EKTRfl
De pioniers van Flevoland
1
1
Nieuw
bedrijf
op
vroegere
Zuiderzee
bodem
Gebroeders Van der Meer
uit Zuidland
K -
IsllilllllB
rnaardng
4 mai 1931
VD/SCAVW
Zuid land/Zuidelijk Flevoland Maart vorig jaar. Vanaf de boer
derijen Reigerstee en Vertrouwen in Zuidland vertrekt een
merkwaardige karavaan. Een lange stoet landbouwtrekkers en -
machines, elk weer volgestouwd met ander landbouwspul. Het
doet denken aan een karavaan landverhuizers en eigenlijk is dat
ook zo. Sam en Arie van der Meer zijn, met hun gezinnen, op weg
naar een nieuwe toekomst in het maagdelijke Zuidelijk Flevo
land.
Sam rijdt zelf voorop. Hij fluit op
gewekt. Eindelijk is het dan zo
ver. Op dit moment heeft hij lang
gewacht. Met beide handen heeft
hij de mogelijkheid aangegrepen
om in het kader van de ruilverka
veling op Voorne-Putten te wor
den overgeplaatst naar het nieuwe
land, dat aan de voormalige Zui
derzee is onttrokken. Sam is op
dat moment vijftig, zijn broer Arie
48 jaar. Een hele onderneming om
op zo'n leeftijd nog geheel te ver
kassen. Vooral omdat in de laatst
drooggelegde polder van het vroe
gere Usselmeer het nieuwe be
staan vanaf de grond moet wor
den opgebouwd.
Overtocht
Om de kosten te drukken beslui
ten Sam, Arie en hun medewer
kers om het rijdende 1 andbouw
materiaal zelf over te brengen.
Vijf trekkers, twee kunstmest
strooiers en allerlei andere machi
nes. Ze moeten via binnenwegen,
want op de grote autowegen is
langzaam verkeer niet toegestaan.
Via het Hekelingse Veer verlaat
de stoet Voome-Putten. Ergens in
de Hoeksche Waard moet de eer
ste stop worden gemaakt Het
vriest De wind is koud. De ver
kleumde mannen kunnen er na
enkele bakken koffie weer even
tegen. Verder via 's-Gravendeel,
Kop van 't Land, Biesboscb en
overnachten in Werkendam. An
dere dag: Ede, Barneveld, via Nij-
kerk, Zuidelijk Flevoland binnen
tot Trekkersveld, gehucht van
een handvol pioniers, waar ook de
Van der Meer's zich gaan vesti
gen. In twee dagen hebben de
mannen totaal negen uur gereden.
„Als de jongens te koud werden,
stopten we om ergens op verhaal
te komen. Anders zouden ze be
vroren zijn. Eigenlijk was het
haast niet om te doen", zegt Sam
achteraf.
Kennismaking
De Hoge Vaart is een breed afwa
teringskanaal dwars door Zuide
lijk Flevoland. Parallel hieraan
loopt de Baartmeesweg. Sam en
Arie stoppen bij het bordje QZ 21.
Zo ver ze kunnen zien geploegd
land. Verder niets. Geen huizen,
geen gebouwen, één kale vlakte.
De bodem van de vroegere Zui
derzee. Jarenlang in cultuur geno
men door een staatsbedrijf om er
geschikte landbouwgrond van te
maken. Hier kunnen de boeren
opnieuw beginnen die op hun hui
dige plaats niet meer uit de voeten
kunnen.
Sam en Arie stappen uit. De sche
mering onderstreept de grote ver
latenheid. De stilte is beangsti
gend. De grond is drassig van de
vele regen. Ze zakken er tot de
enkels in weg. Hier moeten ze dus
opnieuw beginnen. Samen op 133
hectare nieuw land. Letterlijk van
de grond af opbouwen, want de
gebouwen zijn er nog niet. Velen
zouden moedeloos rechtsomkeert
hebben gemaakt. Arie en Sam
niet. Reeds de andere ochtend
gaan ze opgewekt aan de slag. Een
gigantische klus, waar. alleen de
heel dapperen aan durven té be
ginnen.
Improviseren
Eigenlijk is de grond te laat uitge
geven. Wil er dit jaar nog een
oogst van het nieuwe land komen,
dan moet er onmiddellijk worden
gezaaid. Eigenlijk moet alles tege
lijk. Het nieuwe land bewerken,
zorgen voor onderdak en gebou
wen, de rest van de verhuizing en
nog oogsten in Zuidland.
„Ze hadden die grond een half
jaar eerder moeten uitgeven. Maar
ambtenaren werken niet zo vlug
als boeren. Als wij nèt zo zouden
doen. dan gingen we zaaien als we
moesten oogsten", bromt Sam.
Er moet nu snel en doeltreffend
worden gewerkt. De landbouw
werktuigen worden onder ge
bracht bij boeren in de omtrek, op
zeker vijftien verschillende plaat
sen.
De mannen slapen in de garage
van hun zuster Nan en haar man
Arie Piek, die een jaar of zeven
geleden de boerderij Dammes tee
in Geervliet inruilden voor een
nieuw bestaan in Oostelijk Flevo
land, twintig kilometer verderop.
Eten doen ze in een kantine in het
nabij gelegen gehucht Trekkers
veld. „Maar ze hadden daar alleen
patat, doppertjes en appelmoes.
Het kwam op 't laatst m'n neus
uit", zegt Sam.
Als het weer het maar even toe
laat, wordt er op het land ge
werkt. Daar tussendoor allerlei
andere klussen. Eerst zorgen voor
t een tijdelijk eigen onderdak. Sam
koopt een oude bouwkeet voor
negenduizend gulden. Als funde
ring wordt eerst een partij tegels
gelegd. Op dat moment komt een
bekende uit Oudenhoorn langs.
Hij roept naar Sam: „Wat heb jij
een hoop moed, man". Nu zegt
Sam: Ja, ik was enthousiast be
zig. Ik besefte toen niet wat er
nog allemaal moest gebeuren Dat
was maar goed ook'
Marina en
Sam van der
Meer met op
de
achtergrond
de bouwkeet,
waarin ze
tijdelijk
wonen.
i - 1-
De keet wordt stukje bij beetje op
gebouwd. Er wordt alleen aan ge
werkt bij regen als het land te nat
is om er op te werken. Op een
nacht stormt het verschrikkelijk.
De keet is nog maar half af
gebouwd. Om drie uur wordt Sam
in de garage wakker omdat z'n
haren over z'n ogen waaien. Te
gen zijn zoon Dirk (21), die het
pioniersgezelschap inmiddels is
komen versterken, zegt Sam:
„Kom op jong, straks moeten we 't
huus over het hele land bij elkaar
zoeken". Met touwen sjorren de
mannen de nog dakloze keet vast
en hij blijft gelukkig overeind
staan.
Als de keet eenmaal staat, koopt
Sam een serie oude broeiramen en
zet die voor de ruiten. De winter
is op komst en de kou moet buiten
de keet worden gehouden. Om de
zelfde redenen koopt hij een grote
rol noppenfolie, wikkelt die om de
keet en timmert het spul goed
vast De komende winter zal blij
ken dat deze isolatie inderdaad
goed helpt
Zodra de keet overeind staat,
haalt Sam zijn vrouw Marina op
uit Zuidland. „Veel boeren komen
hier eerst alleen naar toe. Pas als
ze alles een beetje voor mekaar
hebben, laten ze hun gezin over
komen. Ik geloof niet dat dat goed
is. Het is beter als je vrouw er van
het begin af bij is. Samen iets on
dernemen, samen ontberingen
hebben, dat schept een geweldige
band. Samen kan je ook meer
hebben dan alleen. Dan valt het
helemaal niet mee. Je moet weer
zo gauw mogelijk een normaal le
ven hebben, s Morgens goeie
morgen zeggen. Samen alles ver
werken. Dat kan je niet allemaal
alleen doen".
Primitief
Als de keet is schoongemaakt,
gaan er zeker tien mensen aan het
schilderen. De schotten, die alle
maal in andere kamers hebben
gezeten, vertonen allerlei kleuren.
In één dag is alles klaar. Ook de
electrapijpen worden aangelegd,
maar de electrician kan het tempo
van de schilders niet bijhouden.
Een deel van de pijpen is dan ook
nog steeds niet geverfd.
Om de keet loopt een rij tegels.
Vanaf de deur een smal tegelpad
schuin naar de weg. Wee degene
die naast de tegels stapt. Hij of zij
verdwijnt tot de knieën in de
modder. Daarom moeten de auto's
ook steeds op de weg worden ge
parkeerd. Anders gebeurt hetzelf
de als met die boer die van de
veengrond kwam. Die zou voor
het eerst in Flevoland gaan
zaaien. Met trekker en zaalmachi-
ne reed hij van de oplegger ZO het
land in en zakte er tot de assen in
de weg. Die boer loopt nog steeds
te vertellen dat je voeten zo groot
worden als je hier door het land
loopt.
De eerste periode in de keet is
moeilijk, Er is geen electra. geen
waterleiding, geen telefoon. Vanaf
de WC heeft Sam een geul gegra
ven en een kuil die, afgedekt met
plastic en hout, als beerput dienst
doet. Om de WC te kunnen door
spoelen, moet uit het kanaal een
emmer water worden gehaald.
Het afvalwater wordt met een pijp
naar een sloot geleid. Maar erger
dan deze primitieve toestanden is
het gemis van de koelkast. Er is
ook geen kelder. „Vorig jaar zo
mer bedierf al ons eten en de bo
ter dreef het vlootje uit". Een
campingbrander zorgt voor de
verlichting van het woongedeelte,
's Avonds vinden Marina en Sam
hun bed bij het schijnsel van een
brandende kaars.
Tussen de bedrijven door vindt de
rest van de verhuizing plaats. Ook
dat doen de Van der Meer's zelf.
Sam koopt voor zesduizend gul
den een oude vrachtwagen en
rijdt vele tientallen keren heen en
weer. Alleen al om een berg be
tonplaten over te brengen rijdt hij
acht keer van de Flevo naar Zuid
land en terug. „Toch was dat
leuk", zegt Sam nu. „Ik trok een
ouwe overall aan, zette een hoed
op en kroop achter het stuur. Je
hoorde er op de weg meteen bij.
De chauffeurs groetten altijd jo
viaal. Ze hadden lol om dat ouwe
wagentje van mij. Het was een
leuke ervaring. Als ik geen boer
meer zou kunnen zijn, werd ik
chauffeur. Iets anders kan ik toch
niet". Ook Marina en zoon Dirk
zijn vele malen met hun auto
heen en weer geweest.
De beginperiode wordt voor Sam
extra moeilijk als zijn vrouw een
maand naar het ziekenhuis moet.
Allergisch voor een nog onbeken
de stof, heeft Marina som3 last
van benauwdheid. Door de primi
tieve levensomstandigheden en de
enorme drukte raakt ze plotseling
in ademnood. Omdat er in Flevo
land nog geen arts is, brengt een
ziekenwagen haar met zwaailicht
aan, naar een Rotterdams zieken
huis. Voor Sam breekt een extra
moeilijke tijd aan. Tussen het vele
werk door moet hij ook nog dage
lijks op ziekenbezoek in Rotter
dam.
Maar veel erger is de onzekerheid
over Marina's gezondheidstoe
stand. Niet dat ze in levensgevaar
verkeert, maar 's avonds alleen in
de keet denkt Sam toch terug aan
zijn eerste vrouw, die in 1976
overleed. „Ik heb dat jaren lang
geweten. Het was een zware tijd.
Gelukkig heb ik Marina gevon
den. We trouwden en zijn ontzet
tend gelukkig. Ik ben ook erg blij
dat het tussen Marina en mijn
zoon uit het eerste huwelijk ge
weldig goed gaat Die maand dat
Marina in het ziekenhuis lag, is
een erg moeilijke tijd geweest Je
weet niet hoe je het uithoudt".
Kwaad
Moeilijk te verteren voor Sam is
ook dat er in Flevoland geen arts,
geen licht en geen telefoon is. „Op
het Jaatst heb ik tegen de rijks
dienst gezegd: dit neem ik niet
langer. Als er ongelukken gebeu
ren, stel ik jullie verantwoorde
lijk. Dat gaf de doorslag. Binnen
een week hadden we allea Ook
Marina kreeg in het ziekenhuis
telefoon, zodat we veel konden
bellen".
Na een maand is Marina weer ge
heel hersteld. Het leven in de
bouwkeet is nu veel prettiger.
Electrisch licht, radio, televisie,
waterleiding. Alleen kleding was
sen gaat niet in de keet. Daarvoor
gaan Marina en Sam elk weekend
terug naar Zuidland. Er moeten
toch nog regelmatig spullen wor
den opgehaald. Ze nemen dan ook
tevens levensmiddelen mee uit
Zuidland.
Ondertussen gaat het werk op het
land verder. „Ik kan me heel goed
voorstellen hoe destijds de voor
trekkers in Amerika hebben ge
leefd", zegt Sam. „Alleen hoeven
wij gelukkig niet met Indianen te
vechten.
Rooien
De landbouwwerktuigen staan
nog steeds bii de boeren in de om
trek. Van alle schuren heeft Sam
sleutels, zodat hij erin kan wan
neer hij wil. Er moet enorm veel
heen en weer worden gereden. De
eerste aardappelen zijn inmiddels
al gerooid. Omdat Sam nog geen
schuren heeft, worden ze meteen
naar de coöperatie in Trekkers
veld gebracht.
De bieten worden tijdelijk opge
slagen langs de weg. Als oktober
vorig jaar op een zondag plotse
ling strenge vorst intreedt, moe
ten tien hectare bieten worden af
gedekt.
Tussen de bedrijven door hebben
de Van der Meer's ook nog op
Voome-Putten vijftig hectare tar
we moeten dorsen, over het hele
gebied verspreid. Voor dat doel
waren twee oude combines (maai
dorsers) op Zuidland achter ge
houden. Als op Flevoland alle
boeren aan het dorsen zijn, doen
de Van der Meer's hetzelfde, maar
dan op Voome-Putten. Als ze
klaar zijn, worden de combines
één voor één met een dieplader
naar Flevoland gebracht. Als laat-
sten moeten Sam en Arie ook
daar de oogst binnenhalen.
Behalve de keet heeft Sam nog
geen andere gebouwen. Afgelopen
winter heeft hij vrijwel dagelijks
in de schuur van zijn buurman De
Jager gewerkt om zijn machines
en werktuigen aan de nieuwe si
tuatie aan te passen. Alles wat
rijdt moet grotere en bredere ban
den of rupsen krijgen, anders zak
ken ze in de grond weg.
Vondst
Sam heeft goed kunnen merken
dat hij op de vroegere zeebodem
zit. Afgelopen zomer heeft hij 2ijn
ploeg kapot gereden op de motor
van een Duitse Messerschmidt, die
tijdens de Tweede Wereldoorlog
boven de Zuiderzee werd neerge
schoten. Toen Sam zijn vondst bij
de luchtmacht aangaf, kreeg hij te
horen dat de Duitser eerst zelf 52
Sam, met
achter zich
een deel van
zijn nieuwe
land.
Marina, na
een maand
ziekenhuis,
weer volop
aan de slag.
door
Wim
Huibers
foto's
Jaap
Rozema
Engelse vliegtuigen had neerge
schoten voor hijzelf werd geraakt
en explodeerde. Sam kreeg ook
een kaart toegestuurd met daarop
de plaatsen, waar vliegtuigen zijn
neergestort. Het zijn er een paar
honderd. De meeste zijn na de
droogleggingen letterlijk boven -
water gekomen. Alle ontdekkin
gen worden nauwkeurig geregi
streerd. Van de ontplofte Mes
serschmidt waren reeds allerlei
wrakstukken gevonden en aange
tekend. Alleen de motor ontbrak
nog. Het vliegtuig werd op 29 sep
tember 1943 neergeschoten.
Tijdens het ploegen vindt Sam
ook veel stenen met oogjes er aan,
die vroeger aan de netten zaten
van de Zuiderzeevissers. In het
hele IJsselmeergebied zijn al ver
schillende boten gevonden die
vroeger zijn vergaan. De meeste
komen terecht in een museum.
Op het land van Arie, die vijfhon
derd meter van Sam vandaan
woont, is ook een schip opgegra
ven. Dat is gebeurd vóór het mo
ment dat de broers er zich vestig
den, dus ze hebben er zelf niets
van gezien. Wel schijnt de vondst
de moeite waard te zijn geweest,
want er is maandenlang gegraven.
Het schip is geconserveerd, maar
waar het zich nu bevindt is bij
Sam niet bekend.
Rustig
Ruim een jaar na de verhuizing
zitten Marina, Sam en zoon Dirk
nog steeds in de eenvoudige
bouwkeet in het uitgestrekte Zui
delijk Flevpland. Pas deze zomer
wordt begonnen met de bouw van
het definitieve woonhuis en de
landbouwschuren.
„We zitten hier heerlijk", zegt
Sam. „Op Zuidland was het ook
rustig, dus die overgang is niet
groot. Voor mijn vrouw is dat wat
anders. Die komt uit De Lier in
het Westland. Daar is het een stuk
drukker".
Maar ook Marina bevalt het uit
stekend. Ze zegt: „Ik zou niet
meer terug willen naar het druk
ke Westland. Ik heb er altijd met
plezier gewoond, ook die drie iaar
in Zuidland. Maar ik heb het hier
weer best naar m'n zin. Ik hou
van een beetje zwerven. We pas
sen ons samen goed aan".
Sam: „Eigenlijk vind ik het zonde
om een nieuw huis te bouwen. We
zitten hier kostelijk in die keet.
We hebben alles. En het heeft niet
veel gekost. Ik zou hier best wil
len blijven zitten".
Marina: „Voor mij ligt dat anders.
Ik leef de hele dag in deze keet en
dan is hij wel wat klein. Nee, het
vliegt me beslist niet aan. Boven
dien weet ik dat het maar tijdelijk
Terug
Sam: „Misschien leven we hier
wat primitief, maar terug naar de
natuur is voor mij niet zo moeilijk.
Ik zie het zo: de welvaart bracht
dat we alles steeds mooier en be
ter wilden hebben. Maar dat
breekt ons nu op. We hebben het
uit de hand laten lopen. Vroeger
hadden alleen de edelen het goed.
De boeren en arbeiders waren
nergens. Nu leven we allemaal
zoals eeuwen geleden alleen de
edelen. Ik gun iedereen alles hoor,
maar we hebben het te goed. Het
19 de verkeerde kant op gegaan.
We moeten nu allemaal een stap
terug. Velen willen dat niet. Wij
hebben er gelukkig geen moeite
Neem het gifschandaal in Lekker-
kerk. De grond moest worden af
gegraven. De mensen kwamen te
wonen in net zulke hokkies als
dit. Natuurlijk waren die mensen
gedwongen. Wij doen dit uit eigen
vrije wil. Maar het gaat me om de
manier van wonen. In de kranten
stonden hele verhalen over hoe
slecht die Lekkerkerkers het had
den. Maar wij zaten hier in het
begin veel rotter dan zij. Geen
licht, water, telefoon, arts. Niet te
vergelijken.
Waar het om gaat is: wil je een
stapje terug. Ga je tijdelijk ak
koord met minder comfortabele
omstandigheden? Ben je bereid
met minder genoegen te nemen
dan je gewend bent? Dan blijkt
dat je net zo gelukkig kunt zijn als
voor die tijd'
Verbreken 1
Broer Arie zit met vrouw en twee
zoons vijfhonderd meter verderop
in een caravan. Sam: „Mijn broer
heeft het iets moeilijker. Hij kan
de banden met Voorne-Putten
nog niet helemaal verbreken. Hij
leeft nog erg daar en gaat er elk
weekend naar toe. Hij bezoekt ook
nog alle feestavonden in Zuid
land, zodat hij er nog alles mee
maakt Ook hun onderdak is iets
minder gunstig. Een caravan met
één raam op het end. Wij hebben
in de keet veel ramen. We kun
nen vrij de wereld inkijken. Ik
heb altijd mijn voeten onder an
dermans tafel moeten steken.
Daarom verplant ik makkelijker
dan Arie. Gelukkig gaat hij zich
nu ook thuis voelen".
Overmorgen, 1 april, wordt wel
een gedenkwaardige datum voor
de Van der Meer's. Dan gaan hun
boerderijen in Zuidland officieel
over in andere handen. Dat bete
kent niet alleen de definitieve af
sluiting van de periode op Voor
ne-Putten, maar tevens is dan een
eind gekomen aan een eeuwen
lang tijdperk, waarin het geslacht
Van der Meer heeft geboerd in de
Zuidlandse polder (vervolg over
een week).