EXTRA
Historisch
onderzoek
i
Voor reconstructie Midden- Delfland op gang kom t
'sw.t-zr,
4VD/5C/WW
dinsdag
27 januari 1981
De Midden-Delflard Vereniging is van mening,
dat archeologisch onderzoek aan de
reconstructie van Midden-Delfland vooraf
etient tegaan. Inde veelheid aan rapporten van
de Reconstructiecommissie is daaraan tot
dusver nauwelijks aandacht besteed. Dit is
tijdens een studiedag vastgesteld door de
historische verenigingen in de regio, die zich
hebben verenigd in een stuurgroep. Deze
groep poogt het wetenschappelijk
verantwoord onderzoek tijdig op gang te
brengen. Inmiddels is er een werkgroep
opgericht, die alle cultuurhistorische en
historisch-landschappelijke elementen en
gebieden van Midden-Delfland gaat
inventariseren. Verder zijn artikelen
gepubliceerd, die betrekking hebben op de
wording van Midden-Delfland, het
verkavelingspatroon, de archeologische
vondsten, de landelijke bebouwing en de
kasteeiwerven in het gebied Bijgaand een
publicatie van J. W. Moerman over het
onderzoek naar kasteeiwerven.
Een primitieve
weergave van
het kasteeltje
Steenhuizen
onder VI aar-
dingen.
Onderzoek naar kasteeiwerven
dringend nodig
Delft Delfland is rijk ge
weest aan kastelen. Reeds in
de dertiende eeuw was er,
vooral ten westen van de
Sehie, een belangrijk aantal
verdedigbare huizen te vinden.
Veel van deze ridderhofsteden
hebben de Hoekse- en Kabel
jauwse twisten echter niet
overleefd. Ook in de Spaanse
tijd, vooral in 1574, werden
verschillende huizen vernield.
In de zeventiende en achttien
de eeuw zijn de overgebleven
kastelen omgezet in buiten
plaatsen, maar met de Franse
tijd kwam ook voor dezen het
definitieve einde.
In en om Midden-Delfland, vooral
in het poldergebied van Vlaardïn-
gen, Maasland, Schipluiden en De
Lier, stonden dertien bekende kas
telen. Daarnaast zijn er enige plaat
sen waar volgens archiefaanduidin
gen in de dertiende en veertiende
eeuw een adellijk huis kan hebben
gestaan. Veldverkenning heeft hier
nog niet plaatsgehad. De meeste
kasteelterreinen net buiten Midden-
Delfland zijn niet meer in het land
schap herkenbaar. De laatste muur-
resten van Holy, de Joffer Aechten-
woning en Steenhuizen werden in
de jaren zestig van deze eeuw uitge
graven ten behoeve van de VIaar-
el ingse woningbouw.
De archeologische dienst van Rot
terdam kon vooraf nog enig onder
zoek verrichten. Tekeningen van de
gevonden funderingen geven samen
met enkele afbeeldingen uit de zes
tiende, zeventiende en achttiende
eeuw een betrouwbaar beeld van de
grootte van de2e drie, over het alge
meen vrij kleine huizen uit de der
tiende eeuw. De toren van de Holy
en de motte (opgeworpen terp) van
de Joffer Aechtenwoning waren in
de vorige eeuw naast de boerderijen
nog aanwezig. Nu herinnert alleen
het sierlijke toegangshek van Holy,
nabij het Holyziekenhuis, aan de pe
riode dat het landschap hier nog
werd beheerst door oude veelal
voorname hofsteden.
Tussen 't Woudt en De Lier, even
eens net buiten Midden-Delfland,
stonden niet ver van de Zweth twee
kastelen, namelijk Groeneveld en
Uiterlier. Kronieken leren dat
Arent van Wassenaar in 1288 Groe
neveld in leen kreeg, doch de acte
die dit moet aantonen is niet meer
te vinden. Wel blijkt uit het oudste
leenregister van Wassenaar dat na
zijn dood in 1262, zijn oudste zoon
Dirk werd beleend met '80 morghen
lants mitter woninghe Groene velt'.
Hij en zijn leenvolgers noemen zich
in het vervolg Van Groeneveld. In
een van de latere verlijbrieven
(1409) staat dat bij de hofstede 75
morgen land behoorde en nog 17
morgen afzonderlijk geleden, dus
samen 92 morgen.
Leenheer was toen PhiTps, 1
van Wassenaar, burggraaf van
tan Jan Jansz.
heer
van Lei
den, en leenman Jan Jaruz. van
Groenevelde, die tijdens de Hoekse-
en Kabeljauwse twisten partij koos
voor Jacoba van Beieren. Toen her
tog Jan van Beieren in 1420 zijn
macht in Holland bevestigd had, liet
hij verschillende kastelen van
Hoekse edelen verbranden. Ook
Groeneveld trof dit lot en werd na
die tijd nooit meer herbouwd. Op
deze historische plaats kwam een
boerenwoning die in bet begin van
de zeventiende eeuw eigendom
werd van de familie Van Oldenbar-
nevelL De boerderij is in die tijd.
vergroot en ging voor een deel
dienst doen als buitenplaats. Tot
voor kort kon men zien dat deze
woning een bijzonder grote opka
mer had, die in de zeventiende en
achttiende eeuw gebruikt kan zijn
als zomerverblijf van de eigenaar.
Op 17 april 1979 brandde deze histo
rische boerderij af. In de fundering
zijn hij de sloop nogal wat secundair
verwerkte kloostermoppen aange
troffen, die bijna zeker afkomstig
zijn van het kasteel Groeneveld. In
het voorterrein is kort geleden een
oude gracht teruggevonden, met
scherven maten aal uit de dertiende
en veertiende eeuw. De moderne
bedrijfsvoering en de brand hebben
veel oude sporen uitgewist Het
open weidegebied rond deze woon
plaats is gelukkig bewaard geble
ven, hoewel de kassen van alle kan-'
ten dreigend naderen.
Vanwege de omzetting van weide
grond ten behoeve van de tuinbouw
had in 1979 een onderzoek plaats
naar de resten van het huis Uiter
lier in de Oude Lierpolder. In te
genstelling tot het omringende ge
bied had het land een onregelmatig
oppervlak. Door middel van hoogte
metingen werd de loop van een
oude gracht ontdekt Ook werden
de resten van een vijftiende eeuwse
boerderij teruggevonden en een één
meter dikker muur van klooster
moppen, die mogelijk een onderdeel
vormde van de voorburcht Bij
voortgezet onderzoek is geconsta
teerd, dat een ronde gracht het kas
teelterrein heeft omgeven. De oud
ste scherven dateren uit het midden
van de twaalfade eeuw.
Op het eilandje binnen de gracht
werden geen muren gevonden. Wel
lagen op één plaats grote brokken
De oostgevel
van de Kee-
nenburg nabij
Schipluiden,
naar oen teke
ning uit 1646.
muur in de gracht, sommige met
brandsporen. Waarschijnlijk is het
motte-kasteelt]e in 1351 verwoest.
Omwonenden hebben deze plaats
daarna gebruikt als steengroeve,
want in de gracht lag nogal wat ce
ment dat men van de kloostermop
pen heeft afgebikL Verschillende
oude boerderijen in de buurt van
Uiterlier zijn gefundeerd op deze
grote stenen. Het jongste aardewerk
dateert uit het midden van de vijf
tiende eeuw, zodat het aanemelijk
lijkt dat men in die tijd de motte
heeft afgegraven. Na de opgraving
is het land wat geëgaliseerd en om
geploegd. maar nog altijd verraadt
een lichte glooiing de plaat* van
deze oude kasteel werf.
Wel uitstekend geconserveerd ligt
de hoogte waarop het huis Diepen -
burg heeft gestaan, maar als de uit
breidingsplannen voor de tuinbouw
in de Dorppolder gerealiseerd wor
den, zal ook deze plaats als land
schappelijk monument sterk degra
déren. De rijke beplanting en fraaie
boerderij vormen, gezien vanaf de
Gaagweg, een unieke afsluiting van
het open poldergebied. Resten van
de ronde gracht zijn vanuit de lucht
en ter plaatse nog duidelijk zicht
baar. Enig graafwerk in de terp,
waar de boerderij het huis heeft
vervangen, leverde als oudste aard
ewerk wat scherven op uit de veer
tiende en vijftiende eeuw. Het kas
teeltje, waarvan nog geen muren
zijn teruggevonden, was ouder.
Het hub ikwam in 1386 in handen
van Ghijzekijn van Diepenburg, een
kleinzoon van Ghisekijn van Am-
mere, die in 1337 als bezitter wordt
genoemd. De stichter en de vroege-'
re bewoners zijn niet bekend. Even
min b bekend wanneer de Diepen
burg werd gesloopt De motte en de
gracht geven duidelijk aan dat hier
meer dan een gewoon hub beeft ge
staan. Minder zichtbaar in het land
schap is de plaats waar vermoede
lijk het kasteel Boekestein heeft ge
staan, niet ver van de Diepenburg,
eveneens nabij de Burgerdijkseweg.
Volgens een geschiedschrijver be
vond zich omstreeks 1850 op deze
plaats een boomgaard, omgeven met
een diepe gracht Het huis Boekes
tein b vermoedelijk tijdens de
Hoekse- en Kabeljauwse twisten
verwoest. De afbeeldingen die er
van bewaard zijn dateren uit de ze
ventiende en achttiende eeuw en
berusten vrijwel zeker op fantastie.
Een bekende tekening van Boekes
tein b in werkelijkheid een be
trouwbare voorstelling van Hub te
Dorp, een voornaam kasteel midden
in de Dorppolder. Het hub waar
Hub te Dorp heeft gestaan is te be
reiken door een lange laan aan de
westzijde van de Oostgaag. De motte
heeft men opgeworpen op een estu
arium rug, een rug van vaste grond,
gevormd door het slib van een
kreek, die in open verbinding stond
met de Maasmond. De rug is één
van de eerste berwoonbare plaatsen
in deze streek en loopt als een ver
hoging door de Dorppolder.
Oude kaarten en tekeningen laten
duidelijk zien dat Hub te Dorp om
ringd was door een ronde gracht.
Mogelijk heeft het vele malen afge
beelde kasteel een houten voorgan
ger gekend. Gezien het formaat van
de klosstermoppen werd het stenen
huw in het midden van de dertiende
eeuw opgetrokken. Diederik van
Dorp kreeg de bezitting omstreeks
1250 in leen van de Van Wasse
naars. Het geslacht Van Dorp groei
de uit tot één van de belangrijkste
families in Holland. Verschillende
Van Dorpen bekleedden hoge func
ties in de landspolitiek. In de zes
tiende eeuw verbleven ze meestal in
hun hub aan het Noordeinde. Uit
de Tiende Penning van 1561 blijkt
dat het kasteel in Schipluiden werd
bewoond door een kastelein.
Afbeeldingen uit de zeventiende
eeuw wekken de indruk dat het
hub in een bouwvallige toestand
verkeerde. In het begin van de
achttiende eeuw is het niet meer
dan een ruïne. Op het voorterrein is
inmiddeb een boerderij gebouwd.
De boerderij ten zuidwesten van het
kasteel stond er al langer. Zij be
hoorde al vroeg bij Hub te Dorp en
voorzag de kasteelbewoners van de
eerste levensbehoeften. Omstreeks
1900 b de motte afgegraven om de
grachten te dempen. Hoewel er in
de loop der tijd veel bomen zijn ge
rooid, geeft het nog aanwezige hout
deze plaats nog een bijzondere
"schoonheid.
Nog vrijer in het land ligt het com
plex Herenwerf in de Oude Camp-
spolder te Maasland. Hier bevond
zich in de tweede helft van de der
tiende en veertiende eeuw een com
manderij van de Duitse Orde. In
1243 had deze orde alle onroerende
goederen verkregen van Dirk van
Coudenhoven (van Delft) en diens
vrouw Hadewij. Bij deze schenking
behoorde waarschijnlijk een huw en
één of meerdere boerderijen. Bij de
verlenging van de Herenlaan in
1971 werden in het cunet muurres-
ten aangetroffen. Bij het onderzoek
werd onder andere een gracht aan
getroffen met een breedte van on
geveer acht meter, met daarbinnen
een rechthoekig gebouw met in de
zuid muur een aanzet van een poort
In de sloot en het talud van de He
renlaan zijn nog steeds muurresten
zichtbaar, terwijl een verhoging in
het land duidelijk aangeeft waar
nog meer muren zijn te verwachten.
De gevonden funderingen dateren
uit ongeveer 1300, zodat aangeno
men mag worden dat het hier een
uitbreiding betreft van het reeds
aanwezige hub van Dirk van Cou
denhoven. In 1365 is de commande
rij verlaten en kreegt de orde toe-
s'-'ttv
Tekening van
hei Huls te
Dorp, tussen
Schiplulden en
Maasland. De
aanduiding
Boekesteljn
op de prent
berust op een
vergissing van
de maker.
stemming deze over te brengen
naar een terrein bij de kerk in
Maasland. In de Dijkpolder van
Maasland stonden minstens twee
adelijke huizen, namelijk het Hub
ten Velde en Hub de Hoeve. In de
leenkamer van Holland wordt Hub
ten Velde in 1267 genoemd, maar
mogelijk b de ridderhofstede ouder,
omdat in 1225 sprake b van een
Hendrik van de Velde. Op een
kaart van 1611 wordt nog een ronde
gracht afgebeeld. De definitieve
ontmanteling van het huis had
waarschijnlijk plaats in de Spaanse
tijd toen deze plek enige tijd als
schans was ingericht.
Toen Johan van Bleyswijck in 1646
land in leen kreeg tussen Hub te
Velde en de Stenendijk werd met
Hub te Velde een boerenwoning be
doeld, die op of nabij de oude kas-
teelwerf was gebouwd. De fraaie
opvolger van deze boerderij werd in
1967 gesloopt en vervangen door
een moderne woning, maar de terp
is nog duidelijk herkenbaar. Zij kan
opgeworpen zijn voor de bouw van
het kasteel Hub ten Velde, hoewel
het ook denkbaar is dat op dit ter
rein altijd een boerderij heeft ge
staan, die met de ridderhofstede
was verbonden. Nader archeolo
gisch onderzoek kan hierop een ant
woord geven. Ook rond Huw de
Hoeve bestaan nogal wat vraagte
kens. In de leenkamer van Holland
wordt in 1281, in de buurt van de
Westgaag, een hoeve land genoemd
van 26 morgen. In 1376 omvat deze
hoeve 28 morgen land met een be
huizing.
Volgens een kroniek uit de zeven
tiende eeuw zou Jan van der Hoeve
omstreeks 1405 'de fondateur' zijn
geweest 'van *t huys met de hofste
de van der Houve'. In 1570 wordt op
een kaart op deze plaats een boerde
rij getekend. In 1631 kocht jonkheer
Jacob van Sevender, heer van Kee-
nenburg, deze woning met 22 mor
gen land en vernieuwde 'de hofstad
van der Houve'. Waarschijnlijk
maakte hij van het goed een buiten
plaats. Tegenwoordig is op die
plaats een tuinbouwbedrijf geves
tigd. Bij grondwerk worden nog
steeds kloostermoppen teruggevon
den, die afkomstig kunnen zijn van
het oude Huw de Hoeve, Ook van
het kasteel Hodenpijl ten noorden
van Schipluiden b weinig bekend.
Wel is hier een deel van de slot
gracht bewaard gebleven.
Op een verhoogd stuk van het kas
teelterrein staat nog een oude boer
derij. De stichter van dit adeliike
hub is niet bekend. Voorlopig lig
gen de resten van Hodenpijl nog
goed geconserveerd, maar omdat
elke bodemactiviteit tot verstoring
kan leiden, lijken ook hier bescher
mende maatregelen gewenst
Slechts een paar honderd meter van
Hodenpijl, tegenover de kerk van
Schipluiden, lag de Keenenburg.
Het grootste en best onderzochte
kastéél van Midden-Delfland. In
1966 b een deel van de oude burcht
blootgelegd. De funderingen beston
den voornamelijk uit kloostermop
pen, die voor de tweede keer waren
gebruikt De conclusie lijkt jubt dat
men voor de bouw van de voor
burcht genruik heeft gemaakt van
steenmateriaal afkomstig van Ho
denpijl. De bouw van de Keenen
burg had kort na 1411 plaats. De si
tuering nabij de Gaag en de hoge
ligging van het terrein zijn vermoe
delijk de belangrijkste argumenten
geweest om niet ver van het
stroompje de Keen een burcht op de
richten. In de twaalfde eeuw stond
op deze plek reeds een boerderij,
waarvan in 1978 de sporen zijn te
ruggevonden. Net zoals de oude
voorburcht dateert de zware toren
van de hoofdburcht uit de eerste
helft van de vijftiende eeuw. In
1574 b het kasteel, ondanks een ge
deeltelijke ontmanteling, enige
maanden bezet geweest door de
Spanjaarden. In 1798 is de bebou
wing, die omringd werd door een
groot tuincomplex, gesloopt
Het blijkt dat op een enkele uitzon
dering na nog maar weinig bekend
is van de kastelen in Midden-Delf
land. Gedeeltelijk komt dat door het
feit, dat de meeste kasteeiwerven in
het open weidegebied liggen en er
daarom nog geen archeologisch on
derzoek heeft plaatsgehad. De voor
beelden buiten Mïdden-Delflanbd
zijn beter onderzocht, omdat ze
moesten wijken voor de herinrich
ting van het landschap. In Midden-
Delfland kunnen nog waarborgen
worden geschapen om een aantal
kasteeiwerven niet verder aan te
tasten.
Maar eerst zal op elk terrein nauw-
keuring moeten worden geïnventa
riseerd welke sporen nog herinne
ren aan de aanwezigheid van een
adellijk huis.