LEIS Asiel lapt zieke en zwakke vogels op 'Ze ruiken zelfs als die van teen 'Een overtreding blijft eep overtreding. UI m 'Met een kanarie moetje naar de dierenarts' Verbouwing Vogelmuseum Torenvalken HP «n Schiedams trio tekent platencontract Mustang wordt een begrip in Nederland Keihard werken Werken in de voorjaarszon Scheepsmodellenbouwer Leen Stigter: De fiets Bekende namen De motoragenten: Brunt en Stasse tussle m •i- vrijdag Qïï 28 maart 1980 JK VD/SC/WW BH Bob van Vliet, Ed de Klerk en Cor Bjökman. Elke avond optreden en veel repeteren. Dit keer met een gastoptreden van de saxofonist Piet Ie Blanc. „Het Is een heel ander wereldje Dij de profs", aldus de groep. „lk ben geent dokter voor een parkietje dat niet wil eten." Gerrit van der Hoek, beheerder van het begin dit jaar opgerichte vogelasiel in Schiedam, heeft de ervaring dat het nogal eens voorkomt dat mensen met een zieke vogel hem opbellen met de vraag of hij er niets aan kan doen. „Maar daar is het vogelasiel niet voor. Ik probeer hier vogels op te lappen, die om de één of andere reden een beetje extra verzorging nodig hebben en daarna weer voor zich zelf kunnen zorgen in de natuur. Met een zieke kanarie moet je naar de dierenarts. Niet naar het vogelasiel." De eerste patiënten twee uilen van het vogelasiel in het volkstuin complex achter de algemene be graafplaats maken het goed. Enkele maanden geleden werden zij mei gebroken vleugels binnengebracht Ze konden zichzelf nauwelijks staande houden. Met veel geduld werden ze iedere dag door Gerrit van der Hoek gevoerd. Nu zijn de vogels weer in staat zelf hun eten naar binnen te werken en krijgen ze dode kuikens of muizen te eten Zodra ze in staat zijn weer helemaal voor zichzelf te zorgen worden ze losgelaten. „De meeste patiënten die ik hier krijg zijn vogels die tegen een hoog spanningskabel zijn gevlogen. Die kabels blijven levensgevaarlijk voor vogels. We krijgen hier ook nogal wat olieslachtoffers. Als je er vlug bij bent, kun je die nog wel te hel pen. Maar als de vogels grote hoe veelheden olie binnen hebben ge kregen kan je ze wel afschrijven. Je kunt ze dan nog wel een tijd in. le ven houden door ze te blijven voe ren, maar de kans is nihil dat zo'n vogel ooit weer voor 2ichzelf zal kunnen zorgen." Het pas geopende asiel wordt geves tigd in de afgetopte molen naast het huis van de beheerder. Maar eerst zal de oude watermolen een grondi ge verbouwing moeten ondergaan. Geen probleem voor Van der Hoek, want voordat hij van de dokter zijn beroep niet meer mocht uitoefenen was hij timmerman. Voot de ver bouwing van de molen heeft de ge meente Schiedam een partij hout beloofd, maar Gerrit van der Hoek zit daar nog steeds op te wachten. Dat neemt niet weg dat het asiel in middels al weer enkele maanden draait. Het is nog een beetje behel pen. In de gang van de familie Van der Hoek revalideert één van de twee uilen van een gebroken vleu gel en aan het huis is een volière gebouwd, waarin ook de nodige vo gels worden verzorgd. Verder is er door Hans van Reeuwijk Gerrit van der Hoek voor de molen, waarin binnen kort het vogel asiel officieel wordt geo pend. op het terrein nog een omheind stukje, waarin de beheerder een poeltje heeft gegraven voor water vogels. Uiteindelijk is het de bedoeling dat er acht hokken komen op de begane grond van de molen. Verder is er een grote kooi op het rietland ge pland, die zich uitstrekt tot in net water dat eraan grenst. Gerrit van der Hoek: „In zo'n kooi kunnen wa tervogels weer aansterken. In een gewone kooi kun je ze wel iedere dag voeren, maar een verzwakte vogel zal zelf weer voedsel moeten zoeken. Een reiger bijvoorbeeld kan in die kooi zelfs een beetje vissen." Op de eerste verdieping van de mo len komt een vogelmuseum. Het idee om een museum in de molen te vestigen leidde er uiteindelijk toe om ook een vogelasiel te beginnen. Gerrit van der Hoek, die in de vo gelwereld geen onbekende is, liep al sinds hij naast de molen kwam wo nen met het plan rond om een der gelijk museum te beginnen. Doordat hij er al jarenlang in zijn vrije tijd op uit gaat om vogels te vangen en ze vervolgens te ringen heeft hij veel contacten. De koninklijke na tuurhistorische vereniging benader de Van der Hoek en vroeg hem of hij er niets voor voelde een vogela siel te beginnen. Ook de gemeente Schiedam, die al jarenlang een be roep op Van der Hoek heeft gedaan als er zieke vogels zijn, wilde mee werken. Enkele jaren geleden, toen Van der Hoek nog op het Fabriplein woonde, bracht de politie al regel matig zieke of gewonde vogels bij hem, die hij dan op de vliering van zijn woning weer probeerde op te knappen. Behalve zieke vogels biedt Van der Hoek ook onderdak aan een aantal kerngezonde vogels. Een vogelkast in een boom op het terrein biedt on derdak aan een paar torenvalken. Verleden jaar zijn die gewoon aan komen vliegen en op een dag zag Gerrit dat ze gejongd hadden. In eens waren ze met zijn vijven. De jongen zijn inmiddels uitgevlogen, maar Gerrit van der Hoek is vol vertrouwen dat het valkengezinnet je dit voorjaar weer gezinsuitbrei ding zal krijgen. „Veel mensen schieten ze af om ze op te zetten, maar ik zie er liever tien in de lucht dan één op een stokje", benadrukt Gerrit van der Hoek. In de bomen rond de molen zijn ook een paar kunstnesten,te bespeuren. Vol spanning kijkt Gerrit daar iede re dag naar in de hoop dat er zich een paar ransuilen hebben genes teld. „Ik weet zeker dat ze hier in de buurt zitten, maar ik kan er maar niet achter komen waar. Als ik ze hoor probeer ik ze te vinden. Tot nu toe zonder succes. Misschien in een oude boom, die ik over het hoofd zie. Ik weet het niet." iövasi&isaüiaa door Bas van Beek Het Schiedamse muzikale trio Mustang kijkt terug op een razenddrukke camavalstijd. Van hun camavalsplaatje „Als ik je hoempa zo eens zie..." gingen circa zevenduizend exemplaren over de toonbank „De laaste dag van het carnaval konden we het bloemetjesgordijn alleen maar fluiten, aangezien we van schorheid niet meer konden zingen", vertelt Bob varr Viet, zanger-gitarist van het trio. Hun kleine succesje met de cara* valsplaat heeft er voor gezorgd, dal de drie rasechte Schiedammers gro te populariteit aan het krijgen zijn Voor dit jaar hebben zij een contracl getekend voor vier singles en een langspeelplaat en van hun eerstvol gende single, die de titel „op vakan tie" heeft meegekregen, worden zeer optimistisch vijftienduizend exemplaren geperst. Een grote brouwerij heeft al vijfduizend exemplaren gereserveerd, omdat op de B-kant een dronkemanslied staat, dat de titel „aan de bar" heeft mee gekregen. De heren van Mus tang vinden zelf dat nummer te gek. Bob: „Met dat nummer krijg zo een zaal met duizend man plat. Uit volle borst zingend deinen ze de zaal rond." De single „op vakantie" heeft een professionelere aanpak gekregen dan de vorige plaat. Volgens de drie Schiedammers komt dat doordat zij nu een producer hebben, die de za ken uitstekend voor hen regelt Per slot van rekening is Mustang in ok tober vorig jaar prof gewopden. „Alle kneepjes kennen we nog niet van deze keïhare wereld. Als ama teur deed je het echt nog voor je lol, maar nu moet je hard werken, wil je een beetje meedraaien." Mustang heeft in Schiedam veel fans Het trio heeft al een tijdje een fanclub, die nu al ruim tweehon derd leden kent. De twee grootste illegale zenders in Schiedam, radio Boemerang en Ziro, draaien de nummers van Mustang grijs. Bin nenkort zijn ze overigens op de ge wone zenders ook te beluisteren, als Bob van Vliet, Ed de Klerk en Cor Bjökman (heus, een rasechte Schie dammer, maar met Noorse voorou ders) gelijk krijgen. i Modelbouwer Leen Stigter met links de „Burgemeester Ferf* en rechts de grote Ma.120. door Tineke Diepenhorst O O O Het leeuwendeel van zijn werkstukken heeft Leen Stigter in de Maassluise winkel 'van zijn zoon uitgestald. 'Omdat het huis nu eenmaal te .klein werd voor de scheepsmodellen die hij in de (loop der tijd vervaardigde. .Loggers, hoekers en buizen, die het verhaal vertellen van 'Maassluis' verleden als ^vissersplaats. Als geboren en Tgetogen Maassluizer kent Leen ^Stigter de geschiedenis van de laatste zestig jaren van zijn stad uit eigen ervaring: de geschiedenis van de haven, van de reders, van de schepen en de schippers. Daarnaast bewaarde hij alles wat hij over de Maassluise visserij te pak ken kon krijgen aan geschriften, op- richtingsboeken en ander documen tatiemateriaal. Hij ging te rade bij bet Visserijmuseum in Vlaardingen, dat hem de benodigde werktekenin gen verschafte. Eén en ander resul teerde in een vloot van zelf ge bouwde oude schepen, die met de grootste zorg en aandacht voor het kleinste detail werd samengesteld. En die de oudere Maassluizers zeker zullen aanspreken. "Want ooit lagen 2e in de haven: de zalmschouw van schipper Vermeu len, de stoomlogger „Burgemeester Ferf", die in de wandeling „de fiets" werd genoemd; de zeilloggers; de Gosina Hillegonda van schipper Verhey, die ais één van de eersten met radio werd toegerust. „Alleen de visserijband was te ont vangen" herinnert Leen Stigter zich. „En ik heb toen aan boord de installatie verzorgd. Het is eigenlijk m'n enige professionele contact met de scheepvaart geweest. Verder was het pure liefhebberij, die als jongen al begon. Het schooieren langs de haven, het praten met de beman ning, het helpen om zo'n schuit weggeroeïd te krijgen, het jatten V3n de pasgevangen haring en, wat de puurste zaligheid was, een stuk zeekaak van „de Urkers" zien te be machtigen. Die zeekaak was min ster»'# zes weken oud, die had onder de 'ooien gelegen, die was door- dronb n met een typische lucht van zout en teer en vuile kleren. Als jongen bestond er niets lekkerders dan die oude zeekaak van de Ur kers..." Leen Stigter vertelt over de oude Maassluise rederijen; de bekende namen van Dirkzwager, Kalkman, Weltevreden, Poortman en Van der Spek duiken regelmatig op. Hij wijst op de tuigage van de Engelse „Cutty Sark", waaraan hij drie maanden zat te knopen. Hij laat het dek zien van de Ma.3, de „Burgemeester Ferf", waar de haringtonnen en de vismanden, de beug, de warbak en de warleutel, de joonedreg en de Schotse blazen op hun plaats aan boord liggen. „Ruik maar, het ruikt zelfs als toon" 7<»gt-te tevreden. „Toen ik dit schip klaar had is de oude schipper Arte van Roon, die er als laatste op gevaren heeft, er ook naar komen kijken. Het eerste wat- ie zei was: „Jongen, dat fokkie 2it daar bovenaan met goed. Zo zou ik er nooit mee znn uitgevaren.." door Kor Kegel Motoragenten Stasse en Brunt op de Dedaweg in Vlaardingen: „Ais de r in de maand zit, zijn de mensen lastiger." Minder weerstand zeggen beide motoragenten van de wegge bruikers te ondervinden. H. N. Brunt en N. C. Stasse vin den allebei dat de mensen in de lente meer meegaand zijn. „De mensen zijn niet zo gauw geïrri teerd meer; ze werken meer met je mee. Tenminste, dat is mijn ervaring, hoor," zegt Harry Brunt. „En dan is het vanzelf leuker werken, je bent dan zelf ook wat gemoedelij ker." Brunt en Stasse zijn bij de Vlaardingse motorpolitie en zit ten vaak hele dagen op de weg. Je gaat daarbij veel met men sen om, daarom heb ik dit vak ook gekozen," zegt Stasse. „En zodoende zien wij het verschil ook wel, hè. Het is wonderlijk, maar als de r in de maand zit, zijn de mensen lastiger. Dat valt dus in het warme deel van het jaar flink mee. Tja, *t is wel gek, ik kan het wetenschappelijk niet verklaren." Brunt en Stasse delen in de len te overigens niet minder bekeu ringen uit. „Ja, je zou natuurlijk zeggen, omdat wij dan goedge mutst zijn, zien wij meer door de vingers. Maar niks hoor; een overtreding blijft een overtre ding." zegt Brunt. Stasse: „Het is je werk, nietwaar, en dat blijft hetzelfde." W. r;.--- fk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1980 | | pagina 11