EXTRA 'Patiënt moet gezondheid in eigen hand nemen' Enthousiasme en terughoudendheid over samengaan Bundeling Afstand Eigen leven Breder verband Naar hulpvrager toe Psychiatrische afdelingen algemene ziekenhuizen Doelgericht Samenwerking 4 maandag 6 oktober 1330 VD/SC/WW RIAGG 'n soort sociale supermarkt Den Haag Tegen de vorming van RIAGG's en RIGG's wordt in de Haagse regio met ge mengde gevoelens aangekeken. De veranderingen binnen de geestelijke gezond heidszorg zien er ambitieus en veelbelovend uit, maar lang niet alle instellingen staan in de rij om aan de samenwerking deel te nemen. Een deel van de kritiek is algemeen. Nu nog kunnen de instellingen hun werk vanuit uiteen lopende visies uitvoeren. Een aantal stichtingen is actief op levensbe schouwelijke basis of heeft gekozen voor een bepaalde vorm van hulpverlening. Dat moet binnenkort worden losgelaten. Binnen een RIAGG moet iedereen op één lijn functioneren. Dat proces zal zich in sommige steden niet zonder problemen vol trekken. Elke instelling bepleit in principe behoud van arbeidsplaat sen en volledige medezeggenschap in bestuurlijke aangelegenheden. Er is al gesuggereerd dat bij de sa menstelling van de RIAGG's hier door een belangenstrijd zou kun nen ontstaan, die de verhoudin gen reeds bij voorbaat vertroebelt. De keuze-mogelijkheden voor de cliënt worden flink beperkt Wil iemand niet naar een RIAGG, omdat hij zich schaamt voor zijn problemen en de portier een ken nis van hem is, dan moet hij uit wijken om in de RIAGG van een andere regio om hulp te vragen. De stichting geestelijke gezond heid Zuid-Holland (SGGZB), ac tief op het sociaal-psychiatrisch vlak, ziet die bezwaren niet zo. Economisch directeur A, W, Groen: „De uiteenlopende instel lingen denken allemaal op een to taal andere manier bezig te zijn, maar binnen zo'n RIAGG zal snel genoeg blijken, dat die verschillen zo groot niet zijn. Vruchtbare samenwerking is zon der grote moeilijkheden zeker mogelijk. We zijn blij met RIAGG-vorming". De consultatiebureaus voor alco hol en drugs (CAD) hebben op landelijk niveau afgesproken niet actief aan de RIAGG's deel te ne men. Algemeen directeur drs. J. Breu- gem van het Haags centrum ver slavingszorg motiveert deze beslis sing: „In een RIAGG bundelen alle tweede-Iijns-voorzienïngen zich. Wij voelen echter veel meer voor integratie van de eerste en derde lijn. In Den Haag verwerkt deze tak jaarlijks veel meer cliënten dan de organisaties, die binnen het RIAGG gebundeld worden". De CAD-bureaus hebben reclasse- ringsbevoegdheid en werken daarom nauw samen met justitie. Omdat oorspronkelijk de CAD- bureaus werden gesubsidieerd door het ministerie van - justitie, zijn de aan de CAD's toegewezen werkgebieden gelijk aan de in Ne derland werkzame arrondisemen- ten van justitie. Daar is bij de vorming van RIAGG-regio's geen rekening mee gehouden. Bij de consultatie bureaus leeft de angst, dat door een RIAGG zorgvuldig Opge bouwde contacten met justitie weer verloren gaan. Het instituut voor multi-discipli- naire psycho-therapie (IMP) in Den Haag is enthousiast over de RIAGG-opzet. Directeur drs. J. S. Nagtzaam: „We staan er volledig achter. Ik zie bijna alleen maar voordelen. Een cliënt loopt in de nieuwe op zet niet langer het risico steeds bij de verkeerde instanties terecht te komen. Zelf werken wij ook met teams, omdat we steeds weer moeten kij ken welke vorm van therapie voor een hulpvrager het beste is. Dat systeem werkt prima. Binnen zo'n RIAGG moet ieder een het natuurlijk zoveel mogelijk met elkaar eens worden en daar voor is geven en nemen noodza kelijk. Als een goede werksfeer is be reikt, moet dat zeker mogelijk zijn". Het medisch opvoedkundig bu reau (MOB) werkt voor Delft en het Westland. Begeleiding van jongeren en op voeders wordt verleend aan hulp vragers van Zoetermeer tot 's- Gravenzande. Wanneer de Delft- Westlandse RIAGG is gevormd, hoopt het MOB dat de afstand sproblemen kunnen worden opge lost. In het Westland zal immers een RIAGG-dependance komen, die de hulpverlening dichter bij de mensen brengt. Een belangrijk winstpunt voor het MOB. Toch bestaat er bij het Delftse MOB terughoudendheid. Maat schappelijk werkster A. A. TiJ- ders: „We weten wat we hebben en weten niet wat we krijgen. Die onzekerheid maakt ons voor zichtig. We worden verplicht om aan de RIAGG-vorming deel te nemen. Dat neemt overigens niet weg, dat de bereidwilligheid aanwezig is om er het beste van te maken". Het Haagse IKS houdt zich onder meer bezig met levens- en gezins- vraagstukken (LGV). De stichting geldt enigszins als een soort voorloper van de RIAGG. Een aantal disciplines (MOB. LGV, SPD) is vertegen woordigd en via een team komen de mensen bij de juiste hulpverle ners terecht. Volgens directeur Mastenbroek is dat een prettige werkwijze. „De ervaring heeft geleerd, dat een hulpverlener bij een aangemelde hulpvrager de neiging heeft naar zich toe te redeneren. Zo'n team met een zo breed moge lijk draagvlak voorkomt, dat" ie mand bij een verkeerde discipline terecht komt. Ik zie duidelijke voordelen via een RIAGG. Ze zijn al eerder ge noemd: efficiënter gebruik van de middelen, betere bestuurbaarheid, lagere drempel, minder doublures. Ook hoop ik, dat in de in Den Haag gekozen opzet inderdaad de inbreng van de bevolking in het beleid is terug te vinden. Inspraak en democratisering vind ik belangrijk". Vanuit de eerste lijn klinken zeer gereserveerde geluiden. A. M. W. van der Lande, coördinator van de Zoetermeerse stichting voor al- - gemeen maatschappelijk werk (SMW): „De RIAGG is in Zoeter- meer nog niet afgebouwd, maar tijdens de voorbereidingen merk je al, dat het een eigen leven gaat lijden. We worden te weinig bij het over leg betrokken. En dat is jammer, want er zijn zoveel raakvlakken, dat samenwerking als gewenst mag worden beschouwd. Onze grote angst bij RIAGG-vor ming is, dat de hulpvrager in zo'n grote opzet te weinig als mens met een eigen inbr.eng wordt bena derd. Binnen het algemeen maatschap pelijk werk wordt naar de gehele context gekeken. Ik ben bang, dat na de RIAGG-vorming de instan ties daar niet aan toe komen. Het is als het verschil tussen con fectie en maatwerk". De huisartsen verschillen van me ning over de RIAGG-opzet. Delftse huisarts M. Jonquière: „Mij lijken de veranderingen niet zo verstandig. Ik vraag me ook af of zo'n RIAGG nodig is en als die vraag bevestigend wordt beant woord dan vind ik dat jammer. Ik ben bang. dat de cliënt door het massale karakter ervan wordt platgewalst. Dat de deur achter hem of haar zal dichtslaan. De huisarts blijft dan buitenspel". Zoetermeerse arts A. A. Suidman gelooft dat hij altijd bij de hulp verlening betrokken zal blijven: „Iedereen kan zo bij een RIAGG naar binnen lopen, maar door onze neutrale benaderbaarheid komen de mensen in eerste in stantie toch meestal bij ons te recht. In Zoetermeer hebben we een GGZ-bureau, die als proefmodel van de RIAGG functioneert. De ervaring leert, dat de meeste pa tiënten toch via hun huisarts daar terecht komen en niet op eigen initiatief. Hierdoor blijven de huisartsen er bij betrokken" Drs. H. H. Miehiels van Kessenich van de vereniging van instelling voor psycho-sociale zorg (VIP) is nauw betrokken bij de vorming van RIAGG's en RIGG's: „Veel instellingen kijken tegen de ver anderingen aan vanuit hun eigen, specifieke invalshoek. Beziet men de ontwikkelingen echter in een breder verband, dan overheersen toch de voordelen. Aan de chaos in de geestelijke ge zondheidszorg zal op de langere termijn een einde komen. De bestuurbaarheid, die wij mo menteel bekijken, wordt ongetwij feld groter. De middelen zullen efficiënter gebruikt kunnen wor den. Er komt structureel overleg tus sen de verschillende instellingen. Ik denk dat de hulpvrager de gro te winnaar is maar op de langere termijn ook de instellingen" Over de RIGG-vormïng is nog niet zoveel bekend, omdat eerst de RIAGG's van de grond moeten komen. Ook hier liggen echter duidelijke voor- en nadelen. Waarnemend directeur Zwart van het St. Joris Gasthuis in Delft wijst op de in grijpende gevolgen voor het per soneel, als een deel van het psy chiatrisch ziekenhuis wordt over geplaatst naar Vlaardingen. „Mensen moeten verhuizen of over lange afstand gaan reizen". De hulpvragers in de gebieden, waar nu nog psychiatrische zie kenhuizen ontbreken, zijn echter blij met de toekomstige verande ringen. Directeur Buis van Schakenboseh in Leidschendam: „Wij nemen nu nog mensen op uit het gebied ten oosten van Rotterdam. Wanneer patiënten moeten worden opgeno men spelen afstanden een minder belangrijke rol. Maar de hulpverlening moet na tuurlijk toch eerder naar de hulp vrager toe dan andersom". Andragoog R. Koks. verbonden aan de psychiatrische afdeling van het Oude en Nieuwe Gasthuis in Delft: „Voor ons gaat door de herstructurering waarschijnlijk wel iets veranderen. Als de ambulante gezondheidszorg beter functioneert, kan opname in een aantal gevallen worden voor komen. Is interne hulp uiteinde lijk toch nodig, dan gaat het waar schijnlijk om crisisgevallen. Die komen per definitie bij ons te recht. Ik denk daarom dat wij het in de toekomst drukker zullen krijgen, doordat er mensen opge nomen willen worden, die een in tensievere begeleiding behoeven". En over de RIAGG's: „Ik ben bij- Zoetermeerse huisarts A.A.Suidman.. „we blijven bij hulpverlening betrokken"..... Directeur J. Nagtzaam van het instituut voor multi disciplinaire psycho therapie voorstander van RIAGG- vorming...., Waarnemend directeur K. Zwart van het St. Joris Gasthuis..... „deel van personeel moet verhuizen of over lange afstand gaan reizen" zonder blij, dat over een aantal ja ren een gesloten circuit binnen de geestelijke gezondheidszorg tot stand komt. Misschien komen in verschillende' gemeenten dan ook crisisopvang centra tot stand. Ik zie echter in dat de centralisatie ook nadelen MOB-maat- schappelijk werkster A.A.Tilders... „we weten wat we hebben en niet wat we krijgen" kan hebben. Als je voor een pakje boter naar de supermarkt gaat, loop je het ri sico met een tas vol terug te ko men. Als het RIAGG in een groot gebouw komt, ontstaat een soort sociale supermarkt, waarbij ik voor dezelfde gevolgen vrees Delft Psychiatrische inrichtingen zijn sinds jaar en dag 'beladen' met veelal misplaatste, ne gatieve vooroordelen. Het is om die reden, dat huisartsen heel voorzichtig zijn met het verwij zen van hun psychiatrische patiënten naar der gelijke instellingen. Afhankelijk van de problematiek wordt veelal in eerste instantie de voorkeur gegeven aan de psychiatrische afdelingen van algemene zieken huizen (PAAZ's). De kans op misleidende 'etikettering' is dan kleiner. De psychiatrische afdelingen van algemene zieken huizen vervullen een belangrijke functie in de totale geestelijke gezondheidszorg. Het is de meest aangewezen voorziening voor psy chiatrische crisisgevallen en biedt behandelingen, die enigszins afwijken van die van psychiatrische inrich tingen. De drempel van de gewone ziekenhuizen waar pa tiënten gemiddeld meestal niet langer dan veertig da gen verblijven, is minder hoog dan bij een psychia trisch ziekenhuis. Vroeger werd in een algemeen ziekenhuis psychiatri sche hulp geboden op de afdeling neurologie, maar daar werd jaren geleden reeds een einde aan ge maakt. In een aantal algemene ziekenhuizen, waarin verder strikt medische zorg wordt verleend, kwamen psy chiatrische afdelingen tot stand met gemiddeld vier entwintig plaatsingsmogelijkheden. Zo'n afdeling ziet er duidelijk anders uit, dan de rest van een algemeen ziekenhuis. In het Oude en Nieuwe Gasthuis in Delft slapen de patiënten allemaal in kamers voor twee, drie of vier personen. Verder is er een gezamenlijke ontspanningsruimte, eetzaal, keuken en douche aanwezig. De huiselijke si tuatie is zoveel mogelijk nagebootst. De hulpvragers overleggen over hun behandeling met de leiding van de afdeling, volgen een vast dag programma en zijn verder vrij om te gaan en staan in en buiten het ziekenhuis. Coördinator-andragoog R. Koks van het Oude en Nieuwe Gasthuis vertelt, dat een behandeling per ziekenhuis kan verschillen: „Soms wordt doelgericht gewerkt naar een situatie bij de hulpvrager, waar door hij of zij (weer) in aanmerking komt voor ambu lante zorg. Wij geven de voorkeur aan een behandeling, die is gericht op het zoeken naar de oorzaak van de proble men. Daarvoor ontwerpt een team van een psychiater en zijn assistent, een arts, twee psychologen, een maat schappelijk werker, een groepswerker en acht ver pleegkundigen een groepstherapie voor de hulpvra gers. Het succes van de behandeling is natuurlijk voor een belangrijk deel afhankelijk van de motivatie van de hulpvrager. Daarom is het belangrijk, dat de huisarts bij de ver wijzing goede voorlichting geeft over ons werk. Men moet van ons geen pilletje verwachten tegen de problemen. We proberen de hulpvrager duidelijk te maken, dat hij of zij de gezondheid in eigen hand moet nemen. Dat is een betere voedingsbodem voor genezing, dan wanneer de hulpvrager zegt: hier ben ik en maak er wat van". Afhankelijk van de ontwikkelingen tijdens de behan deling wordt bekeken of de hulpvrager in aanmer king komt voor ambulante zorg of dat tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis moet worden overge gaan. Deze beslissing wordt genomen door hulpvrager, huisarts, ziekenhuis-medewerkers en eventuele an dere betrokken instanties. Volgens R. Koks verloopt de samenwerking over het algemeen heel redelijk. Indien een patiënt langdurig een gevaar is voor zich zelf en/of zijn omgeving of tegen zijn wil moet wor den opgenomen, dan is plaatsing op de PAAZ onmo gelijk en wordt de patiënt opgenomen op de gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis. De psychiatrische afdeling van het Oude en Nieuwe Gasthuis. Huiselijke omstandig heden worden zoveel mogelijk* nagebootst.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1980 | | pagina 4