'Onbekend maakt onbemind hobby Fascinerende slang Natuur nabootsen Afkeer maandag 15 Mptember 1830 VD/SC/WW De groene le guaan op schoot bij Jan van der Schilt, Met zijn lange staart Is het dier in staat om rake klap pen uit te de len. De boa constrictors van Jan van der Schilt... Strijen Zijn pittoreske woning aan de Schenkeldijk in strijen heeft meer het karakter van een dierentuin, dan van een woonhuis. Want behalve de alledaagse levende have, zoals kippen, eenden, hamsters, een hond, kat en tamme kouw, is eigenaar Jan van der Schilt (27) voorts in het bezit van verscheidene bijzondere exemplaren uit het dierenrijk, te weten: zestien grote en kleine wurgslangen en twee leguanen. De laatstgenoemde vertegenwoordi gers van de dieren fauna heeft trotse bezitter Jan van der schilt in de af gelopen vijf jaar aan zijn beestenbe stand welen toe te voegen. Eind 1975 kocht hij uit pure interesse twee kleine groene leguanen (Igua na iguana), een mannetje en een vrouwtje. „Niet om iemand daarmee de ogen uit te steken hoor", vertelt Jan, „maar simpel omdat ik het in teressante dieren vind. Ik heb 2e klein gekregen, ze waren niet gro ter dan een hagedis, Nu zijn ze ruim twee meter lang, waarbij de romp van de dieren niet langer dan een halve meter is". De leguanen, die door hun uiterlijk (hoge kammen, lange staart en keel- zwam) er dreigend uitzien, zijn to taal ongevaarlijke planteneters. De prehistorisch uiziende beesten zijn daarentegen niet weerloos. Wan neer hun uiterlijk de vijand niet af schrikt, beschikken zij nog altijd over hun lange staart, waarmee zij rake klappen kunnen uitdelen. „Ik heb een keer gelzen dat leguanen in staat zijn een volwassen hond door te slaan", onderstreept Jan de kracht van het verdedigingswapen van zijn dieren. Hoezeer leguanen ook boeiende die ren mogen zijn, de meeste aandacht gaat uit naar de overige terraria. Want daarin leven in totaal 'drie volwassen (drie éénjarige en zes pas geboren) boa constrictors. Voorts berit Jan vier rattenslangen, bij kenners beter bekend als Elaphe gutata Emorie. De volwassen boa's zijn onder te verdelen in twee boa constrictors constrictor, ook wel af godsslang genoemd en één boa con strictor imperator. De laatste staat, vanwege zijn schitterend roodbruin gekleurde staart, ook bekend onder naam: roodstaartboa. De boa constrictor is een fascineren de slang, die evenals de overige exemplaren van Jan tot de groep van de wurgslangen behoort en af komstig is uit Midden- en Zuid- Amerika. „Ik heb re drie volwassen boa's zo'n vier jaar geleden gekocht van een kennis uit Eindhoven", legt Jan van. der Schilt uil, „zij houdt al meer dan 26 jaar slangen. Déze slan gen", terwijl hij op zijn terrarium wijst, „zijn nij haar geboren en niet I geïmporteerd". Hoe bijzonder dat is, J gevoelen onder woorden, „daaren tegen ben ik mee opgegroeid. Voor mij hebben ze niets dreigends meer". De ten onrechte negatieve mening over de slang wordt wellicht inge geven door de manier waarop deze zijn prooi besluipt. Geluidloos, maar trefzeker stort het pootloze dier zich op zijn prooi en doodt het met een ferme beet van zijn vlijmscherpe tanden (waardoor vergif in de wond van zijn prooi stroomt) of door wur ging zoals de boa constrictor. Evenals de zijn veel grotere broer, de python, bijt de boa zich in zijn prooi, bijvoorbeeld een vogel, vast, waarbij zijn lange, vlijmscherpe tan den diep in het gladde dikke veren kleed dringen om op die manier te verhinderen dat zijn prooi weg vliegt. Onmiddellijk daarop slaat hij zijn lichaam rond de prooi en wurgt ze. Hij reageert op de hartslag van het omstrengelde dier. Wanneer het dier is gestikt, verzwelgt hij het in zijn geheel, waarbij zijn kaken, die helemaal kan verslinden," luidt zijn eenvoudige verklaring. Jan van der Schilt, die lid is van de Nederlandse Vereniging van Herpe- tologie (studie van amfibiëen en reptielen en terroriumkunde), heeft in 2ijn terrarium het leven van de boa in de vrije natuur proberen na te bootsen. Hij: „De bale moet een constante temperatuur en hoge rela tieve vochtigheidsgraad bezitten. Daarnaast moet er een mogelijkheid tot klimmen voor de slangen zijn, want boa's zitten het liefst in bo men. Voorts moet een zonneplaats in gebouwd zijn, waar de temperatuur kan oplopen tot veertig graden Cel sius en een stevig onderkoelde plek waar de temperatuur twintig gra den of lager bedraagt" Het zonlicht bootst Jan na door middel van ul tra-violet licht, dat tevens goed is voor de kalkvorming voor de bot ten. De vochtigheidsgraad bereikt hij door het verwarmen van het vij vertje in het terrarium, waardoor veel water wordt verdampt. Dat water is trouwens ook belangrijk voor het vervellingsproces bij de slangen, dat om de vijf zes weken plaats heeft. Want boa's liggen graag urenlang in het water, met name vóór de verwelling. De boa constrictor is een nachtdier en toont zich dan alleen in de nach telijke uren actief, maar spectaculai re kronkelingen hoef je van het beest niet te verwachten. De enige beweging die het vrijwel constant maakt wanneer het niet slaapt is het lispelen met de ton. Iets dat niets gevaarlijks voorstelt maar doodeenvoudig een onderdeel van het reukorgaan van de slang is. Want de slang kan erg slecht zien en is daardoor uitsluitend óp tong en reukorgaan aangewezen. Van de achttien geboren boa's heeft Jan van der Schilt er intussen al twaalf verkocht Enerzijds omdat het houden van wurgslangen een kostbare hobby is, anderzijds omdat daar oor minder boa's gevangen be hoeven te worden. Want net zoals bij andere (zeldzame) dieren worden de boa's bij honderden geïmpor teerd. vooral door de Verenigde Staten. En hoe mooi en leerzaam het houden van boa's ook mogen zijn, net als alle andere dingen ko men zij beste tot hun recht in de vrije natuur. Want daar horen zij thuis Moeder boa met drie van haar in Inmiddels verkocht. mag blijken uit het feh dat in ge vangenschap levende (wurg)-slan- gen hoogst zelden jongen krijgen. Derhalve is de gebeurtenis, die op 3 juni dit jaar in huize Van der schilt plaats had, des te verbazingwekken-, der. Op die dag werden achttien jonge boa's geboren. „Het hadden er meer kunnen zijn", vertelt Jan, „maar één werd er doorgeboren en twintig eieren waren onbevrucht". Waarmee meteen één van de be langrijkste iegenschappen van de boa constrictor is genoemd. De slang is eierlevendbarend (ovevivipaar), hetgeen wil zeggen dat de bevruch te eicellen zich in het lichaam van de slang ontwikkelen. Daarbijwordt echter - in tegenstelling tot bij de mens - geen verbinding gevormd tussen het embryo en het moederli chaam. Jan van der Schilt: „Wanneer de_ slangetjes worden geboren, bevïn-" den de diertjes zich in opgerolde toestand in een dun, doorzichtig slij merig vrucht vlies, evenals een kïp- peëi. In een tijdsbestek van een half uur wringt het slangetje zich uit de geleiachtige massa en is meteen in staat halfwas muizen te verslinden". Een volwassen boa constrictor neemt daarmee geen genoegen. De totaal achttien jongen. Twaalf zijn er slang vcrobert met gebak volwassen ratten, muizen, hamsters en, vooral in de vrije natuur, vogels. Jan van der Schilt voedt zijn slangen één keer per twee weken met twee rat ten of ééndagskuikens. Waarmee duidelijk is dat de wurgslang in het algemeen een matige eter is. „Een bota eet in vergelijking met de mens. tien maal zo weinig", ver klaart Jan, het mannetje eet zelfs nog minder dan het vrouwtje. Wel wordt het voedsel nagenoeg hele maal verteerd dus met huid en haar, waarbij ook van de botten weinig overblijft, getuige de geringe ontlasting". De boa constrictor, die in de vrije natuur een lengte van drie tot en met vierenhalve meter bereikt maar in genvangenschap niet groter wordt dan ruim tweeënhalve meter is evenals zijn soortgenoten, weinig geliefd bij de mens. Een slang roept bij veel mensen nog steeds een af keer op. Een slang is sluw, listig en heeft iets dreigend, iets gemeens over zich, zo heet het. „Onbekend maakt onbemind", brengt Jan dat door Wim Abrahamse Jan van der Schilt met een volwassen boa constrictor In zijn handen, „ten boa eet tien keer minder als de mens" zegt hij.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1980 | | pagina 4