heid speelt een niet te
onderschatten rol.
Ondanks het feit dat winke
len steeds meer verzakelijkt
tot snel even boodschappen
doen In de dichtstbijzijnde su
permarkt, op een holletje met
het boodschappenwagentj e de
rekken langs, lijkt de markt
een niet uit te roeien ver
schijnsel. Mensen blijken er
nog steeds, en zelfs in toene
mende mate, een ochtendje
voor over te hebben. De
markt trekt Alle modem
comfort van de grootwmkel-
door Jan Hendrik Bakker
foto's HansGebuïs
bedrijven ten spijt Ieder jaar
weer stijgt het aantal kooplui
dat een vast plaatsje ergens
wil veroveren in Nederland
met honderden tegelijk
Dat, groeiend aantal kooplui
heeft op zich te maken met
een trieste tendens: veel hou
ders van buurtwinkeltjes wor-
deii door het grootwinkelbe
drijf doodgeconcurreerd en zo
gedwongen met hun waar de
straat en de markt op te
gaan. Ambulante handel, heet
dat in officïcle termen. De
centrale vereniging voor de
ambulante handel, de vak
bond van de markt— en
straatkooplui, is er van over
tuigd dat de opkomst van het
grootwinkelbedrijf heel wat
kleine, winkeliers de venters-
branche ingejaagd heeft Veel
zelfstandigen immers zijn te
trots op hun onafhankelijk
heid om nog gewoon een
baas te zoeken.
Wat de belangstelling van het
koperspubliek betreft, daar
noemden we al een oorzaak
van: de gezelligheid- Mensen
gaan niet alleen vanwege de
voordeelkoopjes naar de
markt, maar ook voor het
contact. De markt is voor ve
len het ontmoetingscentrum
bij uitstek. Je komt er nog
eens iemand tegen, voor wie
je doorgaans nauwelijks tijd
hebt Zo is de markt in Holy
een prima gelegenheid waar
oudere, bejaarde mensen een
praatje met elkaar kunnen
maken. De markt op het
„feestterrein" aan de Broek-
weg, vooral die van de
woensdagochtend, begint
steeds meer betekenis te krij
gen voor het contact tussen
buitenlandse vrouwen onder
ling.
Toch mag het belang van de
lage prijzen en vooral de ver
sheid van de artikelen zeker
niet uitgevlakt worden. Uit ta
melijk recente onderzoekingen
van de consumentenbond
(1977) blijkt bijvoorbeeld dat
een op de markt uitgegeven
gulden dan wel geen daalder
waard is, 1 gulden 10 toch ze
ker. En dan moet daar nog
bij vermeld worden dat in
dat onderzoek de echt goed
kope branches, zoals bloemen,
zuivel en schoenen, niet mee
genomen zijn. Bovendien weet
iedere geroutineerde markt be
zoeker dat hij of zij tegen de
tijd dat de markt gaat sluiten
nog heel wat grotere voor
deeltjes kan halen. De koop
man immers moet van zijn
kroppen sla af. „Vier kroppen
voor een gulden", de kreet is
bekend. Er zijn mensen die er
speciaal „op lopen".
„Kind"
Ze is al een flink eind in de
zeventig, staat met open
mond te luisteren naar de
standwerker, die als je hem
geloven mag nog eens ten
gronde zal gaan aan de lage
prijzen waarvoor hij zijn aal
wegdoet
,Jn 't weekend hebt ie de ge
wone prijs," dondert de
standwerker in kruidig Am
sterdams, „maar vandaag, op
zo'n woensdag wanneer er
zo'n zak in de markt zit, zal
Ik je mazzelen, 't Is aal die je
zo uit ken zuigen. Hier, mod
dervet!" En de man ontvelt
met glimmende vingers één
van zijn produkten, stopt de
paling in de handen van het
oude vrouwtje en brult: „Eet
op meid!"Het vrouwtje laat
het zich geen twee keer zeg
gen, Op de markt valt nog
eens iets te ritselen.
Standwerkers zijn het zout in
de pap van de markt. Ze ma
ken de show, zorgen voor het
entertainment, een echte
markt kan eigenlijk niet zon
der. Jammer daarom dat
steeds meer standwerkers het
wel geloven en hun beroep
nog slechts in naam uitoefe
nen. In feite staan ze hun
spulletjes gewoon „stil" te
verkopen, net als iedere ande
re markthandelaar. De goe
den niet te na gesproken
overigens- Zoals de Braban
der die een tubetje poets aan
de man probeert te brengen
en daarbij de hele vaderland
se geschiedenis overhoop
haalt
„Of je gasfornuis nu één uur
tje dof is of duzend jaar, in
teresseert me niet: een drop
peltje van dit preparaat .en
weg."
Het beheer van de markt ligt
in een stad als Vlaardingen in
handen van de gemeente zelf.
Officieel heet het dan ook dat
het de gemeente is „die
markt houdt", en niet de koo
plui. Het hoofd van de reini
gingsdienst is tevens de mark-
meester, al blijven de markt
kooplui zelf de opzichter kop
pig met die naam betitelen.
Met die man immers hebben
zij te maken. Hij is degene
die hen vertelt wat wel en
wat niet mag. Hij is degene
die ingrijpt wanneer de koo
plui elkaar proberen te bena
delen of anderszins in de
clinch gaan. Hij is ook de
man die er de praktische zorg
voor draagt dat er van een
bepaalde branche niet te veel
kramen komen.
Het overleg over het beheer
vindt plaats in de marktcom-
missie, onder voorzitterschap
van de wethouder. Verder
hebben in de commissie twee
leden van de gemeentelijke
dienst marktwezen zitting, de
kraamexploitant en drie koo-
plieden.Zoals ook in andere
beleidsaangelegenheden het
geval is kan de wethouder
een advies van de commissie
of de marktmeester naast
zich neerleggen. In de prak
tijk gebeurt zoiets evenwel
zelden.
Brajichebeschermmg
Veel markten in Nederland
behoren tot de zogenaamde
gesaneerde markten. Sane
ring, gezondmaking, van een
markt wil zeggen dat er een
vorm van branchebescher-
ming wordt toegepast Er
wordt voor gewaakt dat er op
een bepaald moment teveel
van kramen van een bepaalde
branche op een markt zouden
verschijnen. En hoewel Vlaar-
dingen officieel.een niet gesa
neerde markt heeft wordt ook
daar toch aan branchebe
scherming gedaan. Met ziet er
op toe dat met name in de
sectoren groente en fruit
planten en bloemen, textiel,
zuivel en dergelijke niet een
overaanbod ontstaat Die
branchebescherming is een
wens van de kooplieden zelf
overigens.
Branchebescherming gaat
zelfs zover dat een koopman
die inschrijft op fruit geen
bloemkolen mag verkopen. En
iemand die op de lijst staat
voor lingerie geen stoffen. Op
dergelijke wijze probeert men
te voorkomen dat de kooplie
den elkaar duperen.
Wie met een kraam de markt
op wil, moet in elk geval de
beschikking hebben over een
vestigingsvergunning. Daar
mee meldt hij zich bij het
marktwezen van de gemeente
ÜP
waar hij op de markt wil
gaan staan; die bekijkt of er
voor zijn branche nog plaats
is en zo ja, dan komt de man
op de zogenaamde meeloo-
pLjjst In geval van ziekte van
een koopman met een vaste
plaats mag hij nu vervangen.
Inschrijving op de meeloo-
plijst betekent wel dat de in
geschrevene gehouden is zich
om de zoveel tijd bij de
marktmeester te melden. De
frequentie varieert van stad
tot stad.
Die meldingsplicht is bedoeld
om bepaalde praktijken zo
veel als mogelijk tegen te
gaan. Het komt namelijk nog
al eens een keer voor dat
kooplieden zich op diverse
markten tegelijk op de lijst
laten zetten. Daarmee zouden
ze rustig kunnen wachten tot
dat er een plek vrij komt op
een aantrekkelijke markt Wie
echter op de lijst staat voor
de woensdagmarkt van Vlaar-
dingen èn de woensdagmarkt
van Rotterdam, om maar een
voorbeeld te nemen, kan niet
op twee plaatsen tegelijk zijn.
Hij moet zich immers per
soonlijk melden. Is hij zonder
geldige opgaaf van reden,
meestal een doktersverklaring,
een bepaald aantal keren af
wezig dan verdwijnt hij su
biet van de lijst In het geval
hij al een vaste plaats had is
hij die kwijt
De Vlaardingse markt heeft
in het totaal plaats voor ma
ximaal 220 kramen. De ver-
huurprijs gaat per strekkende
meter. Een koopman is ver
plicht tenminste vier strek
kende meter te huren rai-
son van 2 gulden 50 per me
ter. Daarmee is de koopman
er echter nog lang niet Per
ochtend dient hij de kraa-
mopzetter ook nog eens een
bedrag van twee tientjes te
betalen, plus de parkeerkos-
ten van zijn auto, toch ook
altijd een gulden of twee,
drie.
Tijdens de markten wordt
strenge controle .uitgeoefend
op de warenwet, het ijkwezen,
bijzondere wetten (drieweg-
stekkers bijvoorbeeld mogen
niet meer worden verkocht,
de gewichtsbenaming „pond'
is al enige tijd uit den boze),
terwijl een algemene inspectie
er op toe ziet dat merkartike
len ook werkelijk merkartike
len zijn, Franse appels verko
pen voor Hollandse is verbo
den, malta's verkopen die
geen malta's zijn is nu een
maal de kluit belazeren.
Jonge jongens
Toch blijkt het beurtsysteem
zoals dat haast overal in Ne
derland gehanteerd wordt niet
waterdicht Door de giganti
sche toevloed van marktkoo
plui waardoor de vraag naar
plaats het aanbod verre over
treft is een zeer ongezonde si
tuatie ontstaan. Oudere
marktkooplui die de vijfenzes
tig al gepasseerd zijn laten
zich niet van de lijst schrap
pen, maar „verpachten" hint
plaats aan de meest biedende
Volgens de heer Zappeij, se
cretaris van de Centrale Vere
niging voor de Ambulante
Handel, vinden dergelijke
praktijken op grote schaal
plaats. Er is ook weinig tegen
te doen. Een ouder iemand
kan nu eenmaal makkelijk
aan een doktersverklaring ko
men. En zo'n verklaring geldt
als een legaal excuus, terecht
De „zieke" echter mag zelf
zijn vervanger aanwijzen.
Bovendien kan niemand bepa
len of de waar die een koop
man in zijn kraam heeft lig
gen ook werkelijk van hem
is. De enige eis die de markt
verordening stelt is dat de in
geschreven koopman zelf op
de markt aanwezig is. Nie
mand die hem kan verbieden
zijn plaats onder te verhuren,
als er maar dezelfde waar
verkocht wordt waarvoor hij
ingeschreven staat en als hij
maar zelf aanwezig is. Het
vormt een maas in de veror
dening die het de jonge jon
gens erg moeilijk maakt een
vaste plaats te veroveren. De
centrale vereniging kan er
zich goed kwaad over maken.
Een oplossing is echter nog
niet gevonden. Men denkt er
aan marktkooplui, net als ie
dere andere werknemer, met
zijn vijfenzestigste verplicht te
pensioneren. Gevoelig ligt
zoiets echter wel. Een zelf
standige is aan zijn vrijheid
gewend en kijkt soms een
beetje minachtend neer op
het verschijnsel pensionering,
al is het wel zo dat ook voor
de markt een leeftijdsgrens is
gesteld: kooplieden ouder dan
zeventig jaar worden niet
meer ingeschreven.