Aantal neemt Jaarlijks toe Opmars hi jna niet te stuiten: mft Het aantal muskusratten in ons laad neemt jaarlijks gëstadig- tóe. Alleen in de provincie Zuid- Holland zijn vorig jaar in totaal 1516 van déze'dieren gevangen. Dat gebéurt door speciaal hiervoor opgeleide rattenvangers. De directie Faunabeheer van het ministerie van Landbouw en - Visserij heeft de bestrijding in handen. Iedereen die een muskusrat vindt of heeft gezien, is verplicht dit té meidén.1 Het adres is: Boërhaavélaah gebouw Meërhórst 2b in Zoetermeer, telefoon: 079-51.02.34. De muskusrat: een moeilijke tegenstander' Zoetermeer Een jaar geleden, bij het gieren van zijn land, zakte een boer op ruim tien meter van een ondiepe sloot, met zijn tractor in een diepe kuil. Dat gebeurde ergens in Zuid-Holland, niet ver van de grote rivieren. De landbouwer kwam met de schrik vrij, de machine was zo diep weggezakt dat een andere tractor er aan te pas moest komen om hem weer op de wielen te zetten. Onderzoek leerde dat de boer over het gangenstelsel van een muskusrat was gereden. De ogenschijnlijk stevige grond bleek tot aan het water ondergraven te zijn. Een dergelijk voorval staat niet op zichzelf. Jaarlijks worden ook koeien slachtoffer van zo'n „spontane instorting". Deze viervoeters plegen de voorjaarsvrijheid, na een winter op stal, te vieren door enthousiaste buitelingen. Als ze plotseling wegzakken zijn ze vaak niet flexibel genoeg die onverwachte beweging op te vangen. De gevolgen zijn duidelijk: gebroken poten of erger. De voorbeelden geven aan wat een muskusrat kan aanrichten. De gevaren van dit dier voor ons waterrijke land zijn echter veel verstrekkender. De muskusrat, ook wel de bisamrat genoemd, vermenigvuldigt zich de laatste jaren in hoog tempo. Tweemaal per jaar werpen ze gemiddeld acht jongen. Vrijwel in het gehele zuidelijke deel van Nederland komen ze voor. Bestrijding is een bittere noodzaak. De ijverige muskusrat graaft zijn holen en gangen bij voorkeur in oever en dijken. In vele gevallen zelfs in waterkerende dijken en het gevaar van verzwakking, zelfs instorting is daardoor niet denkbeeldig. Verantwoordelijk voor de strijd tegen deze ratten is het ministerie van Landbouw en Visserij. Ruim zestig gespecialiseerde rattenvangers zijn dagelijks in de weer met het uitzetten van vallen, controleren van „besmette" gebieden en voorlichting aan landbouwers, heemraden en waterschappen. Dit iaatste is belangrijk omdat men aan de preventie minstens zoveel waarde hecht als aan de daadwerkelijke bestrijding. Oorsprong1 De muskusrat. Ondanks de sensationele verhalen over gigantische exemplaren die mensen zouden aanvallen, wordt het beest door „kenners" beschouwd als schuw en verre van kwaadaardig. Een volwassen muskusrat is gemiddeld (met staart mee) zo'n 63 centimeter lang. Hij behoort tot de familie van de woelmuizen en staat dus wat oorsprong betreft, op ruime afstand van de zwarte en bruine rat. De muskusrat voelt zich in het water opperbest. Met z'n lange, vlijmscherpe nagels aan voor- en achterpoten graaft hij in korte tijd een volledig onderkomen bestaande uit twee gangen, een voedselvoorraadkamer en een hol. De ingang ligt onder de waterspiegel en loopt in de dijk schuin omhoog, tot boven het waterpeil. In de Verenigde Staten wordt het dier om z'n vacht, een grijsbruine buik en roodbruine rug, op grote schaal gefokt. Bisambont is daar erg in trek. Geschiedenis Pas sinds het begin van deze eeuw komt de muskusrat in Europa voor. De verhalen hierover variëren nogal. Meest aannemelijk is de geschiedenis van een Tsjechische vorst die omstreeks de eeuwwisseling een half dozijn ratten meebracht van een reis naar Alaska. Hij wilde de dieren gaan fokken om hun prachtige pels. De ratten vermenigvuldigden zich echter zo snel dat ze ook buiten het landgoed van de prins gingen leven. Binnen tientallen jaren verspreidden ze zich over heel Europa, Opvallend is, dat de muskusrat zich bijzonder goed heeft aangepast aan de klimatologische verschillen. Trek Het hoge geboortecijfer en de lust om „te trekken" in plaats van een vast leefgebied maken de muskusrat een moeilijke Gerrït Schut en André van Veen: ...prikken In de grond om holen te ontdekken. door Aad van Kampen tegenstander voor de Rijksrattenvangers, Gerrit Schut en André van Veen zijn gespecialiseerde vangers. Beiden doen hun werk in de ruime omgeving van Zoetermeer. Tijdens een tocht door de weilanden bij Utrecht en Harmeien, waar zij invallen voor een zieke collega, vertellen Schut en Van Veen over hun baan. Peilstok Met lange metalen peilstokken en knielaarzen lopen we langs een vaart aan de rand van de stad Utrecht. „Je had je zeker voorgesteld dat muskusratten niet zo dicht bij de bewoonde wereld voorkomen", zegt Gerrit Schut. „De laatste paar jaar is dat veelvuldig geconstateerd. Ze verspreiden zich ontzettend snel dat het bijna niet is tegen te houden. De Flevopolder bijvoorbeeld, is in zes maanden volgelopen met ratten. Ze worden ook al gevangen in de buurt van Amsterdam en een gebied daarboven." André wijst de plaatsen langs de oever aan, waar vallen zijn gezet. Met zijn voet voelt hij in het water om eventuele nieuwe gangen te ontdekken. Jarenlange ervaring heeft hem geleerd met een oogopslag te kunnen vaststellen of ergens ratten voorkomen. „We letten vooral op dulen en knaspels, dat zijn delen van rietstengels, of ze aangevreten zijn. Een muskusrat eet namelijk alleen maar plantaardig voedsel. Hij is daarin trouwens heel kieskeurig; alleen de gezondste planten komen in aanmerking, nooit verrotte of halfvergane. Als je veel knaspels ziet drijven weet je eigenlijk vrijwel zeker dat er een of meerdere muskusratten zitten." Snelle dood De aanwezigheid van muskusratten kan worden vastgesteld door het uitzetten van klemmen en fuiken. De klemmen worden in het water gehangen, tegen de kant, vóór de ingang van het rattenhol, de zogenaamde pijp. Als de rat in de val zwemt betekent dat een snelle dood. Gerrit: „Dat vinden wij een zwaarwegend punt. Vroeger had je vallen die dichtklapten meestal om de poten, tegenwoordig slaat de klem dicht in de nek achter de kop. Dat gaat me een kracht gelijk aan vijftien kilo. Een humanere methode, als je dat zo kunt zeggen, om ratten te doden is er volgens ons niet." Even later haalt hij een klem uit het water. Met z'n kop in het metalen frame geklemd, zit een volwassen mannetje, een ram. Uit een andere sloot vlakbij, vist hij nog een rat boven water. Ditmaal is het een moer. „Moet je kijken", roept hij, „deze is al gedekt Dat kun je zien aan de kleur van de vagina. Die is normaal wit, maar als ze heeft gepaard krijgt ze een blauwachtige kleur." Zorgvuldig worden de overige vallen gecontroleerd. Dit gebied is volgens de mannen al bijna „vrij" van muskusratten. In totaal zijn negentig exemplaren gevangen. Muskusolie De ratten worden meestal begraven en soms naar een destructiebedrijf gebracht Rattenvangers werken volgens een bepaald systeem. Vallen worden geplaatst voor direct resultaat, fuiken om de trek van de muskusrat te beperken en pvc-buizen gaan tegen de oevers in de grond om de dieren in een kunstmatige val te lokken. Dat werkt wonderwel, want de muskusrat is van nature beweeglijk en vooral nieuwsgierig. Verder maken zij geregeld „gebruik" van de muskusolie, een voor deze dieren sterk geurende stof, die het mannetje afscheidt. Om de dieren te attenderen op een ingang van een hol, smeren zij een rietstengel met de olie in en zetten deze in het water, achter de val. In feite is dit de werkwijze van de toekomst. Momenteel is TNO bezig met een onderzoek naar de samenstelling van deze signaalstof. Doel is om een vloeistof te ontwikkelen die milieuvriendelijk is en als lokmiddel gebruikt kan worden. Verwacht wordt dat de resultaten van dit onderzoek nog enkele jaren op zich laten wachten. Voorlopig gaan Gerrit en André en hun collega's nog op de oude voet door. „Telkens proberen we een soort patroon in het gedrag van de muskusrat te ontdekken. Om erachter te komen welke richting de trek, tweemaal per jaar, voert. Als je daarachter bent kun je voortijdig maatregelen nemen!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1980 | | pagina 3