STAB/ STRtEK
Fl
'Goh, misschien
hebben ze die
mensen straks
juist nodig!
Buitengewone kinderen (slot)
'Koehandel
rond project
voor
ex-verslaafden'
Hoekse VVD-fractieleider:
Ons zwembad vormt de inzet
■\d
donderdag
12 maart 1981
VD/SC/WW
'HÉ
Dit is de laatste aflevering van een
serie van drie artikelen over het bui
tengewoon onderwijs en de kinderen
die dat volgen.
Aan de orde komen het vervolgon
derwijs en de toekomstkansen van
deze kinderen.
Het adres van de in het artikel ge
noemde VBO-school is: 'De wegwij
zer', Burg. Honnerlage Gretelaan 496,
Schiedam.
Eerdere afleveringen verschenen in
deze krant van 26 februari en 5
maart 1981.
In de onderwijsbijlage van het Rot
terdams Nieuwsblad d.ti. 17 januari
1981 verscheen bovendien al een ar
tikel dat nader ingaat op de accepta-
tieproblematiek van ouders van bui
tengewone kinderen.
De foto's bij onderstaand artikel zijn
gemaakt op De Wegwijzer.
s
door
Jan
Hendrik
Bakker
foto's
Jacques
Zorgman
Een moeder over haar moeilijk le
rende zoon: „Je blijft altijd hoop
houden. Je blijft hopen dat ie mis
schien toch nog hoger op kan. Ik
heb een periade gehad dat ik
daarom alles over het onderwijs
las. Ik begon er gewoon overspan
nen van te worden. Nu zeg ik:
göh, misschien hebben ze die
mensen straks wel nodig. Bij een
benzinepomp of zo. Want waar ze
interesse voor hebben, daar zijn ze
de hele dag mee bezig." En het
blijkt waar: geestelijk minder be
gaafde werknemers tonen vaak
een vlijt en plichtsgevoel, waar
een ander de hand licht met zijn
werk omdat bij dat als te saai en
geestdodend ervaart.
Vijfennegentig procent van do
kinderen, die MLK-onderwijs
hebben gevolgd, vindt later blij
vend werk, blijkt uit recente on
derzoekingen van de psycholoog
A. Leppers. Een klein deel daar
van (tien procent) komt via de so
ciale werkplaats aan een baantje,
de rest in het vrije bedrijf of bij de
overheid. Verbazingwekkende cij
fers, want de werkloosheid onder
de jongeren is tegenwoordig groot.
Zo groot dat zelfs een MAVO- of
HAVO-papiertje al geen garantie
voor werk meer biedt.
De conclusie lijkt gerechtvaardigd
dat de toekomst er voor veel
moeilijk lerende kinderen lang
niet se somber uitziet als hun ou
ders wel eens vrezen. Werk
maakt niet gelukkig, je hoort het
steeds vaker, herwaardering van
'het arbeïdethos', maar of de kreet
ook van toepassing is op de groep
ionge mensen, die toch al veel te
lijden heeft gehad van het gevoel
niet als de anderen te zijn, behoeft
een levensgroot vraagteken. Aan
een eigen taak met een eigen ver
antwoordelijkheid kunnen zij een
besef van eigenwaarde ontlenen,
waartoe de samenleving hen an
derszins nauwelijks een kans
gunt.
Wennen
Sinds drie jaar bestaat in de regio
Vlaardingen, Maassluis en Schie
dam een school voor voortgezet
buitengewoon onderwijs (VBO-
school). 'De wegwijzer', zoals de
school heet, heeft een streekfunc-
tie en geeft vervolgonderwijs aan
al die jongens en meisjes die ook
na het verlaten van een LOM-,
MLK of ZMOK-school het buiten
gewoon karakter daarvan nog
niet kunnen missen.
Het is een mooie naam, dat weg
wijzer, Meer dan het gewone ver
volgonderwijs heeft het buitenge
woon voortgezet onderwijs zich de
taak gesteld om kinderen die
zwak in hun schoenen staan toch
een eind op weg te helpen. De
doelstelling van de school is dan
ook eigenlijk meer ingegeven
door pedagogische richtlijnen dan
dat de kennisverwerving voorop
zou staan. Aanleiding overigens
tot veel misverstanden, Marianne
Schoutens. hoofd van 'De wegwij
zer': „Vaak hebben veel ouders
een heel verkeerd beeld van de
school- Ze hebben het idee dat
hier weinig meer aan hun kinde
ren wordt gedaan."
Toch is het tegendeel waar. Het is
maar wat je onder 'er aan doen'
verstaat. Het VBO-onderwijs in de
regio Waterweg Noord concen
treert zich vooral op het zelfstan
dig worden van het kind, op het
maatschappelijk weerbaar maken
zodat het later op zijn eigen ni
veau, zonder al te veel hulp van
anderen, mee kan draaien. An
ders gezegd: de buitengewone zorg
waarmee het kind tot dan toe
werd omgegeven wordt geleide
lijk aan opgeheven. AI was het al
leen maar dat nu van practisch
elke leerling verwacht wordt dat
hij of zij zelfstandig naar school
komt. Apart busvervoer, waar ze
ker kinderen in de lagere klassen
van LOM- en MLK-scholen ge
bruik van maken, is er niet meer.
En zo straalt het hele onderwijs
veel meer de sfeer uit van een
school voor voortgezet onderwijs.
Vaak is dat wennen. En niet al
leen voor deze kinderen. Ook
leerlingen die van de gewone la
gere school afkomen dreigen wel
eens verloren te gaan in de m;rv -
liteit van brugklassen, lust-
docent zus en docent zo. If.t ver
schil is dat op het VBO-kindereu
de kans krijgen te wennen. De
sfeer van bescherming die zij van
de LOM- of MLK-school meene-
igFv;i:
men wordt nog even gehand
haafd, hoewel, na een klein jaar is
dat toch ook afgelopen.
Net als het lager buitengewoon
onderwijs werkt ook het voortge
zet niet met een jaarklassensys
teem. 'De leergangen' zijn onder
verdeeld in drie fases. De eerste
daarvan is de inleidende. Het
kind krijgt de gelegenheid te wen
nen aan de andere sfeer. Het heeft
nu meer leerkrachten, bezoekt
verschillende lessen, in de pauzes
mag het van het plein af, kortom:
het wordt beschouwd als aanko
mende volwassene en moet leren
dat dat ook zo z'n verantwoorde
lijkheden met zich meebrengt. In
de tweede fase komen de leerlin
gen van 'De wegwijzer* ook in
aanraking met andere scholieren.
Per week worden er negen lesu
ren gegeven op een huishoud
school en een school voor tech
nisch onderwijs in de buurt.
Practisch
Verreweg het belangrijkste onder
deel van het vakkenpakket aan
het VBO is de practische vorming.
De helft van het aantal lesuren
v.'ord: 1 cd ran vaardigheden
.Ir. W. - Jen «rXid, kinder-
j t :ch. brv.eging.
C s t t.',1 «.'echï.g krijgt
"cel aa. „„t We: c-Iurientatie, m
de zin van verdieping in onder
werpen die van maatschappelijk
belang zijn, staat daarnaast hoog
genoteerd. Speciale projecten als
sexualiteit, de politie, giro- en
bank, openbaar vervoer (de strip
penkaart!), 'hoe moet ik sollicite
ren?' en wat al niet meer onmis
baar is bij een goede sociale vor
ming, komen aan de orde.
Al die aandacht voor het practi
sche betekent overigens niet dat
lezen, rekenen en schrijven uit
het oog verloren worden. Het on
derwijs daarin gaat gewoon door,
daarbij aansluitend op de indivi
duele mogelijkheden van ieder
kind apart. En mocht het niet luk
ken met die denkvakken, dan
wordt in elk geval toch gepro
beerd het kind nog practisch te
trainen in het lezen van beeldtaal
(bijvoorbeeld de plaatsjesborden
op de stations), klokkijken en der
gelijke.
De laatste fase van de drie bestaat
uit een leerperiode bij de bedrij
ven. Het is de fase waarin samen
met de leerling en zijn of haar ou
ders bekeken wordt welk beroep
binnen het bereik van de leerling
zou kunnen liggen. Er zijn twee
stageperiodes per jaar. Die kun
nen variëren van werk in een
kantine, magazijn of drukkerijtje
tot het dierenasiel of de plantsoe
nendienst. Het gaat in het alge
meen wel om kleinschalige be
drijfjes, waar de mogelijkheid tot
persoonlijk contact nog niet is
weggeautomatiseerd. De begelei
ding van de stages is in handen
van speciaal daarvoor vrijgemaak
te leerkrachten.
De stages zijn in de eerste plaats
bedoeld om een leerling ervaring
op te laten doen in het bedrijfsle
ven. Maar wat blijkt in de prak
tijk? Veel van de leerlingen ko
men later in vaste dienst bij die
zelfde baas, waar ze eerst stage
liepen. En dat is dan misschien
ook de verklaring voor het feit
dat zo'n hoog percentage van de,
minder begaafde kinderen later
werk vindt (en dat ook behoudt):
de werkgever heeft 2ijn stagiaire
leren waarderen. Hij heeft de
kans gehad te ontdekken dat de
inzet en toewijding van deze min
der begaafde werknemers veel
hoger is dan hij van andere door
gaans gewend is.
„Als ze eenmaal werken, werken
ze ook goed," zegt Ank Harten-
dorp, stagebegeleidster van 'De
wegwijzer'. „Maar het is wel onze
ervaring dat kinderen die buiten
de school om aan de slag proberen
te komen het vaak heel moeilijk
hebben. De proefperiode is veel te
kort. Daar begint zo'n baas dan
niet aan." Een opmerking die in
de zelfde richting wijst: moeilijke
lerende kinderen moeten de kans
krijgen èn de tijd om te tonen wat
ze kunnen. Een groot deel van
hen maakt bovendien op latere
leeftijd, zo rond hun twintigste,
wanneer ze al enkele jaren van
school zijn nog een moment van
geestelijke groei door.
Rest de periode die na de school
volgt. Het moment waarop de ex
tra zorg en aandacht voor velen
wegvalt. De meesten van hen zijn
daar dan ook wel aan toe. Juist
mèt behulp van do buitengewone
zorg hebben de jonge volwassenen
geleerd zich min of meer zelfstan
dig een weg banen. Vast werk, in
het vrije bedrijf of middels de so
ciale werkverschaffing, huwelijk:
het is meestal wel de conventione
le weg.
Toch is er een aantal kinderen dat
later in conflict komt met de om
geving. De oorzaak gaat in veel
;evallen terug op de houding van
ie ouders. Een vader en moeder
die nooit hebben kunnen accepte
ren dat hun kind anders is, 2etten
daarmee het kind onder voortdu
rende druk. Zo'n kind zal ook
zichzelf ter nauwernood accepte
ren, Een MLK-kind voelt toch al
dat het vaak ten opzichte van de
anderen in gebreke blijft. Alle
dingen die maatschappelijk hoog
genoteerd staan (rijbewijs, een
knappe vriend of vriendin, bij
voorbeeld) liggen niet of nauwe
lijks binnen zijn bereik.
Binnen de OBD Nieuwe Water
weg Noord wordt het probleem
van de acceptatie daarom ook als
essentieel beschouwd. Carla van
Dijk, schoolmaatschappelijk werk
ster, leidt gespreksgroepen met
ouders. Eén van hen: „Iedereen
die zo'n kind heeft komt het te
gen. Dat anderen gaan zeggen:
gaat die van jou naar de LOM-
school? En je ziet helemaal niets
aan hem! Nu zeg ik dan: ja, maar
dat kind mankeert ook niets. Hij
kan alleen niet rekenen!"
Een moeder die het anders-zijn
van haar kind heeft geaccepteerd.
Gebeurt dat niet en blijven de ou
ders te hoge eisen stellen aan hun
kind, dan is het gevolg vaak dat
deze kinderen zich rond de tijd
dat zij van school afkomen gaan
verzetten. Het is een vorm van
verlate puberteit. En zeker wan
neer ze door hun omgeving bij
voortduring op een veel te hoog
niveau zijn aangesproken kunnen
de spanningen zo hoog oplopen,
dat deze zich in agressie ontladen.
De jonge volwassenen willen zich
bewijzen. En dat gebeurt dan alle
maal op een leeftijd waar de so
ciaal-pedagogische voorzieningen
ophouden. Eenentwintig is vol
wassen, is de juridische redene
ring, terwijl de ontwikkeling naar
de volwassenheid bij MLK-kinde
ren dan juist in volle gang is.
In de praktijk zijn het alleen de
medewerkers van de diverse in
stituten voor sociaal-pedagogische
zorg (SPZ) waarop teruggevallen
kan worden. Een niet zo gelukki
ge situatie, is de mening binnen
het sociaal-pedagogisch werk, dat
zich toch voornamelijk richt op
geestelijk gehandicapten. En juist
geestelijk gehandicapt zijn deze
mensen niet. Door de medewer
kers van de SPZ Waterweg Noord
wordt dan ook gepleit voor een
vorm van geleide kamerbewo
ning, met eventueel een pertinent
karakter, die onder verantwoor-
lijkheid valt van de overheid.
Hoek van Holland „Er mag geen koehandeltje
worden gedreven tussen het project voor Surinaamse
ex-heromeverslaafden en een zwembad in Hoek van
Holland." Fractievoorzitter van de VVD in de Hoek,
André Paerel, vermoedt dat de PvdA- en CDA-
fractie vlak voor de verkiezingen in ruil voor bet re-
socialisatieproject 'ja' zeggen tegen de
verwezenlijking van een zwembad, waar al meer dan
zeven jaar op wordt gewacht, „Deze affaire wordt
een partijpolitiek spelletje", stelt Paerel vast.
Deelraadsvoorzitter Leen van der Houwen (CDA)
vindt de gedachte van Paerel uitgesproken gemeen.
„Dit is een verdachtmaking, die Paerel niet hard kan
maken. We willen graag een zwembad, maar dan
niet over de ruggen van de Hoekse burgers heen. Het
wordt een ongeoorloofde zaak als wij zo te werk
gaan." Zelf is de deelraadsvoorzitter in principe niet
tegen de komst van het project. „Mensen, die in nood
verkeren moeten worden geholpen. Daartegenover
stellen wij wel een aantal voorwaarden. De
Hoekenaren springen maar al te gauw in de lucht
voordat ze met het feit zijn geconfronteerd. Op straat
hebben ze het al over 'een stelletje Surinamers op ons
dak'. Dat mag niet. Ik zal het zelf niet doen omdat ik
er geen hinder van ondervind", zegt Van der
Houwen. Hij is wel van mening dat het Rotterdamse
gemeentebestuur alle narigheid, die er te bedenken
valt, op De Hoek afwentelt.
André Paerel legt zeer voorzichtig uit waarom hij de
twee andere fracties van 'partijpolitieke spelletjes'
beticht. „Wij komen op dit moment nog een ton
tekort voor de verwezenlijking van een zwembad. De
socialisten en het CDA hebben, in hun uitspraken
vaker laten doorschemeren dat ze bereid zijn om in
ruil voor het zwembad het re-sociaiisatiecentrum
hier op het KNVB-terrein aan de Dirk van den
Burgweg te laten plaatsen." Het terrein ligt nabij het
Roomse Duin, dat als ontspanningsgebied dienst doet
Paerel: „De Rotterdamse overheid heeft de kosten
van het project geraamd op ruim één miljoen gulden,
terwijl een aantal Rotterdamse commissieleden van
mening is, dat het project 1,7 miljoen gulden in beslag
neemt. Dat geld kunnen ze beter gebruiken voor
dergelijke bestaande, niet optimaal draaiende,
projecten als Tamboeng in Rotterdam." Volgens
Paerel zijn de Hoekenaren in het geheel niet tegen
het project, alswel tegen de procedure, die het
Rotterdams college daarbij heeft gehanteerd. „In het
verleden zijn over onze ruggen talrijke beslissingen
genomen, waar wij pas in een min of meer definitief
stadium bij werden betrokken. Kijk maar naar die
LPG-installatie, de ertsoverslag en nu ook weer het
vliegveld Zestienhoven. Wij worden onmondig
gehouden. Dit re-socialisatieproject is voor ons nu de
druppel, die de emmer doet overlopen", aldus Paerel.
Zijn fractiegenoot Joop van Ooyen zegt evenals de
Hoekse bevolking te vrezen dat de Surinaamse
jongelui na hun re-socislisatieperiode in De Hoek
blijven hangen. „Ik ben bang dat ze op het gebied
van werk en wonen worden voorgetrokken op
andere Hoekenaren, die al jaren naar huisvesting en
werk zoeken. Wij zijn niet tegen de komst van de
Surinamers naar Hoek van Holland, maar het tegen
het project als zodanig."
t;ï8
li?»
ÜfllI
rm
aid I