EXTRl Een tocht van De Hoop naar Nooitgedach 1 T| m Negen meelfabrieken in een Hollands landschap Daar tij die molen ...Wie kent deze beginwoorden van het succesliedje van zanger/gitarist Eddie Christiani eigenlijk niet? Een liedje dat in zijn vervolg verliefde gevoelens oproept voor die mooie molen en voor die mooie molenaarsmeid. Welke Nederlander is eigenlijk niet een beetje verliefd op die fraaie meelfabrieken uit het verleden? Welke Nederlandse man heeft niet bij het zien van die ferm in haar klompen staande molenaarsmeid met haar rode konen en met haar in de wind golvend lichtblond Stille getuige haar zo'n verkikkerd blik in d'ogen? We zij eigenlijk best trots op onze molens. Zijn we niet het enige volkje op de ganse wereldbol dat in staat bleek de: wind te „vangen" en tot eigen voordeel te dwingen. Maakten onze molens niet het graan fijn voor een goed smakende boterham? Wisten wij niet met molens het water uit onze drassige weilanden te malen om er vruchtbaar graanland van te maken? Maalden de molenstenen de grutten niet fijntjes tot moes? Wat heeft de molen eigenlijk niet voor ons gedaan? Derde Hoop Cryptisch 4din»d«g 10 dscomber 1980 VD/SC/WW He molenaar iet de huik naar de wind. De houten wielen en de molenstenen waartussen hel graan tot meel werd gemalen. Bij die vraag staan we zelden stil. Waarschijnlijk minder vaak dan buitenlanders. Die horen tijdens hun „trip The Nederlanders in ten hours" meestal meer over molens dan wij in ons hele leven. O, ja. Ook wij weten dat voor bui tenlanders Nederland en mo lens even onverbrekelijk zijn als Nederlanders en klompen. Maar de klompen zijn lang ge leden al uitgeschopt en de mo lenwieken staan nu al weer decenia achtereen roerloos stil. De buitenlanders lopen ge woon een jaarte of wat achter, is het niet? Dat molens in het uitgestrekte pol derlandschap thuis horen en daar moeten blijven, daar zijn we het over eens. Hoewel de machines de molen overbodig maken, zijn ze ui termate geschikt om de buitenlan der naar ons lage landje langs de zee te trekken. Zo kunnen we toch maar netjes een grijpstuiver aan die vreemdeling verdienen. Als toeristi sche trekpleister zijn die molens meegenomen. Als ze bij hun restau ratie, althans zo lijkt de overheid erover te denken, maar niet te veel geld opslokken en vooral daarna bij het onderhoud een minimum aan duitjes kosten. En wij? Wij rijden langs de molen en voelen ons best trots. Een beetje verliefd zijn we ook op die stoere wiekendragers. Tevergeefs kijken we uit naar die mooie molenaars meid en kunnen maar niet op de vervolgzinnen van het liedje van Eddie Christiani komen. Steeds weer stranden we bij de woorden „Daar bij die molen.™ Toch is het niet zo erg moeilijk om verder te komen. In ieder geval kunnen we rondom de molen lopen en er in sommige gevallen zelfs bin nenkomen. Daarvoor hoef je niet naar Kinderdijk of naar wat voor dijk in de verre ook. Dichtbij huis staan de molens. Je 2iet ze echter van verre en zelden van dichtbij, omdat de weg er naar toe zo kron kelig is. In de vervolgzinnen na deze beginzinnen gaan we op zoek naar de molens op Voome en Put ten, zelfs tot in Rozenburg toe. Als je de weg kent, zijn die „eilandse" molens met de auto. fietsend en zelfs lopend makkelijk te bereiken. Vrijwel alle dorpen hebben hun ei gen molen: Spijkenisse. Hellevoet- sluis, Rozenburg. Geervliet, Abben- broek en Zuidland, Oostvoome, Rockanje, Nieuwenhoom. Negen in totaal. Stuk voor stuk korenmolens. Even een cijfertje ter vergelijking: In 1850 telde Voome, Putten en Ro zenburg 23 korenmolens en 26 wa termolens. 't Is maar om aan te to nen dat molens zeldzamer worden. Zo'n vestingstadje als Brielle telde de vorige eeuw altijd nog zo'n drie molens. 2e zijn verdwenen. De gruttenmolen aan de kaatsbaan ge ruisloos. Al is daar nog steeds en stille getuige aanwezig. Een „uithol ling over dwars" in de muur, ge maakt door het paard dat dagelijks met zijn „kont* tegen die muur schuurde. De steen, tegen dat jpk-ge- weld niet opgewassen, brokkelde steeds meer af. Voor meer geraas zorgde de koren molen aan de Molenstraat. Toen de korenmolen in de nacht van 2 op 3 november in het jaar 1610 de omlig gende huizen met haar vlammenzee Daar bij dl: ie molen spookachtig verlichtte, was Brielle in rep en roer. Niet zo zeer om de molen, maar om het vlak daarbij ge legen Kruithuis. Bordevol kruit. In allerijl werd het Kruithuis on truimd. Daags erna, 't was zondag, dankte de clerus op verzoek van de stedelijke regering ..het Opperwe zen voor deze genaadige bespaa- ring". De molen was weliswaar aan de vlammen ten prooi gevallen, maar de Brielse bakkers konden altijd nog naar Hellevoetsluïs gaan voor hun dagelijks meeL Daar staat mid den in de Vesting, aan de westzijde van de haven, brug over, doorrijden tot Fort Haerlem en dan rechtsaf, de Helvoetse molen met voor de Brielse bakkers de toepasselijke naam De Hoop. Nog steeds torent die Helvoetse mo len hoog boven de vesting uit Het uit 1601 daterende bouwwerk is bo vendien een reus in zijn soort van stellingmolens. Zn de jaren zestig heeft-de molen een grondige op knapbeurt ondergaan. Zijn huidige staat van onderhoud is niet best Een verfrissend kwastje verf kan geen kwaad. Maar 'n kniesoor die daar op let. Die Helvoetse stelling- molen, zo vlak langs de vestingwal len. zal voorlopig de tand des tijds wel doorstaan. Bovendien is die mo len voor een deel te berichten, nu een edelsmit op de begane grond daar rijn exposi tie-annex wer kruimte heeft Er zijn meer stellingmolens in de regio die de naam De Hoop dragen. Die van Rozenburg bijvoorbeeld. Dit meelverwerkende bedrijf uit 1087 heeft eveneens een balkon, rondom de molen lopen, vanwaar de wieken die tot dat balkon reiken, worden bediend. De Rozenburgse De Hoop doet haar naam eer aan. Was er in 1965 maar weinig Hoop, een jaar of twee daar na was er weer veel Hoop. Kortom, gemeenteraad en overheid trokken negentig mille uit om De Hoop uit zijn bouwvallige staat te halen en er een nostaligisch bouwwerk van te maken. Grote schijnwerpers, die in de avonduren de molen in een gele gloed zeten, accentueren de gulheid van de overheden. Pikant detail van de Rozenburgse molen. Tijdens de restauratie werd de molen zesenzeventig centimeter opgekrikt met vierenveertig ..kleine krikjes". Sindsdien verheft de mo len zich boven de omringende flat gebouwen en het schuin daarover gelegen gemeentehuis en winkel centrum. De eerste steen voor een andere De Hoop werd op 9 december 1842 ge legd. Het was guur weer toen een begin werd gemaakt met De Hoop van Abbenbroek. In tegenstelling tot de andere twee Hopen is de Ab- benbroekse van het type grondzei len De wielen van zo n grondzeiler suizen vlak langs het gras van de dijk en ontwijken daarbij met regel- matige slag de zijmuur van een be lendend pand. Zoals in Abbenbroek aan de rand van het dorp, waar de molen aan de Gemeenlandsedijk aan Zuidlandse kant staat. De naam van de grondlegger van De Hoop staat vermeld op de gevelsteen van de molen. Het is even zoeken, maar toch aardig om te zien. Hoe de naam luidt vermelden we hier niet, al lichten we het tipje van de sluier op door de voornamen bekend te ma ken. Die zijn Hendrik Jan In 1973 schreef een verslaggever over de Abbenbroekse molen in zijn notitieboekje: „Vergane glorie. Deze -minder vleiende- uitdrukking is van toepassing voor de korenmolen De Hoop in Abbenbroek. De stenen romp staat er goed bij, maar verder is het huilen geblazen". De tranen zijn gedroogd en De Hoop staat er na een restauratie twee jaar gelden weer in volle glorie bij. Vijf kilometer verderop legde in Zuidland op een zonnige junidag in het gedenkwaardige jaar 1844 Jan netje Johanna de Gilde de eerste steen voor de stellingmolen De Arend. Honderdtien jaar later werd de molen uit bedrijf genomen en in 1976 na een restauratiebeurt aan de land des tijds ontsleurt. Sindsdien draait de molen eens in de twee we ken vier uur lang. Een gigantisch gezicht als tweéntwintig meter lan ge wieken hun vlucht door de lucht maken. Als de molen draait is hij voor een ieder toegankelijk. Vooral het binnenwerk van De Arend is het zien waard. Hier staat nog een stukje oer-HoUands deugde lijk handwerk. Zijn er de fraaie mo lenstenen, de houten wielen, en dat alles in een molen, die om zoomd wordt door fraaie bossages in een groen polderlandschap. Hol landser kan het eigenlijk niet. Aan de andere rijde van de Bemis- se, in Geervliet langs de Groene Kruisweg, staat de Bernissermolen. Zo hij er nu staat is het een ex-ko renmolen van het type stellingmo len, maar toch van het type grond- zeiler. Het staat er cryptisch, maar is toch waar. Wat is het geval? De Bernissermolen is gebouwd op een zes meter hoge verdedigingstoren, die deel uitmaakte van de wallen rondom Geervliet. Op die toren kwam een molen van het type grondzeiler. Om de wieken te bedie nen, moest echter een balkon rond om de molen gebouwd worden. De Bernissermolen is het makke- De molen van Oostvoome... .landelijk... door Nico de Vries lijkst toegankelijk van alle molens op de eilanden. Kan niet anders, sinds een kok er dagelijks geurige maaltijden bereidt voor bezoekers. Op de begane grond is de bar. De schietgaten van de verdedigingsto ren zijn daar goed zichtbaar. Op de eerste verdieping ofwel de begane grond van de molen rijn de verga derzalen. De rest van de molen is nog in tact. De huidige Bernisser molen is gebouwd in 1851. Oostelijker op Putten staat de melen waar niemand van dacht dat-ie er ooit zou komen. Vandaar de naam Nooitgedacht. In oud-Spijkenisse aan het Noordeinde is bij te vinden. De exacte leeftijd van Nooitgedacht is moeilijk te bepalen, maar het ligt zo om en nabij de hodnerdveertig jaar. Een paar jaar geleden heeft ook in Spijkenisse de restauratiedrift ge heerst en de molen staat weer te pronken als weleer. Om de kap ie herstellen heeft men gebruik ge maakt van een kraan wagen. Die het hoedje er eerst afnam en later weer opzette. In de tussentijd werd de kap op de grond grondig onderhan den genomen. Spijkenisse heeft dan ook één van de mooiste kappen van het eiland. Als we ons nu in gedachten van de Noordeinde langs de oude dijkhuis- ies richting stationnetje van de RTM begeven en in het moordenaartje stappen, komen we uiteindelijk uit in Oostvoome, waar buiten het dorp midden in de polder de molen staat Lastig te vinden, maar elke Oosl- voor'naar weet de weg te wijzen naar deze korenmolen uit 1821. Het is niet mogelijk om de molen binnen te treden. Wel steekt de mo len naar de Molendijk fraai af in het omzomende landschap. Een fraai gezirht, waar een ieder in de bermen langs de slootkant rich kan wanen in vorige eeuwen. In schril contrast met de korenmo len van Rockanje, waar de Molen dijk zich splitst in twee grijze linten die om de molen heenslingeren en weer achter de molen bijeen komen. Over die weg raast het autoverkeer tussen Rockanje en Hellevoetsluïs. Het is op een na de oudste molen van het eiland met zijn eerbiedige leeftijd van 264 jaar. De grondzeiler verjaart op 2Q juli en kent zeven voorgangers. Die zeven hebben tus sen 1338 en 1718 op de exact dezelf de plaats gestaan als de huidige mo len. Vervolgen we de weg naar Helle voetsluïs rijden we vanzelf tegen de molen van Nieuwenhoom op. De witte molen. Sinds een galerie zich in eht wagenhuis heeft gevestigd luistert de molen naar de fraaie Le Moulin Blanc. Le Moulin Gris ofwel grijze molen zou echter toepasselij ker zijn. De korenmolen van Nieu wenhoom is imemrs de molen met de langste grijze baard van het ei land. Slechts twee jaar oud dan die van Rockanje en dus 263 jaar. In 1717 werd de eerste steen voor deze molen gelegd. Hier eindigt de rondgang langs de negen molens van Voome, Putten en Rozenburg. We zijn er kris-kras doorheen gegaan. Stuk voor stuk hebben zij zich voorgesteld. Even hun naam verteld, iets over hun ei genaardigheden. Meer is niet nodig. Want in de buurt van de molens en soms in de molen zelf wonen men sen die een rijke schakering aan verhalen kennen over de geschiede nis van de molen. Met verve willen rij uitleggen hoe een molen nu ei genlijk werkt. Stuk voor stuk zijn het mensen die niet zijn blijven stil staan bij de molen...jnaar er echt rijn ingedoken. Het zijn de mensen die echt gek zijn van molens. j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1980 | | pagina 4