ElTRft Leer- nte58$8gig^ -V Parijs/Delft Er wordt in Nederland teveel gezeurd. Tot die conclusie komt prof. dr. M. Mulder, rector van de Stichting Bedrijfskunde in Delft, wan neer hij zijn licht Iaat schijnen over de maatschappij in het algemeen en het bedrijfsleven in het bijzonder. Dat ge zeur spruit voort uit de uiterst formele opstelling die voor wat betreft het eco nomisch gebeuren ingenomen wordt. De economische reccessie is een feit, stelt Mulder vast. Maar, zo betoog hij, in een land dat nota bene uitpuilt van de mogelijkheden om die teruggang het hoofd te kunnen bieden zou alle be schikbare energie aangewend dienen te worden voor innoverende activiteiten. Het passieve geklaag .dat het allemaal zo slecht gaat en zo moeilijk is zet geen zoden aan de dijk, integendeel het heeft een afbrekend, destructief effect. De hoogleraar in de bedrijfskunde windt geen doekjes om zijn mening. Een mening die gebaseerd is op ruime prak tijkervaring, want naast het trainen van management en ondernemingsraden en naast onderzoek en ontwikkeling in de branche, treedt Mulder veelvuldig op als organisatieadviseur. Hij is gepeciali- seerd in conflicthantering en fusïepro- blematiek. Vergeleken met de economische situatie in andere landen - een situatie die hij goed kent'via intensieve contacten met buitenlandse collega's en het bedrijfsle ven- heeft juist Nederland, meent Mul der, een zeer gunstige uitgangspositie ona economisch gezien op de been te blijven. Voorwaarde is wel dat er een klimaat wordt gecrfierd waarin innova tie een optimale kans kan krijgen. Flexibiliteit - 24 r VD/SC/WW '.iv. Een maand geleden is de Stich ting Bedrijfskunde in Delft ge start met de cursns 'manage ment leergang'kleine onderne mingen'. Deze cursus Is een uit vloeisel van de bmovatienota van de regering en heeft als doel arbeiders van kleine on dernemingen 'na te scholen' op het gebied van marketing, fi- nancieel-economische aangele genheden, technologie, Innova tie, organisatie en personeel- en managementstrategie. "Deze unieke cursus heeft met name als oogmerk de managers van de kleinere ondernemingen te helpen om Innovaties opera tioneel te maken," aldus Mul der. "Of dit baanbrekende Ini tiatief succes zal hebben? Ik hoop het van ganser harte. In ieder geval onderkennen -wij daadwerkelijk de noodzaak tot innoveren en trachten op deze manier ons steentje bij te dra gen om de vaak vergeten groep van kleine ondernemers te hel pen. Want juist van deze groep zuilen we het in Nederland moeten hebben." Prof. dr. M. Mulder 'Niet zeuren, maar innoveren "Wij zouden ons gelukkig moeten prijzen met het feit dat er in een klein land relatief veel multinationals gevestigd zijn. Met de enorme hoeveelheid know how die daar aanwezig is heb je een schat aan moge lijkheden in huis om een ijzenterke concurrentiepo sitie ten opzichte van het buitenland niet alleen te scheppen, maar ook te handhaven. Via innovatie dus. Maar. en dit geldt met name voor de kleinere bedrij ven. innoveren vraagt om flexibiliteit. En daar man keert het in Nederland aan". Alvorens het vaderlandse management onder de loep te nemen vertelt Mulder eerst hoe innovatie bevor derd kan worden. "In de V.S., maar ook eldere, is de tendens de briljante geest die binnen de onderneming met een innoverend idee komt niet meer af te sche pen met een paar duizend gulden bel- ning. Hij krijgt daarentegen een functie aangeboden die het hem mo gelijk maakt zijn eigen vinding te ontwikkelen en te realiseren. Daartoe wordt hem alle gereedschap dat hij nodig heeft verstrekt, zoals tijd. geld en gespeciali seerde medewerkers. De controle op het geheel i$ zeer remote, oftewel af standelijk. want de moeder mag het pasgeboren kind niet dooddrukken. Ondanks het feit dat niet ieder schot op deze manier in de roos terecht komt - het faal percentage is hoog- en dat veelal na vier jaar pas de vruchten van het nieuwe project geplukt kunnen worden, is dit systeem uiterst succesvol." Als bewijs voor zijn betoog voert Mulder aan dat er via de kleine innoverende ondernemingen in de VE. tien miljoen nieuwe banen gecreeerd werden terwijl in diezelfde periode in West-Europa geen enkele ex tra arbeidsplaats op het conto kon worden bijgeschre- ÉSlilif ven. In Nederland is er van aanmoediging tot inno vatie geen sprake. Over het financiële aspect; "Bij de florende Neder landse banken kun je voor van alles en nog wat aan kloppen behalve voor risicodragend kapitaal. Dan ge ven al die vriendelijke behulpzame bankinstellingen niet thuis, want lenen is leuk maar dan moet het wel met ruime zekerheid omgeven zijn. Over de vakbonden: "Vergeleken bij Italië, Frankrijk en Engeland zijn de vakbonden in Nederland con structief en bekwaam. Stakingen komen dan ook zel den voor. Overleg tussen de bonden en de onderne mersorganisaties is redelijk te noemen terwijl dat el ders uitmondt in regelrechte slachtpartijen. Ondanks dit alle'vind ik dat de bonden meer souplesse zouden moeten betonen ten opzichte van innoverende onder nemingen. Natuurlijk is de kans op falen met alle so ciale gevolgen vandien aanwezig, maar wie niet waagt die zal ook nooit winnen." Over de overheid:"Een bedrijf met meer dan hon derd werknemers kan in bepaalde gevallen pas in aanmerking komen voor steun van de overheid. Wie .dus wil innoveren zal als kabeljauw moeten beginnen en niet als spiering en dat terwijl je juist met de een een klein team dat nieuwe ideeSn ontwikkelt- de an der- een gezond groeiend bedrijf dat arbeidsplaatsen oplevert- moet vangen, om het maar eens plastisch te verwoorden. De overheid moet, afgezien van directe- ook indirecte subsidie gaan verlenen om innovatie te bevorderen. Neem nou het kantoor van de toekomst, het geautomatiseerde kantoorgebeuren. In het Witte Huis in Washington zijn deze offices of the future geïnstalleerd en kan dus in de praktijk de bruikbaar heid getoetst worden. Waarom zou zo'n kantoor dat in Nederland ontwikkeld wordt geen plaatsje kunnen krijgen in een van onze ministeries? Nog een voor beeld: bet recombinant DN A-onderzoek. De manage- ment-cursus van de stich ting bedrijfs kunde wordt gegeven in dit gebouw aan de Delftse Poortweg. Terwijl in vrijwel alle geïndustria liseerde landen het belang van deze research wordt onder onder kend en aangemoedigd, stelt men zich in Nederland huiverig op. Het onderzoek zou niet ethisch zijn. Wat is ethisch? Als je zo rede neert was het werk van het echt paar Curie ok niet ethisch! Het ge volg van die afwachtende houding is dat Nederland een kennisach terstand oploopt met alle nadelige gevolgen voor de internationale concurrentiepositie van bijvoor beeld de fermentatie-industrie. Ik ben verder van mening dat bin nen de ambtelijke wereld de bu reaucratie hoog tij viert Zonder wat meer flexibiliteit zijn we hard op weg een land te worden waar in alles doodgeordend wordt" Over de raad van commissarissen: "In Nederland staat men over het algemeen te laat en te vaak met lege handen. Men stelt zich te vrijblijvend op terwijl er juist van dit orgaan een stimulerende in vloed moet uitgaan. Hoewel de macht van de commissaris, verge leken met zijn collega in de V.S. beperkt is mag hij rijn taak nooit gaan zien als een soort lidmaat schap van een herensociëteit In tegendeel, een commissaris dient zich via informele contacten bin nen de onderneming op de hoogte te stellen van wat er leeft* Hij moet meedenken, stimuleren en initiatieven aanmoedigen. Helaas gebeurt het maar al te* vaak dat de raad een uiterst formeel lichaam is dat haar activiteiten tot het hoogst noodzakelijke beperkt" En dan tot slot het Nederlandse management, dat volgens Prof. Mulder helemaal niet zo incapabel is als" weieens wordt beweerd. Er volgt echter direct een 'maar' op deze uitspraak omdat zo meent de hoogleraar, het topmanagement de neiging heeft zich in een ivo ren toren op te sluiten. "Modern leiderschap is geen kwestie van alleenheersen maar van werken in teamverband. En daarmee heeft men nogal een moeite. Overleg en medezeggenschap zou den storend werken op het func tioneren van de manager. Onzin! De echte ondernemer, de manager integrator, hoeft totaal geen pro blemen te hebben met de in spraak. Laat ik het anders stellen: het succes van een voetbalelftal is "te danken aan de inzet van het gehele team en nooit van één man alleen. Wie zijn specifieke taak niet goed uitoefent of al te soli- tisch optreddt zal door de anderen terecht gewezen worden. De ma nager kan, om het beeld door te trekken, vergeleken worden met de aanvoerder van een elftal." Voor sommige managers, consta teert Mulder, is het werken in teamverband, het handelen in overleg, uiterst frustrerend. Men ervaart inspraak als een remmen de factor en dit 'wel willen maar niet direct kunnen' leidt onher roepelijk tot stress. "Wanneer de leiding van een bedrijf voortdu rend geconfronteerd zou worden met crisissituaties die om ad hoe beslissingen vragen zou ik me kunnen voorstellen dat medezeg genschap storend zou kunnen werken. Wie echter bedenkt dat 95 procent van de beslissingen niet-crisis gericht is kan niet an ders dan tot de conclusie komen dat er wel degelijk ruimte is voor overleg in een directe open sfeer. Voor dit laatste is ook het Ieren omgaan met conflicten van het grootste belang. Over het 'alge meen bestaat er een sterke aversie tegen conflicten en wat gebeurt,er dus: ze worden genegeerd of on derdrukt Een volstrekt foute be nadering. Een verschil van inzicht dient uitgesproken te worden, hoe vervelend dat soms ook is. Re pressie ervan leidt tot een broeie rige sfeer en vervolgens tot vul kaanuitbarstingen die geen ver helderend, maar een vernietigend effect op de onderlinge relatie hebben. In dit verband moet ik tot mijn spijt constateren dat de Neder landse topmanager nauwelijks voor kritiek openstaat. Er zijn er maar weinigen die geen last heb ben van dit soort misplaatste ijdel- heid en een andere visie kunnen respecteren en accepteren zonder dat de relatie met de andere partij daarvan schade ondervindt." Op de vraag of het creatieve ma nagement dat Mulder voor ogen staat aan te leren is, antwoordt hij bevestigend. Hij meent verder dat voor de vereiste scholing ook bin nen de landsgrenzen mogelijkhe den zijn. "Er wordt nog teveel geredeneerd dat wat je van ver haalt lekkerder en vooral beter is. En dan te be denken dat bijvoorbeeld de Ame rikaanse management: nstituten waarover zo juichend gesproken wordt, zeer geinponeerd zijn door de mogelijkheden en de kwaliteit die wij in Nederland op dit gebied kunnen bieden. We doen het dus niet zo slecht Trouwens, ook economisch gezien heeft Nederland nog tal van per spectieven. Een recent onderzoek van Mc Kinsey mag dan wel som ber zijn over factoren als het ex treem hoge ziekteverzuim en de collectieve lasten, zaken die in derdaad uit de hand gelopen, maar die tot gezonde proporties terug te brengen zijn. Er zijn ech ter ook positieve factoren. Zo zijn de kosten per eenheid produkt laag en kennen ^ve vrijwel geen stakingen. Tel daarbij op dat we van oudsher een inventief volk zijn dat gewend is internationaal te opereren en 'dat we de beschik king hebben over instituten als het TNO dan is de conclusie ge rechtvaardigd dat we er geenzins beroerd voor staan. De basis is goed, maar we moeten inplaats van jammeren nu einde lijk eens gaan :"^ouwen. Zo niet, dan vrees ik dat Jie hechte funde ring verandert in drijfzand en daarop heeft nog nooit iets stand gehouden."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1980 | | pagina 4