Midden Delfland
Landelijk® buffer
tussen stedengordei
ook anders
bMëli&
TÊ$fM
s$te£§8g
saffiaats
Alternatief
Probleem
gebied
Behoud
Nostalgie
naar een aStemaifew» wson w» tawSSfflar bedrij-
sn vorm waardoor her kjrakier «b W landschap
'd kan ciijven, waardoor Urimr» boeran niet behoe-
worden uitgestoten; wsardoo. <wfc een echte inte-
kan plaatsvinden tussen de vwscftttfem» functies
Wen Delfland moet gaan uitoefenen; behoud van na-
landschap, recrealie en landbouw. t
?#<ac *SS&S»I
S^fVi
52S'
Een deel van Midden Delfland zal bewaard moeten blijven vanwege zijn historische en natuur
lijke waarde.
Delft De huidige ideeën voor het gebied van Midden
Delfland gaan voor een groot deel in de richting van een
ruimtelijke scheiding van de verschillende functies. Een
deef van het gebied zou bewaard moeten blijven vanwe
ge zijn historische en natuurlijke waarde. Een deel zou
landbouwgebied worden, waarbinnen op de moderne,
grootschalige wijze de veehouderij kan worden beoe
fend en een deel zou bestemd worden voor dagrecre
atie. Die scheiding ïs volgens Tjallingii de nekslag voor
het landschap in Midden Delfland.
Het karakteristieke van het gebied is nu juist dat er eeuwen
lang door de boeren vorm gegeven is aan het landschap en
dal de boeren bij dat vormgeven rekening gehouden hebben
met het landschap. Een ruimtelijke scheiding van de diverse
gewenste functies stimuleert de groei van die functies, met
alle gevolgen van dien. Meer recreatie betekent meer ver
keer.
Moderne veeteelt wordt ge
kenmerkt door een industriële
aanpak. Ligboxenstailen, koel
tanks en zwaar verkeer vaor
de aanvoer van kunstmest en
krachtvoer en de afvoer van de
melk in tankwagens, stelt eisen
aan de wegen, bruggen en
grondwaterstand die - toege
past in Midden Delfland - van
de natuurlijke en landschappe
lijke waarde van het gebied
weinig heel zou laten. Wat Tjal
lingii voorstelt is aanpassing
van de technische ontwikkeling
aan het landschap in plaats
van andersom, in de praktijk
betekent dat een andere vorm
van landbouwbedrijven. Min
der energierijk, minder kunst
mest. In zijn algemeenheid een
veeteeltbeieid; niet gericht op
de verhoging van de produktie,
maar op het drukken van de
kosten om het inkomen van de
boer zeker te stellen.
Het blijkt te kunnen, tenminste
op een aantal plaatsen in Ne
derland. Het Landbouw Econo
misch Instituut heeft uitgere
kend dat een wat meer biolo
gisch gericht veeteeltbedrijf als
dat van een landbouwer in
Friesland voldoende inkomen
levert voor de twee families die
er op werken. Een ander voor
beeld >s de coöperatie van een
aantal' biologisch dynamische
veetelers op Terschelling. Zij
besloten de zaak in eigen hand
te nemen toen hun afnemer op
het Friese vasteland besloot
dat de melk voortaan in koel
tanks moest worden opgesla
gen en tweemaal per week van
het eiland zou worden gehaald.
Hun eigen coöperatie met
melkfabriek draait zonder ver
lies.
Wat Tjallingii voorstelt is om
ook voor Midden Delfland te
bekijken in hoeverre alterna
tieve rundveehouderij moge
lijk is. Daarmee zou het land
schap in stand kunnen blij
ven, althans de wisselwerking
tussen boer en landschap.
Ook recreatief zou de alterna
tieve landbouw iets te bieden
hebben. Ook een Instelling als
de TH zou ter verwezenlijking
van een dergelijk beleid iets
kunnen bijdragen. Tjallingii
denkt aan het ontwerpen van
systemen en van een infra
structuur voor het gebied, die
zijn aangepast aan het land
schap.
Als voorbeeld noemt hij het
transport van goederen en de
afvoer van melk. De technische
systemen in de melkveehoude
rij zijn op dit moment van dien
aard dat voor een moderne
ontwikkeling in Midden Delf
land de wegen verbreed zou
den moeten worden, de brug
gen verzwaard en ga zo maar
door. in de ogen van Tjallingii
moet het mogelijk zijn om een
transportsysteem te ontwerpen
dat niet zulke eisen aan de
aanpassing van het gebied
stelt. Kleine containers bijvoor
beeld, die in een grote contai
ner op de centrale punten wor
den aangevoerd en door de
boer zelf daar worden gehaald.
Een ander voorbeeld is het
grondwaterpeil. Voor een mo
dernisering van de veelteelt in
Midden Delfland is verlaging
van het grondwaterpeil nood
zakelijk om de bodem steviger
te maken. Verlaging van het
grondwaterpeil betekent ech
ter ook het verlies van karakte
ristieke planten en de daarvan
afhankelijke dieren. Technisch
is het al mogelijk om het be
staande grondwaterpeil in Mid
den Delfland te handhaven en
slechts incidenteel tot verla
ging over te gaan. Die syste
men 2ouden verbeterd kunnen
worden.
Zoals gezegd past het voor
stel van Tjallingii in het stre
ven om het gebied Midden
Delfland open en gevarieerd
te houden. Een streven, dat
door alle bestuurlij'ke autori
teiten in ieder geval met de
mond wordt beleden. Midden
Dellland moet dienen als een
landelijke buffer tussen de
stedengordei langs de water
weg en het stedelijk gebeid
van Delft, Den Haag en Rijs
wijk.
tn feite is het het laatste stukje
landelijk gebied in de zuid
westhoek van Zuid-Holland.
Temeer daar het tuinbouwge
bied van het Westland met zijn
kassen eerder een stedetijk
dan een landelijk karakter
heeft.
Nu blijkt echter dat je in theo
rie het er wel over eens kunt
Zijn dat een gebied als Midden
Delfland bewaard moet blijven,
maar dat dat in de praktijk nog
met zo simpel is. Er worden
namelijk allerlei claims op ge
legd. Steden willen meer wo
ningen bouwen, de roep om
voorzieningen voor massare-
creatie wordt sterker - overi
gens ook door de waanzinnige
bouwwijze in moderne stads
wijken - de landbouwers of in
ieder geval hun organisaties
willen mee opgestoten worden
in de vaart der volkeren en
tenslotte stelt het verkeer zijn
eisen.
Die eisen komen overigens wel
zeer schrijnend tot uiting in de
plannen voor de aanleg van
een rijksweg tussen Rotterdam
en Den Haag, waarvan het tra
cé dwars door Midden Delf-
lartd loopt. Rijksweg 19 moet
dat worden om vanuit de 8e-
neluxtunnel een verbinding te
krijgen met Den Haag. AI deze,
al dan niet legitieme eisen, ver
oorzaken een druk op hel stre
ven om het gebied open en
landelijk te houden. Bestuurlijk
kon men die druk in feite niet
tegenhouden, zonder nu direct
het hele gebied af te sluiten en
de interne ontwikkeling stop te
zetten. De wet op de ruilverka
veling voldeed niet voor het
sturen van de ontwikkeling in
het gebied, evenmin als de wet
op de ruimtelijke ordening bij
het weren van alle opties van
uit de steden op het gebied.
Twee jaar geleden heeft de
Tweede Kamer dan ook een
wet Reconstructie Midden
Delfland aangenomen. Een
aparte wet voor een apart ge
bied. De wet is te beschouwen
ais een voorloper van de nieu
we wet op de Landinrichting,
die de oude ruilverkaveling-
swet moet gaan vervangen.
Dus afgezien van de recon
structie van Midden Delfland is
de reconstructiewet ook nog
een experiment in ruimtelijke
ordening en landinrichting.
Op dit moment is een bij de
wet ingestelde reconstructie
commissie bezig met het inza
melen van visies van belang
hebbenden op het gebied.
Daaruit moet een structuur
schets voor het gebied ont
staan, een globaal plan voor
het gebied. Met allerlei in
spraakrondes en uitwerkingen
moet tegen 1983 begonnen
worden met de reconstructie.
Het voorstel zoals dat door
Tjallingii is geopperd is een bij
drage voor de ontwikkeling
van een structuurschets. Tjal
lingii zit trouwens zelf in de
subcommissie landbouw van
de reconstructiecommissie.
Al deze bestuurlijke activitei
ten moeten ervoor zorgen
dat het karakter van Midden
Delfland behouden blijft.
mens er zijn activiteiten begon
was Midden Delfland een ge
bied dat in verbinding stond
met de zee. In het veengebied
ontstonden kreken, waarin klei
werd afgezet. Later zijn door
inklinking van het veen die
kleiruggen boven het omlig
gende gebied gaan uitsteken
en vormden de plaatsen voor
bewoning en wegen,
in een tijd dat het landschap
niet bedijkt was ontstonden
dorpen op de hoger gelegen
delen en van daaruit werd de
verdere ontginning van het ge
bied ter hand genomen. Veel
van de nu nog aanwezige wa
terwerken, dijken en kanalen
dateren uit de middeleeuwen.
Al in de Romijnse tijd blijken er
nederzettingen te zijn geweest.
moet een functie uitoefenen
ten behoeve van de recrea
tie, de landbouw moet er blij
ven, het landschap moet zo
veel mogelijk in stand blijven
en het milieu moet geva
rieerd blijven.
Met name de landbouw zit op
het ogenblik klem. Door het ja
renlange gepraat is de ontwik
keling van de daar voorname
lijk beoefende rundveehouderij
in feite tot stilstand gekomen.
Boeren die niet weten waar ze
aan toe zijn, of ze nog wel kun
nen blijven en hoe ze dan zul
len moeten opereren zijn wei
nig geneigd tot investeringen
of zelfs tot opknappen van het
aanwezige materiaal. Door de
je steeds meer koeien moest
gaan houden.
In de toekomst is het niet on
mogelijk dat er naamloze ven
nootschappen ontstaan met
vierhonderd en meer koeien.
Bij de ontwikkeling is de melk
prijs zo laag gehouden, dat
een boer maar weinig wins
tmarge per koe heeft. Om toch
een zeker inkomen uit zijn be
drijf te halen moet hij wel zijn
omzet (meer koeien) vergroten.
Wat Tjallingii voorstelt is niet
om steeds meer koelen per
bedrijf te nemen, maar om de
kosten per koe terug te bren
gen. Op die manier wordt de
marge groter, waardoor de
boer ook 2ijn inkomen kan ga
randeren. Dus minder investe-
Karakteristiek voor het gebied
is de eeuwenlange wisselwer
king die er heeft plaatsgevon
den tussen mens en natuur.
Wat bijvoorbeeld uit vroeger OmirlIC
tijden nog te zien is, is het pa
troon van bebouwing, dat aan
sluit bij de in het gebied lig
gende kreekruggen. Voor de
Zelfs is er een terrein waar be
wonerssporen uit de Uzertijd
zijn aangetroffen. De invloed
van de mens in het gebied
heeft ook gevolgen gehad voor
de natuur. Er is een zeer speci
aal milieu ontstaan, voorname
lijk als gevolg van het zwak-
brakke grondwater. Soorten
en de samenstelling van de
hoeveelheid planten zijn voor
Midden Delfland zeer karakte
ristiek. Ook voor de vogels is"
het gebied van belang als
broedplaats en als pleister
plaats op de trektocht.
Binnen de reconstructie van
Midden Delfland worden vier
claims gelegd. Het gebied
onzekerheid treedt zelfs een
zekere verpaupering op.
Volgens Tjallingii is het toewij
zen van een gedeelte van het
gebied aan de landbouw zon
der beperkingen een heilloze
weg. De modernisering zou in
dat deel van het landschap ge
weid aandoen, terwijl in de an
dere delen - toe te wijzen als
landschapsbehoud of recreatie
- de eeuwenoude wisselwer
king boer-landschap wordt
verstoord- Wat Tjallingii in feite
voorstelt met zijn onderzoek
naar andere methoden van
veeteelt bedrijven »s een door
breking van het landbouwbe
leid in ons land. Dit is sinds de
oorlog gericht geweest op
schaalvergroting en produktie-
verhoging. Op bedrijfsniveau
heeft dat tot gevolg gehad, dat
ren, minder aflossing, minder
krachtvoer en kunstmest.
Tjallingii stelt voor om in Mid
den Delfland een aantal proef
bedrijven op deze grondslag te
beginnen om de mogelijkhe
den (ook de technische) te be
zien. Wat de inrichting van het*
gebied betreft zou men onom
keerbare ingrepen als polder-
peilverlaging en wegenaanleg
niet zonder meer moeten
doen, maar eerst naar alterna
tieven zoeken en inzicht in ef
fecten moeten krijgen. De be
doeling is dat er in Midden
Delfland een economisch
werkbare landbouw wordt ge
vestigd. Het is namelijk ook
mogelijk om In het kader van
de reconstructs van het ge
bied aan boeren die er wonen
een vergoeding te geven voor
het feit dat ze geen investerin
gen kunnen doen en daardoor
minder inkomsten krijgen.
De boer ais parkwachter, zoals
dat enigszins smalend wordf
genoemd. Tjallingii zegt daar
niet voor te voelen, omdat het
in een tijd van bezuiniging
vaak deze uitgaven zijn waarop
men tracht te beknibbelen.
Ook de boeren zelf voelen er
weinig voor in overheidsdienst
te komen en dat vormt voer
beheersvergoedingen een mei
geringe psychologische drem
pel
Het is trouwens niet de be
doeling om in Midden Delf
land de heimwee naar oude
tijden te doen herleven. Uit
gekiende technische hulp
middelen zullen zeker nood
zakelijk z5jn
Maar dan wel hulpmiddelen die
aan het landschap zijn aange
past en die, dat is een ander
doei van de ideeen van Tjallin
gii, zoveel mogelijk de werkge
legenheid in de landbouw In
Midden Delfland handhaven.
Juist door er de nadruk op te
leggen dat het niet de bedoe
ling is om de „landman" weei
in het heden terug te roepen »s
het plan van Tjallingii niel
slecht gevallen. De boeren ne
men het in ieder geval serieus
en dat is al een hele stap ver
geleken met de tijd dat hei
woord alternatieve landbouw
heel het groene front deed
gniffelen.
Ook de TH zou een bijdrage
kunnen leveren aan het vorm
geven van een alternatief voor
Midden Delfland. In feite ge
beurt dat al. De vakgroep
Landschapskunde en Ecologie
waar T|allingii werkt, houdl
zich al jaren bezig met Midder
Delfland Vooral als praktisch
voorbeeld in de studie var
aankomende stedebouwkundi
gen en planologen. Vanuit dit
bezigheid is ook een zekert
betrokkenheid met hel gebiec
gegroeid. De bijdrage zou ook
vorm kunnen krijgen doordal
op de TH technische systemer
worden ontwikkeld om alterna
tieve landbouw en landinrich
ting mogelijk te maken. De
ontwerpen zouden samen mei
de boeren kunnen worden ont
wikkeld als alternatief voor d«
huidige methode. De voorge
stelde proefboerderijen zouder
daartoe kunnen dienen.
Want uiteindelijk blijft de ont
wikkeling van Midden Delf
land toch een zaak van dt
boeren. Zoals dat al eeuwen
lang gebeurt.