SIRIH 'Gewoon in burger' Theoretisch overschot van twee miljoen Niet voor kinderwagens De zeven sloten van Bertus de Bruin s, vox po Begrafenisondernemer Siem van der Linden; Vlaardingse rekening 1978: woensdag 20 november 1980 VD/SC/WW 'Zingen is ook sociaal werk' De dagindeling van Bertus de Bruin: „Elke ochtend gooi ik mijn stem een beetje los, zo gauw ik opsta. Ik lees dan wat, hardop, ep een lage, toon, dat is goed voor de stembanden. Dan doe ik wat spieroefeningen met mijn gezicht en daarna pak ik iets hogere tonen. Ik heb daar studieliederen voor, oetaafoefeningen, moderato, staccato, al die dingen. Dan maak ik mijn vingers nog een beetje los, speel ik op de piano en dan ga ik een stukje fietsen. Fietsen doe ik voor de ademhalingsoefenin gen. Dan een bakje koffie, in de Mallemolen of in de Trechter, de boodschappen, nog wat lezen en 's ,,v£,.v-.<ï" Schilderen doet Bertus ook: „Dit is een hele brutale. Gemaakt met een heel dik penseel, los uit het handje, precies zoals Ik mij voelde, 't Is ook heel anders geworden dan het voorbeeld. Maar *t Is nog niet af, er most nog diepte In. die achtergrond moet waziger." Vlaardingen Siem van der linden heeft geen beroep dat direct tot de verbeelding spreekt Hij is begrafeni sondernemer. Rustig, uiterlijk onbewogen, vertelt hij over zijn werk. Weegt zijn woorden zorgvuldig af. Het is ook niet gemakkelijk om over het werk van een begrafe nisondernemer te praten. Veel mensen hebben een ver keerd beeld, van het werk. Twintig jaar geleden nam Siem van der Linden het werk over van zijn oom Nico* laas de Boom. Aanvankelijk stond ook hij nogal scep tisch tegenover het werk. Hij had het immers als koster in een gereformeerde kerk best naar sla. Na zou hij ech ter niets anders meer willen. „Als een leek kwam ik erin. Ik heb eerst een tijdje als dra ger meegelopen om alvast aan de sfeer te wennen. Daarna heb ik de definitieve beslissing genomen om begrafenisonder nemer te worden. Dat was heel moeilijk." Een somber be roep heeft hij eigenlijk. Ont kennen doet hij dat ook niet. Maar toch, hii gaat zo op in zijn werk dat hij er bijna geen afstand meer van kan nemen. „Bij de gebeurtenissen ben je heel emotioneel betrokken.' Meestal ben ie een uur na het overlijden al bij de familie. Dan gaat er wel wat door je heen als je al die verdrietige mensen ziet. Dag en nacht zijn wij beschikbaar voor de men sen. Nee, ik ga niet in het zwart naar dë mensen. Dat zou alleen maar afschrikken. Ik ga door Chris Woerts gewoon in burger. Dat stelt de mensen ook meer op hun ge mak. Het moeilijkste vind ik altijd om direct over geld te moeten praten. Want een be grafenis kost natuurlijk geld." De betrokkenheid die Siem van der Linden bij zijn werk heeft is groot Diep weggezon ken in zijn fauteuil, hij praat nu heel zachtjes, doet hij zijn Begrafenisondernemer Siem van der Linden is emotioneel betrokken bij zijn werk: „Ja, vaak word je geleefd. Een privé laven Is er niet bij." Vlaardingen Uit de voorlopige gemeen terekening over 1978 blijkt dat de gemeen te Vlaardingen in dat jaar een batig saldo had van ruim twee miljoen gulden. Het gaat echter alleen om e«n theoretisch, boekhoudkundig overschot omdat ook re kening gehouden is met bedragen die de stad nog van derden moet ontvangen. Zo ontstaat een geflatteerd beeld. In werke lijkheid gaf Vlaardingen in 1978 ruim drie miljoen meer uit dan ontvangen werd. Het bruto tekort op de gewone dienst over 1978 bedroeg zo'n 3,2 miljoen. Dat tekort moet worden vermeerderd met 3,2 miljoen, die de gemeente op 31 december 1978 nog aan derden moest betalen, terwijl aan nog te verhalen posten voor 8,5 miljoen op de gemeenterekenmg stond. Als die bedragen met het nadelig saldo worden verrekend, ontstaat het boekhoudkundige overschot van ruim 2 miljoen. Omdat het slechts om een theoretisch bedrag gaat kan de saldi-re- serve er echter niet mee worden versterkt. relaas: „De geestelijke belas ting is groot. De betrokken heid die je bij het verzorgen 'van een begrafenis hebt is enorm. In het begin staan de mensen nogal wantrouwend tegenover je. Maar het is vaak zo datje uiteindelijk als vrien den uit elkaar gaat- De men sen zeggen wel eens dat er een natuurlijke rust van mij uit gaat. Dat maakt hen ook wat rustiger. Soms ben ik er emo tioneel zo bii betrokken dat ik zelf ook wel zou kunnen jan ken. Dat kan natuurlijk niet Maar ik heb het wel eens ge had dat ik thuis kwam en dat ik in tranen uitbarstte. Soms denk ik wel eens, Siem, pas op, anders ga je. Maar ik ben ook maar een mens met zijn emoties." Het werk van Siem van der Linden houdt niet op als de begrafenis voorhij is. Vaak wordt er door mensen na de begrafenis contact gezocht „Er zit aan mijn werk ook een stuk begeleiding vast Vaak in situ aties waarin mensen niet we ten wat ze moeten doen. Ze hebben vaak behoefte om te praten. Even hun hart luch ten. Eens per jaar ga ik drie weken op vakantie. Daar blijft het bij. Voor de rest bén ik dag en nacht bezig met mijn werk. Ja, ik word geleefd. Altijd moet ik bereikbaar zün voor iedereen. Dat verwachten de mensen ook van je. Alleen op de woensdagavond gaan we danzen. Maar niet vroeg in de avond, altijd laat. Voor de rest .gaan we wel eens uit eten, maar daar blijft het bij. Ik vind dat niet erg. Ik geef me volledig. Je mag nooit laten- merken dat je haast hebt, ook al heb je het" In de twintig jaar dat Van der Linden nu van beroep begra fenisondernemer is, is er voor hem wel het een en ander ver anderd. „Het thuis opbaren is er tegenwoordig haast niet meer bij. Het aantal crematies is ook enorm toegenomen. Dat ligt momenteel zo rond de der tig procent." Siem van der Linde zijn beroep, mensen een verkeerd beeld hebben van zün werk, vindt dat rietberg. Hij is de enige full-time begrafenisonderne mer in Vlaardingen. Momen teel heeft hii het erg druk: „In zomermaanden, tot aan de herfst is het erg rustig. Nu wordt het weer drukker. De piek ligt in december, januari en februari. Ja, mensen zijn gevoelig voor weer/* Niet iedere begrafenis Is even gemakkelijk voor hem: „Voor al bij kinderen is het erg moei lijk. Ook bij mensen die plotse ling dood gaan. Dan maak je heel emotionele toestanden mee en dat vreet natuurlijk aan je. Maar je emoties mag je niet laten merken. Maar vaak zien de mensen al dat je er niet onverschillig tegenover staat en dat waarderen ze enorm." den praat openhartig Weet dat veel middags begin ik opnieuw. Alleen zing ik dan veel hoger. Als je daar 's ochtends mee zou beginnen, verkracht je jezelf. Dat is net zoals wanneer je hon derd kilo oppakt als je uit bed komt. Je forceert dan de spieren." Gemiddeld een uur zang (ope ra, operette) en een uur piano per dag. En wat zeggen de buren daar nu van? „Die vinden het léuk." Bertus de Bruin lacht, tikje verlegen, gevleid door wat zijn buurman Ï»as zei: „Ik word er altijd vro- ijk van als ik jou 20 hoor zin gen." Hij maakt het nooit laat: om tien uur, half elf 's avonds zingt Bertus niet meer. Dat dóet ie gewoon niet. Bertus is een sociaal gevoelig mens. Zout water Op de voorueur staat: Albert de Bruin. Zo noemen ze hem in de judowereld ook. Alleen voor Schiedammers is het Ber tus. Hij woont niet ver van de Ma il astraat. de eerste afbraak buurt in 't westen van Schie dam. Tollensstraat 36b. „Het is een huis, waaraan sinds de tweede wereldoorlog niets meer gedaan is. De huisbaas ziet dat niet meer ritten, en echt, mijn hart is er goed voor, hoor, maar het is gewoon een bouwval." Bertus is dat van huis uit trouwens gewend. Ge boren in de binnenstad, omge ving Achterweg, Grofbaan, weet hij wel wat een oude wo ning is. Hardboard en gipsplaten ver hullen trouwens veel. De woonkamer heeft diepe, war me kleuren, met veel tierelan tijntjes op kasten, schoorsteen, tafel en het is er best uit te houden. Toch is Bertus de Bruin weinig thuis. Hij heeft veel hobby's, veel kennissen. Hij ringt dus en hij speelt pia no, hij tekent en hij schildert, hij doet aan sport en hij zit in het vrijwillige jeugdwerk. Vanaf zijn veertiende tot zijn eenentwintigste heeft hij geva ren om wat van de wereld te zien en ervaring op te doen, mensenkennis. Nu is hij 27. Het bedrijfsleven op de wal beviel hem niet Hij vindt het verschrikkelijk hoe mensen dagelijks tien. twintig keer op hun horloge kijken en zeggen, bah, pas zo laat, nóg niet naar huis. Bertus de Bruin vindt dat afstompend. Hij wilde andere dingen doen, waar hij zelf wat aan had. Sociaal werk, op al lerlei manieren. En nu zegt hij: „Het leven is als zout wa ter, Hoe meer je ervan drinkt, hoe meer dorst je krijgt" Hij is niet rijk, maar dat geeft niet „Ik zeg maar zo: je kunt nooit méér eten en dnnken dan je eigenlijk op kunt." Sociaal werk dus. Opera? „Ik heb voor honderd, maar ook wel. voor duizend man staan zingen. Het applaus, dat geeft een eenheid, saamhorig heidsgevoel. Na afloop komen de mensen naar je toé om te feliciteren en dat geeft een fijn gevoel. Ja, ik vind zeer beslist dat ringen ook, net zo goed, so ciaal werk is. Ten eerste is het voor jezelf fijn, ten tweede is het voor de mensen fijn en je kunt er een hechte band mee maken." Neem nu vanavond. Vana vond gaat Bertus de Bruin naar de Amsterdamse stads schouwburg, samen met oma Schutte uit Haarlem. Dat is niet rijn oma, maar zo noemt hij haar. Hij kent haar uit de tijd, dat hij nog veel aan judo deed en temidden van de beste trainer* ter wereld als recrea tie-sportleider was verbonden aan de Internationale Judo Zo merschool in Papendal. Op richter van die vermaarde school was dr G. F. M. Schut te, die twee jaar geleden stierf. Via hem kent hij oma Schutte. Zij is een vrouw van 78 jaar, die altijd aan de opera geweest is. Een interessant mens, vindt Bertus. En zij heeft altiid kaar- bes voor de opera, zelfs voor de meest besloten bijeenkom sten. Bertus-kan daar intens van genieten. Toen hij weer "vaste voet aan wal zette, ging hij zich oriënte ren in opera. Drie jaar geleden ging hij gericht zingen, onder leiding van Henk Noort, hoofdsolist van de Berliner Staatsopera en zangdocent aan het staatsconservatorium in Berlijn. „Die Henk Noort kon op zijn zevenentwintigste nog geen noot lezen. Nu is hij 31. Voor mij is dat het beste be wijs, dat als je echt iets wilt het ook altijd mogelijk is," zegt Bertus de Bruin. En 2elf is hij ook binnen drie jaar ver geko men. Er liggen kansen in het verschiet dat hij nog eens be roeps wordt. „Laten we eerlijk wezen: als je van je hobby je werk kunt maken, moetje het altijd doen." En hij is nog jong genoeg. „De stem is in het dertigste levens jaar pas volwassen. Als je de baard in de keel hebt gehad, ga je de stem verder vormen, en na je dertigste blijft zij rus tig vijftien jaar op niveau. Soms wordt ze zelfs nog beter door oefeningen in techniek. o Bertus de Bruin rit elke dag een uur aan zijn piano. En zin gen doet hij ook nog eens een uur. Maar: „Ik maak van me zelf geen kloosterling, geen monnik..." Foto: Jacques Zorg man. door Kor Kegel Dan zakt ze weer af, maar niet altijd, neem Rudolf Schock, die is 67 en ringt nog steeds." Ameland Voorlopig wacht Bertus de Bruin een aantrekkelijke reeks concerten. Drie weken geleden zon£ hij in Rotterdam- Zuid. „De pianist en ik hadden nauwelijks samen gerepeteerd. Maar goed, hij de partituur er bij, ik de partituur erbij en tingen maar. 't Ging uit de kunst. Maar de spanning, die dat dan geeft, dat is een heel lekker gevoel Tóch al. Die spanning is er steeds. Steeds denk ik: oh, als ik maar niet verkouden word! En ik wès het, voor dat concert Vlak daarvoor had ik nog gesport in de Margriethal en ik was heel hees. Nou, flink op lijsterbes zitten kauwjen, dat is ontzet tend vie», maar het hielp wel." Dat concert op Zuid was ei genlijk een voorzang. Öp de tribune zat de leider van het gerenommeerde Freddy Gold- win Orkest, Freedy Goldwin himself, en met hem heeft hij nu een afspraak voor een con tract. In februari gaat Bertus de Bruin op Ameland zingen. „Daar is elk jaar een aantal festiviteiten voor oudenvanda- gen, waaraan Freddy Goldwin meedoet Er is dan van alles, potpourri, hoempapa, zware religieuze muziek. En ik zal daar op een aantal concerten ringen, met zes liederen. TWee religieuze, 'Holy City' bijvoor beeld, en dan wat lichter gen re, operette, en tot slot nog wat meedeiners, 'Ik hou van Hol land', 'Het vissersmeisje' enzo voorts, zodat al die oude men sen lekker kunnen meezingen. Voor die mensen is dat een paar dagen lekker uit" Met een variant kan je zeggen: vox Bertus, vox populi. De stem van Bertus is de stem des volks. „Ik ben momenteel erg gé» <te- resseerd in religieuze mu*^k," zegt Bertus de Bruin. „Laatst ben ik in discussie ^treden met een meiqe van.cn grote gospelgroep over waarom ik religieuze liederen zing. Ik vind het leuk, voor mijzelf en voor de mensen, niet zozeer voor de kerk, daar doe ik niet zo aan. Toen zei dat meisje: ja, maar dan sta jij er niet achter, dan kan je dat helemaal niet zingen. Ik zeg: nou, dat kan ik niet vatten, ik vind het mooi, daar hoef ik toch niet gelovig voor te rijn? En andersom dan? Je kunt toch ook andere mooie liederen zingen die niet religieus zijn, zonder dat het meteen godslastering is? Mu ziek is muziek. Van die kerke lijke muziek vind ik de sfeer die eruit spieckt heel aangrij pend. Bepaalde muziek hoort bij bepaalde ruimte. Ik ben geen liefhebber van jazz, maar soms als ik ergens kom en er staat zo'n jazzband te spelen, kan ik het wèl waarderen. En discomuriek vind ik in een discotheek ook op zijn plaats, ook maar voor een half uurtje, maar toch. 't hoort ïn die ruimte. Zo hou ik van kerken. Die grote ruimte, dat massieve geluid, prachtig vind ik dat" Bertus repeteert niet voor niets zoveel. „Zingen, dat is nou-zo moeilijk, hè. Onuitput telijk. Ik geloof niet dat er ooit een zanger is geweest, die het summum leverde. Er rijn wel muziekstukken geschreven die het einde zijn, maar met zin gen ben je nooit klaar. Het is als bij een dambord, waarvan je op elk volgende hokje twee- maal zoveel rijstkorrels legt Op het laatst heb je een pak huis rijst vol Voor een zanger zijn de muzieknoten die rijst korrels. En hoe je zingt is ook belangrijk. De zang moet bij de inhoud van de tekst aan-' sluiten. Een smeeklied moet je ook smekend zingen, niet al leen zoals het op de partituur staat Je moet uiteraard wel de juiste toonhoogte "aanhouden, want aan die noten valt niet te ritselen. Maar de snelheid is iets persoonlijks. Je zou zeg gen: een vierkwartsmaat, vier tellen rijn viertellen, maar dat is helemaal niet zo, 't is maar wat je fiin vindt Als je er dat van jezelf instopt, ben je ook meer bezig met kunst. Het is proberen, durven, experimen teren!" - „Het is net als met sport," zegt Bertus, ineens overschakelend. „Ik ben assistent-zwem instruc teur geweest in zwembad West, Spangen, en ik heb daar gemerkt hoeveei je mei je ei gen. persoonlijke inzet xunt doen. vaak is net zweimes op fabrieksniveau; spreid, strek, sluit Maar als je iemand met een bult hebt, of een te kort been of een*te lange arm? Ik geef misschien een gek voor beeld, maar het is toch duide lijk dat de zwemtechniek dan heel anders moet zijn. Dan moet je proberen het individu te begeleiden in plaats van de hele groep van kantje naar kantje te laten spartelen." Die persoonlijke inzet heeft Bertus de Bruin steeds. Pas nog hebben jongeren in Schie- dam-Zuid hem daarom ge vraagd of hij beheer en sport- begeleiding op zich wil nemen in de Dukdalf. „Die jongens Zijn daar bezig een potje te vormen om de Dukdalf te ver bouwen, zodat ie weer open kan. Je hoort zo .vaak, dat het schorem is, maar dat doen ze toch maar." In de Gorzen kenden ze Bei- tus wel. Hij had aj eens in een werkgroep gezeten voor de toekomst van het wijkcen trum. Waar beeft Bertus trou wens niet in gezeten? Eigenlijk loopt hij in zeven sloten tege lijk: hij was jeugdtrainer van de Schiedamse Boys, hij is me dewerker van sportschool La gerwaard geweest, tegenwoor dig schildert hij ook nog („wa! ik maak, geef ik vaak weg") èn hij komt vaak in het ont moetingscentrum voor werk lozen van de Trechter, en daar gaat toch ook heel wat tijd in zitten. „Het is er gezellig en je kunt er van alles doen. Ik drink er vaak koffie en praat dan wat met mensen. Er zijn heel interessante mensen bjj Vaak oudere werklozen. Die hebben hun hele leven ge werkt en veel meegemaakt, daar vertellen ze dan over. Sommigen doen nog wat bondswerk en dan praten ze over Wiegel, Van Agt, dat kan ook heel aardig rijn om te ho ren..." Bertus de Bruin is een beken de Schiedammer. „Ik maak van mezelf ook geen klooster ling of monnik. In het week end ga ik- vaak uit, ik hou wel van een etentje, pik geregeld een bioscoopje en ik kom vaak in de Mallemolen, 't Vierkan tje, nou ja, ik zit niet stil Tocb ben ik een hele matige drin ker, hoor. Ik hou wel van een wijntje en af,en toe zak ik ook door, als het ergens echt gezel lig is, want dat moet gewoon kunnen. Sommigen zeggen wel: dat is zó slecht voor je, één druppeltje alcohol is al fa taal voor een carrière in de (r pera, dan kan je 't wel verge ten. Maar kom, dat vind ik on zin, hoor, als je je maar lekker voelt" Hoek van Holland Door de nieuwe duinen in Hoek van Holland lopen al geruime tijd fraaie wandelpaden. De lief hebbers van een lange wande ling in de zeelucht kunnen er hun hart ophalen. Tot vorige week maakten ook fietsers en zelfs bromfietsers gebruik van1 de paden, ondanks de speciale wandelaarsborden die er ge plaatst rijn. Dat is nu afgelopen, want op de toegangen naar de duinpa den rijn speciale hekken ge plaatst Vernuftige construc tie*, dat wel. Geen fiets of bromfiets komt er door. De pa den rijn helemaal voor de voetganger*. Sterker nog: zelfs kinderwagens kunnen op de paden niet gebruikt warden, want de hekken rijn zodanig gezet dat ook een kinderwa gen er niet door kan. En of dat nu de bedoeling is geweest» Misschien waren de plannen maker* in dat opricht toch weer iets te enthousiast „Ver boden voor alles op wielen" werd wellicht een beetje te let terlijk opgevat K-V 1 Verboden voor alles op wielen...

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1980 | | pagina 4