rait
Weersverwachting steeds
vaker 'natte' vingerwerk
Meisjes weten
wat ze willen*
i
In de winter kom je
op het slechte pad'
De zorgen van een weer-amateur
TÉf§#
Maassluise
mode
ontwerpster
Casja Swertz:
Asymetrisch
Natte vingerwerk
Schadelijke
invloed
'Jl,
mm
Wérken in de
voorjaarszon
De postbode: R. Koofstra
vrijdag
28 maart 1980
YD AS C/WW
door
Marl
Timmermans
Op, om en in
zijn huis is de
benodigde ap
paratuur te vin
den die Tom
bij zijn waarne
mingen ge
bruikt. Op het
dak bijvoor
beeld staat
deze windme
ter.
Met iemand als Tom Bruin
moet je geen vrijblijvend
praatje over het weer
beginnen, want dat loopt
onvermijdelijk op een
teleurstelling uit. Tom Bruin is
de enige amateur-weerkundige
in Vlaardingen en voor hem is
praten over het weer niet iets
wat je zomaar bij de kapper
onder het mes doet. Al meer
dan tien jaar doet hij
waarnemingen over het weer
in Vlaardingen en geeft zijn
bevindingen trouw door aan
de Vereniging van
Weeramateurs, die er op haar
beurt het KNMI mee van
dienst is.
Lang voordat Tom lid werd van
deze vereniging deed hij al voor
zichzelf aan weersregistratie en zo
doende kan hij laten zien hoe het
weer van dag tot dag in Vlaardin
gen gedurende zestien jaar geweest
is. Ondanks het feit dat hij iedere
dag minstens één uur aan het weer
besteed is Tom niet tot hèt doen van
Casja Swertz begon een aantal
jaren geleden zoals zoveel
jonge moeders beginnen. Zelf
de kleertjes maken voor een
kleine dochter blijkt nu
eenmaal een voldoening
gevende bezigheid en is altijd
voordeliger dan kant en klaar
kopen. Maar al gauw werden
de brave voorgetekende
patroontjes terzijde geschoven
en ging ze naar eigen smaak
en inzicht te werk. Het
resultaat was dat vriendinnen
en buurtjes bij haar aanklopten
met het verzoek om voor hun
Marike, Geertje, Janneke of
Paultje ook eens zo'n origineel
jurkje, jakje, hesje of broekje
uit de naaimachine te toveren.
Nog later, toen haar huwelijk
ontbonden was en ze voor de
keus stond om öf van een
uitkering te leven óf zelf de
kost te verdienen was het niet
moeilijk om voor het laatste te
kiezen. Te meer omdat haar
werk als ontwerpster van
kinderkleding werd
aangeboden en zij van haar
hobby haar beroep kon
maken.
ïn 1978 waagde ze de sprong en
opende ze haar eigen boetiekje voor
kinderkleding, ..Pinkie" in de
Maassluise Boogertstraat. „Alles wat
tot nu toe de deur is uitgegaan was
eigen ontwerp en uitvoering" ver
telt Casja Swertz nu niet zonder
trots. „In „Pinkie" vind je geen
stukje confectie. Bij het ontwerpen
van de kinderkleertjes laai ik me
volledig leiden door m*n eigen
smaak en ideeen. Ik word geïnspi
reerd door de stoffen die voorhan
den zijn, maar vooral door de type
kindertjes die ik op straat tegen
kom: door wat ze leuk vinden, wat
ze grappig staat en wat ze lekker zit
Hoewel het „Ot en Sien"-stijltje ei
genlijk al een beetje „uit" is blijft
Casja het vervaardigen en grif ver
kopen. In „Pinkie" hangen nu ook
jurkjes en jakjes in de allernieuwste,
asymetrische stijl die geënt werd op
de „grote" mode. Maar de kinderen,
en vooral de meisjes, willen daar
nog niet aan. „Ze blijven hun voor
keur houden voor de nostalgische
kleertjes met de stroken en ruches
en bloemetjes en schortjes.", vertelt
ze. „Meisjes van drie vier jaar we
ten precies wat ze willen: dat jurkje
en geen ander. Vaak blijken ze dan
feilloos gekozen te hebben wat ze
het beste staat. Jongetjes zijn totaal
anders als ze kleren komen kopen
met hun moeder. In hoeverre een al
dan niet opgelegd rollenpatroon
hierin meespeelt maar zolang ze
klem zijn kan het ze niet zo veel
schelen en als ze iets groter worden
hebben ze maar één criterium: het
moet stoer zijn".
De toeloop naar „Pinkie" was er de
oorzaak van dat Casja Swertz on-
door
Tineke
Diepenhorst
Casja Swertz:
„Ik volg
gewoon m'n
eigen smaak"
langs het pandje ernaast ook maar
huurde en daar kleding voor tieners
en jeugdige moeders ging verkopen.
„Een groot deel is ook weer eigen
ontwerp en dus exclusief" vertelt
ze. „Net als bij Pinkie hangt er
maar één exemplaar in iedere maat
in m'n winkel. Maar om deze collec
tie compleet te maken heb ik in
„Pink's Fashion" ook wat confectie
moeten binnenhalen".
Net als bij de „Pinkie'-modellen
laat Casja Swertz zich bij het ont
werpen voor de grotere kinderen en
hun jeugdige moeders leiden door
haar eigen smaak, de stoffen die
voorhanden zijn en vooral de men
sen voor wie deze mode is bedoeld.
Het worden modieuze, draagbare
modellen, die alle iets eigens heb
ben. Diploma's heeft Casja Swertz
niet, maar ze heeft het wel duidelijk
„in haar vingers".
„Hoewel ik natuurlijk wel op de
hoogte ben met bepaalde trends
weet ik met of nauwelijks wat de
grote modehuizen in Parijs voor
schrijven" zegt ze, terwijl ze tevre
den naar de rekken met kleding
kijkt waarmee haar twee boetieks
gestoffeerd zijn. En biecht dan haar
droomwens op. Eén keer die extra
vagante super-creatie te kunnen
maken, zonder op tijd of op kosten
te hoeven letten; de creatie waarin
ze haar hele ziel en zaligheid kan
leggen en zich helemaal in kan uit
leven.
„Maar die droom zullen we voorlo
pig maar begraven," besluit ze
nuchter.
weersvoorspellingen te bewegen.
„Hoe meer je je in klimaat en
weersverschijnselen verdiept, hoe
meer het ie duidelijk wordt dat er
zeker op langere termijn helemaal
niets met zekerheid te zeggen is.
Hooguit kan je tendenzen aangeven
of een beroep doen op statistische
regelmaat, maar ik heb nog nooit
het gevoel gehad dat ik enige „grip"
op het weer had."
„De mensen denken dat een weer
kundige een soort waarzegger is,
maar dat is beslist niet 20. Een
weerkundige is een wetenschapper
en de wetenschap houdt zich niet
bezig met koffiedtkkijkerïj. Ja... er
zijn mensen die lange-termijn-voor-
spellingen doen maar die zijn, naar
mijn mening, niet zo wetenschappe
lijk bezig. Als je alleen maar eens
kijkt hoe vaak het KNMI ernaast zit
over de vooruitzichten van één dag,
kan je je voorstellen hoe moeilijk
het is."
De Vereniging van Weeramateurs
heeft onlangs een groot onderzoek
gewijd aan de juistheid van de
KNMI-voorspellingen. Volgende
maand wordt dat rapport openbaar
en erg vleiend voor het KNMI zal
het niet zijn. „Wanneer mensen als
Pelleboer en de Jong het vaker bij
het rechte eind hebben dan het
KNMI, zit er toch iets scheef bij ons
nationaal weerkundig instituut. In
het journaal krijgt men te weinig
tijd voor om dieper op de weerssitu
atie in te gaan, De weersverwach
ting wordt steeds meer „natte-vin-
ger-werk". Tegenwoordig worden
er niet eens meer isobaren (grenzen
van drukgebieden red) aangege
ven, terwijl de luchtdruk toch de
meest betrouwbare indicatie voor
het weertype is. Nee... ik zal blij zijn.
als we kabeltelevisie hebben; dan
kan ik de buitenlandse weerover-
zichten volgen."
Tom woont met zijn vrouw Eveline
en zijn zoontje Bram op de vierde
verdieping van een flatgebouw. Hij
vindt dat een groot nadeel, want
zijn metingen zijn volgens hem niet
nauwkeurig genoeg. „Met metingen
die op de grond zijn verricht is er
soms een klein maar duidelijk aan
toonbaar verschil." In en om zijn
woning heeft de Vlaardingse weer
man édlerlei meetapparatuur opge
steld. Op het achterbalkon een plu-
chiograaf (regenmeter), een wind-
haan en een thermometer. Vóór het
huis, op de galerij, een viertal ande
re thermometers, een hygrometer
en twee barometers. In huis nog
verschillende andere barometers,
waaronder vaak de meest uitzon
derlijke typen.
Tom Bruin zit in het dagelijks leven
op kantoor bij het Openbaar Li
chaam Rijnmond. Hij maakt zich
ernstig zorgen over de schadelijke
invloed van de mens op de atmos-
Alle waarnemingen worden
nauwkeurig geregistreerd. Op dia
manier zijn uitgebreide statistie
ken te maken van tiet weerbeeld,
zoals zich dat In de afgelopen tijd
heeft voorgedaan.
feer. „Vooral in het Rijnmondge
bied is dat bijzonder goed te mer
ken. Er wordt wel eens gezegd dat
je aan het weer niets kunt verande
ren, maar hier wordt toch het te
gendeel bewezen. Als we doorgaan
om in dit tempo ons klimatologisch
evenwicht te verstoren, dan zitten
we over een paar jaar diep in de" el
lende. Overal op de wereld rukt de
woestijn op; in het amazonegebied
wordt ieder jaar een stuk regen
woud gekapt dat evengroot is als de
hele Benelux. Het CO-2 gehalte in
de lucht is nu al ver boven het aan
vaardbare, de ozonlaag wordt ver
nietigd, de industrie zorgt voor een
broeikaseffect. Werkelijk, we gaan
de verkeerde kant op...
Tom heeft, zoals gezegd, een hekel
aan weersvoorspellingen. In de prï-
vésfeer echter wil hij nog wel eens
prognoses doen over het te ver
wachten weer. Eveline 2egt, als
Tom even de kamer uit Is „Het ge
beurt niet vaak dat hij ernaast zit
Dat is best handig, hoor Wanneer
ik de was buiten wil hangen of als
we eens dag ertussenuit gaan, bij
voorbeeld."
Tom Bruin, VI aard in gs weerman:
„Het weer Is en blijft onvoorspel
baar"
door
Kor Kegel
„Ach, weet je, die kou in de
winter is het ergste niet, daar
wen je wel aan en je kleedt je
erop, niet? Maar de straat... Als
postbesteller kom je dan op het
slechte pad. Het wegdek is in de
winter vaak glad en onbegaan
baar, met die ijzel en sneeuw en
zo. Dit jaar ging het wel. Maar
laat ik dat afkloppen, er kan
nog' van alles gebeuren."
PTT-bezorger R. Kooistra is net
op zijn fiets gestapt in de Hel-
dringstraat in Maassluis. Hij is
even tussen de middag thuis
wezen eten en zegt: „Ach, echt
drukte, grote spanning, dat is er
nooit zo, dat hangt ook van je
zelf af, vind ik. En toch is de
lente een gezelliger tijd, rustiger
maar ook levendiger. Je ziet on
derweg op de fiets alles groen
worden, je ziet jonge beestjes en
de mensen zijn ook vriendelij
ker. Nou hangt het er bij men
sen maar vanaf, hoor. Als je wat
gezelligs in de bus gooit, is het
natuurlijk altijd meteen goed,
dan zijn ze reuze aardig, maar
soms... Ach, toch kan je aan een
hoop dingen merken dat het
lente wordt. Het wegdek is voor
ons dus heel erg belangrijk. En
verder, tja de mensen voelen
zich niet zo gauw ziek, ze ko
men meer buiten en dat is goed
voor ze."
Postbode R. Koolstra: „Als
je wat gezelligs in de bus
gooit, is het altijd wel goed."
38C