EXTRi
1
Experiment met haken en ogen
Miifc
4 maandag
11 februari 1980
VD/SC/WW
Schoonhoven Wanneer
Margreet Laméris-van
Zadelhof geen liedje ringt in
Lekkerkerk vertelt zij
misschien een verhaaltje in
Schoonhoven o£ steekt zij een
handje toe in Gouderak. Even
groot is de kans dat u haar in
Waddinxveen of Zevenhuizen
tegen het lijf loopt. Waar dat
noodzakelijk is wordt Margreet
Laméris ingezet in bet
onderwijs van Midden
Holland. Met nog twaalf
anderen maakt zij deel uit van
de vervangingspool Midden
Holland, ook wel bekend als
de „Vliegende Brigade"; een
onderwijsprojekt met
experimenteel karakter dat in
oktober van het vorig jaar
gestart is.
Kort nadat de heer Pais op het
Ministerie van Onderwijs en
Wetenschappen het roer van
zijn voorganger Van
Kemenade heeft overgenomen
lanceert hij een plan, waarin
hij met een aantal maatregelen
komt die gezien de grote
werkeloosheid in onderwijs en
aanverwante sferen moeten
bijdragen om een aantal
mensen versneld aan werk te
helpen. In dit naar het jaar van
verschijnen genoemde
Aktieplan "78 kondigt de
minister aan de mogelijkheid
te willen onderzoeken tot het
in het leven roepen van
zogeheten vervangingspools.
Circulaire
Doel en nadere richtlijnen zijn
neergelegd in een circulaire die be
sturen en hooiden van scholen van
openbare en bijzondere scholen
voor Ideuter, gewoon lager en bui
tengewoon anderwijs op 16 mei 1979
ter kennisneming op hun bureau
vinden.
„Onder een vervangingspool wordt
verstaan", lezen wij in het betref
fend schrijven, „een groep van on
derwijsgevenden (onderwijzers en
kleuterleidsters) in dienst bij een
bevoegd gezag en aangesteld met als
taak: a) als vervanger werkzaam te
zijn als er aan de school een onder
wijsgevende afwezig is en b) als er
zich geen afwezigheid voordoet al
gemene ondersteunende werkzaam
heden van onderwijskundige aard
te verrichten". De deelnemers aan
de pool moeten bereid zijn hun
werkzaamheden aan telkens ver
schillende scholen te verrichten.
Voorts moeten zij zich zonodig op
een eerste aanwijzing naar een an
dere school begeven. Zij moeten dus
de gehele week inzetbaar zijn. Met
deze pools beoogt de minister de
vervanging op scholen te doen
plaatsvinden door onderwijsgeven
den met een vastere positie. Ver
vangers hebben in tegenstelling tot
krachten met een volledige baan
een onzekerder rechtspositie. Zij
hebben in het algemeen ook een
enigszins lagere bezoldiging. De
deelnemers in een pool daarentegen
ontvangen het normaal geldende sa
laris. Tevens geld voor hen de ge
bruikelijke rechtspositionele bepa
lingen. Stichting van een pool kan
alleen dan geschieden wanneer er
een relatief groot aantal scholen bij
betrokken zijn. Alleen een bevoegd
gezag (gemeente of schoolbestuur)
kan zich voor deelname aanmelden.
Voorwaarde is dat op de diverse
scholen (van één soort) die onder
dat gezag ressorteren in totaal ten
minste 100 onderwijsplaatsen aan
wezig zijn. Bovendien moeten zij be
antwoorden aan de eis van bereik
baarheid.
Sub-regio
Op grond van de voorwaarden in
genoemde circulaire kon worden
geconcludeerd dat geen enkele ge
meente in Midden Holland, met uit
zondering van de gemeente Gouda,
een of meer onderwijsplaatsen kon
claimen. Slechts door samenwer
king van de gemeenten bestond de
mogelijkheid uitvoering te geven
aan het ministeriele initiatief en
daarmee aan de structurele proble
matiek van de werkeloosheid onder
onderwijsgevenden. Bij voltallige
deelneming zou er voor kleuter- en
lager onderwijs een pool gesticht
kunnen worden van 16 mensen,
waarmee een bedrag van circa
ƒ800.000,- gemoeid zou zijn.
Van de 24 aangeschreven gemeen-
reageerden er 18 positief, terwijl
5 een afwijzend standpunt innamen.
ten 1
De Vliegende
Brigade van
Midden Holland
Juffrouw
Margreet heeft
een groeps-
gesprekje met
haar tijdelijke
kleuters in
Lekkerkerk.
In een gemeente was nog behoefte
aan meer overleg. Zij trad later als
nog toe. Een en ander mondt uit in
een gezamenlijk verzoek aan de mi
nister om te komen tot een vervan
gingspool. Op 1 augustus komen de
beschikkingen af. De Midden Hol
land gemeenten krijgen voorlopig
voor het schooljaar "79/'80 rijksver
goeding voor 13 extra onderwijs
plaatsen: 3 voor het kleuteronder
wijs, 10 voor het lager onderwijs, O-
penbaar onderwijs wel te verstaan,
want het bijzonder en buitengewoon
onderwijs zijn inmiddels afgevallen.
Gelet op de deelname van het aan
tal gemeenten wordt besloten Mid
den Holland op te delen in drie sub-
door
Phine
O verbeek
Mevrouw
Noteboom van
Midden
Holland
coördineert de
werkzaam
heden vanuit
Gouda.
regio: de stad Gouda, 8 gemeenten
boven de Hollandsche IJssel en de 9
gemeenten van de Krimpenerw-
aard. Coördinatie en uitvoering van
de poolregeling zal geschieden via
het Bureau Algemene Zaken en
Welzijn van het Intergemeentelijk
Overlegorgaan Midden Holland. De
kosten die niet in aanmerking ko
men voor rijksvergoeding neemt dit
orgaan voor zijn rekening.
Begin september wordt een sollicita
tieprocedure gestart. „Eigen wach
tgelders" gemeten daarbij voorrang,
alsmede kort- en lang uitkering-
trekkenden.
Vrouwen
Gezien de grote werkeloosheid in
het onderwijs blijft het aantal solli
citaties beneden de verwachtingen.
Met name uit de Krimpenerwaard
melden zich weinig gegadigden.
Vermoedelijk zijn enkele voorwaar
den zoals het beschikken over eigen
vervoer of het wonen in de regio
daar debet aan. Na de selektie blij
ken er 13 vrouwen te zijn uitgerold.
Dat is volkomen onbewust ge
beurd", stelt mevrouw P. M, Note
boom, coördinatrice van het geheel
nadrukkelijk. Typisch vindt zij het
wel. „Misschien willen mannen toch
liever een vaste baan. Misschien
stellen vrouwen zich wat flexibeler
op". Een verklaring kan zij er niet
voor geven. Het selektieteam heeft
er naar gestreefd mensen met erva
ring in te zetten", vervolgt zij, „Het
is een zware baan, die heel wat aan
passingsvermogen vereist Ter bege
leiding van projekt en deelnemers
in deze experimentele fase is een
begeleidingscommissie werkzaam,
die onder leiding staat van de heer
Van Dijk, onderwijsgedelegeerde
van de gemeente Gouda.
Nadat de telefoon aanvankelijk bij
toerbeurt door drie personen werd
waargenomen is dit om praktische
redenen teruggebracht tot een per
soon, Vanaf half acht 's ochtends is
mevr. Noteboom op haar privéadres'
bereikbaar. Na half negen neemt zij
de zaken waar vanuit het kantoor
aan de Hoge Gouwe.
In eerste instantie is de pool inge
steld ter vervanging bij ziekte. Vol
gens mevr. Noteboom wordt er
flink gebruik gemaakt van haar
vliegende vrouwen. Zij bespeurde
wel een zekere gewenningsperiode.
Vooral bij die hoofden van scholen
die ten allen tijde een invalster ach
ter de hand hadden. Dezen moesten
aan de kant worden geschoven om
de vreemde eenden uit de pool bin
nen te laten. Door een achterdeurtje
werden zij later toch weer inge
haald; zij het met mate. In geval
van buitengewoon verlof mag men
van hun diensten gebruik maken,
omdat dit moeilijk inpasbaar bleek
in de poolregeling.
Nu men het verschijnsel wat langer
kent, het geheel soepel loopt wor
den de reakties enthousiaster. De
heer P. van Grondelle, hoofd van
de openbare lagere school De Ko
meet te Schoonhoven heeft twee
maal een beroep op de pool moeten
doen, wat hem uitstekendbevallen
is. Hij heeft slechts positieve erva
ringen. Hij hoopt dat het niet bij een
experiment zal blijven. Nadeel
vindt hij dat men pooldeelnemers
het eerst zal benaderen in geval van
een vakature. Hij vreest op die ma
nier een te snelle wisseling onder de
deelnemers.
Mevr. Noteboom daarentegen deelt
deze vrees niet. Zij juicht dit van
harte toe. „Daar is het immers alle
maal om begonnen. Om mensen aan
werk te helpen. Wij stimuleren hen
dan ook om te blijven solliciteren.
Twee mensen zijn via de pool al aan
een vaste baan geholpen". Nieuwe
krachten, die over de Vliegende
Brigade gehoord hebben, melden
zich zelf aan bij Midden Holland.
Praktijk
Van de dertien vrouwen zijn er vijf
werkzaam in de Krimpenerwaard.
Margreet Laméris is de enige kleu
terleidster. Deze 23-jarige, in Gouda
geboren, inwoonster van de Zilver
stad, studeerde in 1977 af aan de
Kleuterkweek aan de Lange Hille-,
weg te Rotterdam. Pas in december
van dat jaar vond zij werk zaan de
Jan Korteland school te Schoonho
ven, maar werd ctoor het afnemend
leerlingenaantal aï spoedig overbo
dig. Vond weet êèn tijdelijke baan
in Moordrecht, doch zat een jaar la
ter andermaal zonder werk. Tot het
arbeidsbureau haar verzocht te sol
liciteren naar een plaats in de ver
vangingspool. In haar eentje moet
zij negen gemeenten bedienen.
Sinds zij op 22 oktober jl. haar werk
begon is zij al zo'n 27 keer opgeroe
pen om in te vallen.
Om in te vallen in haar eigen Krim
penerwaard en daarbuiten, want de
vervangsters zijn onderling uitwis
selbaar tussen de regio.
Tot 's ochtends half negen verkeert.
Juffrouw Margreet in het ongewisse
over haar werkkring voor die dag.
Is zij niet opgeroepen dan gaat zij
naar haar thuisschool". Tijdens de
eerste maanden was dat De Blok
kendoos in haar woonplaats welke
zij in januari geruild heeft voor
kleuterschool De Robbedoes te Gou
derak. Maar daar zult u haar niet
vinden aangezien zij op dit moment
een zieke collega vervangt op de
Prinses Irenekleuterschool te Lek
kerkerk. Op de thuisschool wordt
zij geacht ondersteunende werk
zaamheden te verrichten. In de
praktijk blijkt dat echter een moei
lijke zaak. Margreet kan zich niet
aan de indruk onttrekken dat be
doelde werkzaamheden te vaak ge
zocht moeten worden. „De klassen
zijn tegenwoordig niet zo groot
meer. In een klasje van pakweg
twaalf kinderen zijn twee mensen
echt te veel", vindt zij. In de eerste
maanden heeft Margreet Laméris
de voor- en nadelen aan den lijve,
ondervonden. Zij kan de regeling
waarschijnlijk het best aan de prak
tijk toetsen. Voordelen vindt zij het
ontmoeten van veel mensen, het op
doen van een schat aan ervaring die
een gunstig perspectief biedt bij
eventuele sollicitaties, het niet hoe
ven bijwonen van „verplichte num
mers" als vergaderingen e.d., alsme
de het kostenbesparende aspect
Maar zoals iedere medaille heeft
ook ijpt invallen een keerzijde.
Zij somt op: „Invallen is ontzettend,
moeilijk. Het steeds maar weer,
moeten aanpassen vergt verschrik
kelijk veel van je. De collega's zijn
vreemd. De kinderen ken je niet zo
goed. Je moet op dezelfde manier
werken als hun eigen juf, want
kleuters zijn erg gevoelig voor een
vertrouwd patroon. Je moet ook
niet proberen hun eigen leidster te
verdringen. Tegenover je collega's
moet je je wat op de vlakte houden,
vooral niet meteen met kritiek aan
komen. Jouw persoon wekt soms
wat wrevel omdat ze een vaste in
valster moeten passeren". Margreet
Laméris heeft het idee dat veel
scholen enigszins overrompeld zijn
door dit projekt- Misschien niet zo
vreemd, de korte aanlooptijd in
aanmerking genomen. Misschien
ook hebben de gemeenten weinig of
geen ruggespraak gehouden met de
betrokken scholen. „Je wordt echt
niet overal met open armen ontvan
gen".
Midden Holland onderkent deze
verschijnselen wel degelijk. „Men is
vaak wat eenzaam bezig", beaamt
mevrouw Noteboom. Daarom wor
den regelmatig bijeenkomsten be
legd waar de vervangsters hun er
varingen kunnen uitwisselen en de
begeleidingscommissie hun proble
men kunnen voorleggen.
Met name de poolers in het lager
onderwijs blijken met heel wat
moeilijkheden te kampen te hebben.
Van hun wordt een nog grotere soe
pelheid gevraagd.
Evaluatie
Op last van de minister zal aan het
einde van het schooljaar een evalua
tie van het experiment plaatsvin
den. Mevrouw Noteboom drukt zich
voorzichtig uit als ze stelt „te menen
dat een en ander in een behoefte
voorziet". Verder wil zij niet gaan.
Uiteindelijk moet de minister beslis
sen over stoppen of doorgaan.
Dan pas weten Margreet Laméris
en haar collega's wat er na dit jaar
voor hen in zit. Zij blijft solliciteren,
want „ik heb nog geen moment spijt
gehad dat ik voor kleuterleidster
heb gekozen. Ik heb over het alge
meen weinig zonder werk gezeten,
al had ik het ongeluk dat ik steeds
weer moest afvloeien. Een eigen
klas blijft toch het meest ideale,
voor jezelf en voor de kinderen. En
ik blijf in het onderwijs", voegt rij
er strijdlustig aan toe. „Want ben je
er eenmaal uit dan kom je er als ge
trouwde vrouw gegarandeerd niet
meer in".
Aan Minister Pais het verlossende
woord.