14 Mill i/nm SIlÉIfe - -?**> i Werkgroep Erfbeplanting wil agrarisch visitekaartje opfleuren MïéÊÊ Gerïefhout Struik- en boomsoorten mm Reclame Veehouderijen t Voorwaarden Kosten Voor verdere informatie maandag a) oktober 1380 VD/SC/WW Jf-v. W*§P&éW: Een van een degelije erfbeplanting voorziene boerderij is een sieraad in het landschap 'Meer groen is de beste «reclame voor de boer' De tijd dat geboomte en strukgewas een belangrijke belijning vormde in het door de boer beheerde landschap lijkt voorgoed voorbij. Knotwilgen moesten ruim baan maken voor de mechanische slootreiniger, geriefbosjes (vroeger onder meer leveranciers van afrasteringsmateriaal) verloren hun betekenis en de schaduwwerking van geboomte werd steeds meer als een bezwaar ervaren. Werd het opgaand groen al niet opgeruimd, dan viel het wel ten prooi aan verwaarlozing. Enkele tientallen groepen, stichtin gen en andere organisaties houden zich inmiddels bezig met het terug dringen van dc aftakeling van het landschap in de provincie. Dit jaar werd een nieu-vve loot toegevoegd aan de stam van landschapsverzor gers: de Werkgroep Erfbepiantin- gen Zuid-Holland. Haar taak is zo veel mogelijk boerderijen in het groen te zetten. Dit niet alleen ten bate van het landschap, maar ook van de boer. „Door de uitbreiding van de be drijfsgebouwen» verdween op veel plaatsen de oorspronkelijke erfbe planting. En waar het groen de mo derne ontwikkelingen overleefde, leidt het veelal een kwijnend be staan, omdat de behoefte aan gerïef hout vrijwel verdween» Weinig boe ren hebben daarom nog belangstel ling voor bomen op hun terrein"» vertelt de heer Th. C. Lambalk, se cretaris van de werkgroep. Vooral op plaatsen waar veehoude rij de hoofdbron van bestaan is, valt er nogal wat te verbeteren aan hel landschap. Juist hier, waar de knot wilgen en het gerief hout de meeste klappen kregen, verschenen de lig- boxensullen, de torensilo's en de met plastic en autobanden afgedek te kuilhopen. Op andere plekken levert een rom- Afhankelijk van de grondsoort komen de volgende boomsoor ten in aanmerking voor een erf beplanting: Vrijstaande bomen bij het huis: iep, paardekaslanje, tam me kastanje voor rijbeplanting, linde, noot, wilde kers, beuk en berk. Bomen voor rijbeplanting: populier, wilg, es, iep, esdoorn, eik, beuk en berk. Struikbeplanting: meidoorn, zwarte els.wilg, veldesdoorn, es, vlier, eik, berk, vuilboom, lijs terbes, gelderse roios, tril popu lier. inlandse vogelkers, haze laar, hulst, hondsroos en slee- doom. Hagen: beuk, haagbeuk, mei doorn en veldesdoorn. melig erf een weinig positieve bij drage aan het landschap. Er ontstaat geleidelijk een beeld van verval en verwaarlozing, vaak zonder dat de bewoners het beseffen. „Ook de agrarische wereld reali seert zich dat de moderne bedrijfs voering niet altijd een esthetisch succes is. Maar het gaat om noodza kelijke economische ontwikkelin gen aldus Lambalk, die daarom van mening is dat een beetje meer groen rondom huis, stal en erf de beste reclame is die de boer voor zijn bedrijf kan maken. De werkgroep - „ter opfleuring van het agrarisch visitekaartje" - werd dan ook opgericht op initiatief van de Provinciale Raad voor de Be drijfsontwikkeling in de Landbouw. Ze bestaat, naast vertegenwoordi gers van Staatsbosbeheer en de pro vincie, met name uit mensen van landbouworganisaties. Overigens kan een goede erfbeplan ting niet alleen landschappelijk een aanwinst zijn, een groene jas van een boerenbedrijf kan wel degelijk praktisch nut hebben. Lambalk: „De schaduw in de zomer kan een belangrijke bijdrage leveren aan de klimaatbeheersing in de gebouwen, terwijl bomen en struiken 's win ters beschutting bieden tegen de wind. Vooral vlakbij zee en op de eilanden is een windkering van be tekenis". De meeste energie besteedt de werkgroep aan het bewerken van de ongeveer zesduizend veehouders in de provincie. Want het zijn in de regel hun bedrijven waar het groen verdween, waar de uitbreidingen filaats hadden en waar de meeste andschapsontsierende elementen te vinden zijn. „De uitbreiding van be- drijfscomplexen in de akkerbouw gebieden is veel minder spectacu lair", licht de secretaris toe. In het laatst geval gaat het trouwens om niet meer dan dertienhodnerd be drijven. Tot nu toe »aven zo'n driehonderd agrariërs blijk van belangstelling o Een nieuwe boerderij in het open landschap bezorgt de Werkgroep Erfbeplanting jeukende handen. - door Leen Preesman voor een groen erf. Zij kregen een brochure toegestuurd over de aspec ten van erfbeplanting. Een plezierige bijkomstigheid is dat de aankleding van de boerderij in aanmerking komt voor een royale rijkssubsidie van tenminste 40 pro cent. In gebieden waar een ruilver kaveling in uitvoering is, kan die bijdrage zelfs oplopen tot 70 procent van de kosten. Alleen een beplan ting. die de boer nog geen vijfhon derd gulden kost, is niet subsidiabel. En voor het onderhoud van be staande groenelementen is weer een provinciale subsidieregeling van toepassing. Eén van de voorwaarden, waaron der het rijk bijdraagt in de kosten van een erfbeplanting, is dat die wordt uitgevoerd overeenkomstig een door Staatsbosbeheer goedge keurd plan. Dat moet voorzien in het aanbrengen van inheemse boom- en/of struiksoorten. Omdat sierbeplanting naast kostbaar ook weergevoelig is, komt zij niet voor een bijdrage in aanmerking. Aan .een erfbeplanting hoeven echter niet persé deskundigen of goedge keurd plantmateriaal te pas te ko men. Het maken van een schets, aan de hand waarvan Staatsbosbeheer een oordeel over de subsidiehoogte moet vellen, is voorlopig de grootste hin dernis, concludeert -^de secretaris van de Werkgroep Erfbeplantingen. Want het plan moet niet alleen aan geven waar wat moet komen, maar mot bijvoorbeeld ook rekening hou den met de voorschriften van het bestemmingsplan en de keur van het waterschap. De plankosten hoe ven geen probleem te zijn. Volgens Lambalk worden die in principe volledig vergoed door Staatsbosbe heer. Tot nu toe klopten zich zo'n twintig boeren met een bcplantingsplan bij Staatsbosbeheer aan voor subsidie. Lambalk geeft toe dat dat nog geen overweldigende belangstelling is. „Maar", zegt hij, „we zijn pas sinds februari bezig en het eerste volledi ge plantseizoen moet nog begin nen". Hij verwacht een toenemend aantal aanvragen in de komende winter, wanneer de boeren meer tijd hebben voor het maken van een plan. „En wanneer we tweehonderd bedrijven in hei groen kunnen zet ten, beschouwen wij onze actie als geslaagd". Lambalk zegt nauwelijks een indi catie te kunnen geven van de kos ten van een erfbeplanting. Die han gen af van diverse factoren zoals de vraag waar het plantmateriaal wordt betrokken, welke mogelijk heden er zijn voor grondbewerking, de verhouding struiken/bomen en uiteraard de omvang van de beplan ting. De secretaris schat dat een erf beplanting al gauw uit duizend struiken bestaat, die elk een opper vlakte van ongeveer anderhalve vierkante meter vergen. Uit de reacties kwam eveneens naar voren dat ook het onderhoud van erfbeplantingen grote belangstelling geniet en dat de kennis op dit ge bied nogal te wensen overlaat. „Daarom gaan we ook meer aan dacht besteden aan voorlichting over het onderhoud. We overwegen daarvoor een speciale cursus op te zetten", aldus Lambalk. Het is de bedoeling dat de Werk groep Erfbeplantingen Zuid-Hol land twee volledige plantseizoenen actief blijft en haar werkzaamheden in de loop van 1982 beèindigt. De werkgroep hoopt dat het initiatief daarna door de cursuscomitees van de landbouworganisaties en de plaatselijke vrijwilligersgroepen wordt overgenomen. Voorlopig geldt in elk geval het motto van de werkgroep: „Erf in het groen doen!". De Werkgroep Erfbeplantingen Zuid-Holland is gevestigd aan de Bach manstraat 10a in Den Haag (tel. 070-451200). Belangstellenden kunnen ook direct contact opnemen met de districtsambtenaren van Staats bosbeheer. Voor district Noord is dat J. Deelder, Breestraat 91 te Leiden (tel. 071-141014, alleen op maandag); voor Oost ing. P- G. Lou^aars. Bureau van Uit voering ruilverkaveling „Al- blasserwaard". Van Brederode- straat 20a te Noordeloos (tel. 01838-1541) en voor Zuid ing. W. M. v.d. Kraan, ruilverkave lingskantoor. Kreupelweg. Klaaswaal (tel. 01864-1922). Ook niet-agrarische objecten kunnen in aanmerking komen voor een overheidsbijdrage in de kosten van een beplantings plan. Voorbeelden daarvoor zijn kinderboerderijen, ponyclubs, sportverenigingen, autoslope rijen, terrienen met een recrea tieve betekenis, wegen, dijken, waterlopen, zuiveringsinstalla ties, woonwagenkampen, indu strieterreinen en vuilstortplaat-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1980 | | pagina 4