IW
Vlaardingen
twee keer
bevri j d
Oram j e zon
verstild
m
schi j nt zwak
tranendal'
I
Van Fransen en van Duitsers
Burgemeester
opent
maandag
expositie
stedelijk njus
Markt van
museum tot
stadhuis
vrijdag
2 mei 1S80
VD/SC/WW
Cel sechsachtï tndneunzig,
ik zal het
door
Jan Hendrik Bakker
Arij van Vliet (rechts) en Plet van der Harst... waar we tegen gevochten hebben merkten we
pas tijdens de verhoren.
door
Alfred Brouwer
Vijfendertig jaar
geleden kwam met de
capitulatie van het
Duitse leger een eind
aan vijf jaar
overheersing. Al eerder
moest Vlaardingen
onder een bezetting
lijden. In januari 1795
trokken de Fransen,
met aan hun zijde de
patriotten die bij de
omwenteling in 1787
het land hadden
verlaten, over de
bevroren rivieren ons
land binnen. Het land
moest „bevrijd" worden
van Oranje. De patriotse
misrekening bleek al
snel. Na enige
bestuurswisselingen
werd Nederland in 1810
een Franse provincie.
In Vlaardingen was het le
ven in deze tijd zwaar. De
armoede was groot en de
haven kende geen bedrij
vigheid meer. Dagelijks
zagen de inwoners gendar
mes te paard met daarach
ter ongelukkigen die naar
de kerkers gevoerd wer
den.
Een kleine maand na de
slag bij Leipzig, vluchtten
de Fransen op 13 novem
ber 1813. Zo'n zeventig
douaniers, belastingont
vangers, gendarmes en
consorten vertrokken uit
de stad. Zij hadden 's
nachts, na vernietiging
van hun huisraad, de
kuierlatten genomen. Ze
lieten veel schulden ach
ter. De burgers omhelsden
elkaar op straat en riepen
„Goddank, wij zij vrij.
Oranje boven!" Al het po
litieke geharrewar was
vergeten en vergeven. Het
Vaderland en Oranje was
de hoop van allen, gebed
en leuze.
De Vlaardingers werden,
toen zij de vlag op de toren
wilden hijsan, tegengehou
den. In Maassluis was het
vroegtijdig plaatsen van de
vlag ontaard in een bloed
bad. Den Briel en Helle-
voetsluis waren nog in
Franse handen! Toen de
Fransen de vlag aan de
overkant zagen, namen zij
wraak.
Op 18 november verzocht
het Vlaardingse stadsbe
stuur de orde en rust te
handhaven, niemand te
beledigen of bezittingen te
vernielen. De dag daarop
werd bedelarij verboden.
Door uitdeling van brood
en kaas kwam het bestuur
tegemoet aan de honger
van de bevolking.
Enkele dagen later wier
pen twee kanonneerboten,
zonder vlag, in de buurt
De bevrijders, toegejuicht op de Hoogstraat.
van de haven hun anker
uit. Enige jollen brachten
manschappen aan land,
die zich in de struiken
verborgen. In de stad deed
het gerucht de ronde, dat
het Fransen waren, die 's
nachts de stad wilden
plunderen. De verwarring
was groot; klein oud En
gels scheepsgeschut werd
op het havenhoofd ge-
plaats om de vijand angst
aan te jagen. Toen enkelen
zich in de nabijheid van de
kanonneerboten waagden,
bleken zij met Hollandse
deserteurs bemand te zijn.
Zij hadden geen vlag ge
voerd. omdat zij meenden
dat Vlaardingen nog in
Franse handen was. Er
was immers geen vlag op
de toren. De deserteurs
vertrokken de volgende
dag naar Rotterdam.
Op 10 mei 1940 werd Ne
derland opnieuw bezet.
Ditmaal door Duitse troe
pen. Weer viel rampspoed
de bevolking ten deel. De
hoop op bevrijding werd
na de hongerwinter wer
kelijkheid. Een onder
gronds blad kondigde op 4
mei 1945 de capitulatie
aan. Overal in Vlaardin
gen ontstonden vreugde
vuren. Aan het begin van
de Holyweg stookte de be
volking de „beroerde
Spaansche ruiters" op. Het
naambord van de Anna
van Saksenlaan ging in
vlammen op. De laan
werd weer Prins Bern-
hardlaan genoemd.
■Ook deze keer ontstond er
verwarring om de vlag.
Op 5 mei s morgens om 8
uur ging de vlag uit, maar
na 5 minuten was de poli
tie er. De vlag moest naar
binnen, de capitulatie ging
niet door. Diezelfde och
tend om 9.40 uur ver
scheen zij op de toren van
de Grote Kerk.
Generaal Faulkes, bevel
voerder van het Canadese
leger, riep de Nederlandse
burgers op te helpen: de
Duitsers moesten zo snel
mogelijk weg, zonder inci
denten. Acties, die vertra
gend werkten, zouden
naar militaire wetten wor
den gestraft. De bevolking
moent de woonplaats niet
verlaten om op zoek te
gaan naar familieleden,
vóór de Duitsers weg wa
ren. De voedsellevering
zou doorgaan en verbeterd
worden, wanneer er mo
torbrandstof voldoende
was. De Vlaardingse NSB-
ers werden gearresteerd
en de Stuka's geknipt
Op B mei werd M.C. Sie-
zen opnieuw als burge
meester geïnstalleerd; 's
avonds was er een groot
feest. Een politiewagen
reed rond met een bord,
waarop aangegeven was,
dat men tot XI uur buiten
mocht blijven. Een gezelli
ge drukte ontstond in de
stad en op de haven ont
stak men het vreugde
vuur.
nooit vergeten
Vlaardingen „Als je nu vertelt wat je meegemaakt
hebt, kijken ze je aan. Je ziet het aan hun ogen, je ziet
ze denken: man, je zit zwaar te overdrijven," zal Piet
van der Harst een paar maal zeggen. En de door hem
geconstateerde reactie is heel goed voorstelbaar. Wie
de verhoorpraktijken van de Duitse bezetters niet van
dichtbij heeft meegemaakt en wie de gang van zaken
in de kampen Buchenwalt, Bergen-Belsen, Auschwitz,
Dachau of Mauthausen alleen van horen zeggen heeft,
zal de werkelijheid van toen toch nooit helemaal
vatten. Hier onder het relaas van twee Geuzen. Piet
van der Harst (60) en Arij van Vliet (61).
Dit is het verhaal dat het be
kendst is geworden. Behalve
de achttien echter blijven in
de Scheveningse gevangenis
nog eens een kleine tweehon
derd geuzen over. Honderdze
venenvijftig van hen verdwij
nen in de loop der maanden
naar de concentratiekampen.
Zoals Arij van Vliet. In het be
gin van oorlog raakt hij, als
jonge marechausse, bijna toe
vallig bij het verzet betrokken.
Vanuit Graven verzorgt hij
wapenzendingen naar de
Maassluise machinefabriek
van Ko Boezeman, die later
tijdens de verhoren het leven
2al laten. Gewoon in diens-
tkoffers via Van Gent en Loos.
Dan op een dag. Van Vliet is
niet gewaarschuwd, staan er
twee Duitse heren en een Hol
lander voor de poort. Van
Vliet is verraden. Of hij even
mee wil komen. Hij ziet nog
juist kans om, gezeten tussen
de twee Duitsers in de auto,
heimelijk zijn revolver uit zijn
overjas te smokkelen en deze
Het geuzen-verhaal zelf is be
kend. De geuzen zijn de eerste
verzetsorganisatie geweest, die
een paar maanden na de capi
tulatie in Vlaardingen en om
geving van zich doet spreken.
Vaak op een wijze, die de hui
dige directeur van het rijksin
stituut voor oorlogsdocumenta
tie drs. Paape in het boekje dat
hij over de Geuzen schreef,
„naïef en pad vind erach tig" zal
noemen. Het werk komt veel
al neer op het doorknippen
van telefoonleidingen en an
dere, wat plagerige sabotages.
Ofschoon gaandeweg het ver
zet serieuzere vormen aan gaat
nemen en voor de Duitsers ge
vaarlijk gaat worden.
Maar voordat de organisatie
uit kan groeien wordt ze in
1941 door de Duitsers opge
rold. De vaak nog zeer jonge
verzetsmensen zijn nog niet op
de keiharde realiteit van het
verzet ingesteld. Loslippigheid
wordt hen fataal. En er volgt
het proces met „De achttien
doden", onder wie Arij Kop.
tussen de banken te laten ver
dwijnen. Van Vliet wordt al
gauw naar Bergen-Belsen af
gevoerd. Zijn verrader wordt
in april 1941 vrijgelaten.
Of zoals Piet van der Harst,
die van begin af aan bij het sa
botagewerk van de geuzen is
betrokken, in Duitsland te
werk wordt gesteld en tijdens
zijn verlof, Piet treedt in het
huwelijk, wordt gearresteerd.
„Ze stonden voor de deur en
ik zei: ik kom zo, even nog
wat eten. Dat was goed, ze
zouden wachten. Ik had zo
door de achterdeur kunnen
vluchten, maar onderduiken
kwam toen nog niet in je op."
Hij wordt naar de strafgevan
genis van Scheveningen afge
voerd. En pas daar dringt de
werkelijke ernst van de situa
tie tot hem door. „Waar we te
gen gevochten hebben, merk
ten we pas tijdens de verho
ren. Dat er mensen tijdens die
verhoren zijn doorgeslagen,
dat kun je nen niet kwalijk
nemen. De Duitsers hielden er
methoden op na, waarmee je
een koe nog aan het praten
zou hebben gekregen."
„Cel sechsachtundneunzig in
Scheveningen, ik zal het nooit
vergeten." En dan komt het
proces, het zogenaamde twee
de geuzenproces. Zevenender
tig jaar later toont Piet van
der Harst zijn veroordeling:
„wegen Feindbegünstigung.
Zum Tode." De doodstraf Ais
de Duitsers zich aan de afge-
srraken gehouden zouden
hebben, had Van der Harst
vanaf dat moment nog 42 da
gen te leven gehad. Kon hij
weten, dat men andere plan
nen met hem had! Het werd
Buchenwalt. Tijdens de verho
ren was het ai een keer tegen
hem gezegd. Van der Harst, als
jij niet praten wil dan hebben
we wel andere methoden.
Waarop Piet smalend had
geantwoord: Buchenwalt ze
ker. Een antwoord dat zelfs
zijn Duitse ondervrager deed
verbleken. „Toen ik dat had
gezegd, sprong hij op. Hij zei:
mensch, da sollen sie kernen
Spass mit machen. Dat is iets
verschrikkelijks. Waarmee ik
maar zeggen wil, dat als ze na
de oorlog beweren van wir-ha-
ben-es-nicht-gewusst, daar
weinig van klopt."
De doodstraf werd niet vol
trokken. Die tweeenveertigste
dag na de veroordeling ging
het luikje van de celdeur met
open, verscheen er geen
wachtpost. Er gebeurde niets.
Van der Harst had samen met
157 anderen de aantekening
„NN" gekregen. Nacht und
Nebel, deze mensen moeten in
nacht en mist verdwijnen.
Daar waren dus kampen voor.
En na maanden van onzeker
heid werd Van der Harst op
NN-transport gezet, waarna
een lijdensgeschiedenis begint
die onbeschrijfelijk is. De
kampen waar politieke gevan
genen, joden, homofielen, zi
geuners, jehova-getuigen en
gewone misdadigers vernietigd
moesten worden. Arij van
Vliet is er niet erg spraakzaam
over, Piet van der Harst daar
entegen raakt er niet over uit
gepraat. Zijn behoud, vermeldt
hij terloops. „Ik heb er geluk
kig altijd over kunnen praten,
het heeft me behoed voor een
eon cer> trat iekam psy n d roo m
Op de dag dat dit gesprek
plaats vindt, 24 april, is het
voor Piet bevrijdingsdag. De
dag dat hij, 35 jaar geleden, na
een volkomen uitputtende
tocht van negen dagen en ne
gen nachten achtereen lopen,
zonder eten of drinken, einde
lijk uit handen van de SS was.
Een medische onmogelijkheid
zal hem later worden verteld.
Die tocht is het beruchte
transport uit Buchenwalt ge
weest. Zestienduizend gevan
genen moesten overgebracht
worden naar een ander kamp,
met de geallieerden op de hie
len. Wie afviel kreeg een nek
schot Het transport liet een
spoor van uitgemergelde lijken
achter. Meer dan de helft is af
gevallen, Piet van der Harst
en Arij van Vliet hebben het
overleefd. Hun conclusie: „Het
is nog niet voorbij. Wat wij
hebben meegemaakt, vindt
nog steeds plaats in landen als
Nicaragua, Brazilië en noem
maar op. De democratie is mis
schien slecht, maar dit gebeurt
er als je haar afschaft en er
één man of partij aan de
macht komt."
Schiedam Een affiche van
het stedelijk museum laat
zien. hoe druk het 5 mei 1945
voor het stadhuis was: duizen
den Schiedammers dromden
samen op de Grote Markt en
het staartstuk van de Hoog
straat, vlaggen wapperden
aan alle gevels, vijf jaar opge
kropte machteloosheid was
omgeslagen in onberedeneer
de blijdschap. Het museum af
fiche laat ook een andere
Hoogstraat zien, hetzelfde
stukje Schiedam, direct na het
uitbreken van de oorlog: drie
Duitse soldaten marcheren
met geweer aan de schouder
in het stadshart, waar het
lijkt alsof de neutronenbom
net gevallen is.
Dit schrille contrast tussen '40
en '45 heeft veel te maken met
de activiteiten, die dezer dagen
rond de Hoogstraat worden ge
houden. In het stedelijk mu
seum opent burgemeester
John te Loo op bevrijdingsdag
een tentoonstelling over de
oorlog, waaraan veel Schie
dammers hebben meegewerkt.
En aanstaande zaterdag is er
op de Hoogstraat, tussen mu
seum en stadhuis, een grote
bevrijdingsmarkt waaraan alle
winkeliers in dit gebied mee
zullen doen. Zowel in het mu
seum als aan het eind van de
Hoogstraat kan een drukte
verwacht worden, die de be
trekkelijke rust op andere da
gen zal doen vergeten.
„Er is veel te doen en veel te
zien," zegt J. van Buuren, de
pindaboer tegenover de Korte
Dam. Het affiche van het mu
seum kent hij nog maar net
Zo druk als op 5 mei 1945 kan
het zaterdag tijdens de bevrij-
dingsmarkt niet worden, toe
gegeven, en zo stil als in 1940
is het op de Grote Markt
gelukkig voor de winkeliers
ook nooit, maar het blijft een
groot verschil of er aan het
eind van de Hoogstraat wei
iets bijzonders te doen is of
niet. Voor de consument is de
Grote Markt een tamelijk ver
geten hoekje. „Daarom willen
wij zulke activiteiten zoals nu
de bevrijdingsmarkt vaker
gaan houden," zegt Van Buur
en. „Het brengt de loop er
weer een beetje in, hier in de
Hoogstraat. Vorig jaar hebben
wij ook enkele keren een
markt georganiseerd en dat
door
Kor Kegel
was steeds een succes. De
Hoogstraat stond echt op haar
achterste benen!"
Van Buuren vormt samen met
andere middenstanders in zijn
buurt de werkgroep Van Mu
seum Tot Stadhuis, die eerst
onder de wimpel van City-
Centrum werkte maar later
een eigen naam koos. De be
vrijdingsmarkt kent de tradi
tionele trekkers van bijvoor
beeld de historische jaarmarkt,
zoals pottenbakkers, spinsters,
een poffertjeskraam en oude
ambachten. Specifieke evene
menten, die met de bevrijding
in 1945 zelf te maken hebben,
ontbreken ondanks de titel:
bevrijdingsmarkt. „Wat de
viering van de bevrijding be
treft, hebben wij ons opzette
lijk op de vlakte gehouden,"
zegt Van Buuren, „dat hebben
wij' helemaal overgelaten aan
de VNFG, de stichting tot vie
ring van nationale feest- en
gedenkdagen. Onze bijdrage is
eigenlijk de Hoogstraat in het
zonnetje te zetten, er een fees
telijke boel van te maken zoals
dat bij de bevrijding past. En
zaterdag was dan natuurlijk
een aantrekkelijker dag voor
zoiets dan maandag."
Direct verband met oorlog en
bevrijding houden wel de ten
toonstellingen, die in het
Schiedamse museum gehou
den worden. Een onbedoeld
voorproefje daarvan werd
twee weken geleden al gege
ven bij de opening van de ex
positie „Rondom Liduina". Die
tentoonstelling laat onder an
dere een fraai kleurenaffiche
zien van de heilige maagd te
midden van bommenwerpers
en de contouren van de stad
Schiedam, waaronder de tekst:
„1940-1945, sinte Liduina be
schermde ons"...
Affiche op de Lïdulna-expositle: Schiedam beschermde?
Affiche van het stedelijk museum: vijf jaar verschil...
Deze persoonsverheerlijking
heeft niets van doen met wat
er verder in het Schiedamse
museum tot 26 mei over de
oorlogsjaren te zien zal zijn. De
Anne Frank Stichting heeft
een fototentoonstelling inge
richt in het „overal-goed-voor-
zaaltje" van het museum en
burgemeester Te Loo opent elf
uur maandagochtend de grote
tentoonstelling „Schiedam
1940-1945". Hieraan hebben
veel Schiedammers een bijdra
ge geleverd. Maanden geleden
al reageerden zij op een op
roep om oude foto's en ander
materiaal over de oorlog aan
het museum in bruikleen te
geven. De meeste documenta
tie is echter (zoals het hoort?)
afkomstig van het gemeen
tearchief aan de Korte Haven.
Op dit moment is de expositie
nog niet geheel ingericht.
Toch blijkt nu al het belang
ervan: er bestond tot nog toe
weinig naslagwerk over Schie
dam in oorlogstijd en de cata
logus, die bij de expositie ge
maakt wordt, zal derhalve een
nuttige aanvulling zijn. Puur
plaatselijk is de expositie,
maar wie dat storend vindt
kan naar het zaaltje, waar de
Anne Frank Stichting in een
fotoverslag weergeeft hoe Ne
derland en Duitsland de crisis
tijd en de tweede wereldoorlog
doorkwamen. De foto's zijn
aangrijpend en de museumzaal
lijkt wel een verstild tranen
dal. Het vele oranje van de be
vrijding wil daarin niet echt
zonnig en vrolijk zijn: is zoveel
oorlogsellende een feest
waard?
Los daarvan: er was eens een
discussie over het museumbe
leid. Waar de grenzen van
kunst en cultuur ophouden,
wat een museum wel en niet
moet laten zien, dat waren be
langrijke vragen. Geprobeerd
is werk te achterhalen van
Schiedammers, die in de oor-
log om den brode lid werden
van de nazi-Kuituurkamer en
die dit gilde boycotten; maar
echte kunst is op de exposities j
betrekkelijk weinig te zien.
Deelnemers aan de discussie
vorig jaar, die dat een bezwaar
vinden, moeten zich tevreden
stellen met de wetenschap dat
de oorlog een zwaar stempel
drukte op de cultuur en met
de betrekkelijke informatie
over propagandakunst zoals in
Julius Streichers naziblad Der
Stürraer.
Schiedam De winkeliers
van de werkgroep Van
Museum Tot Stadhuis hou
den zaterdag een grote be
vrijdingsmarkt, met veel
kramen, terrasjes en di
verse attracties. De activi
teiten bestaan uit een au
toshow en surf demonstra
tie op de Grote Markt en 's
middags om half drie een
schermdemonstratie door
de Vlaardingse vereniging
Het Trefpunt. Ook treedt
er een dixielandband op.
De markt laat onder meer
oude ambachten zien, zoals
een houtsnijder, een kaar
senmaker, een calligraaf
en een ballonnenman.