musea iiï Huiscomputer m opmars ledereen ont< ekt het w e: opnieuw Deiftse hoogleraar leidt programmeurs „van hogere orde" op maakt uit of de rerokraeht r of minder moet worden, of helemaal moet wegvallen om voorkomen dal de rëmirtérii&iokkexeu. De... j VD/SC/WW maandag 21 januari 1980 Delft De huiscomputer is in opmars. Zoals gebruike lijk met dit soort apparaten gebeurt dat vanuit de Vere- nigde Staten. Daar gaat het hard. Sommige fabrikanten van dit geavanceerde „speelgoedzien hun omzetten verdubbelen. De prijzen worden ook steeds aantrekkelij kerVolgend jaar zo wordt verwacht zuilen er huis- computers te koop zijn van rond de duizend dollar. Ingewijden in dc computer- en microprocessorbranche verwachten ook in Europa een groeiende markt en een sterke toename van het aantal huiscomputers over een jaar of vijf. Een jaar of vijf terug kwam als doe het zelf pakket) de eerste huiscomputer op de markt. In 1977 was het eerste complete apparaat er. Vorig jaar werden er in de Vere nigde Staten 25Q.Q00 van die apparaten verkocht. Er komen steeds nieuwe produkten in deze branche op de markt. De fabrikanten knokken om het hardst om op de markt een zo groot mogelijk aandeel te krijgen. Vol gend jaar komt een huiscomputer op de markt met sen geheugen van rond 16.000 woorden. Die moet twaalf honderd dollar opbrengen (ongeveer2.400,-). Andere fabrieken maken goedkopere apparaten, maar daar zit ten danook wel beduidend minder mogelijkheden op. Ze moeten meer worden gezien als extravagant speelgoed, dat mede gebruikt kan worden als een soort van „mo dern huishoudboekje", om 's een voorbeeld te noemen. Delft Chips, microprocessors en huiscomputers. Over een paar jaar gaan ze als broodjes over de toonbank. Nu al kan iedereen een winkel binnenstappen om systemen te kopen die hem of haar alle mogelijke en gewenste informatie kan verschaffen. De industrie gaat in steeds grotere mate gebruik maken van het electronisch vernuft. Microprocessors en chips zitten al in een aantal apparaten, van wasmachines (tijdsehakelklokken) tot auto's (voor de anti- blokkeerinrichting). Ze regelen allerlei functies. Daarvoor zijn en worden ze geprogrammeerd. De mieorprocessor doet zijn intrede in het huishouden. Er zijn ook microprocessors te koop die in de volksmond wel huiscom puters worden genoemd. Het gast hierbij om een. samenstel van toet senbord en chip, microprocessor en beeldscherm. Een chip is een heel klein plat elektronisch instrumentje: tien- tot dertigduizend „schakelin gen" (transistortjes die niet met het blote oog waar te nemen zijn) op een paar vierkante millimeter. Zo'n chip kan een „geheugen" zijn, of een zogenaamde microprocessor of processorchip- In het laatste geval kun je er opdrachten mee laten uit voeren. Als je het instrumentje pro grammeert bijvoorbeeld voor een tijdsehakelklok van een wasmachi ne dan zorgt het ervoor, dat als de laatste spoelbeurt afgelopen is het water wordt weggepompt en di rect de wastrommel aan het centri fugeren gaat beginnen. Met compu ters heeft dit minder te maken dan we denken. Een microprocessor is niet hetzelfde als een computer" Met een computer kun je rekenen. Met een microprocessor kun je ook een heleboel andere dingen doen: de besturing van allerlei apparaten, van schrijfmachines, van onderde len van een automotor. Het is bij een microprocessor niet zozeer een kwestie van rekenen dan wel van organiseren. Van dingen op een rij tje zetten, sorteren. Het woord com puter is een beetje uit de oude tijd." Aan het woord is prof. dr. W.L. van der Poel, hoogleraar in de zuivere en toegepaste wiskunde aan de Technische Hogeschool te Delft. Van der Poel voorspelt dat „chips" overal in zullen komen: voorspel baar of onvoorspelbaar." De profe tie van een hoogleraar, die overi gens zegt dat je voor dit soort voor spellingen geen profeet hoeft te zijn. „Informatica" Prof. Van der Poel doceert aan de TH het vak „Informatica". Sommi ge mensen noemen dat eomputer- kunde. Maar dat is een term die de hoogleraar er liever uit wil hebben. „Ons gaat het om de methodiek van het omgaan met informatie. De ver werking van gegevens." Niet de bouw van computers en micropro cessoren vormt het terrein van de informatica, maar de „inhoud" van dergelijke machines. Programmeren dus. Het invoeren van instructies in de microprocessor, die met die in structies de opdrachten uitvoert die je geeft. Het gaat er bij prof. Van der Poels leerstoel om, mensen op te leiden tot programmeurs van „een hogere orde". Winkels in elektronica verkopen op steeds groter schaal huiscomputers. Eigenlijk geen computers, maar eer der microprocessors: een toetsen bord met geheugenchips en proces sorchips, dat geleverd wordt met een beeldscherm, of dat op een tele visietoestel kan worden aangeslo ten. Maar je kunt niet zomaar roet zo'n ding in de slag. Ais je zo'n ap paraat wilt gebruiken om bijvoor beeld de administratie van een sportvereniging bij te houden, tops- corerlijsten aan te leggen, muziek te programmeren en dat soort zaken dan zul je de programma's daarvoor zelf in dat apparaat moeten stoppen. En daar wordt dan nog wel wat rommelig mee omgesprongen, vindt Van der Poel. Platvoers „Met die microprocessors is het een héél wilde zaak.Het zijn allemaal pi- oniertjes die er mee bezig zijn. Ie- mensen op leiden tot pro grammeurs van een hogere orde..." door Jan van de Ven dereen ontdekt bij wijze van spre ken het wiel opnieuw. Iedereen be gint helemaal van voor af aan. Als of er helemaal geen kwart eeuw ontwikkeling in dit vak is geweest. Al dat soort machines werkt op het ogenblik met programmeertalen van de meest platvloerse soort. Men programmeert op de meest afschu welijke manieren. Het is met een microprocessor net als met een viool: geef je iemand zo'n ding in handen, dan kan hij er misschien een aardig end mee op weg komen door zelf te leren. Hij vindt heus wel waar de noten liggen, als hij een beetje gevoel voor muziek' heeft. Maar hij maakt zich dingen eigen waarmee hij later niet meer verder kan. Zo leer je met de micro processor op een ondoelmatige ma nier denken. Je komt er niet meer van af. Omscholen wordt moeilijk", aldus Van der Poel. En juist die programmatuur is het moeilijkste van de hele materie van de microprocessors. Zeker als het gaat om het maken van. program ma's voor het oplossen van moeilij ke problemen. Dat wordt dan een heel complexe zaak. Van der Poel: „Het is een kwestie van papier. De geheugens zijn leeg en je moet er wat instoppen. Dat is het werk dat wij hier doen. Ik heb achttien jaar bij de PTT op het researchlaborato- rium gewerkt. Als je het op de ke per gaat beschouwen doet de giro dienst niets anders dan optellen en aftrekken. Een overschrijving bete kent: van mijn saldo gaat iets af en bij een ander saldo komt er iets bij Dat lijkt alles. Een optelling en een aftrekking. Maar, je begrijpt natuur lijk dat 't niet zó eenvoudig ligt. Want... er moeten formulieren ge drukt worden, je moet sorteren, de dagtellingen moeten kloppen, rente- bijschrijvingen. Dat zijn program ma's voor duizend verschillende fa ses van het proces. Er zitten miljoe nen verschillende instructies in dat programma. Voor een mens is dat niet meer te overzien. Dat is de gro te moeilijkheid in dit vak. Een pro gramma voor een enkele optelling is flauw. Dat overziet iedereen. Maar zo gauw het ook maar iets ge compliceerder wordt komt er zoveel omheen dat een menselijk brein het gewoon niet meer omvatten kan. Daarom is programmeren het be heersen van complexiteiten." Het gaat om hogere wiskunde. Om de hogere programmeertalen. Die vormen de basis voor de program ma's die je in een computer of mi croprocessor stopt. Dat wil niet zeg gen dat je met dergelijke apparaten voor alle problemen een oplossing kunt vinden. „De mensen denken vaak dat als je maar goed genoeg nadenkt, dat alles opgelost kan wor den, maar er zijn problemen, waar in de wiskunde principieel geen op lossingen kan leveren", zegt de hoogleraar. Al in het begin van deze eeuw wa ren er wiskundigen die dingen uit dachten, die nu pas in de praktijk kunnen worden gebracht. Die pro blemen hebben aangegeven, die de computermensen gisteren bij wijze van spreken echt tegengekomen zi)n. Prof. Van der Poel geeft een aardig voorbeeld: „Eén van die pro blemen is het zogenaamde vierkleu renprobleem. In 1830 heeft iemand bewezen dat je elke landkaart in vier kleuren kunt drukken, zó, dat er nooit twee kleuren aan elkaar grenzen. In 1892 kwam er iemand die zei: dat bewijs deugt niet, er zit een fout in. Het heeft toen niette min tot 1977 geduurd voordat de stelling bewezen kon worden. Mèt een computer. Er waren drie moge lijkheden: de stelling klopte niet, c">«? stelling klopte wel, of... het wordt nooit bewezen dat de stelling al dan niet klopt. Twee jaar terug heeft ie mand het probleem aan de hand van 140.000 gevallen met de compu ter getest. Het klopte ,ïn alle geval len en daarmee werd de stelling be wezen." Geloof „Maar dan is het nog de vraag, ge loof je dat bewijs? Wat wil zo'n pak papier met allemaal instructies zeg- gen. Een onverkwikkelijke lijst. Eén cijfertje fout en het hele bewijs deugt niet meer. Moet ik het gelo ven? Het is een kwestie van bewijs- theorie. Zo'n bewijs kan ik met mijn mensenverstand nooit meer omvat ten. Dat is de essentie van het pro bleem. Ik heb te kleine hersenen om het probleem aan te kunnen. Het theoretisch besvijzen van de correctheid is op dit moment een le vensgroot probleem.Daar moet je geraffineerde methodes voor heb ben. En dat is nou ons vak." Wie (eigenlijk: welke leek) kijkt er niet met bange gevoelens naar de verdergaande technologische ont wikkelingen van microprocessoren en wat daar zoal bij hoort? Wat be tekent dat straks voor onze privacy. Kan iedereen straks zomaar alles over ons te weten komen? Maar we hebben het hier niet over een zaak van de techniek, vindt prof. Van der Poel. Het zit in het politieke vlak. Ten eerste is er een goede wet no dig. Die is er nog niet. In dat opzicht is Zweden ons voor. Dat land heeft wel een goede wet. Juridisch moet er bescherming komen, met daarbij alle rechten en plichten van ieder een die in de bestanden voorkomt. Dat je te weten mag komen wat er over je vastgelegd is in een politie register. En hoe die gegevens met elkaar in verband gebracht mogen en moeten worden. Daar moet een wet voor komen. Anders gaat het met die grote databestanden uit de hand lopen." „Je kunt met de computer databes tanden heel goed beveiligen. Elk sy steem is te kraken, maar er zijn wel beveiligingen in te bouwen. Het ontwerpen van systemen die goed te beveiligen zijn, is danook een van de facetten van ons vak. Heeft de mens op den duur nog wel iets anders te doen dan uit te den ken wat voor programma's er in een microprocessor of computer gestopt moeten worden? „De werkgelegen heid? Ja, dat is natuurlijk de grote vraag. Typografen bijvoorbeeld. Ze sputteren. Hun handwerk, hun am bacht gaat verloren. Nieuwe machi nes hebben het overgenomen. Doen het werk veel beter. Veel sneller bovenal. Letterzetters zijn niet meer nodig. Mensen wel. Mensen die de tekst in 't geheugen van een compu ter stoppen." Je verliest banen, maar op andere gebieden komen er weer arbeidsplaatsen bij. Wie moet de machines onderhouden? Wie moet ze ontwerpen? Wie maakt de programma's? Het vak program meur, daar zijn nieuwe banen in te vinden. Maar... er moet omge schoold worden. Ik geloof zeker niet in minder banen. Het geestdodende werk gaat er uit." Vroeger had je toch klerken en het grootboek. Toen de schrijfmachine er nog niet was werd de administra tie op een groot kantoor bijgehou den door honderden klerken met de kroontjespen." Toen een jaar of wat geleden ie mand het nieuws haalde met de uit spraak dat binnen een paar jaar het zakrekenmachientje minder dan vijfentwintig gulden zou kosten, werd hij bijkans voor gek ver klaard. Maar je kunt die dingen (een kastje met toetsjes en één chip) nu voor minder dan twee tientjes in een warenhuis krijgen. Prof. Van der Poel: Vijf jaar geleden kostte zo'n zakcalculator rond de achthon derd gulden. Neem nou de mechani sche rekenmachines. Ze zijn niet meer te koop. Want wat daar aan tandradertjes en fijn mechanica in zit... Dat is onbetaalbaar geworden. Dat kan niet meer. Dezelfde weg gaat het met de schrijfmachine. Dat kan ik rustig zeggen. Daar hoef ik ook geen profeet voor te zijn. Als je die moderne machines ziet. De let ters worden gevormd door zeven puntjes die razendsnel op een lint tikken. Er zitten bijna geen bewe gende delen meer in. Over vijf jaar heb je een elektronische schrijfma chine. Je tikt een zin in. Die komt netjes op een schermpje. Je kunt verbeteringen aanbrengen. Je drukt op de knop en de brief wordt uitge tikt Dat zijn de zogenaamde word- processoren. Over een jaar of vijf komen ze op de markt Geen fijn- mechanica meer. Een plastic kasje. Een paar chips. Je kunt er veel meer mee doenZe zijn veel goed koper. Alleen... eerst moeren de pro- dukilekosten teruggewonnen zijn." Is de chip ook een middel om een grotere veiligheid te bewerkstellig gen? Van der Poel: „Natuurlijk. Ze* zijn ontzettend veel betrouwbaarder dan alle mechanische toestanden bij elkaar. Dat geloofden de mensen eerst niet Zelfs bij technici kwam dat maar moeilijk door. De electro nics maakt tien ordes minder fou ten. De grote elektronische reken machines draaien tienduizend uur lang volledig foutloos met een mil joen handelingen per seconde. Dat is onvoorstelbaar. Elke mechanische rekenmachine is na tienduizend handelingen wel een keertje vastge lopen. Door een stofje of een vuiltje dat is blijven hangen." „Auto's met een anti-blokkeerin- richting zijn veiliger. Zoiets hadden eigenlijk alle auto's al moeien heb ben. Je kunt er niet meer mee in een slip komen. *t Is nu alleen nog onbetaalbaar." Veiliger systemen dus. En ook de anti-blokkeerinrich- ting (als voorbeeld) is een kwestie van chips en micro-processoren, waarvan Van der Poel verwacht dat iedere auto er over een aantal jaren wel een stuk of twintig zal hebben. Een van de door microprocessors bestuurde systf m<n is d anüblokkei jinri 'hi ngr voor autoremmen Daimler-Ben* heeft in samenwerking met Bosch een dergehik systeem ontwikkeld. Het is nu alleen nog in dure auto's te vinden Want het anti- blokkrersystcem zeil kost al migewei 3.500 gulden Hoe werkt het sssteem* Aan de en vertragingen van de wielen aftasten. Als de bes-tuurdcr remt ges en deze voelers hun

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1980 | | pagina 4